Het oude beroep van de kuiper.

 

De kuiper aan he werk.

Afb. boven: De kuiper aan het werk.

Het bijna 'verdwenen' beroep van de kuiper


De Kuiper (latijn: cuparius) maakt houten kuipen, ook wel vaten of tonnen genoemd. Tegenwoordig is dit beroep of ambacht haast verdwenen, of toch niet?

 

Kuipen worden in het algemeen toegepast voor het bewaren en vervoeren van onder andere vloeistoffen, denk daarbij aan wijn en bier, ook in de historische scheepsbouw zijn kuipen onmisbaar, behalve voor het vervoer van vers drinkwater, drank en olieën, worden kuipen op grote schaal toegepast voor het versjouwen van vis.

 

In de 15e, 16e en 17e eeuw zijn bij een scheepswerf, zoals bekend van Amsterdam en Rotterdam altijd diverse kuiperijen gevestigd.

 

Soms plaatst de kuiper het vat voor de deur van zijn werkplaats (daar moet hij extra-belasting voor betalen) en maakt hij binnenin een vuurtje van spaanders; dikke ijzeren drijfbanden worden om het vat geslagen, zodat de delen verband krijgen en het hout krimpt.

 

Traditioneel is een kuiper is iemand die houten kuipen voor de schepen in kegelvorm, waardan de lengte groter is dan de breedte, samengebonden met hoepels en met een vlak eind of hoofd. De voorbeelden van het werk van een kuiper zijn niet beperkt tot vaten, maar er worden ook emmers, tonnen, boterkarntonnen, hogsheads, firkins, tierces, rundlets, vulstukken, pijpen, vaten, uiteinden, spelden, en brekers gemaakt. Het woord is voortgekomen uit het midden Nederlands kūpe, de „mand, hout, ton“ en kan uiteindelijk stammen uit cupa, Latijns woord voor vat, zoals aan het begin is vermeld.

 

Alles wat een kuiper produceert wordt verwezen naar een collectief zoals de kuiperij. Het „vat“ is een generisch termijn die wordt gebruikt om om het even welk stuk van de kuiperij wordt beschrijven. Een vat is technisch het woord voor een vat en daarom kan de term „vat-maker“ synoniem met kuiper worden gebruikt. De faciliteit waarin de vaten worden gemaakt is de kuiperij.

 

Traditioneel zijn er vier afdelingen in de ambacht van de kuiper. De „droge“ of „slappe“ kuiper maakte containers voor een schip die droge goederen zoals graangewas-sen, spijkers, tabak, vruchten en groenten vervoert. De „natte“ kuiper maakte vaten die worden ontworpen om droge goederen of vochtigheid binnen te houden. De vaten van het buskruit en van de bloem zijn voorbeelden het werk van van een „droge“ kuiper. De „natte kuiper“ maakt tonnen, kuipen, emmers en boterkarntonnen, die water en andere vloeistoffen moeten houden, maar het verschepen van de vloeistoffen is niet altijd toegestaan.

 

Gewoonlijk is het nodig dat bij het buigen van hout ook een "natte kuiper" wordt betrokken om dat werk te doen.

 

De „natte“ of „strakke“ kuiper maakt vaten voor opslag op lange termijn en vervoer van vloeistoffen die zelfs onder druk kunnen staan, zoals bier. Soms -in moderner tijd- komt het beroep van de kuiper specifiek nog voor in wijnmakerijen, waar de kuiper ook moet zorgen voor verouderende vaten waarin de wijn wordt opgeslagen. Terwijl tegenwoordig plastiek en het roestvrije staal, de pallets, en het golfkarton, de meeste houten containers hebben vervangen en grotendeels van de kuiper een verdwenen beroep hebben gemaakt, is hij in de wijnmakerij nog onmisbaar.

 

Wijnvaten.
Afb. boven: Wijnvaten.

Daarom is er nog steeds vraag naar houten vaten van uitstekende kwaliteit en men denkt dat de hoogste kwaliteits vaten nog steeds door professionele kuipers met de hand gemaakt dienen te worden. De voorbeelden kunnen in de kuiperij van Seguin Moreau nog worden gezien. Een kuiperij die in het Huis van Rémy in 1971 voor de uitdrukkelijke doeleinden om vaten te verstrekken die van de eik van Limousin worden gemaakt. De eik van Limousin is doordrongen van het rijke vanille die de aroma het aan cognac verleent. Rémy Martin Grand Cru verhandelt in deze vaten cognac dat meer dan $1500 per fles kost. Daarom vertegenwoordige één enkel vat een waarde van bijna een kwartmiljoen dollar aan cognac. De kuiper als kundige vakman, speelt hierin nog steeds een belangrijke rol. Uit dit ambacht komen ook de achternamen voort zoals Cuypers, de Cuyper, Kuiper en Couperus.

 

Wijnpot van 6000 jaar oud.
Afb. boven: Een 6000 jaar oude wijnpot.

 

Een bekend kinderleidje is "Jan Huigen in de ton, Jan Huigen in de ton, met een hoepeltje erom, Jan Huigen, Jan Huigen en de ton die viel in duigen".

 

Voordat de houten ton, de kuip wordt ontdekt is er al wijn. Deze wijn wordt dan bewaard in kruiken gemaakt van klei. Bij opgravingen in een grot in Armenië, gelegen boven de rivier Arpa nabij de stad Areni, is mogelijk bewijs gevonden voor één van de oudste locaties waar prehistorische mensen druiven hebben verwerkt tot wijn. In de grot zijn bij elkaar vaten, potten, druivenpitten en scheuten van druivenstokken aangetroffen. "If the analysis confirms the place has been a winery, for the first time ever we will be able to say wine has been produced as early as about 6,000 years ago," vertelt één van de onderzoekers. Chemische analyses van de vaten moet nog zekerheid verschaffen. Volgens de huidige inzichten vindt de vroegste vinificatie van (wilde) druiven plaats in Georgië, het buurland van Armenië, of Iran, ergens in de periode tussen 6000 en 5000 voor het heden.

 

 


Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten

voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.

 

 

Hoogeveen, 14 aug. 2010
Revisie: 14 juni 2017
Verhaal © Harm Hillinga

 

Menu Artikelen. HomePage
Top