De tijd op de Kweekschool te Winschoten is een van de mooiste periodes in mijn leven (1965-1969). Ik herinner mij dat de vrij strenge directeur M. de Weger nooit toestemming heeft willen geven om klasseavonden of een feestje in de aula te geven, waar overigens een prima toneel aanwezig was met diverse faciliteiten. Ook werd dat toneel nooit gebruikt voor opvoeringen of iets dergelijks. Slechts éénmaal is er een schrijfster/actrice uitgenodigd, Aafje Top (1918-2011). Zij 'heeft een boek van haar volledig uit haar hoofd voorgelezen'. Dit heeft op ons allen een overweldigende indruk gemaakt.
Gelukkig biedt Dommering ons de mogelijkheid om een studentenabbonnement te nemen voor voorstellingen in de schouwburg. Mijn toenmalige vriend Eltjo de Lange uit Heiligerlee en ik kiezen voor een tweetal operettes, een musical en een aantal opera's. Hoewel geen van ons iets dergelijks ooit eerder hebben gezien, genieten we met volle teugen! Vooral het duet uit de Parelvissers is altijd in mijn herinnering blijven hangen. Drijfveer om er heen te gaan is toch wel onze leraar muziek Ben Verlaan geweest, die met passie en enthousiasme kan vertellen over muziek. Bij het afspelen van 'Peter en de Wolf', maar ook bij andere stukken, zoals 'Porgy en Bess', staat hij voor zijn klas en dirigeert het hele stuk mee, regelmatig met een dikke sigaar tussen zijn lippen. Hij is het ook die zijn verhaal aan het einde van een les midden in de zin afbreekt, om de week erop binnen te komen en direct begint te vertellen daar waar hij het tevoren heeft afgebroken.
Die avond is een van de weinige avonden dat ik echt 'los kom', normaal ben ik altijd een uitermate serieuze student geweest, die trouw de lessen bezoekt en altijd goed de aandacht bij de lessen weet te houden. Ik vind dat ook normaal, maar handel ook een beetje ingetogen bij alle leraren. Veel kattekwaad kan je er trouwens ook niet uithalen. De leraren zijn over het algemeen streng, maar rechtvaardig. Bovendien zijn er leraren bij, waar je het niet eens bij waagt om gekkigheden uit te halen. Zij hebben iets in zich waardoor je er gewoon niet aan denkt een streek uit te halen of iets buitensporigs te doen. Eén van die leraren is de eerder genoemde Ben van der Laan.
Eénmaal ben ik de klas uitgestuurd om me te melden bij de directeur. Waarom? Daar ben ik nooit achtergekomen. Het is weer eens rumoerig in de klas bij Kamerbeek, een pas afgestudeerde jongeman, amper een paar jaar ouder dan wijzelf. Het is bij 'rekenen'. Ik pak mijn lesboek uit de tas .... en, word eruit gestuurd. De overige studenten lachen hilarisch.
De reden van alle aandacht op dat moment is mijn studie op de Kweekschool over het existentialisme. Ik schijn in dat jaar een van de weinigen geweest te zijn die iets van het existentialisme heeft begrepen. De existentie-filosofie ziet de mens als verwerkelijking van zichzelf in een gegeven werkelijkheid (zelfverwerkeling, als een eenheid van lichaam en ziel, als noodzakelijkheid zich bevinden in de wereld, als gericht zijn op het zijn). De kennis is destijds door mij vergaard uit het boek 'Wat is existentialisme', door Dr. Bernhard Delfgaauw, hoogleraar aan de Universiteit van Groningen (1966). Het bevindt zich nog steeds in mijn boekenkast. Hoe het ook zij, die avond bij Dommering heb ik een urenlang een uitvoerig betoog gehouden over dit onderwerp en volgens mijn mede studenten is er geen 'speld tussen te krijgen'. Mijn leraar M. Wiersema (later drs.) weet niet dat ik die kennis bezit, tot het examen. Hij en de examinator proberen de bodem van de volle put in mijn hoofd te benaderen, wat niet lukt en wat restulteert in een 10 voor psychologie. Dat is op de Kweekschool in Winschoten nog niet eerder voorgekomen.
Maar goed, we zitten nog steeds in de Koetsbar. Ik die tijd is het gebruikelijk dat er ook een leraar aanwezig is om 'toezicht te houden'. Ik denk niet dat dat die avond ook het geval is geweest. Ook weet ik niet meer hoe laat het was dat Eltjo en ik op de fiets na afloop, diep in de nacht, naar Heiligerlee vertrokken. Ik slaap die avond bij hem in hetzelfde bed... Zijn ouders hebben, zoals gebruikelijk, nog een pan met soep voor ons klaarstaan die we warm maken. Nadat we ons in de pyjama hebben gehesen wordt aan de soep allerlei zaken toegevoegd: zoute pinda's en chips... Hoewel het in de woonkamer niet koud is, doe ik een dikke sjaal om en trek ik een muts ver over de oren. Welke grappen en grollen Eltjo heef uitgehaald, herinner ik me niet meer. Wel weet ik, dat we allebei de volgende morgen tegen de middag zijn ontwaakt doordat het zusje van Eltjo opeens aan ons bed staat. Jawel, de sjaal heb ik nog om en de muts nog op mijn hoofd. Alleen m'n mond is te zien. De schaterlach van Eltjo's zusje, veroorzaakte pijnlijke steken in ons hoofd.....
Nu is het op de Kweekschool gebruikelijk dat we zo tegen Sinterklaas, dat feest ook vieren in de klas, samen met onze klasseleraar, die uiteraard ook meedoet. Dat zal ook de reden geweest zijn dat we het feest niet op donderdag 5 december vieren, maar op de maandag daarna, als Sint alweer naar Spanje is vertrokken, waar de klasseleraar extra tijd in het rooster voor ons heeft vrijgemaakt. Cadeautjes zijn er ook. Vantevoren worden er lootjes getrokken en verplichten we ons er ook een gedicht bij te schrijven. Het geheel is altijd een amusant gebeuren. Het geschenk dat ik die dag van de Sint krijg, hangt nog altijd op mijn kamer, als een dierpbare herinnering aan aan de tijd op de Kweekschool én als herinnering aan het meisje van wie ik het heb gekregen en die het gedicht heeft geschreven. De dichtster is (daar kom ik al snel achter) Bettie Dijkhuis. Haar vader heeft in de Torenstraat van Winschoten een boekenzaak. Zij is ook een van de meisje geweest die ik wel heel erg aardig vind al heb ik dat echter nooit laten merken. (Wat zou er van haar zijn geworden?) Hieronder staat de foto van het geschenk afgebeeld. Aan het olifantje (circa 68 jaar oud!) daarboven zit een afonderlijk verhaal verbonden. Ook worden in het gedicht hamsters genoemd, ook daarover is een leuk verhaal te vertellen. Misschien een volgende keer?
|