Feddemaheerd, bouwjaar 1765, Feddemaweg 15.

Feddemaheerd, bouwjaar 1765, Feddemaweg 15. (Wordt ook aangegeven onder Kloosterburen). Rijksmonument nr. 23672. Foto: Januari 1969, Drs. A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International licentie.

 

Geschiedenis van Hornhuizen
Hornhuizen (Gronings: Hörnhoezen) is een dorp behorende tot de gemeente Het Hogeland en telt ongeveer 120 inwoners [1]. Hornhuizen is vermoedelijk ontstaan als een dochternederzetting van het verdwenen dorp De Houw in het kerspel Leens, De oudste vermeldingen zijn Howerahusum uit 1247, Horahusum in 1375, Horhusum ca. 1475 en Hoerhusen in 1563. Hornhuizen betekent waarschijnlijk 'de nieuwe huizen van De Houw' en dus niet: 'huizen in de hoek' (horn), zoals veelal wordt gedacht. Volgens een andere uitleg zou de naam het Oudfriese woord hore ('slik') bevatten [2]. De Kroniek van Bloemhof vermeldt dat in 1247 de kerk van Howerahusum wordt platgebrand. Dit gebeurt kennelijk in het kader van een jarenlange vete in Hunsingo, waarbij de ene partij uit Eenrum steun krijgt uit Groningen en Middag-Humsterland, terwijl de andere uit Uithuizen kan rekenen op hulp uit Fivelingo, Drenthe en Vredewold [3].


Hornhuizen heeftr 7 straten, dat is kleiner dan gemiddeld. In Hornhuizen liggen 10 postcodes. Dat is een relatief klein aantal vergeleken met het woonplaatsniveau. Er staan 102 huizen in de plaats, evenals een zelfde aantal adressen. In de meeste woonplaatsen ligt dat aantal hoger. De huizen in de woonplaats Hornhuizen hebben als gemiddelde bouwjaar 1930: ze zijn dus relatief oud. Het jongste huis in de woonplaats is gebouwd in 2020. In Hornhuizen komt de oudste woning uit het jaar 1759. Met een gemiddelde oppervlakte van 583 vierkante meter zijn de woningen er groot. Het grootste huis in de woonplaats is 3.600 vierkante meter. Dat is in vergelijking met de grootste woningen in andere woonplaatsen erg groot. Het kleinste huis in de woonplaats Hornhuizen heeft een oppervlakte van 43 vierkante meter.

 

Straten in Hornhuizen

De straten in Hornhuizen zijn Borgweg (adressen 1 t/m 15), Breweelsterweg (t/m 10), Dijksterweg (adressen 1 t/m 15), Kolhamsterweg (1 t/m 2), Ommelanderweg (2 t/m 40a), Tammingastraat (1 t/m 67a) en Westpolder (24 t/m 28).


Geschiedenis van het grondgebied
Hornhuizen heeft eerst behoord tot de gemeente De Marne. Zij is als gevolg van de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1990 ontstaan uit de voormalige gemeenten Leens, Eenrum, Ulrum en Kloosterburen.
Ongeveer 500 voor Christus komen in dit gebied de eerste bewoners, het zijn Friezen. Ze vestigen zich op de aanwezige natuurlijke hoogten. Vanaf het begin van de jaartelling worden deze hoogten door stijging van de zeespiegel steeds verder opgehoogd en zo ontstaan wierden, in Friesland terpen genoemd. In de derde en vierde eeuw wordt dit kwelderlandschap geteisterd door zware overstromingen, maar tussen 400 en 800 breken er rustiger tijden aan. Eeuwenlang leven de bewoners rondom het verdronken land van de Lauwerszee op wierden en kwelderruggen. De eerste bewoonde kwelder rug loopt van Warfhuizen via Zuurdijk, Ewer en Panser. Vanaf 700 worden de kwelderruggen die zich uitstrekken van de wierden van Wehe, Leens, Ulrum, Elens en Menneweer tot Vierhuizen bewoond. De kwelder rug die loopt langs de dorpen Hornhuizen, Kruisweg, Kloosterburen en Molenrij wordt omstreeks 1100 bewoond. Uitgezonderd de dorpen Houwerzijl en Schouwerzijl die bij een sluis komen te liggen, Zoutkamp bij een militaire vesting en Kloosterburen bij een klooster worden de meeste dorpen op wierden gebouwd. De grotere wierden zien er wat betreft de aanleg verschillend uit.


Het dorp Hornhuizen ligt in de uiterste westhoek van de voormalige gemeente Kloosterburen. Het heeft een 19e-eeuwse kerk met een 15e-eeuwse toren. In de 19e eeuw is de top van de toren vervangen door een zogenaamde ‘lantaarn’. In vroeger tijden heeft de toren zeer waarschijnlijk dienstgedaan als baken. De kerk is herbouwd in 1850. Toren en kerk zijn eigendom van de Stichting Groninger Kerken. Bedrijvigheid is er alleen nog te vinden in de landbouw.

 

Nederzettingen
De eerstgenoemde wierden zijn vooral bestemd geweest als nederzetting met boerderijen en de laatstgenoemde meer als handelsnederzetting. Aan de voet ervan heeft het bijbehorende bouwland, gelegen dat de Valge wordt genoemd. Op de jongere noordelijk gelegen kwelderruggen ontstaan in de 11e en 12e eeuw kleine wierden; deze worden ook wel groene wierden genoemd. Vanaf ongeveer het jaar 1000 worden de eerste bescheiden dijken aangelegd om de woonplaatsen en landbouwgebieden te beschermen tegen overstromingen. Hierna gaat men verder met het indijken van opgeslibde gebieden langs de noordkust van Groningen, rondom de Lauwerszee en aan weerszijden van het Reitdiep. Aan het eind van de 13e eeuw heeft de Lauwerszee haar grootste omvang bereikt. Op het Marne-eiland hebben de wierden Lydense (Leens), Werfhusen (Warfhuizen), Oldrum (Ulrum), Hoorhusen (Hornhuizen), Oldenclooster (Kloosterburen), Wherahusen, (Wierhuizen), Weij (Wehe), Sutherdicke (Zuurdijk) en Fledorp (Vliedorp) gelegen.


Op het tweede eiland (Halve Ambt) hebben onder andere Eendrum (Eenrum) en Maarhusen (Maarhuizen) gelegen. Door de eeuwen heen is deze zeewering steeds verder naar het noorden komen te liggen en zijn steeds nieuwe gebieden ingepolderd. Vooral in de 19e en 20ste eeuw vinden veel inpolderingen plaats onder andere Panserpolder (17e eeuw), Vierhuisterpolder, 1770-1807), Zevenboerenpolder (1802), Feddemapolder (1804), Hornhuisterpolder (1806), Bocumer Ikemapolder (1809-1815), Negenboerenpolder (1873), Westpolder (1875), Julianapolder (1923), Kerkvoogdijpolder (1927) enzovoorts. In het kader van de werkverschaffing is vanuit het kamp De Slikken bij Westernieland tussen 1939 en 1941 de Linthorst Homanpolder ingedijkt.

 

Voormalige pastorie van Hornhuizen met aangebouwd koetshuis. Herbouwd in 1886, Tammingastraat 55.

Voormalige pastorie van Hornhuizen met aangebouwd koetshuis. Herbouwd in 1886, Tammingastraat 55. Rijksmonument nr. 512505.


Overstromingen en rampen
Overstromingen en rampen hebben het noordelijk kustgebied door de eeuwen heen steeds weer geteisterd. Bij de Sint Luciavloed in 1287 komen talloze mensen om. Bij de Allerheiligenvloed van 1570 verdrinken in het Groningerland honderden mensen en tienduizenden stuks vee. De Sint Maartensvloed van 1686 kost in de provincie Groningen 1558 mensenlevens. Het aantal slachtoffers van de Kerstvloed van 1717 is nog veel hoger. Lange stukken dijk worden volledig weggeslagen en op de plaatsen waar dijken zijn doorgebroken ontstaan dan diepe kolken. Het water staat dan tot bij de stad Groningen. Onder leiding van Thomas van Seeratt worden daarna weer nieuwe dijken aangelegd.


In 1825 komen de polders langs het Reitdiep en de Wadden onder water te staan. Vlak voor en na de aanleg van de Westpolder teisteren stormvloeden in 1874 en 1877 dit gebied. Dit kost eerst 13 polderjongens en vervolgens 14 bewoners het leven. Tussen de zeedijk en de eilanden Schiermonnikoog en Rottum hebben tot de zeventiende eeuw een drietal eilandjes gelegen die ook worden bewoond; Bosch, Heffezand en Korenzand. Deze hebben uiteindelijk het onderspit gedolven in de strijd tegen de natuurlijke elementen. Uit een gemeenschappelijk belang in de strijd tegen het water zijn inmiddels ‘zijlvesten’ ontstaan; de latere waterschappen.


Watergeuzen
De periode rond de 15e eeuw verloopt politiek gezien ook erg rumoerig totdat Karel V in 1516 de rust weer enigszins herstelt. Ook de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) laat rond de Lauwerszee diepe sporen achter. De watergeuzen maken de Lauwerszee en de Wadden onveilig en op het land hebben de mensen te lijden onder plunderingen van Spaanse soldaten. Onder Willem Lodewijk van Nassau veroveren Friese troepen Zoutkamp en plunderen in 1582 vele dorpen in het Marnegebied. Daarbij worden Warfhuizen en Zuurdijk in brand gestoken. De bevolking wordt schatplichtig gemaakt aan de nieuwe overheerser.


Kerkelijk gezien
Het aartsdiakonaat Frisia (de provincie Groningen, een deel van Ostfriesland en het Friese Achtkarspelen) behoort tot 1593 tot het bisdom Münster. Het grondgebied is vervolgens verdeeld in vijf proosdijen. Door deze proosdijen worden de eigendommen van de kerk beheerd en de proost verzorgt de geestelijke rechtspraak onder de in de kloosters verblijvende leken (ambachts- en werklieden). In Leens is één van deze proosdijen gevestigd. Na 1594 (Reductie) verliezen de proosdijen hun betekenis en de bezittingen van de kerk gaan over naar de provincie of de landjonkers. De meeste katholieke kerken worden dan omgevormd tot protestantse (hervormde) kerken. Kloosterburen blijft een katholieke enclave. Er bestaan twee lezingen over wat hiervan de oorzaak kan zijn geweest; bij de inpolderingen worden veel uit het zuiden des lands afkomstige arbeiders die rooms zijn geweest, tewerk gesteld of de pastoor is een persoonlijkheid die door zijn houding veel volgelingen blijft trekken.


In 1834 vindt onder aanvoering van ds. De Cock in Ulrum de Afscheiding plaats hetgeen tot een militair ingrijpen leidt in Ulrum om de rust te herstellen. Ook in Zuurdijk is het onrustig. Uit deze Afscheiding is uiteindelijk de Gereformeerde Kerk voortgekomen.

 

Voormalige pastorie

Voormalige pastorie met aangebouwd koetshuis behorend bij de Nederlands Hervormde kerk, die reeds van rijkswege beschermd is (monumentnummer 23670, zie afbeelding boven). Het pand is in 1886 gebouwd in eclectische trant op de fundamenten van een oudere pastorie. Tussen pastorie en kerk ligt een verenigingsgebouwtje dat wegens onvoldoende kwaliteit buiten bescherming valt. De pastorie ligt op een verhoging en heeft een grote tuin die van de straat gescheiden wordt door zes oude kastanjebomen en een ijzeren hek, uit dezelfde tijd als de pastorie. Het in slechte staat verkerende hek bestaat uit twee gegroefde hoofdpijlers met gietijzeren dennenappel, twee beweegbare hekken met smeedijzeren regels en stijlen, en een vast hek bestaande uit gietijzeren pijlers met dennenappel en smeedijzeren regels en stijlen.

 

Aan achterzijde grenst de tuin aan de begraafplaats. Een haag scheidt de kerkgrond van de pastoriegrond. De pastorie is niet meer in het bezit van de kerk.

 

Omschrijving pastorie Voormalige
Pastorie opgetrokken op een vierkante plattegrond met gepleisterde gevels in blokmotief en een gepleisterd trasraam afgezet met gepleisterde rand. Het deels onderkelderde pand heeft een omlopend schilddak met een houten goot (oorspronkelijk kroonlijst), gedekt met deels een zwarte Friese geglazuurde golfpan en deels een rode Hollandse pan. Op de hoeken van de gevels pilasters. Het symmetrisch ingedeelde huis heeft zesruits vensters onder een ingekerfde strek. De hoofdentree bevindt zich in het middenrisaliet van de noordgevel en bestaat uit een dubbele paneeldeur met twee rondboogvormige gietijzeren sierroosters met op het ene een 'cartouche' met een leunende vrouwen- en op het andere een leunende mannenfiguur.

 

De deur met bovenlicht heeft een houten omlijsting met forse kuif en pilasters die ter hoogte van het kalf eindigen in een composietkapiteel. Een natuurstenen stoep van drie treden verleent de toegang. In het dakvlak boven de entree bevindt zich een in blokken gepleisterde dakkapel met kroonlijstje en twee gekoppelde rondboogvensters in een omlijsting met kuif. De beide zijgevels hebben elk een schuin afgesneden omlijst rondboogvenster. De oostgevel heeft vier zesruitsvensters met in het trasraam een getoogd keldervenster.

 

De westgevel heeft vier zesruitsvensters; de deur is niet origineel evenals de dakkapel aan deze zijde. In de zuidgevel bevinden zich een samengesteld venster (niet origineel) en een paneeldeur met bovenlicht en een stenen stoep (2 treden).

 

Koetshuis
Aan de westkant van de zuidgevel is een koetshuis gebouwd, opgetrokken in rode baksteen onder een schilddak met zwarte geglazuurde Hollandse pannen en een goot op klossen. In de gevels muurankers, drie ijzeren roosvensters en twee kleine verticale vensters. Voorin een dubbele houten getoogde garagedeur. In de hoek die de zuidgevel maakt met de gevel van het koetshuis een uitgebouwd privaat van rode baksteen waarin een klein venster.

 

De woning heeft een vrij gaaf interieur, waarbij onder andere de gang met imitatiemarmeren lambrizering, houten paneeldeuren en tochtdeuren onder een korfboogvormig bovenlicht met rozet van gekleurd glas bewaard zijn gebleven. In de beide voorkamers zijn de houten vensterbanken met weggewerkte blinden, de houten schouwen en de plafonds van papier-maché met stucwerk van belang.

 

Waardering
Pastorie met aangebouwd koetshuis en hek van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde – als voorbeeld van een pastorie uit 1886 in eclectische stijl – vanwege de esthetische kwaliteit van het gebouw – vanwege het verzorgde, opvallende materiaalgebruik en de detaillering – vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van pastorie en hek – vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de ernaast gelegen Hervormde Kerk – vanwege de beeldbepalende ligging in het dorp [6].

 

Rechtsbedeling
Onder de oude rechtsbedeling staat in Leens, op de hoek van de Wilhelminastraat en de Hoofdstraat, een paal die soms dienst heeft gedaan als strafpaal (ook wel gijzelpaal of kaak genoemd). Het gebeurt dan wel eens dat mensen, die ernstige overtredingen hebben gepleegd, hieraan voor hun mededorpelingen ten spot worden blootgesteld. In de Franse tijd verliest deze paal zijn functie en uiteindelijk lijkt het burgemeester Bazuin van Ulrum, die woont op De Houw, een goed idee om deze paal dienst te laten doen als grenspaal van de vroegere gemeenten Leens en Ulrum en staat er nog altijd. Op deze paal is een tekst aangebracht die is bedacht door schoolmeester J.P. Beukema uit Leens.

 

Boerderij Groot Halsum, Dijksterweg 26. Bouwjaar mogelijk 1599 (dit jaartal staat in een balk; deze kan echter opnieuw gebruikt zijn).

Boerderij Groot Halsum, Dijksterweg 26. Bouwjaar mogelijk 1599 (dit jaartal staat in een balk; deze kan echter opnieuw gebruikt zijn). Foto: februari 1983, Drs. A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International licentie.


Rechtspraak
In de rechtspraak eisen redgers een belangrijke rol voor zich op. De redgers laten zich bijstaan door wedmannen en het dagelijks politiewerk wordt gedaan door de rode roede of biesjager. Oorspronkelijk wisselt het redgerrecht jaarlijks. Voorwaarde daarbij is dat men een eigen heerd heeft en minstens 30 grazen (1 gras = ongeveer ½ hectare) land. Maar omdat landjonkers heerden gaan opkopen wordt de ‘ommegaande rechtstoel’ steeds vaker een ‘staande rechtstoel’.


In 1749 zijn van de 65 Ommelander rechtstoelen 33 staande! Deze jonkers wonen in borgen. Vooral na 1775 neemt de macht en rijkdom van de landadel af. Dit wordt deels door het in Groningen geldende beklemrecht veroorzaakt. Door dit rechtssysteem is de basis gelegd voor de grote welvaart van de boeren. In de negentiende eeuw neemt de welvaart verder toe en ontstaan er imposante boerenhofsteden. Door het beklemrecht verkrijgt de pachter een erfelijk, altijddurend en overdraagbaar gebruiksrecht van landerijen tegen een pachtsom die niet mag worden verhoogd. Bovendien mogen de landerijen niet worden opgesplitst zodat ze hun oorspronkelijke omvang houden. Aan de noordkust geldt tot rond 1935 het zogenaamde recht van opstrek (delimitatie) waardoor de aanliggende boeren steeds weer in de gelegenheid zijn gesteld om hun boerderijen verder noordwaarts uit te breiden door omdijkt kweldergebied aan hun landerijen toe te voegen. De kleigrond is bovendien erg vruchtbaar en allerlei moderniseringen gedijen er goed. Zo voert in 1850 Cornelis Borgman (1822-1909), landbouwer op Oud Bocum bij Kloosterburen, uit Amerika de zogenaamde arendsploeg in. Deze ploeg verdringt de tot dan toe in gebruik zijnde Groninger voetploeg.

 

Bromo, overzicht van de achterkant met bordes, bouwjaar 1817 (schuur), 1818 (bijschuur), 1846 (herbouw schuur, 1906 (voorhuis), datering in gevelsteen, cq sluitsteen, Ommelanderweg 38, Hornhuizen.

Bromo, overzicht van de achterkant met bordes, bouwjaar 1817 (schuur), 1818 (bijschuur), 1846 (herbouw schuur, 1906 (voorhuis), datering in gevelsteen, cq sluitsteen, Ommelanderweg 38, Hornhuizen. Foto: juni 2008, C.S. Booms, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Monumentnr. 509445. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International licentie.


Indijkingen
Al vanaf de 15e eeuw hebben indijkingen (onder andere Zuurdijksterpolder en Torringapolder) plaatsgevonden langs het Reitdiep en de zuidelijke oever van de Lauwerszee. Marten Aedsges Teenstra koopt in 1775 de boerderij Castor in Zuurdijk en maakt er een modelboerderij van. Zijn zoons Douwe Martens en Aedsge Martens bedijken in 1795 het Ruigezand en bouwen daar twee boerderijen. Het sluitstuk van vele indijkingen in dit gebied vindt in 1878 plaats door de afsluiting met de dijk in het Reitdiep tussen Nittershoek en Zoutkamp. In deze dijk worden ook zeesluizen aangelegd. Na de watersnoodramp, in 1953, is aangedrongen op een betere bescherming tegen de zee en als gevolg daarvan wordt in 1969 de Lauwerszee door middel van een dijk afgesloten van de Waddenzee. Zo ontstaat het Lauwersmeer. Het Lauwersmeergebied wordt meer en meer als uniek natuurgebied in toenemende mate ontdekt door natuurliefhebbers en watersporters en is een Nationaal Park (in oprichting).


Vervoer
In 1897 wordt de paardentram van Winsum via Wehe naar Ulrum in gebruik genomen. Hiervan staan tramremises in Wehe en Ulrum. Deze vorm van personenvervoer is beëindigd in 1922 als de tramlijn Winsum – Zoutkamp (via Eenrum, Wehe-den Hoorn, Leens en Ulrum) in gebruik wordt genomen. Het personenvervoer langs deze lijn is in 1940 opgeheven. Nadat langs deze lijn nog korte tijd goederenvervoer heeft plaatsgevonden worden in 1942 de tramrails opgebroken door de Duitsers om te worden gebruikt voor oorlogsdoeleinden. Alleen de voormalige stationsgebouwen van Leens, Ulrum en Zoutkamp bestaan nog maar hebben een andere functie gekregen [5].

 

Tammingaborg
Vroeger stond er bij het dorp een borg: de Tammingaborg [4]. Deze is in het begin van de 19e eeuw gesloopt. Alleen de naam van een boerderij in de buurt en een straat herinneren er nog aan: de Tammingaheerd en de Tammingastraat.

 

 

Huize 'Westerhorn, voormalig bezit van de heer Lindenberg te Hornhuizen.

Huize 'Westerhorn, voormalig bezit van de heer Lindenberg te Hornhuizen. Bron: Beeldbank Groningen, RHC GA . (Groninger Archieven).

 


Armenhuis Hornhuizen
Het voormalige armenhuis van Hornhuizen staat aan de Tammingastraat nr. 38 en is een Rijksmonument [6]. Dit werkhuis is door de Nederlands Hervormde kerk van Hornhuizen gebouwd in het derde kwart van de 19de eeuw in een Ambachtelijk-traditionele bouwtrant. Het pand is nu in gebruik als woonhuis. In de loop der tijd hebben enkele wijzigingen plaats gevonden aan het pand. De achtergevel (noord) is opnieuw opgemetseld, het dak is deels gerestaureerd aan de achterzijde, waarbij er drie dakramen in het dak zijn geplaatst. Tevens is het huis voorzien van nieuwe binnenmuren en van een aantal ventilatieroosters. Het pand ligt aan de doorgaande weg door het dorp, met de lange kant evenwijdig aan de weg.

 

We schrijven het jaar des Heren 1875 op het Hogeland. Een tijd van grote armoede. Werk is er nauwelijks. Het gros van de arbeiders (mannen, vrouwen en kinderen) werkten als dagloner in de landbouw. Zwaar (seizoens)werk voor weinig en vaak ook nog op prestatiebasis. De winters zijn streng en lang en luxe in wonen staat zeker niet hoog op de prioriteitenlijst. Het is al lastig genoeg om je gezin het hele jaar door te voeden en kleden. Midden in die harde werkelijkheid wordt als toonbeeld van barmhartigheid door de Nederlands Hervormde Kerk van Hornhuizen in dat jaar een sober werkhuis gebouwd. Niet meer dan wat muren, een dak en een vloer. Hier kunnen de allerarmsten in ieder geval onderdak en beschutting en werk vinden. Jaren is het een toevluchtsoord voor velen, maar op een gegeven moment raakt het pand geleidelijk aan in verval.

 

We schrijven anno 2020. Het voormalige armenhuis van Hornhuizen is inmiddels door de kerk verkocht, meerdere malen doorverkocht en in de recente jaren bestempeld tot rijksmonument. Vervolgens begin jaren '90 opgekocht door de huidige eigenaren en sindsdien op fraaie wijze gerenoveerd. Daarbij is het monumentale uiterlijk gerestaureerd en in stand gebleven. De fraaie, smeedijzeren boogramen geven het pand het markante uiterlijk. Diezelfde ramen zijn ook in de dorpskerk verwerkt, waarmee de eenheid tussen beide panden wordt geaccentueerd. Van de sobere en armoedige inrichting is echter niets meer te bespeuren. De woning is strak gemoderniseerd en voorzien van moderne kleurstellingen. De bovenverdieping is voorzien van een fraaie loopbrug, waardoor er contact met de benedenverdieping is en de benedenverdieping een zeer ruimtelijk karakter krijgt. Het geheel kent door de vele raampartijen een zeer licht karakter, wordt verwarmd door speksteenkachels en deels door vloerverwarming en doet zeer behaaglijk en comfortabel aan. Het geheel is gelegen op een ruim bemeten perceel van 470 m². Er is een leuke tuin aan de achterzijde en er is parkeergelegenheid op eigen terrein.

 

Indeling:

Begane grond:
Entree, meterkast, slaapkamer (ca. 20 m²), woonkamer (ca. 31 m²), woonkeuken (ca. 21 m²), moderne badkamer (ca. 8 m²) voorzien van een ligbad, wandcloset, vloerverwarming en vaste wastafel, bijkeuken (ca. 4 m²) met opstelplaats voor witgoed en geiser, achterhal (ca. 4 m²), toilet voorzien van een wandcloset en fonteintje, provisieruimte (ca. 6 m²).
Verdieping:
Slaapkamer (ca. 7 m²), een fraaie loopbrug, slaapkamer (ca. 8 m²)

In juli 2021 staat het complex te koop voor € 199.000 k.k. Het is eventueel samen te koop met het aangelegen perceel nr. 36.

 

 

Voormalig armenhuis te Hornhuizen, Tammingastraat 40. Foto: 1998, J.P. Koning, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Voormalig armenhuis te Hornhuizen, Bouwjaar 1870-1875. Tammingastraat 40. Foto: 1998, J.P. Koning, Rijksmonumentnr. 509494. Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International licentie.


Omschrijving
Eén bouwlaag hoog werkhuis op rechthoekige plattegrond, opgemetseld in rode baksteen en gedekt door een wolfdak met aankapping aan de achterzijde. Op het dak geglazuurde blauwe platte Friese pannen; aan achterzijde (noordzijde) oranje Hollandse pannen; op beide hoeknokken een gemetselde schoorsteen. Zuidgevel heeft een metalen bakgoot ondersteund door ijzeren beugels, westgevel een niet-originele bakgoot, oost- en noordgevel een metalen mastgoot. Aan de voorzijde (zuidzijde) bevindt zich een opgeklampte voordeur met halfrond bovenlicht; bovenlicht heeft spitsboogachtige roeden verdeling en wordt beëindigd door een rollaag van gele baksteen. Aan weerszijden van voordeur drie rondboogvensters met gietijzeren roeden en aan bovenzijde een rollaag van gele baksteen. Westgevel heeft eenzelfde rondboogvenster als voorgevel en een kleiner verticaal venster; keldervenster is dichtgemetseld; in topgevel vlechtwerk van baksteen. Oostgevel heeft eveneens eenzelfde rondboogvenster als voorgevel en een verticaal venster; in topgevel zoldervenster met houten luik en vlechtwerk van baksteen. Het interieur valt wegens wijzigingen buiten de bescherming van rijkswege [6].


Waardering
Werkhuis uit derde kwart van de 19de eeuw van algemeen cultuurhistorisch belang:
- als voorbeeld van een eenvoudig werkhuis uit de derde kwart van de 19de eeuw in de provincie Groningen
- vanwege de sobere vormgeving in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur
- vanwege de ligging aan de doorgaande weg in het dorp Hornhuizen [6]

 

Het armenhuis aan de Tammingastraat 38-40 heden.

 

 

Eendenkooi, 'Nieuw Onrust'
Adres: Westpolder 24. Nieuw Onrust is een eendenkooi bestaande uit een kooibos (1898), een kooiplas met vier vangpijpen met daaromheen een grondwal voor afscherming en beschutting. De vangpijpen zijn onder meer samengesteld uit een kooikolk, een vangbak met valluik en spiegel met overval, een weddeur en een langemat. Aan de zuidoostzijde van de kooi bevindt zich op de grens van het bouwland van boerderij ‘Nieuw Onrust’ een meidoornhaag, zodat de landarbeiders toentertijd niet hebben kunnen zien hoe groot de kooivangst is [6]. De eendenkooi is alleen onder toezicht te bezichtigen tijdens excursies en is niet toegankelijk voor rollators en rolstoelen. Ook is het niet toegankelijk voor honden. Het is één van de twee nog bestaande eendenkooien in de provincie Groningen.

Het ligt op de Westpolder bij Hornhuizen, daar neem je (tussen de nummers 22 en 24) de afslag naar het gebouw van de Waterschap Noorderzijlvest, waar ook geparkeerd kan worden. Fietsers moeten fietsknooppunt 11 volgen. Neem vantevoren contact op met het Groninger Landschap, tel. 050-3135901 of info@groningerlandschap.nl.

 


Waardering
Eendenkooi ‘Nieuw Onrust’ van algemeen cultuurhistorisch belang:
- als goed voorbeeld van een nog in gebruik zijnde kooi uit 1899
- vanwege de hoge mate van gaafheid
- vanwege de ruimtelijk-visuele relatie met en ligging ten noordoosten van de eendenkooi ‘de Westpolder’
- vanwege de vrij hoge mate van zeldzaamheid in de regio [6]

 

 

Kooikershuisje
Evenals de eendenkooi, staat het kooikerhuis aan de Westpolder nr. 24. Ook hierbij gaat het om een Rijksmonument. Omschrijving: Het kooikershuisje is gelegen in de eendenkooi. Het huisje dat met de achterzijde tegen de grondwal is aangezet, is opgetrokken in roodbruine baksteen, in de vorm van een korfboog. Aan de voorzijde bevindt zich een houten deur.


Waardering
Kooikershuisje van algemeen belang:
- vanwege de functionele relatie met de eendenkooi [6]

 

De Duiventil bij Hornhuizen dateert uit 1906 en staat aan de Ommelanderweg 18.

De Duiventil bij Hornhuizen dateert uit 1906 en staat aan de Ommelanderweg 18. Rijksmonument nr. 509446.

 

Ansichtkaart van het voormalige werkkamp in de Juliana Polder bij Hornhuizen. Foto: 1939.

 

Ansichtkaart van het voormalige werkkamp in de Juliana Polder bij Hornhuizen. Foto: 1939. Bron: Beeldbank Groningen, RHC GA (Groninger Archieven). Foto: Circa 1941.

 

 

Wongema

In Hornhuizen vinden we ook Wongema, 'A home at the end of the world', omdat Hornhuizen zo ver noordelijk ligt. Wongema is een werkplek voor denkers, makers en praters. In dit ‘huis aan het eind van de wereld’ kun je meerdere dagen of een dagdeel terecht. Wongema is gemaakt voor groepen werkers, maar heeft ook een zwak voor spijbelaars. Een weekend weg met vriendinnen? Familiedag? Kom maar op. En dan is Wongema ook nog een dorpscafé met een eigen programmering: muziek, film, eten, feest. Dat alles in het Groningse niets vlakbij de Waddenzee.


Wongema is gemaakt door makers. Ze weten daat wat je nodig hebt om van niets tot iets te komen. Hier kun je ongestoord aan het werk gaan. Dagvergadering of symposium? Op de begane grond zijn twee grote werkruimtes: het café en de studio. Er is een beamer, er zijn projectieschermen en er staat natuurlijk een ‘good old’ flipover voor je klaar. Voor wie het groots wil aanpakken: de kerk tegenover Wongema is ook beschikbaar. Een meerdaagse sessie? Wongema is ideaal voor groepen van 5 tot 20 slapers, maar als het nodig is kunnen er meer gasten logeren.

 

Er is gezocht naar een manier om verslag te doen van dingen die in en om Wongema gebeuren. Er is daarom gekozen voor radio. Niks leuker dan praten en luisteren. Onder het motto ‘alles is belangrijk’ halen ze de hele wereld voor de Wongemamicrofoon. Van een dorpsgenoot die gaat verhuizen tot jonge ontwerpers die bij Wongema aan het werk zijn. De aanstekelijke tune is gemaakt door Singer songwriter Tamar en (studio)muzikant Gijs van Veldhuizen. Bertien Minco uit het dorp en Erik Wong(ema) zijn de radiohosts. Wees welkom en spits je oren.

 

 

Open of dicht? In Wongema is altijd iets te doen. Naast een stille, besloten werkplek is het ook een bruisend dorpscafé met een eigen programma: dorpsfeest HENK, textielweekend Warm Nest, Aardappelfeest, en de eerste vrijdag van de maand wordt er gekookt voor wie zin heeft in lekker eten en goed gezelschap. Ook in de zomer- en wintervakantie is Wongema op deze manier open.

 

Wongema staat tegenover de kerk in het piepkleine dorp Hornhuizen. Naast het Lauwersmeer, aan de waddendijk. Vanaf de kerktoren zie je zelfs Schiermonnikoog liggen. Naast ruige natuur van meer en zee, zijn er akkers met aardappelen, graan en suikerbiet. Het land is vlak, het zicht is ver. Dit is waar Nederland ophoudt; en waar het begint.

 

'Werkplek, pension, dorpscafé, podium, productiehuis en, en, en... Wongema is veel. En in Wongema kan bijna alles. De profi-keuken, fijne kamers, heerlijke bedden, grote houtkachel en terras met uitzicht zijn er voor iedereen. Waar een klein dorp groot in kan zijn.......' [7].

 

 

Noten, bronnen en referenties:

Noten, bronnen en referenties:

1. Tabel: Bevolking; maandcijfers per gemeente en overige regionale indelingen, 1 januari 2020, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
2. Nieuwe Groninger Encyclopedie, 1999, dl. 2, p. 386. Vgl. W. de Vries, Groninger plaatsnamen, 1946, p. 66.
3. R. van Schaïk, in: Geschiedenis van Groningen, dl. 1, p. 190; W. Ehbrecht, Landesherrschaft und Klosterwesen im Ostfriesischen Fivelgo (970-1290), Münster 1974, p. 94-102.
4. Tammingaborg te Hornhuizen.
5. Dirkhuizinga.nl, Geschiedenis van het Hoogeland.
6. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0).
7. Wongema.nl.
8. Het Groningerlandschap.

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven).Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de Disclaimer voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 9 juli 2021.
Update: 13 juli 2021.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top