De laatste boerderij, Kloosterlaan E1, van Heveskesklooster (nr. 162), gezien vanaf het zuidwesten. De foto is helaas onscherp omdat deze met een oude camera is gefotografeerd. Foto: ©Harm Hillinga.
De laatste boerderij, Kloosterlaan E1, van Heveskesklooster (nr. 162), gezien vanaf het zuidwesten. De foto is helaas onscherp omdat deze met een oude camera is gefotografeerd. Foto: ©Harm Hillinga, 1969.

Inleiding

De laatste boerderij van Heveskesklooster (nr. 162) heeft op het kloosterterrein van het klooster Oosterwierum gestaan. Dit klooster heeft tot 1609 de in de omgeving en ver daarbuiten landerijen in bezit gehad. Het wordt verhuurd aan kloostermeiers, die meestal op een voorwerk, de kloosterboerderij, van het klooster hebben gewoond. Op 7 juni 1806 zou deze boerenbehuizing zijn afgebrand ten gevolge van boosaardige landlopers. Het gebouw wordt opnieuw opgebouwd[1]. In 1893 is het geheel opnieuw door brand verwoest. Er wordt wederom een nieuwe boerenplaats gebouwd. Die is in 1945 door oorlogsgeweld zwaar beschadigd, zodat alles wordt afgebroken. Nieuwbouw volgt in 1953/54. Het woonhuis komt in de richting van het westen te staan. Het geheel wordt afgebroken in 1987, slechts 33 jaar oud. Het postadres van de boerderij is Klooosterlaan E1 geweest.
Ook de boerderijen nrs. 163-165 hebben in Hevesklooster gestaan.

 

Het Johannieter klooster Oosterwierum te Heveskesklooster

In 1580 is het klooster Oosterwierum 'verbrand', als we lezen:

"Hoofdmannen, burgemeesters en raad, en de gecommitteerden van Stadt en Ommelanden van Gronningen vragen op verzoek van de commandeur te Oesterwerum aan de hopman en gecommitteerde overste erop toe te willen zien dat de overgebleven stenen van de verbrande commanderij van Oesterwerum niet tegen de wil van de commandeur vervoerd of gebruikt worden (transcriptie)" (Kloosterarchieven, inv.nr. 227, reg. 1144).
Het klooster wordt daarna zeer waarschijnlijk bestuurd door het refugium (vluchthuis) te Groningen terwijl de werkzaamheden gewoon doorgaan. Mogelijk is ook een deel van het klooster bewaard gebleven.

Bron: RHC GA (Groninger Archieven) kla1152, dd 7 jan. 1589, Kloosterarchieven, inv.nr. 226, reg. 1152.

 

Bron: RHC GA (Groninger Archieven) kla1152, dd 7 jan. 1589, Kloosterarchieven, inv.nr. 226, reg. 1152.

 

Dit is een voorbeeld waaruit duidelijk blijkt dat het klooster Oosterwierum te Heveskesklooster niet alleen landerijen in bezit heeft rond het klooster, maar zelfs in Slochteren.

Even terzijde:

Deze Hieronymus Eminga, commandeur te 'Oesterwerum', verklaart op 7 januari 1589 verhuurd te hebben aan Steven Harmens en diens vrouw Elske 5 1/2 akkers land te Slochteren voor de tijd van twee jaar, terwijl Steven en vrouw jaarlijks tien werkdagen turf tot eigen profijt mogen en zes werkdagen tot profijt van de commanderij moeten steken:

 

"Ick ondergeschreven commanduer tho Oesterwerum wegen mijn convent bekenne ende betuege vermits desen verhuijrdt tho hebben Steven Harmens ende Elske zijn huesfrouwe sodane sestehalff acker landts leggende tho Slochteren, als Harmen Harmens ende Aelcke echte luijden nu ter tijt noch in gebruijck hebben, ende Harmen Harmens guetwillich heeft verlaeten, ende dit alles den tijt van twie Jaeren langh geduirende, waer van het eerste Jaer zijnen anffanck sal nemen ludgeri..... etc".

 

Geschiedenis van boerderij nr. 162

In maart 1595 verklaren de commandeur Hieronimus Eminga en enige conventualen[2] van Oosterwierum, dat ze 100 daalder hebben ontvangen van Eppe Geerts en Engel voor het gebruik van muurwerk, liggende steen en materialen van het 'vervallen' klooster te Oosterwierum. Bovendien worden Eppe en Engel vanaf 1596 als meiers van Oosterwierum aangenomen. Ze beloven ook om deze materialen en betimmeringen te gebruiken, als de huur wordt opgezegd. Het lijkt erop, dat Eppe en Engel in het klooster zijn gaan wonen[3].

 

In een inventaris van landerijen en lasten van het Convent van Oosterwierum uit 1598 staat vermeld, dat twee meiers ’t corpus (bezit) van Oosterwierum gebruiken voor een gezamenlijke huur van 65 daalder. In 1598 wordt echter geen huur betaald wegens de hoge dijklasten:

"Ende geven meer als sij behoiren ende koenen geven ende sullen dit jaer geen huyre geven vermits de grote swaere dijeken, de sij sullen onsentwegen maeken, de seer veel ende swaer sijn".

 

In deze opgave zijn ook de lasten die rusten op het Convent Oosterwierum geïnventariseerd waaronder de volgende post:

“Eppe Gerdts ock up de materialen verschoten 200 Embder guldens in dalers: 150 daler”[4].

In een oorkonde van 20 augustus 1605 (Kloosterarchieven, inv.nr. 235, reg. 1167) lezen we: "Conraidt van Renssen, redger te Delffzile, oorkondt dat Antonius Trajectensis, commandeur te Oesterwerum, heeft verkocht aan Meint Hilmers, burger van Embden, en diens vrouw Gepke een schuldvordering van 200 carolus guldens met een rente van zestien carolus guldens, gaande uit een heerd kloosterland te Oesterwerum". Dit land schijnt niets te maken te hebben met de heerd nr. 162.

 

Het land van Eppe Geerts wordt omstreeks 1631 gesplitst waardoor naast dit bedrijf nr. 162 een tweede bedrijf, nr. 163, ontstaat. Het aandeel in het corpus van de andere meier wordt bij de nrs. 164 en 165 behandeld, maar worden in dit artikel niet verder behandeld. In oktober 1606 worden Eppe Geerts en Meinert Jans in Oosterwierum aangesproken door 'die' van Oterdum om betaling van dijkloon[5].

 

In juni 1608 wil de breukmeester Lucas Hylkens 90 Car. gld. min 2 st. van Eppe Geerts en Jacob Claesen te Oosterwierum, die de weduwe van Hindrick Mensenborg zijn toegekend uit het Convent Oosterwierum[6].

 

In mei 1609 legt Enneke Aldringa weduwe Coenders een arrest op onder meer de huren van Eppe Geerts te Oosterwierum[7]. Vanaf 1609 komt dit land onder direct beheer van de provinciale rentmeester, waarvan de administratie is overgeleverd[8].

In 1609 heeft Eppe Geerts te Oosterwierum het derde deel van het corpusland in gebruik. Het gaat om 56 grazen en de huur bedraagt 28 daalder of 42 gld. In 1611 lenen Eppe Geerts te Oosterwierum en Engel 80 Emder gld. van Eltie Jan Coerdes en Arent Jans als voogden[9]. Mogelijk is Eppe eerder met een Fenne getrouwd geweest.

In april 1615 komen de broers Eppe, Albert en Claes Geerts voor als ooms van Syben Sytens, wanneer ze trouwt met Harko Eggens[10]. Eppe is in maart 1617 ook getuige als Epke Clasen (nr. 155), de dochter van zijn broer Claes Geerts een huwelijkscontract sluit met Luppe Reints[11].

 

In februari 1616 eist de pachter Berent Jansen betaling van impost (fraude) en boete van Eppe Geerts te Oosterwierum, omdat hij illegaal zout zou hebben gekocht. Eppe claimt echter dat hij het vrij van Jacob Gerlefs in de Oosterstraat zou hebben gekocht[12].

 

Boerderij nr. 162 te Heveskesklooster, gezien vanaf de zuidzijde. Foto: ©Harm Hillinga.
Boerderij nr. 162 te Heveskesklooster, gezien vanaf de zuidzijde. Foto: ©Harm Hillinga, 1969.

Tot 1621 lijkt het corpus van Oosterwierum 180 grazen groot te zijn en vervolgens 360 grazen. Wellicht is in deze periode land teruggewonnen op de zee, dat eerder verloren is gegaan. Vanaf 1622 huren Eppe Geerts en zijn vrouw 131 grazen en deimten, wat nog steeds 1/3 deel van het corpus is. De huur per gras is 1 Emder gld. Verder wordt vermeld dat bij een volgende meier de provincie de behuizing zal overnemen.

 

Bij de verponding van 1630 wordt Eppe Geerts aangeslagen voor 91,5 grazen en 39,75 deimten onder het schatregister van Oosterwierum[13].

 

In 1631 worden zijn weduwe Engel samen met haar zwager, een schoonzoon, Schelte Eeuwkens en Dieuwer Eppens met 131 grazen, huur per gras 1 daalder of 196 gld. en 10 st. genoemd. In dat jaar wordt het land gesplitst en wordt er mogelijk een tweede boerderij gebouwd. De weduwe Engel behoudt 60,5 grazen en 58 roeden en Schelte Eeuwkens en vrouw krijgen 74 grazen (nr. 163).

 

Op 9 mei 1633 draagt Engel, de weduwe van Eppe Geerts haar plaats met 65,5 grazen over aan Uildrick Luitiens en Dewer (Jans)[14]. Uildrick Luitiens te Lalleweer heeft op 19 april 1630 zijn plaats, groot 60 grazen, aan Egbert Geerts en Siecke overgedragen[15].

 

In 1635 bedraagt de huur 235 gld. en 16 st voor de 131 grazen tezamen. De beide meiers (nrs. 162 en 163) moeten elk de helft van dit bedrag voldoen. Op 24 mei 1642 laat Uildrick Luitiens zijn tweede vrouw Tryne Lourens inboeken als provinciemeierse[16][17].

 

Nadat Uildrick is †, hertrouwt Tryne met Jan Derx. Op 4 maart 1654 wordt hij ingeboekt als nieuwe meier[18]. Jan is een zoon van Derck Jansen en Styntje Jansen uit het nabijgelegen Heveskes (nr. 152).

 

In 1659 wordt het land opnieuw opgemeten. De grootte wordt dan 66,75 grazen en de huur bedraagt 120 gld.

Nadat Tryne Lourens is †, hertrouwt Jan Derx met Ickien Lamberts. Hij laat haar op 7 februari 1667 inboeken[19].

 

Jan Derx wordt als eigenaar van twaalf runderen genoemd op de overgeleverde lijst van de impost op het kapitaal uit 1670[20]. Ickien lamberts overlijdt een paar jaar later.

 

De familie Tjarks

Vervolgens hertrouwt Jan Derx volgens huwelijkscontract van 17 februari 1672, opgemaakt te Noordbroek, met Lysbeth Peters, weduwe van Harcko Tjarks en dochter van Peter Alberts en Crynje Meertens. Op 23 april 1674 laat Jan Derx zijn nieuwe vrouw inboeken[21].

 

Rond 1689 wordt Tjark Harkes de volgende provinciemeier. Hij is een zoon van Harcko Tjarks en Lysbeth Peters en dus een stiefzoon van Jan Derx. Hij is gehuwd met Eva Edzarts afkomstig van een boerderij nr. 147[22].

 

Op 12 maart 1693 worden Tjark en Eva lidmaat van de kerk van Heveskes. In 1700 wordt hij gekozen als diaken en vervolgens wordt hij in 1724 ouderling. In februari 1697 wordt Tjark Harkes aangesproken door Hindrik Bonnes om betaling van de doodskist, die Hindrik in 1693 voor de moeder van Tjark heeft gemaakt[23].

 

Opmerking:
Het geslacht Tjarks heeft lang op 'Oosterwierum' en/of Heveskes gewoond, want op 11 maart 1775 wordt een zekere Doetjen Sjarks geboren, dochter van Tjark Harkes (1732-1779) en Martjen Klaassens (748-1814). Zij huwt Koert ten Hommes, tevens geboren te Oosterwierum, en overlijdt te Heveskesklooster op 25 december 1847 ip 72-jarige leeftijd. Koert schijnt ook te Oosterwierum begraven te zijn.
Bron: RHC GA, Groninger Archieven.

 

De uitrit van boerderij nr. 162 te Heveskesklooster. Boven: boerderij de Ackemaheerd (Kloosterlaan 5). Foto: ©Harm Hillinga.
De uitrit van boerderij nr. 162 te Heveskesklooster. Boven: boerderij de Ackemaheerd (Kloosterlaan 5). Foto: ©Harm Hillinga. 1969.

In 1695 hebben ze bij hun boerenhuis 44,75 grazen en 44 roeden en op de Meeden 21,75 grazen en 21 roeden in gebruik. De huur per gras of deimt bedraagt 15 st. De totale huur, die samen met de meiers van een andere boerderij moet worden opgebracht, is 70 gld. en 1 st.

 

Bij de 400e penning van 1702 wordt Tjark Harkes aangeslagen voor 200 gld.; een bedrag dat verhoogd wordt tot 1000 gld[24].

 

In 1706 krijgt hij van de provincie ook nr. 175 op de Oterdumerwarven[25] in de huur.

 

Op 13 november 1706 overlijdt Eva Edzarts. Tjark hertrouwt vervolgens op 21 april 1710 te Heveskes met Boucke Henricks, weduwe van Harmen Jans van een andere boerderij te Heveskesklooster. Tjark Harkes vertrekt vervolgens naar dat bedrijf.

 

In december 1710 wordt een afkoop gemaakt met de voorstanders Eitje Edzerts, Peter Jans en Evert Jans over het nog onmondig kind, Harke Tjarks, van wijlen Eva Edzarts en Tjark Harkes. De voorstanders krijgen voor hun pupil 450 Car. gld. en 3 grazen op de Warven. Daarnaast beloven vader en stiefmoeder het kind tot zijn 16e jaar op te voeden[26].

 

Op 30 maart 1710 verkoopt Tjark Harkes aan zijn schoonzoon en dochter Haicke Hindricks en Lysbeth Tjarks zijn provincieplaats met de behuizing, levende have en land in het klooster Oosterwierum. Het wordt verkocht voor 2600 Car. gld.[27] Bij de inboeking van de nieuwe meiers op 12 mei 1711 is bepaald, dat ze een jaarhuur van 60 gld. als geschenk moeten betalen[28]. Haicke en Lysbeth zijn gehuwd op 14 april 1709 in de kerk te Heveskes[29].

Een jaar eerder, in maart 1709, hebben Haicke Hindricks en Lysbeth eerst een bedrijf nr. 175 op de Oterdumerwarven van hun vader aangekocht. In 1710 verkopen ze dit weer.

 

Opmerking: In Oterdumerwarven heeft zich een voorwerk van de commanderij Oosterwierum te Heveskesklooster bevonden, dat in 1598 als 'Woltersweer ofte Up de Werven' wordt vermeld. Volgens een notitie van de schoolmeester van Oterdum uit 1828 heette het dorp zo omdat het 'uit onderscheidene verspreide woningen was opgebouwd'.

 

In 1719 krijgen Haicke en vrouw 22 grazen met een steenbult op de Oterdumerwarven in bezit. Het gaat om land van de kerk van Oterdum. Ook krijgen ze 6 grazen eigen land erbij. Zie bij 182c[30]. Haicke komt o.a. ook voor in het huwelijkscontract van Aijelke Tjarks en Jacob Clasen, waarin staat dat ze een gift krijgen 'in geval van kinderloos overlijden' van 400 en 300 car. gld. (RHC GA, 31-03-1710, arch.nr. 733, inv.nr. 343, akte nr. 733)

 

In de verponding van 1721 wordt Haicke Hindricks aangeslagen voor 65,5 grazen provincieland onder het schatregister van het Oosterwierumer klooster[31].

 

Op 22 februari 1730 verkopen Haicke en Lysbeth hun behuizing of plaats met de beklemming van provincie- en kerkenland voor 1730 Car. gld. aan Onne Andries en Ailcke Tiddes van een boerderij nr. 182g te Oterdum[32]. Ze betalen als geschenk aan de provincie een jaarhuur groot 59 gld. en 12 st. Ook krijgen ze het gebruik van het kerkenland op de Oterdumerwarven. De verkopers nemen in datzelfde jaar een boerenbedrijf te Farmsum over.

 

In 1740 dragen Onne Andries en vrouw de 22 grazen kerkenland op de Oterdumerwarven over aan Jacob Clasen van nr. 175[33]. Op 13 december 1745 verkopen zij de vaste goederen te Heveskesklooster aan de gebroeders Menne Jans en Hemme Jans, die er 1100 Car. gld. voor betalen[34].

 

Hemme Jans trouwt op 6 maart 1763 te Farmsum met Anje Onnes uit Tuikwerd[35]. Zij overlijdt al snel daarna op 27 november 1768.

Broer Menne Jans is wellicht ongehuwd gebleven en misschien op jonge leeftijd gestorven.

In het zijlschotregister van Oterdum uit omstreeks 1757 staat Hemme Jans genoemd met 59.75 grazen bij het klooster Oosterwierum, 7 grazen onder Heveskes en 24,5 grazen onder Oterdum[36]. Op 23 en 30 oktober 1769 krijgt hij als beklemde provinciemeier de eigendom in beklemrechtelijke zin van 68,75 grazen en 65 roeden behuisd land, waarvan 21.75 grazen gelegen op de Meeden, in zijn bezit. De vaste huur bedraagt 59 gld. en 12 st. Hij betaalt 2205 gld. aan de provincie[37]. Hemme Jans heeft dit deel dan in volle eigendom.

 

Omstreeks 1783 komt het bedrijf in bezit van enige zoon Jan Hemmes ('van Het Klooster Oosterwierum'). Die is op 14 mei 1783 in de kerk te Heveskes is getrouwd met Syneke Benes. Een huwelijkscontract van dezelfde datum is opgemaakt door de redger van Farmsum[38].

 

Familie Wiersema

In 1806 wordt de boerenplaats wegens brand opnieuw opgebouwd. In de Franse tijd neemt Jan Hemmes de familienaam Wiersema aan en zijn vrouw de naam Ferdok (circa 1811). In de loop van de jaren is het bedrijf behoorlijk uitgebreid. In 1820 heeft Jan Hemmes Wiersema dan ook bijna 62 ha in zijn bezit. Syneke Benes Perdok overlijdt op 31 maart 1832 en is dan 76 jaar oud.

Op 3 september 1847 komt het tot een scheiding en deling van de vaste goederen. Deelgenoten zijn de weduwnaar Jan Hemmes Wiersema en de kinderen Hemme Jans Wiersema, landgebruiker te Wagenborgen. Hindrik Jans Wiersema en Ente Jans Wiersema, beiden landbouwers te Heveskesklooster, de kinderen van wijlen Eelke Jans Wiersema en wijlen Jan Tonnis Steenhuis genaamd Sienke Jans Steenhuis, vrouw van Jan Hindriks Bons, landbouwer op boerderij nr. 176 te Oterdumerwarven en Jan Hemmes Steenhuis, broodbakkersknecht te Delfzijl. Verder de voorstanders over de drie minderjarige kinderen van wijlen Bene Jans Wiersema en wijlen Tryntje Pieters Heeksema genaamd Anna Wiersema, Sienke Wiersema en Jan Hemmes Wiersema.

 

Van de huwelijksgemeenschap van Jan Hemmes Wiersema en wijlen Syneke Benes Perdok is een beschrijving opgemaakt op 19 augustus 1847. Het geheel bestaat uit:

 

1. De boerenbehuizing en schuur met 28.90.20 ha eigen heem, tuinen en land, gerekend op 12.350 gld. Verder 03.38.20 ha eigen land, waarvan een deel is verkregen in 1762.

 

2. 01.78.50 ha eigen land onder Heveskes, verkregen in 1762. Verder 02.44.40 ha, waarvan de helft beklemd is. Dit is verkregen in 1761 en 1762. Voorts de beklemming van 02.79.00 ha. Vervolgens 03.86.00 ha eigen land. Verder twee beklemmingen van in totaal 06.83.30 ha, aangekocht in 1787 en 1791 en tenslotte 09.43.00 ha eigen land. Al dit land ligt in het kerspel van Heveskes.

 

Ze komen overeen, dat de comparant Jan Hemmes Wiersema het vastgoed van boerderij nr. 1 in bezit krijgt en de andere deelgenoten de vaste goederen van een nevenstaande boerderij nr. 2.

 

Kort voor zijn dood, op 13 september 1847, heeft Jan Hemmes Wiersema op 7 september 1847 de verkregen boerenplaats met de landerijen voor 10.000 gld. overgedragen aan zijn zoon en schoondochter Ente Jans Wiersema en Ida Geerts Wildeman. Zijn ongehuwde broer Hindrik Jans Wiersema woont ook op de boerderij. Ente Jans Wiersema en Ida Geerts Wildeman zijn gehuwd op 30 juli 1830 te Delfzijl[39].

 

Op 12 januari 1848 verkopen de andere erfgenamen hun landerijen, die ze hebben verkregen op 3 september 1847 aan diverse landbouwers in de buurt. Antonie Tjapkens Waalkens, landbouwer te Heveskesklooster komt in bezit van 08.75.10 ha onder Heveskes, waarvan het grootste deel vast beklemd is. De medebewoner Hindrik Jans Wiersema krijgt 06.38.50 ha eigen land aldaar en Derk Gerrits Mulder, pelmolenaar[40] op de Molen nr. 6 te Heveskes koopt er 2.79.00 ha vast beklemd land van. Een beklemming van 04.29.90 ha onder Heveskes gaat naar Albert Pieters Venhuis op nr. 146.

 

Opmerking: De boerderij van Venhuis staat wél te Heveskesklooster, maar niet op de wierde. Op 17 februari 1919 vraagt Venhuis in het Nieuwsblad van het Noorden 'Een vaste arbeider, waarvan de vrouw genegen is huis- en landwerk te verrichten, huis en tuin groot 16 are disponibel'. ( Dit betekent dus dat er een arbeiderswoning beschikbaar is. In 1965 als mijn ouders (en ik) op boerderij 162 komen wonen, staan er nog twee arbeiderswoningen te Heveskesklooster en zijn er twee pas afgebroken, waarvan één een tolhuis is geweest.)

 

Jannes Arends de Boer als boekhouder van de kerk van Heveskes krijgt 03.13.90 ha eigen land. Tenslotte gaat 04.65.10 ha eigen land naar Jan Hindriks Bons. landbouwer op een boerderij nr. 176.

Nadat Hindrik Jans Wiersema is †, verkopen de erfgenamen in 1852 zijn landerijen aan een paar landbouwers in de buurt.

 

In 1857 komt Ente Jans Wiersema in bezit van de naastgelegen boerenplaats met 00.44.20 ha eigen grond. Dit gebouw wordt afgebroken. In de jaren daarna wordt er nog wat land bijgekocht, maar er wordt ook wat verkocht

 

In 1884 komen Ida Geerts Wildeman en Ente Jans Wiersema beiden te overlijden; zij op 30 april en hij op 18 juni.

Op 26 september 1884 gaan hun kinderen hun nalatenschappen verdelen. Deelgenoten zijn Jan Hemmes Wiersema, landbouwer op nr. 152 te Heveskes, Albertje Wiersema, vrouw van de logementhouder Jan Klaassens Bos, Sienke Wiersema, vrouw van de logementhouder Frederik Borst te Groningen, Gerard Wiersema, landbouwer te Finsterwolde, Hendrik Entes Wiersema, landbouwer op dit bedrijf en Eelke Wiersema, vrouw van Abel Boerema, landbouwer op nr. 42 te Farmsum. Ze gaan ermee akkoord, dat Hendrik Entes Wiersema het bedrijf krijgt toebedeeld voor 36.000 gld. Het betreft de boerenbehuizing en schuur met 32.35.01 ha eigen erf, hof, tuin en land te Heveskesklooster.

Hij trouwt op 10 december 1890 te Slochteren met Ettje Woldinga[41]. In 1893 brandt de boerderij geheel af. Op het terrein wordt een nieuwe boerderij gebouwd.

 

In 1920 verpacht Hendrik Entes Wiersema aan zijn neef Gerhardus Boerema, landbouwer te Farmsum zijn bedrijf voor zes jaar voor 3226 gld. per jaar. Het is dan 32.26.00 ha groot. De pacht wordt verlengd in 1925.

Gerhardus Boerema is op 1 juli 1915 te Loppersum gehuwd met Hilje Smit[42].

 

Ettje Woldinga overlijdt op 22 maart 1913 op 61-jarige leeftijd na een echtvereniging van 22 jaar en Hendrik Entes Wiersema komt te overlijden op 28 december 1926 zonder kinderen na te laten.

 

De erfgenamen zijn:

1. De nakomelingen van Jan Bos en Albertje Wiersema, zuster van de erflater: Gerhardus Bos. winkelier te Appingedam, Ento Bos. groentekweker te Kalamazoo, Michigan, USA, Hendrik Jan Bos, notarisklerk te Koudekerke. Ida Bos. gehuwd met Jan van der Sloot, boekhandelaar te Dieren, Jantina Bos, gehuwd met Geert Nienhuis, molenaar te Kantens, Sienke Bos, gehuwd met Harmannus Bos Marlens, winkelier te Appingedam, Klaassien Bos, gehuwd met Siefke Bos, bakker te Appingedam en Okke Bouwman, militair te Assen.

 

2. De nakomelingen van Frederik Borst en Sienke Wiersema, zuster van de erflater: Frederika Borst, gehuwd met Freerk Lammertsma, procuratiehouder te Groningen, Ida Borst te Groningen, weduwe van Jan Diephuis, Geertruida Borst, gehuwd met Johan Herman Kryne, Frederik Borst, fabrikant te Enschede, Sienke Borst te Enschede en Geertruida Borst, gehuwd met Otto Willem Verkerk, ingenieur te Hengelo.

 

3. Eelke Wiersema te Farmsum als zuster van de erflater, weduwe van Abel Boerema en hun zoon Gerhardus Boerema. landbouwer op dit bedrijf.

 

4. Gerard Wiersema, rentenier te Finsterwolde als broer van de erflater.

 

Op 17 mrt. 1927 verkopen zij aan genoemde Gerhardus Boerema de boerenplaats met 32.23.20 ha eigen erf, tuin en land te Heveskesklooster voor fl. 48.352.50.

 

Familie Doornbos

Op 27 november 1929 wordt het bedrijf voor fl. 65.019 overgedragen aan Jacob Klaas Doornbos en Marchje Timmerman, landbouwers te Hooghalen.

 

De nieuwe eigenaars zijn op 27 juli 1906 te Beilen getrouwd[43]. Hij is een broer van Jan Klaas Doornbos, landbouwer op de ‘Ackemaheerd' nr. 161 (zie onderstaande foto).

De Ackemaheerd de Heveskesklooster. Deze boerderij is in 1982 afgebroken om plaats te maken voor de industrie. Tot omstreeks 1980 hebben Hommo Janco Doornbos en vrouw het in pacht gehad, tezamen met hun zoon Jan Doornbos. Foto: eigen verzameling

De Ackemaheerd de Heveskesklooster. Deze boerderij is in 1982 afgebroken om plaats te maken voor de industrie. Tot omstreeks 1980 hebben Hommo Janco Doornbos en vrouw het in pacht gehad, tezamen met hun zoon Jan Doornbos. Foto: eigen verzameling.

 

 

De Ackemaheerd gezien vanaf de achterzijde. Foto: eigen verzameling. De Ackemaheerd gezien vanaf de achterzijde. Foto: eigen verzameling.

 

 

Op 6 juli 1940 verkopen Jacob Klaas Doornbos en vrouw de boerderij met 32.21.20 ha in volle eigendom voor 76.500 gld. aan Alje Jacob Mulder, leerhandelaar te Groningen. Die is op 4 juli 1913 te Hoogeveen gehuwd is met Jantje van Hees[44]. Klaas Harm Doornbos, zoon van de verkopers, krijgt het bedrijf in pacht. Hij trouwt op 30 april 1941 te Delfzijl met Tryntje Poelman[45]. In 1947 vertrekken ze naar een boerderij te Midwolda.

 

Tijdens de bevrijding in april/mei 1945 wordt de boerenplaats verwoest. Herbouw volgt in 1953/54.

 

In 1947 wordt het land ter grootte van 32.19.65 ha verpacht aan Piet(er) Westers, landbouwer op nr. 165 te Heveskesklooster.

 

Boerderij nr. 162 te Heveskesklooster. De foto is helaas onscherp omdat deze met een oude camera is gefotografeerd en is uitvergroot. Achter de kapel op het dak van het voorhuis bevindt zich mijn studeerkamer ten tijde van de studie aan de kweekschool te Winschoten. Foto: ©Harm Hillinga.
Boerderij nr. 162 te Heveskesklooster. De foto is helaas onscherp omdat deze met een oude camera is gefotografeerd en is uitvergroot. Achter de kapel op het dak van het voorhuis bevindt zich mijn studeerkamer ten tijde van de studie aan de kweekschool te Winschoten.
Foto: ©Harm Hillinga
, 1969.
Na de herbouw wordt de boerderij in dienstverband bewoond door B. de Vries en D.R. Hessling (1956-1965). Zij verhuizen naar Heveskes. Vervolgens wonen er †E. Hillinga en †G. de Vries (1965-1975). Beide echtparen zijn in dienst geweest bij †Piet(er) Westers. (Na 1975 blijft de boerderij onbewoond tot de afbraak in 1987.)

 

Op 23 december 1963 verkopen de erfgenamen van eigenaar Alje Jacob Mulder, die is † op 24 januari 1963, 10.03.20 ha eigen land aan het Havenschap te Delfzijl. Verkopers zijn de weduwe Jantje van Hees en de kinderen Margot Bertha Mulder, gehuwd met Jacob Kuyvenhoven te Soestdijk, Remmelt Alje Cornelis Mulder, psycholoog te Achterveld, Alje Cornelis Mulder, landbouwer te Roswinkel, Bertha Gezina Mulder te Amsterdam, Herman Jan Mulder te Zuidlaren en Bernard Herman Mulder.

 

De familie Westers

Bij akte van scheiding op 31 juli 1964 krijgen de hierboven genoemde kinderen elk voor een zesde deel de boerderij met de resterende landerijen in bezit. De grootte is dan nog 22.16.45 ha. Op 15 november 1968 verkopen ze alles aan het Havenschap. Het land wordt terug gepacht op jaarcontract. Het wordt tot 1982 verpacht aan maatschap Piet(er) Westers (†aan hartfalen op 8 september 1985, 69 jaar), gehuwd met Elly Jantine Bouwman († 18 december 1990, 71 jaar) en zijn zoon Jan Westers († aan hartfalen in oktober 2008), gehuwd met Tineke Barlagen) inmiddels landbouwer op ‘Groot Zeewijk', met 200 ha land, onder Warffum.
Daarna wordt het land te Heveskesklooster nog tot 1986 verpacht aan Helenius Eltjo Georgius en Margaretha Gesina Westers, landbouwers te Scheemderzwaag. Zij is een dochter van Pie(ter) Westers en Elly Jantine Bouwman en een zus van Jan Westers.

 

In 1986 wordt de pacht van ongeveer 10 ha, gelegen ten zuiden van de nieuwe weg naar Woldendorp, overgenomen door Jan Bouman, tot 1969 landbouwer op en boerderij gelegen verderop aan de Kloosterlaan en in 1990 verkoopt het Havenschap dit door aan de familie Koop te Tjuchem, die het bedrijf nr. 163 dan in bezit heeft.

 

Afbraak

De hier beschreven boerderij nr. 162 (Kloosterlaan E1) wordt afgebroken in 1987. Het is tevens de laatste boerderij die op de wierde heeft gestaan. Vóór de afbraak zijn in de wierde door het BAI[46] delen van het klooster Oosterwierum opgegraven, waaronder de fundamenten van de kloosterkerk, alsmede een hunebed (2500 v.Chr.) en een steenkistgraf en daarnaast meer dan 3900 'voorwerpen'. Het hunebed is te zien in het museum te Delfzijl, alsmede een put van het klooster en enkele andere vondsten. Het steenkistgraf is overgebracht naar het hunebedmuseum in Borger. Een en ander wordt beschreven in het menu 'Kloosters' onder 'Heveskesklooster'.

 

Luchtfoto deel Heveskesklooster met op de voorgrond boerderij nr. 162 op de wierde. Alleen het rechterdeel is deels afgegraven. Op de foto is ook nog te zien dat er twee arbeiderswoningen hebben gestaan. Bovenaan zijn de dubbele schuren van de Ackemaheerd zichtbaar. De foto is genomen circa 1975. Bron: Eigen verzameling. Op de achtergrond zien we de schuur van de boerderij nr. 162.
Op de voorgrond is men bezig om een deel van de wierde af te graven.
In het midden is een deel van het hunebed zichtbaar. Foto circa 1983. Bron: eigen verzameling.
Luchtfoto deel Heveskesklooster met op de voorgrond boerderij nr. 162 op de wierde. Alleen het rechterdeel is deels afgegraven. Op de foto is ook nog te zien dat er twee arbeiderswoningen hebben gestaan. Bovenaan zijn de dubbele schuren van de Ackemaheerd zichtbaar. De foto is genomen circa 1975. Bron: Eigen verzameling. Op de achtergrond zien we de schuur van de boerderij nr. 162.
Op de voorgrond is men bezig om een deel van de wierde af te graven.
In het midden is een deel van het hunebed zichtbaar. Foto circa 1983. Bron: eigen verzameling.

 

Opmerking:
De nummers in dit artikel verwijzen naar de boerderijen in 'J.E. Emmelkamp e.a., uitgeverij Profiel, band 2: Boerderijen, borgen, en buitenplaatsen, steenfabrieken en molens rond Delfzijl'.

 

Noten, bronnen en referenties:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noten, bronnen en referenties:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noten, bronnen en referenties:

 

 

 

 

 

Noten:

 

1. Mededeling van Jan Westers. De Leeuwarder Courant meldt op 21 juni 1806: Te Oosterwierum zijn drie boerderijen door brand verwoest, één geheel en twee gedeeltelijk.

2. Conventualen: kloosterlingen

3. RHC GA, Groninger Archieven, 172.234

4. RHC GA, Groninger Archieven,  2041.16 (Reg. Feith jaar 1598 nr. 18). Wordt ook vermeld in ‘Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap’, deel 45, jaargang 1924. Dr. E. Wiersum.

5. RHC GA, Groninger Archieven, 136.842, fol. 193

6. RHC GA, Groninger Archieven, 136.844, fol. 109v

7. Ibidem, fol. 457

8. RHC GA, Groninger Archieven, 1.2313-2608

9. RHC GA, Groninger Archieven, 731.7326. fol. 22

10. Ibidem, fol. 116

11. Ibidem, fol. 193

12. RHC GA, Groninger Archieven, 136.850, fol. 44v

13. RHC GA, Groninger Archieven, 1.2135

14. RHC GA, Groninger Archieven, 1.726, deel 1, fol. 27

Uildrick Luitiens is een zoon van Luitje Jans en Anna. provinciemeiers te Lalleweer. Dewer Jans is een dochter van Johan Arys en Ide Harmens Sticker. Zie ’Het voorgeslacht van Gerrit Hindricks, gehuwd met Hermeke’, in Gruoninga 43 (1998), blz. 151 en 152, door H. Stuut.

15. Ibidem, fol. 4

16. Ibidem, fol. 81

17. Een meier is vanaf de vroege middeleeuwen tot aan het einde van het ancien régime een ambtsdrager in een heerlijkheid. De meier staat onder meer in voor de inning van sommige heerlijke belastingen en pachten binnen de meierij en zat de lokale rechtbank voor. In sommige gevallen is de meier een leenman van de heer wanneer de meierij van oudsher een erfelijk leen is. In andere gevallen wordt de meierij verpacht, in die geval door de provincie Groningen. Hier heeft de meier echter de betekenis van'huurder'.

18. Ibidem, deel 2. fol. 72v

19. Ibidem, deel 3, fol. 85

20. RHC GA, Groninger Archieven, 2. 1059

21. RHC GA, Groninger Archieven, 1.726, deel 3, fol. 121 v

22. Eva Edzarts is een dochter van Edzart Hindricks en Aeilcke Amses, landbouwers op nr. 147 te Heveskes. Kinderen van Tjark Harkes en Eva Edzarts, gedoopt te Heveskes: Lysbeth Tjarks, gedoopt 28 april 1689, Aylke Tjarks, gedoopt 14 februari 1692, Harke Tjarks, gedoopt 22 september 1695, Fokkyn Tjarks, gedoopt 26 december 1700.

23. RHC GA, Groninger Archieven, 733.168

24. RHC GA, Groninger Archieven, 1605.1027r

25. Oterdumerwarven of De Warven, vroeger ook Woltersweer, is een streekje in de gemeente Eemsdelta in de historische Oosterhoek. Het ligt tussen de weg van Delfzijl naar Woldendorp en de Oosterhornhaven, direct ten oosten van het industriegebied van Delfzijl. De naam verwijst naar warf, een opgeworpen hoogte, bij Oterdum. Net als in Oterdum zelf is de bebouwing in Oterdumerwarven verdwenen. In Oterdumerwarven heeft een voorwerk gestaan van de commanderij (klooster) Oosterwierum te Heveskesklooster, dat in 1598 als Woltersweer ‘ofte Up de Werven’ wordt vermeld. Volgens een notitie van de schoolmeester van Oterdum uit 1828 heet het dorp zo omdat het 'uit onderscheidene verspreide woningen was opgebouwd'.

26. RHC GA, Groninger Archieven, 733.343, nr. 106

27. Ibidem, fol. 51

28. RHC GA, Groninger Archieven, 1.727, fol. 134

29. Haicke Hindricks is een zoon van Hindrick Jans Oostvriese en Bywke Haickes, landbouwers op nr. 79 te Geefsweer. Kinderen van Haicke Hindricks en Lysbeth Tjarks, gedoopt te Heveskes: Hindrick Haickes, gedoopt 27 mrt 1711, Eva Haickes, gedoopt 7 mei 1713, Tjarck Haickes, gedoopt 1 december 1715, Manje Haickes, gedoopt 14 november 1717, Tjarck Haickes. gedoopt 2 november 1720, Tobias Haickes. gedoopt 11 juli 1723, Harm Haickes, gedoopt omstreeks 1726, Jan Haickes, gedoopt 23 januari 1729, Bywke Haickes, gedoopt 3 augustus 1732 te Farmsum.

30. RHC GA, Groninger Archieven, 733.351, nr. 3

31. RHC GA, Groninger Archieven, 1.2146

32. RHC GA, Groninger Archieven, 733.358, nr. 1

33. RHC GA, Groninger Archieven, 733.368, nr. 121

34. RHC GA, Groninger Archieven, 733.373, nr. 52

35. Anje Onnes is een dochter van Onne Alberts en Geertje Peters, landbouwers op nr. 56 te Tuikwerd. Kind van Hemme Jans en Anje Onnes, gedoopt te Heveskes: Jan Hemmes, gedoopt 21 oktober 1764.

36. RHC GA, Groninger Archieven, 719.23

37. RHC GA, Groninger Archieven, 1.730

38. Synecke Benes. geboren te Heveskes, is een dochter van Bene Hindricks en Eelke Entens, landbouwers op nummers 147 en 148 te Heveskes. Kinderen van Jan Hemmes en Synecke Benes, gedoopt in de kerk  van Heveskes: Hemme Jans, gedoopt 13 mrt 785, Eelke Jans, gedoopt 20 mei 1787, Bene Jans, gedoopt 20 september 1789, Hindrik Jans, gedoopt 26 december 1791, Ente Jans, gedoopt 8 juni 1794, Anje Jans, gedoopt 7 september 1800. (Kerkeboek 1687-1811, Kerkelijke gemeente Heveskes, inv.nr. 220, blad 203.

39. Ida Geerts Wildeman is een dochter van Geert Adolfs Wildeman en Albertjen Reints Zomerman, landbouwers op nr. 158 aan de Zomerdijk.

40. De grutmolenaar en de pelmolenaar. In de grutmolen worden boekweitkorrels ontdaan van de dop en gebroken, waarbij de schone grutten ontstaan. De grutten worden vermalen tot bloem of gruttenmeel dat wordt gebruikt voor de bereiding van pannenkoeken. Voor het werk in de grutmolen is een zeer gelijkmatige drijfkracht nodig, waarvoor rosmolens zich eigenlijk beter lenen dan de windgrutmolens. In de grutterij wordt de boekweit op de zolder van de molen in een bak, de eest, gestort om te drogen. Daarna wordt de boekweit gezeefd in de 'schuddebak' om zand en onkruidzaden eruit te halen. De grutten worden vervolgens naar de 'breekstoel' geleid, dit is het koppel molenstenen dat de bast van de boekweit moet scheiden. De onderste, stilliggende steen is de ligger en de bovenste, draaiende steen is de loper, die door een verticale as in beweging wordt gebracht. De molenaar kan de afstand tussen de stenen verstellen met de lichtboom, zodanig dat de kern van de boekweit zo min mogelijk wordt beschadigd. De grutten worden gezeefd en gesorteerd in middelgrove tot zeer fijne korrels. De grutjes worden nog eens geschoond van vliesjes en fijne deeltjes in een waaier of wanmolen, die het effect heeft van een ventilator.

De werking van de pelmolen is vergelijkbaar met de grutmolen. De pelmolen wordt gebruikt om gerstkorrels te ontdoen van de doppen. Gepelde gerst, gort genoemd, wordt gebruikt bij de bereiding van brood of koeken, bier en wordt ook als veevoer gebruikt. Bij het pellen van de gerst maakte men gebruik van een speciaal soort molenstenen. De legger is van een harde steensoort en de loper is van de veel zachtere zandsteen.

De productie in een grutterij is niet zo groot, zodat er meestal een nevenbedrijf wordt uitgeoefend, zoals het mosterdmalen. Dit doet men met een koppel kleine mosterdstenen. Het mosterdzaad wordt vermalen onder toevoeging van azijn. Men gebruikt daarvoor ook wel verzuurde wei, een afvalproduct van de kaasbereiding, dat bij de zelfkazende boeren wordt opgehaald.

41. Ettje Woldinga, geboren te Helium, is een dochter van Geert Harms Woldinga en Grietje Pieters van Gennip, landbouwers te Hellum.

42. Gerhardus Boerema, geboren te Farmsum, is een zoon van Abel Boerema en Eelke Wiersema (een zuster van Hendrik Entes Wiersema), landbouwers op nr. 42 te Farmsum. Hilje Smit, geboren te Overschild, is een dochter van Okko Smit en Jantje Venema. landbouwers te Overschild.

43. Jacob Klaas Doornbos, geboren te Ten Boer, is een zoon van Klaas Doornbos, molenaar/ landbouwer en Jantje Zuidhof te Ten Boer. Marchje Timmerman, geboren te Hooghalen, is een dochter van Jan Timmerman en Jantje Eleveld, landbouwers te Hooghalen.

44. Alje Jacob Mulder, geboren te Sappemeer, is een zoon van Alje Cornelis Mulder en Marchien Prins, leerlooiers te Sappemeer. Jantje van Hees, geboren te Hoogeveen, is een dochter van Remmelt van Hees en Bertha Eleveld.

45. Tryntje Poelman, geboren te Delfzijl, is een dochter van Jacob Poelman en Tytje Blaauw.

46. BAI: ‘Biologisch Archeologisch Instituut’ te Groningen

 



Bronnen:

 

- ©J.E. Emmelkamp, uitgeverij Profiel, band 2: Boerderijen, borgen, en buitenplaatsen, steenfabrieken en molens rond Delfzijl.

- RHC GA, Groninger Archieven

- Beroepen Van Toen.nl

 


 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 24 oktober 2022.
Revisie: 16 september 2023.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Klik hier om naar het menu ARTIKELS te gaan.
Klik hier om terug te gaan naar de HOMEPAGE.
Top