In 2012 en 2013 is de 19e eeuwse kerk wederom toe aan een grondige opknapbeurt. Om de kosten te drukken wordt besloten om niet te gaan graven, doch een en ander loopt niet als gepland. Een toevallige vondst leidt tot een sensationele ontdekking in de zomer van 2012.
Terwijl de steen geheel wordt vrij gelegd, komt er nog een zerk tevoorschijn met in het midden een schild dragende gehelmde leeuw en de kwartieren rondom worden door wezens die alleen in onze fantasie voorkomen. Vastgehouden. De randschrift is in gotische letters gebeiteld en vertelt ons dat de steen toebehoort aan Frouke Onsta, de echtgenote van Focco Ripperda en de schoondochter van Unico II. Zij is overleden in 1477.
Deze ontdekking roept bij mij herinneringen op aan een avontuurlijke speurtocht met Wiert Jakob Eelssema in 1967. Dat verhaal heb ik al aan het papier toevertrouwd in de biografie van Wiert. Terwijl men in de kerk gestaag vordert met het blootleggen van de zerken, komt men tot de ontdekking dat er nog veel meer grafzerken verborgen liggen onder lagen puin en zand. Het blijkt dat maar liefst 25 grafstenen worden aangetroffen die in twee rijen liggen en die deel hebben uitgemaakt van de oude middeleeuwse kerk die ooit op deze plek heeft gestaan en die in 1869 plaats heeft moeten maken voor een nieuw gebouw. De mooiste plekken in het middenpad zijn voor de Ripperda ’s geweest, terwijl de overige worden ingenomen door andere notabelen zoals kerkvoogden en predikanten. Ook de rekenmeester en de rijke kooplui van Farmsum zijn er begraven, als of niet samen met hun huisvrouw.
Hoe het komt dat men in 1869 niet meer aandacht heeft besteed aan deze zerken? Tegenwoordige springen we met archeologische en historische vondsten beter om dan in de 19e eeuw. In die tijd en ook daarvoor hebben dergelijke ‘schatten’ minder waarden dat in onze tijd. Gelukkig denken we er nu heel wat anders over en worden dergelijke vondsten met handschoenen aangepakt, schoongemaakt, (deels) gerestaureerd en bewaard voor de toekomst.
Men treft ook merkwaardige vondsten aan, zoals een vrij brede op de kop liggende grafsteen, bovenop een andere, uit 1597. De opschriften zijn nog goed te lezen en vertellen ons dat het hierbij gaat om het feit dat er in 1652 en 1669 opnieuw andere personen onder de zerk zijn begraven. De gebeitelde en bewapende wildeman op de zerk vertelt ons verder om welke personen het hier gaat. Dat is ook het geval van de brokstukken van een grafsteen uit 1628, waarbij het mogelijk gaat om een kapot geslagen zerk die mogelijk is stukgeslagen bij het aanbrengen van een zuil. Verder heeft men naast de dubbele rij grafstenen ook een plaat van rode Bentheimer zandsteen aangetroffen, daterend uit de 11e of de 12e eeuw. Het vormt echter niet meer één geheel en is waarschijnlijk een sarcofaagdeksel geweest met bovenaan twee ingebeitelde kruisjes, waaruit de conclusie getrokken kan worden dat deze steen mogelijk ook in gebruik is geweest als altaarsteen. Bij de Reformatie zijn dergelijk altaarstenen, naast de beelden, uit de kerken verwijderd; in dit geval is er een in de vloer terechtgekomen.
Bij het onderzoek heeft men nauwkeurig de bodem in kaart gebracht en daarbij is naar voren gekomen dat de vloer door de jaren heen telkens is verhoogd na verzakkingen. Deze verzakkingen hebben ook te maken met de graven die zijn ingezakt. In de verschillende lagen zijn behalve puin van kloostermoppen ook skeletdelen en zand aangetroffen. De zerken hebben ooit het middenpad van de kerk gevormd. Daarboven zijn telkens andere personen begraven waarvoor de Heer van Farmsum zijn toestemming heeft gegeven. Volgens historische stukken zijn er ook personen elders in de kerk begraven, waaronder een dominee. De laatste begrafenis in de kerk heeft plaats gevonden in 1824, daarna mocht er niet meer in de kerk begraven worden. Rond 16 april 2013 zijn de Middeleeuwse zerken overgebracht naar Veendam, waar ze zullen worden gerestaureerd door steenhouwer Tonkes. De zerken zijn minutieus ingepakt en vervoerd per vrachtwagen. De zwaarste zerk is die van Frouke Onsta en weegt maar liefst 1400 kilo. De zandstenen zerken van Unico II Ripperda (1474) en Hayo Ripperda (1504) blijven in de kerk en zijn te teer om vervoerd te worden.
De hele operatie gaat € 125.000 kosten. Via subsidies van de PKN, de gemeente Delfzijl (€ 10.000), de provincie en particulieren is er €68.000 opgehaald. De kerkgemeenschap zit echter nog met een restant van € 57.000, wat een flinke financiële last betekent. Meer informatie over de oude en de nieuwere zerken in de kerk van Farmsum is te vinden in de kwartaaluitgave van april 2013 van de Stichting Oude Groninger Kerken, met artikelen van Justin E.A. Kroezen (De middeleeuwse kerk van Farmsum. Eerste hallenkerk van de Ommelanden?); Ko Lening (De vondsten van Farmsum), Redmer Alma (Drie zerken van de familie Ripperda) en Egge Knol (Coert Knol en de jongere zerken in Farmsum). Voetnoten, bronnen, literatuur:
Afkortingen: GDW > ‘Groninger Gedenkwaardigheden’, A. Pathuis, 1977. Opmerking: Mogelijk komt er nog een vervolgt op deze drie artikels over de kerk van Farmsum. Er wordt daarin dan nader ingegaan op de verschillende grafzerken die gevonden zijn in de kerk. 2. Verder werk ik sinds eind jaren zestig aan de genealogie van de Ripperda’s. Deze is vrij uitgebreid. Ik hoop binnen niet al te lange tijd de volledige genealogie in kaart te hebben gebracht.
|