Zoals het eindigde

Negen jaar lang heeft Richard Klinkhamer volgehouden dat zijn Hannie is weggelopen. Als haar lijk wordt gevonden, bekent hij dat hij zijn vrouw heeft vermoord. We weten dan nog niet precies wat hem heeft bewogen tot deze daad, is het zijn ellendige jeugd, zijn drankmisbruik of toch zijn killersmentaliteit uit het Vreemdelingenlegioen die hem tot deze daad heeft gebracht?

 

Richard Klinkhamer in zijn kamer. Foto: Edward. Bron: Wilkipedia. Licentie: Creative Commons.

 

De verstikte, dode klei waar eerst het schuurtje heeft gestaan, moet maar eens omgespit worden om goede zwarte klein naar boven te halen. Na het middageten begint Jan Dijkstra van loonbedrijf Venema met zijn zware rupskraan de klei tot zo’n anderhalve meter onder het maaiveld om te woelen. Als de bak omhoog komt, hangt er aan de tanden een lap plastic en valt er een stuk bot naar beneden van 25 centimeter lang. Dijkstra kijkt in het gat. Er ligt iets dat op het heupgewricht van een mens lijkt. Jan belt zijn baas, die direct komt kijken. Ze vinden nog meer botten onder het gescheurde plastic en ook een glazen pot. Later blijkt dat in de pot krantenknipsels zitten over de verdwijning van Hannie Klinkhamer.

 

Er komt een vieze geur uit het gat en Venema belt de politie, die snel ter plaatse komt. Na negen lange jaren, wordt in de namiddag van 3 februari 2000 het lichaam van Hannelore Laurentia Klinkhamer-Godfrinon gevonden. Ze blijkt gewoon negen jaar lang onder het schuurtje bij het huis van de schrijver Richard Klinkhamer te hebben gelegen, waar ze samen dertien jaar hebben gewoond. Daar, waar ze hebben liefgehad, daar waar ze ruzie hebben gemaakt. Ja, werkelijk onder de koude grond van het schuurtje bij het huis.

 

Ten noordoosten van Finsterwolde staat een bord met daarop de aanduiding ‘Modderland’. Het bord is het begin van de weg die leidt naar twee andere buurtschappen, namelijk Ganzedijk en Hongerige Wolf. Vervolgens loopt dezelfde weg dood tegen de zeedijk van de Dollard. Het gedeelte tussen Ganzedijk en Hongerige Wolf wordt de G. Gernaatweg genoemd. Er staan paar kleine en lage arbeiderswoningen en een handvol eenvoudige plattelandshuizen. Er loopt een vaart langs en een landschap van vette klei en daarop tarwe, aardappelen en bieten tot waar de hemel en de aarde elkaar raken. Voor en achter de huisjes niets meer dan ruimte en tussen de huizen kijken de buren bij elkaar op het pad en in de kamer.

 

Richard en Hannie Godfrinon

In 1978 trouwen Richard Klinkhamer (geboren te Middenbeemster op 15 maart 1937) en Hannie Godfrinon. Zee kopen de woning met nummer 21 aan de G. Gernaatweg. Richard wil ruimte en rust om te kunnen schrijven. Ze horen dat er een simpel huisje te koop staat met een lange en smalle tuin. Ze kopen het en het huis komt op Hannies naam te staan. Ze leeft daar tot 30 januari 1991. Het is hartje winter en er heerst een strenge vorst. Hannie is net even naar de winkel geweest en komt in de namiddag thuis. De buren horen later geschreeuw en gegil. Hannie en Richard hebben een flinke ruzie. Daarna wordt het stil en vanaf die dag hebben ze Hannie nooit meer gezien.

 

De woelige jeugd van Klinkhamer

Klinkhamer heeft een ongelukkige jeugd gehad. Zijn moeder, Maria Vogelauer, is een Oostenrijkse, getrouwd met Gerrit Zeggelink, een veldwachter.  Zij komt met veel dienstmeisjes tussen de beide wereldoorlogen in Noord-Holland.  Zijn moeder heeft, zoals Klinkhamer dat zelf zegt, ‘das gewisse Etwas’, een sensuele uitstraling die alle mannenharten op hol laat slaan. Zijn moeder Maria trouwt met Jacob Klinkhamer, een groenteboer en kruidenier die aan de deur komt waar zij dienstmeid is.

 

Richard is het derde kind, geboren op 15 maart 1937. Zijn vader is gek op Maria, maar zij is hem niet trouw. Vader vergeeft het haar bijna altijd, zelfs als ze zwanger raakt van de dorpsveldwachter, de biologische vader van Richard. Toch scheiden ze later en Richard wordt aan moeder toegewezen, maar zij kan of wil niet voor hem zorgen en geeft de kleine van drie met verlofgangers mee op de trein naar familie in Oostenrijk, waar hij verblijft bij zijn oom op een boerderij. In 1945 wordt Oostenrijk bevrijd en is de kleine Richard Klinkhamer er getuige van dan zijn tante wordt verkracht en moet hij aanzien dat een aantal dorpsbewoners worden vermoord en zijn oom aan de ketting wordt gelegd omdat hij Poolse dwangarbeiders in  dienst heeft gehad.

 

In de Tweede Wereldoorlog woont moeder in Amsterdam, en ze verloochent haar nationaliteit niet. Duitse soldaten zijn haar beste vrienden. De achtjarige Richard wordt na de oorlog weer op de trein gezet, nu de andere kant op. Zijn moeder zit in Nederland als kaalgeschoren moffenhoer in de gevangenis. Het Rode Kruis zorgt voor een opvanggezin. Richard spreekt Duits, geen taal waarmee hij in Amsterdam makkelijk vriendjes maakt. Het lijkt alsof de oorlog voor hem dan pas begint

 

Als zijn moeder vrijkomt, gaat hij bij haar wonen. Ze speelt de hoer om in leven te blijven; ze zwerven van het ene adres naar het andere. Uiteindelijk vindt ze werk bij een Russische familie in Zwitserland. Maar de heer des huizes kan haar gewisse Etwas niet weerstaan. De verhouding komt uit en moeder en kind worden op straat gezet.

 

Het kind wordt ondergebracht bij een pastoor; moeder krijgt een relatie met een joodse zakenman. Die mag nooit achter haar verleden komen en mag ook niet weten dat ze een zoontje heeft. Wederom wordt Richard op de trein gezet en afgeleverd bij een ‘tante’.  Wat Richard dan nog niet weet is dat zij de weduwe is van de bewuste veldwachter. Tante leeft echter nog maar een half jaar en de kleine Richard is er getuige van als zij op een morgen bij het ontbijt voorover valt met haar hoofd in haar bord pap. Tante is dood.

Vervolgens wordt Richard ‘afgeleverd’ bij Jacob Klinkhamer en zijn twee oudere halfbroers. De vader is inmiddels hertrouwd met een labiele, zeurende stiefmoeder aan wie alle drie de broers een verschrikkelijke hebben. Richard is al elf jaar als hij voor het eerst hoort van zijn broers dat Richard Klinkhamer niet zijn echte vader is.

 

Vader maakt echter geen onderscheid tussen de drie jongens. Ze zijn hem even lief. De jaren daarna worden Richards meest stabiele jaren. De broers zijn straatschoffies, ze gokken, handelen en stelen. Richard wordt slagers leerling Hem wordt verweten dat er een kastekort is en ook dat hij gokt en steelt. Als hij achttien jaar is gaat hij er vandoor en tekent voor het vreemdelingenlegioen. Van 1956 tot 1960 dient en wordt hij ingezet tegen de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijders. Hij poogt de deserteren wat hem een paar maanden strafkamp oplevert. Bij de tweede vluchtpoging belandt hij in Italië, maar komt uiteindelijk weer in Amsterdam terecht bij zijn vader en zijn halfbroers.

 

Vreemdelingenlegioen

Na het Vreemdelingenlegioen kan Klinkhamer niet makkelijk een baan vinden. Hij is een ex-legionair is en een crimineel. Met list en bedrog wordt hij koksmaat op de grote vaart. Na anderhalf jaar beginnen zijn broers en hij in de binnenstad van Amsterdam een slagerij. Al snel hebben ze zelfs drie winkels. In die tijd leert Klinkhamer zijn eerste vrouw kennen. Leontien is enig kind uit een gegoed burgerlijk milieu. Zijn schoonouders vinden Richard maar een rare snuiter, maar toch heeft hij ook een charmante aantrekkingskracht.

 

De verkering tussen Leontien en Richard vertoont helaas trekken van een knipperbolrelatie. Hij maakt het zelfs twee keer uit, maar zij komt steeds bij hem terug. Uiteindelijk raakt ze zwanger. Klinkhamer kent zijn verantwoordelijkheid en ze trouwen op 5 april 1962. Richard is dan 25 en Leontien 22 jaar. Een half jaar later wordt hun eerste zoon geboren en twee jaar later volgt een tweede.

 

Richard blijft nog zes jaar slager, dan laat hij zich uitkopen en gaat hij in de horeca werken. Leontien haalt haar horecadiploma en rond 1970 kopen ze een groot huis in een Noord-Hollandse kustplaats om een pension te beginnen. Klinkhamers moeder heeft het intussen goed in Zwitserland. Vlak na zijn huwelijk stuurt ze Richard en zijn broers een brief met een vliegticket. Als haar jongens haar komen opzoeken, ligt er duizend gulden voor ieder van hen klaar. Hun vader wordt heel boos als blijkt dat ze weer contact hebben. Richard trekt zich er niets van aan en blijft moeder bezoeken. Jacob wil hem daarom niet meer zien en verbreekt het contact. Hij overlijdt als hij 82 is. Richard hoort dat pas jaren later.

 

Zijn moeder leeft tot 1984. Als zij 74 jaar oud is, pijnigen de reuma en andere ouderdomskwalen haar zo dat zij er een einde aan wil maken. Richard gaat op bezoek en ze bespreken haar plannen. Als zij het gedaan heeft, schrijft hij in haar trouwboekje: ’Mutti nam de trein van Locarno naar Bellinzona. Ze legde zich vlak bij de uitgang van de tunnel met het hoofd op de rails en was op slag dood.’

 

Richard heeft haar niet willen houden, hij heeft altijd gemeend dat moeder recht heeft op haar eigen beslissing. Wel heef hij haar aangeraden om dikke kleding aan te trekken. Het puin langs de spoorbaan is scherp, waardoor ze pijn zou kunnen lijden. Ondanks alles heeft Klinkhamer een goede band met zijn moeder gehad. Hij heeft haar al het geschuif en gesjoemel, het gereis en het af- en aanstoten uit zijn jeugd volledig vergeven.

 

Hannie komt in zijn leven

Richard kent Hannie vrijwel net zo lang als hij Leontien kent. Leontien beschouwt Hannie als haar pleegzusje. Als Hannie tien is en haar broertje bijna twaalf, komen ze in het gezin van Leontien te wonen. De moeder van Hannie is door haar man vermoord. Vader Godfrinon is bankbediende en is van een operatie hersteld. De familie woont op een bovenhuis in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Vader Godfrinon heeft psychische problemen. ‘s Middags breekt er ruzie uit. Vader pakt een hamer en slaat de moeder van Hannie de schedel in. Als Hannie die middag van school komt, wordt ze door een tante en een buurvrouw opgevangen. Vader belandt in een gesloten psychiatrische instelling.

 

Voor Hannie zullen die gebeurtenissen later nauwelijks een onderwerp van gesprek zijn. Haar oudste zus is ten tijde van het familiedrama al achttien en trouwt snel. Hannie leert in haar pleeggezin Klinkhamer kennen. Later, ze is vijftien jong als Leontien en Richard trouwen. Ze komt vaak naar hen toe omdat ze met Leontiens ouders niet zo goed kan opschieten.

 

Hannie toont een meer dan alleen vriendschappelijke belangstelling voor Richard. Die merkt dat wel en hij heeft er fantasieën over. Hij geeft er eerst niet aan toe, al ziet hij dat Hannie datzelfde gewisse Etwas heeft als zijn moeder. Pas als Hannie negentien is, slaat de vlam in de pan. Na die eerste keer is en blijft het raak. Ze beginnen een stiekeme verhouding waarvan ze eerst denken dat Leontien het niet doorheeft. Als het uitkomt, blijkt dat Leontien het al een tijd zwijgend aan heeft gezien. Ze heeft altijd gezegd een voorgevoel te hebben gehad, ook omdat Hannie op de trouwdag van Richard en Leontien gezegd zou hebben: “Ik maak je huwelijk kapot, hij is voor mij.” Klinkhamer gelooft echter nog steeds niet dat Hannie die dan veertien jaar is, dat echt gezegd heeft.

 

Hannie heeft Richard veroverd, zo ziet hij dat. Zo gebeurt het tussen hem en vrouwen namelijk altijd. Klinkhamer is in zijn eerste huwelijk niet echt gelukkig. De relatie met Leontien is zakelijk en organisatorisch, maar seksueel houdt het niet over en de liefde komt ook meer van haar kant dan van de zijne. Desondanks probeert hij er het beste van te maken. Zelfs als de relatie met Hannie uitkomt, gaat hij niet weg. Ze hebben immers kinderen samen en ze hebben samen een bedrijf.

 

Driehoeksverhouding

Om de vrede te bewaren stelt Leontien een ménage à trois voor. Klinkhamer slaapt wisselend in het echtelijke bed en in een klein kamertje boven dat als logeerkamer voor familie en kennissen in het pension wordt vrijgehouden. De vrouwen schelden elkaar echter zowat het huis uit, en drie maanden later vertrekt Hannie. Klinkhamer heeft dan al tegen Leontien gezegd haar te zullen verlaten als de kinderen groter zijn. Als Hannie is vertrokken, raakt Leontien zwanger van hun derde kind, het zal een meisje gaan worden.

 

Het huwelijk van Leontien en Richard suddert nog drie jaar door. De eerste maanden bezoekt Richard Hannie elke week in Amsterdam. Weer blijft Hannie stoken. Over die tijd vertelt Leontien later dat als Richard terug in de trein naar huis zit, Hannie haar belt om haar te pesten met allerlei details over ‘hoe lekker ze het gedaan hebben’, maar Richard gelooft Leontien niet.

 

Richard ziet het als wraakneming van Leontien omdat hij indertijd is weggelopen. Er wordt gezegd dat hij haar gedreigd zou hebben de boel in de fik te steken en hij zou haar ook hebben geslagen. Klinkhamer ontkent dat in alle toonaarden. Hij heeft juist in alle redelijkheid willen scheiden, zonder advocaten en zonder toestanden. Hij heeft haar het pension laten houden en genoegen genomen met een voor hem karige financiële regeling. Leontien heeft hem voortdurend dwarsgezeten. Hij mag geen contact met de kinderen hebben, vooral zijn dochter heeft Leontien altijd bij hem weggehouden. Bezoekregelingen worden door haar tegen gehouden.

 

Hannie vertrekt in 1975 naar Israël en Richard verlaat in 1977 Leontien. Hij trekt in bij een Duitse vriend en gaat daarna naar zijn moeder in Zwitserland. Hannie en Richard hebben elkaar drie jaar niet gezien als Richard haar belt. Ze komt onmiddellijk naar hem toe. “Hannie is het mooiste wat mij ooit is overkomen,” schrijft Richard. Terug in Nederland vinden ze het huisje aan de Gernaatweg in Hongerige wolf. Ze trouwen, leggen een moestuin aan en Klinkhamer slacht schapen en kippen om de vriezer vol te krijgen. Zijn lamsbouten zijn beroemd, want hij kan koken als de beste. Hij is immers slager geweest.

 

Christine Inderwisch zit in 1983 met haar man en zoon naar Sonja Barend te kijken die in haar programma Klinkhamer ontvangt. Christine heeft iets met schrijvers. Zij is de kapster die in ‘De vierde man’ de schrijver Gerard Reve na een lezing in Vlissingen liefdevol te logeren ontvangt. Ze heeft in de jaren zeventig een verhouding met Simon Vinkenoog, is bevriend met Johnny van Doorn, kent Adriaan Morriën heel goed en is verliefd op Theun de Winter.

 

Gehoorzaam als een hond

Klinkhamer heeft net zijn debuut op de markt: ‘Gehoorzaam als een hond’, over zijn tijd als legionair. Ondanks het feit dat Sonja Barend Klinkhamer kapittelt vanwege zijn visie op Noord-Afrikanen en joden, zijn de echtgenoot van Christine, haar zoon en een huisvriend zeer onder de indruk van hem. Christine: “Dat Vreemdelingenlegioen heeft iets mythisch voor mannen. Ze zijn bijna jaloers op dat ‘heldendom’, terwijl het eigenlijk een verschrikking is voor een jongen van achttien, tussen al die psychopaten. In die tijd is de killer ontwikkeld die in iedere man woont.”

 

Ondanks dat is ook Christine geïntrigeerd door Klinkhamer en ze schrijft hem een brief. Richard antwoordt per kerende post. Ze raken bevriend. Richard vraagt haar een keer te komen op een bijeenkomst van zijn eerste uitgever, Nijgh & Van Ditmar. “Van het begin af aan was het alsof we al heel lang vrienden waren. Hij is zo rechtstreeks, bijzonder openhartig en aardig. Een ‘gewone’ jongen, heel direct, zonder omwegen. Knap om te zien ook.”

 

Ze schrijven elkaar en Christine nodigt Richard ook uit. Hij komt een keer met zijn vriend, de beeldhouwer Stefan Berkhemer, naar Vlissingen en later ook, “Wel minstens een dag of tien”, met Hannie naar Vlissingen. Christine: “Hannie was mooi, aardig, bescheiden, wat haar iets kwetsbaars verleende. Maar ik vond die vrouw verschrikkelijk. Nee, absoluut niet uit jaloezie, ik heb niets anders met Klink dan een vriendschap in praten over schrijven en leven. Het kan best zijn, dat ze geïrriteerd was door onze vriendschap.”

 

“Je zag dat Hannie lief was, dat ze veel van elkaar hielden, dat Klink en zij teder en zorgzaam met elkaar omgingen. Maar die vrouw léék alleen maar bescheiden. Ze kon in een gewone discussie die niets om het lijf had ontstellend uithalen en agressief zijn. Werkelijk buitensporig hatelijk en aanmatigend. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Dat was zo gek voor zo’n klein, mooi vrouwtje.”

 

Klinkhamer begint in Hongerige Wolf vol goede moed. Ze zijn anders, dat zie je al aan het yin-en-yangteken aan hun gevel, vinden de andere bewoners van het gehucht. Ze lijken een harmonieus echtpaar, ze houden van de tuin, van het buitenleven, van elkaar, van vrienden en van het goede leven. Klinkhamer zoekt die vriendschappen snel bij andere westerlingen, kunstenaars en wat meer belezen, al of niet alternatieve types die in die uithoek zijn neergestreken vanwege veel huis voor weinig geld. Over de autochtonen heeft hij al gauw zijn mening klaar. “Ze zijn befaamd om hun brede akkers en hun smalle geesten.”

 

Het huisje in Hongerige Wolf, waar Richard Klinkhamer en zijn vrouw Hannie hebben gewoond. Foto: Wikimedia Commons.

 

Maar ook diegenen met wie het eerst goed zuipen en kletsen lijkt, worden langzamerhand door Klinkhamer gewogen, te licht bevonden en aan de kant gezet. Ze hebben nauwelijks boeken gelezen en van wat ze gelezen hebben, is weinig blijven hangen. Zuipen is goed, daar houdt Klink ook van, maar alleen maar slap uit je nek lullen, gaat snel vervelen. Zij, op hun beurt, eens maten en drinkgasten, een van hen zelfs getuige op het huwelijk van Hannie en Richard, staan nu graag de pers te woord en roepen dan dat Klinkhamer langzamerhand uitgekotst wordt vanwege zijn grote bek, zijn eigenwijsheid, zijn harde, confronterende discussiemethoden, zijn provocerende maatschappelijke meningen. Kortom, zijn bravoure en opschepperij.

 

Daar komen nog de verhalen bij over zijn fascinatie met de Tweede Wereldoorlog. In het aangebouwde ‘schrijvershuis’ waar hij werkt, hangt het vol met affiches van de Wehrmacht en andere fascistische zaken die Klinkhamer als kunst omschrijft. Bovendien eet hij spinnen, steelt kippen van de buren. Hoewel hij nooit bloter dan in onderbroek tot aan zijn voorgevel is geweest, gaat het verhaal dat het zijn gewoonte is om naakt door de buurt te fietsen.

 

Hannie werkt in het ziekenhuis van Winschoten en Klinkhamer schrijft en gokt op de beurs.

 

Zijn boek verkoopt redelijk en wordt heel behoorlijk ontvangen. Slechts een enkele recensent gaat zelfs de vergelijking met een Nederlandse Céline niet uit de weg. Op de beurs lijkt Klinkhamer een gouden hand te hebben. Er zijn dagen dat hij vijftigduizend gulden verdient. Hij verrast er Hannie mee. Ze mag mooie dingen kopen, dat doet ze graag. Ze streeft ernaar om in het verre noorden het chique van de modebladen te evenaren. Hannie krijgt regelmatig een handvol bankbiljetten voor haar geheime zwarte potje, een doos met geld, verstopt achter de pannen onder het aanrecht.

 

Het echtpaar koopt een huis in Portugal en berekenen dat ze, als Hannie vijftig is, kunnen ophouden met werken om onder de Portugese zon te gaan rentenieren.

 

Gokken op de beurs

Klinkhamer neemt op de optiebeurs de krankzinnigste risico’s. Lang gaat dat goed. Dan komt echter de eerste grote klap. Klinkhamer koopt kortlopende opties KLM. Reagan bombardeert Tripoli. “Stilzitten,” denkt Klink. Dan breekt er brand uit in Tsjernobyl, geen Amerikaan vliegt nog KLM, de aandelenkoersen storten in. Dat is heel jammer, maar er is nog wel wat over. Het gat dat ontstaat is echter zo groot dag Richard belooft niet meer te gaan speculeren op de beurs. Ze kunnen van het restant nog steeds aangenaam leven. Klinkhamer waagt ondanks zijn belooft nog één aankoop en koopt blue chips, de sterke aandelen om op terug te vallen. De beurskrach van 1987 slaat echter weer bijna de helft van de waarde weg.

 

Dan denkt Klinkhamer dat de beurs niet meer lager kan. Hij kan het gokken niet laten en zet zijn hypotheek in en zet ook de blue chips in als onderpand voor een groot pakket voor korte termijn. Veertien dagen later zakt de beurs nog verder weg en de bank liquideert zijn portefeuille. Richard Klinkhamer is blut. Het huis in Portugal is weg, het geld op en meer dan acht ton is weggewaaid. Zelfs het geheime potje van Hannie heeft er aan moeten geloven. “Ik wilde Hannie verrassen, en dat heb ik gedaan.”

Alle eerdere verliezen hebben al tot ruzies geleid. Als Hannie de lege doos vindt, kijkt ze Klinkhamer verwijtend aan en spreekt dagenlang geen woord tegen hem.

 

Het volgende boek van Klinkhamer, de verhalenbundel ‘De hotelrat’, is niet zo succesvol als zijn debuut. Hoewel de kwaliteit niet zozeer slechter wordt bevonden, zijn de onderwerpen van de korte verhalen kennelijk minder aansprekend dan het Vreemdelingenlegioen. Klinkhamer maakt bovendien allerminst deel uit van het westerse circuit.

Zijn leven met Hannie aan de Gernaatweg begint excentriekere vormen aan te nemen. Als hij niet schrijft, of drinkt, metselt hij in zijn tuin een Noord-Afrikaanse stad van bouwafval. De tuin is hun beider hobby. Klinkhamer bouwt, legt paden aan, graaft vijvers en poelen voor padden en kikkers en diept hier en daar gaten uit waarin precies een kratje Grolsch-pijpjes koel blijft. In het schuurtje graaft hij ook zo’n gat. Daar komen scherven uit en botten van begraven dieren. Klinkhamer raakt gefascineerd en graaft verder. Het lijkt een bevlieging. Het gat in het schuurtje wordt een diepe put. Hij stopt pas met graven als hij diep in het grondwater staat. Hij laat het gat zoals het is. Het kan nog van pas komen.

 

Na de grote beursverliezen gaat Klinkhamer steeds meer drinken. Een kratje per dag is normaal, de jenever wordt dan nog niet eens meegeteld. Hannie is de enige die een salaris binnenbrengt. Ze verwijt Klinkhamer steeds meer dat hij van haar geld opdrinkt. Klinkhamer neemt een baantje als nachtportier in een hotel in Nieuweschans.

De ruzies worden er niet minder om. Als het Hannie te veel wordt, loopt ze weg. Ze gaat wandelen of fietsen, de polder in. Als ze terugkomt, is ze verdrietig en als hij haar dan ziet, wordt Klinkhamer door spijt overmand. Elke keer weer leggen ze het bij, elke keer weer lijkt dat moeilijker te gaan.

 

Een week voor de fatale dag blijft Hannie uren weg. Als ze thuiskomt, volgt er geen verzoening. “Haar besluit stond vast,” zegt Klinkhamer, “ik moest weg.” Die 30ste januari komt Hannie ‘s middags thuis. Klinkhamer heeft stevig zitten drinken. Ze krijgen ruzie. Hannie pakt een koffer met kleren in. Niet voor haarzelf, voor hem. Het kan haar niet schelen, hij moet oprotten, desnoods naar het Leger des Heils. Het worden haar laatste woorden. Wat breekt er in Klinkhamers hoofd? Wat ziet hij? Het kind dat met een kaartje om de nek van hot naar her gestuurd wordt op zoek naar geborgenheid? Ze ruziën, vechten, trekken en duwen. Er ligt een breekijzer op de wasmachine. Hannie slaat ermee naar Richard. Richard pakt het af en slaat terug, slaat nog eens, slaat meer.

 

Enige dagen later doet Richard Klinkhamer aangifte van de mysterieuze verdwijning van zijn vrouw. Haar fiets wordt teruggevonden bij het station van Winschoten. Klinkhamer looft beloningen uit voor elke aanwijzing en in het tv-programma ‘Opsporing verzocht’ wordt gevraagd om tips. Klinkhamer wordt verdacht en uitvoerig gehoord, er volgt geen bekentenis, er wordt geen lijk gevonden en dus mag hij naar huis. Hij krijgt zijn inbeslaggenomen huishoudgehaktmolentje terug en ook zijn vleesbijl, zijn slagershakblok en het losse ondergebit.

 

Hannie is officieel kostwinner geweest. De instanties wijzen hem erop dat hij recht heeft op weduwnaarspensioen. Hij vraagt het aan en krijgt het, zelfs met terugwerkende kracht. Na de wettelijke termijn van vijf jaar wordt Hannie doodverklaard en komt het huis op zijn naam te staan, zodat hij het kan verkopen. De nieuwe eigenaren laten de tuin zo veel mogelijk intact. De kopers die volgen hebben niets met al die bouwsels. Als ze horen dat aan het huis een mysterie kleeft, willen ze zelfs het liefst van de koop af, maar dat kan niet meer. Ze breken alle bouwsel af en gaan de tuin omspitten. Pas dan, negen jaar later, wordt de ingeslagen schedel gevonden onder het schuurtje.

 

Woensdag Gehaktdag

 

Foto: Omslag van zijn boek. Auteur: Red.

 

De jaren na die januaridag in 1991 gaan voor Klinkhamer rusteloos voorbij met drinken en schrijven. Hij schrijft aan het manuscript over zijn gebeurtenissen. Hij noemt het ‘Woensdag gehaktdag’, vanwege de absurde verdenking dat hij Hannie in stukjes heeft gesneden om haar daarna door zijn gehaktmolen te draaien. Maar hij kan de waarheid niet opschrijven en verstopt zich achter allerlei toespelingen en scenario’s hoe Hannie verdwenen of vermoord zou kunnen zijn. ‘Woensdag gehaktdag’ blijft door die vaagheid warrig, een uitgever kan hij niet vinden. Een paar hoofdstukken uit ‘Woensdag gehaktdag’ breidt hij uit tot ‘Losgeld’. Nog een boek, ‘Kruis of munt’, met in de hoofdrol een Wehrmachtofficier, krijgt goede recensies in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland.

 

In Nederland breekt hij als schrijver niet verder door. Het lijkt of iedereen alleen maar in de mythe geïnteresseerd is. Hij mist een vrouw en probeert het met kennismakingsadvertenties, maar haat vervolgens die ‘oude taarten’ in dat circuit waar altijd veel mis aan is: ze drinken niet, of ze roken niet, ze eten geen vlees. En het ergste van alles is nog dat ze geen geld hebben of, als ze het wel hebben, absoluut onuitstaanbaar zijn.

 

Stefan Berkhemer, de bevriende beeldhouwer die de cover voor zijn eerste twee boeken heeft ontworpen, ziet Richard steeds somberder worden. Voor die tijd hebben ze altijd over elkaars werk gesproken. Richard komt vaak even binnenlopen en begint spontaan voor te lezen wat hij geschreven heeft. Nadat Hannie weg is, zit hij vaak uren stil te drinken.

 

Soms lopen de tranen over zijn wangen. “Wat stelt het leven nog voor,” zegt hij dan.

 

Stefan weet niet wat hij aan moet met de situatie. Hij zwijgt ook en beseft dat Klinkhamer voor de buitenwereld de rol van de ruwe legionair speelt die het allemaal niet kan schelen, maar dat hij van binnen verteerd wordt door verdriet. Stefan praat niet met Klinkhamer over de verdwijning van Hannie. En Klinkhamer begint er ook niet over. Stefan wil het niet weten en hij denkt dat Klinkhamer dat goed vindt. “Hij wist dat mijn vrouw en ik Hannie graag mochten, we waren gek op haar. Hij wilde mij dat verdriet besparen.”

 

Zijn vertrek naar Amsterdam

Als het huis weer op naam van Klinkhamer staat, kan hij het niet langer volhouden en vertrekt hij naar Amsterdam. Natuurlijk heeft hij erover nagedacht, later, om alsnog alle sporen uit te wissen. Maar hij komt er niet toe. De plek in het schuurtje is al een plek die hij mijdt, en aan het opgraven van de botten van zijn grootste liefde moet hij niet denken, daar begin je zomaar niet aan. Hij laat het op zijn beloop.

 

In Amsterdam verandert zijn leven. Hij krijgt een nieuwe vriendin. Margreet is jong en afgestudeerd theologe. Ze schrijft Klinkhamer als ze in een interview leest dat hij een jonge meid zoekt met een vadercomplex. Ze vrijen samen en drinken samen. Ze lopen de Amsterdamse kroegen af. En ze laat zich naakt in zijn armen fotograferen. Klinkhamer is verzot op haar mooie lijf en is trots op zijn relatie met een meisje die 24 jaar jong is. Ze kunnen goed met elkaar opschieten, maar ze weet dat Hannie zijn grote liefde is geweest en nog steeds is. Klinkhamer zit thuis in zijn benedenwoning in de Tweede Boerhavestraat als er ‘s avonds wordt aangebeld. Hij ziet twee schimmen voor het raam, loopt naar de deur en pakt voor alle zekerheid een stuk ijzer dat hij in de gang heeft staan. Hij doet de deur open en ziet de uniformen. “Weet u waarvoor u wordt opgehaald?” vragen de agenten. “Ja,” zegt Klinkhamer.

In Groningen blijkt de volgende ochtend dat de gevonden kaakresten overeenstemmen met de röntgenfoto’s van Hannies gebit. Klinkhamer bekent. In het Huis van Bewaring herschrijft Klinkhamer ‘Woensdag gehaktdag ‘. De zaak haalt de wereldpers, Klinkhamer is plotseling onderwerp van een NBC-reportage en Margreet onderhandelt met een Amerikaanse uitgever over de rechten op het boek en een film.

 

Huis van Bewarering

In het Huis van Bewaring De Wielingen in Leeuwarden gaat Klinkhamer er steeds gezonder uitzien. Hij drinkt niet, hij sport, hij leest en hij schrijft. Hij vindt niet dat hij nu aan het boeten is of zo. De vergelding die gevangenisstraf moet zijn, heeft niets te maken met wat hij zelf voelt over zijn daad. Hij laat het allemaal over zich heen komen als iets onvermijdelijks, zoals je ook de wisseling van de seizoenen moet accepteren. De nachtmerries, de knagende schuld, de beeltenis van Hannie, haar schreeuw, haar bloed, daarna het stille, plotseling zo zware lichaam dat hem altijd zo heeft bekoord, het wordt niet opgelost door een deur die achter je dichtslaat of een werktherapie van doosjes vouwen met een zootje aso’s en randdebielen. Aan de Gernaatweg zeggen ze allemaal: “Zie je wel!” en ook vrienden en kennissen van Richard knikken wijs met het hoofd. Christine Inderwisch: “Ik was er zeker van dat hij het gedaan had, omdat ik haar had meegemaakt en hem zo goed ken. Niet omdat hij een beest is. Dat maken de mensen nu van hem. Dat heb ik hem ook geschreven. De mensen willen een monster. Ze knabbelen aan een biologisch geteeld lamskoteletje en ondertussen gruwen ze van de moordenaar die zelf zijn schapen slachtte. Dat stel is ‘verongelukt’. Hij heeft dat mannelijke dat niet opgewassen is tegen een vrouw die op oorlogspad is. Hij is zo’n archetypische man die daar gek van wordt, daar had hij geen antwoord op. Hij wist niet hoe het anders moest; hij had alles voor Hannie geofferd, zijn geld, zelfs zijn gezin en zijn dochtertje dat hij niet meer mocht zien. Zo moet hij gedacht hebben. Ik weet ook zeker dat het Hannies wens niet is dat hij vastzit, daar is zij het absoluut niet mee eens.” In 2001 wordt Klinkhamer in hoger beroep veroordeeld tot zeven jaar cel wegens doodslag op zijn vrouw, Hannie Godfrinon. Maar al in 2003 wordt hij, tot verbazing van velen, vervroegd vrijgelaten. ‘Woensdag gehaktdag’ verschijnt in 2007. In 2008 is Klinkhamer te gast in het VPRO-programma ‘24 uur met…' van Wilfried de Jong. Hij spreekt dan openlijk over zijn misdrijf. Richard Klinkhamer overlijdt in januari 2016 eenzaam in Amsterdam.

 

 

Bronnen:

  1. - HP DE TIJD, Ton van Dijk, 13 nov. 2009.
    - Klinkhamer, Woensdag Gehaktdag, 2007, in mijn bezit.
    - Wikipedia, Richard Klinkhamer, geraadpleegd 20 september 2018.
    - Afbeeldingen: Wikipedia, Richard Klinkhamer; Licentie: Creative Commons.

 

 


 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.
Hoogeveen, 23 september 2018.
Revisie: 26 juli 2023.
Samenstelling: Harm Hillinga.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top