Willem Albert Scholten (1819-1892)
Willem Albert Scholten (1837). 'Ter herinnering aan mijn vijfentwintigjarig bestaan als fabrikant in de provincie Groningen.

Grootindustrieel Willem Albert Scholten
Willem Albert Scholten, geboren op 6 oktober 1819 in het Gelderse Loenen en overleden op 1 mei 1892, is een Groninger industrieel geweest. Hij wordt beschouwd als 's werelds eerste landbouw-industrieel door het stichten van zo'n 24 fabrieken, in binnen- en buitenland, op het gebied van aardappelmeel, aardappel-moutwijn, strokarton, suiker en turfstrooisel. Hij bouwt zelfs een fabriek in de Oekraïne.


Dat gaat in het begin niet altijd even makkelijk. Na enkele mislukte pogingen om een goed renderende onderneming op te bouwen sticht hij een aardappelmeelfabriek in Foxhol. Deze fabriek betrekt schoon water uit het Foxholstermeer. Aanvankelijk wordt de fabriek aangedreven door een groot aantal paarden. Na aansporing van zijn schoonvader, die hem ook geld hiervoor leent, vervangt hij de paarden door een stoommachine. Deze investering staat aan de basis van het succes van zijn onderneming. Hij bouwt fabrieken in onder meer Duitsland, Polen en Rusland en zijn onderneming wordt tegenwoordig beschouwd als de eerste Nederlandse multinational. Zijn concern is verreweg de grootste ooit van Nederland geweest.

 

 

Scholten is ook bekend geworden door de Koninklijke Scholten-Honig. Koninklijke Scholten-Honig (KSH) is de naam van een voedingsmiddelen- en zetmeelconcern dat heeft bestaan van 1965 tot 1978.
Het concern is ontstaan uit een fusie van Honig (tarwe- en maiszetmeelfabrieken en voedingsmiddelenfabrieken in Koog aan de Zaan en Nijmegen) met het Scholten-concern (onder andere in Nederland aardappelmeelfabrieken te Foxhol, Gasselternijveen, Ter Apelkanaal en Veendam).

De fusie heeft geleid tot ruzies in de top, waar frictie tussen de Honig- en de Scholten-kant ontstaat. Ondertussen wordt Duyvis overgenomen in 1969. Chemische fabriek Servo te Delden wordt verkocht in 1970. In 1973 volgt een deelname in de supermarktketen Coop, de fabriek van R. Buisman te Zwartsluis, producent van gebrande suiker (koffiestroop), en de bakkerijproductenfabrikant Varopa volgen in hetzelfde jaar. In 1974 wordt nog de aardappelmeelfabriek "Inter Nos" te De Krim ingelijfd. Ook vinden er gesprekken met Avebe plaats om tot nauwere samenwerking te komen. Deze leiden niet tot resultaat aangezien men bij Avebe geen vertrouwen in KSH heeft. In 1972 werken er bij KSH 3.300 mensen in Nederland en 1.800 in het buitenland.


Het gaat echter in neerwaartse lijn, onder meer door gerommel in de top en door een te sterke diversificatie. In 1978 gaat het concern failliet. Er zijn nog bedrijfsbezettingen te Foxhol en Koog aan de Zaan om verlies van werkgelegenheid te voorkomen.


Uiteindelijk gaan in Nederland de Scholten-fabrieken over naar het concern Avebe, de voedingsmiddelenfabrieken te Nijmegen en Koog aan de Zaan gaan naar CSM, tarwezetmeelfabriek Honig-Nijmegen naar Wessanen en de stijfselfabriek van Honig te Koog aan de Zaan komt uiteindelijk in handen van het Belgische zetmeelconcern Amylum.
Willem Albert Scholten is verder mededirecteur en grootaandeelhouder van de ´Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij´, de latere Holland-Amerika Lijn. Een van de te bouwen schepen laat de toch wel ijdele Scholten naar zichzelf vernoemen: de W.A. Scholten (1874-1887), een stoom-zeilschip met 3 masten. Het schip, dat 2400 ton lading kan vervoeren heeft 50 cabines en ruimte voor 600 passagiers. Helaas zinkt het schip in 1887 na een aanvaring. Geen nood de Holland-Amerika Lijn heeft vele tientallen schepen laten bouwen.

 

De fabriek in Folhol.
Middenvoor het hoofdkantoor van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij´,
de latere Holland-Amerika Lijn met een aantal van hun schepen.


In zuid-oost Drenthe koopt Scholten grote veengebieden aan. Een van de dorpen in dit gebied, Klazienaveen, laat hij vernoemen naar zijn vrouw Klaaszien Sluis, een dochter van een welgestelde Groninger graanhandelaar. Zij brengt geld en inzicht mee in hun huwelijk. In de provincie bezit Willem Albert Scholten ook een groot aantal boerderijen. Bij zijn gouden jubileum als fabrikant, tevens zijn zeventigste verjaardag, schenkt hij de stad Groningen een kinderziekenhuis.

 

Veel monumentale bouwwerken in en om Groningen herinneren nog steeds aan de fabrikantenfamilie Scholten. De tuinkoepel in barokstijl, ontworpen door de architect J. Maris, dat zich bevindt tussen het viaduct aan de Hereweg en spoorbaan, de Villa Gelria (nu een kantoor) aan de Hereweg, het restaurant de Paalkoepel aan het Paterswoldsemeer en de sluis, die het Paterswoldsemeer verbindt met het Noord-Willemskanaal zijn hier voorbeelden van.

 

Het Scholtenhuis aan de Grote Markt is er niet meer. Het is bij de bevrijding verwoest, maar leeft voort in de herinnering van velen, die de oorlog bewust hebben meegemaakt. In WOII is dit het centrum van de Duitse Sicherheitsdienst, een verhaal op zich.
In 1882 besluit Scholten, dat er een graf moet komen in overeenstemming met zijn positie. Het wordt een monument, dat maar liefst 27 grafplaatsen beslaat. Scholten wil het echter nog groter, maar de 45 (andere bronnen spreken van 55) plaatsen die hij in gedachte heeft, worden hem niet toegestaan.

 

Het familiegraf op de Zuiderbegraafplaats in Groningen.


Wie de Zuiderbegraafplaats in Groningen passeert of de gelegenheid neemt deze begraafplaats te bezoeken, wordt onmiddellijk naar het grafmonument van de familie Scholten geleid. Het torent hoog boven alle andere monumenten uit.
Willem Albert Scholten overlijdt na drie belangrijke onderscheidingen. Hij is ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw, ridder van het Legioen van Eer van Frankrijk en ridder in de orde van St. Stanislaus van Rusland.

 


Zijn gezin


Willem Albert vestigt zich rond 1841 in Foxhol en trouwt op 18 september 1847 in Groningen met Klaassien (Klaziena) Sluis, een dochter van commissionair in granen, Jan Everts Sluis en Sophia Marrink. Zijn enige zoon Jan Evert Scholten, geboren op 11 juni 1849 te Foxhol en overleden in 1918, wordt meestal kortweg Johan genoemd en heeft door zijn vele zakelijke, culturele en architectonische initiatieven een groot stempel gedrukt op de stad en de provincie Groningen. Jan Evert trouwt op 9 juli 1870 te Groningen met Geessien Mulder, de achttienjarige dochter van de houthandelaar Berend Pieters Mulder en Grietje Rummerink. Het gezin verhuist in 1862 naar Groningen, waar zij aan de zuidzijde van de Grote Markt gaan wonen. In 1881 betrekken ze het door hem gebouwde pand, het Scholtenshuis, aan de oostzijde van de Grote Markt. Hij laat hiervoor de drie door hem gekochte panden afbreken.

 


Jan Evert Scholten (1849-1918) en zijn gezin


Jan Evert erft van zijn vader bij zijn overlijden in 1892 een fortuin en behoort in die tijd tot de meest vermogende mannen in Nederland. Hij breidt de industriële en zakelijke activiteiten van zijn vader verder uit en richt een turfkarton- en een suikerfabriek op. In Groningen is hij zeer actief op het gebied van maatschappelijk werk. Zo is hij samen met J.A. Mulock Houwer betrokken bij de aanleg van het Stadspark dat wordt aangelegd op een stuk grond dat door hem wordt geschonken. Uit eerbetoon wordt van hem in 1931 een monument in het Stadspark geplaatst. Ook in Helpman is een monument aan hem gewijd, bestaande uit een bank van natuursteen.


Ook is hij een van de initiatiefnemers en oprichters van de Grunneger Sproak. Door de vele zakelijke, culturele én architectonische initiatieven drukt Jan Evert een grote stempel op de stad en de provincie Groningen. Derhalve staat hij ook prominent op het beroemde schilderij van Otte Eerelman, ‘De Paardenkeuring op de Grote Markt’.


Jan Evert is mede oprichter en voorzitter van de ‘Cooperatieve verlichtingsfabriek Helpman’ geweest (zie het aandeel hiervan uit 1905 met zijn handtekening) en voorzitter van de ‘Vereeniging Watersport Paterswolde’ (zie het aandeel hiervan met zijn handtekening uit 1913). Ook neemt hij het initiatief voor de oprichting van de HBS in Veendam. Hij woont 's zomers aan de Heereweg in Helpman in de prachtige villa Gelria en bouwt aan het Paterswoldse Meer een  fraai theehuis ‘De Paalkoepel’ dat jaren geleden schitterend is gerenoveerd en in gebruik is genomen als horecagelegenheid.

 

Villa Gelria
Villa Gelria.

 


Op de veengronden, door zijn vader aangekocht wordt door hem ‘De N.V. Turfstrooiselfabriek en Veenderij Klazienaveen’ geëxploiteerd. Daarnaast zet hij zich in voor de bevordering van de landbouw en de veeteelt in de provincie Groningen en ook politiek laat hij zich horen. Hij is van 1879 tot 1882 lid van de gemeenteraad van de stad en van 1886 tot 1892 lid van de Provinciale Staten en van 1904 tot 1910 lid van de Eerste Kamer.


Jan Evert Scholten en Geessien Mulder hebben drie zoons: Johan Bernhard (1882-1966) en Willem Albert II en Johan Evert. Johan Bernard sterft in 1966 is ongehuwd gebleven en laat een legaat na van acht miljoen gulden om het J.B. Scholtenfonds op te richten, waaruit vele culturele en wetenschappelijke activiteiten kunnen worden bekostigd. Uit dit fonds worden later ook de kosten betaald van het reusachtige grafmonument van de familie op de Zuiderbegraafplaats. Hij is o.a. eigenaar van de boerderij die wordt gepacht door dhr. Hiemstra, die veel over de familie Scholten heeft kunnen vertellen, waardoor er veel verhalen zijn overgeleverd.


Verder telt het gezin twee dochters. Cato Johanna wordt geboren op 21 maart 1877. Zij trouwt op 15 november 1897 in Groningen met de advocaat procureur Hermannus Ellens Oving, een zoon van Jan Hermannus Hoving, juwelier en Petronella Plantinga. Cato Johanna overlijdt 3 augustus 1953 te Groningen. Zij is 76 jaar geworden.

 

De tweede dochter is Margrietha Sophia Jantina wordt geboren op 27 juni 1872. Ze overlijdt te Haren op 86-jarige leeftijd. Ze is waarschijnlijk nooit getrouwd geweest.

 

Een derde zoon, Johan Evert overlijdt 30 augustus 1875 te Helpman. Hij is slechts twee maanden oud geworden.
Jan Evert Scholten zelf overlijdt 7 september 1918 op 69-jarige leeftijd te Den Haag. Geesien bereikt een hoge leeftijd. Ze overlijdt op 13 april 1944 te Haren op 92-jarige leeftijd.

 

Willem Albert II wordt geboren op 4 april 1871 en trouwt 10 januari 1900 te Groningen Rutgerdina Adolphine de Grave, een dochter van de fabrikant Eerhardus de Grave en Jantje Bruine. Een jaar later, wordt Willem Albert III geboren. Op 24-jarige leeftijd huwt hij 26 oktober 1925 te Groningen Erika Annelouise Augusta van der Goot, geboren te Groningen en dochter van Sijne Jacob van der Goot en Mina Julie Alma Becker. Vijf jaar later, op 6 maart 1930 overlijdt Erika. Ze is dan nog maar 28 jaar oud.

 

Op 8 juli 1903 wordt hun tweede zoon geboren, Jan Evert. Hij sterft twee jaar later. Ze krijgen ook nog een dochter Jannie (Jenny Geziena Margaretha Johanna, 5 oktober 1909). Zij trouwt in 1931 Anton Korteweg, geboren in Den Haag, een zoon van Simon Kornelis Korteweg en Cornelis Slis. Daarvóór wordt er een  zoon geboren, Harry (Eerhardus, Adolf, Herman, geboren 12 april 1908). De laatste verblijft in de oorlog in Zwitserland waar hij dubbel afstudeert, zowel als arts en  als chemicus, maar hij heeft nooit een eigen praktijk uitgeoefend. Wel is hij in de jaren 1970 werkzaam in de toen omstreden Bloemenhove abortuskliniek. Hij heeft ca. 50% van de aandelen in Scholten Foxhol en tekent als commissaris nog in 1970 de aandelen hiervan, waarvan de eerder genoemde Hiemstra er een in bezit heeft.

 

Willem Albert II krijgt na het overlijden van zijn vader na 1918 de leiding over het Scholten-concern, maar na 1939 zijn dat anderen die de leiding overnemen. Hij overlijdt  op 10 april 1932 op 61-jarige leeftijd te Groningen.

 

 


Meer lezen Meer lezen: Foto’s. Alle verzamelde foto’s worden bij NdV ondergebracht in een afzonderlijk album met beschrijving: ‘De familie Willem Albert Scholten’.

 

 


Bronnen en literatuur:


01. Groninger Archieven (alle geboorte-, huwelijks- en overlijdensdata, alsmede leeftijden).
02. Ekhart, J., "Van Groningen tot Oekraïne; verslag van een speurtocht naar de tien buitenlandse fabrieken van Willem Albert Scholten". Bedum: Egbert Forsten & Profiel, 1999 (ISBN 90 76781 01 X).
03. Knaap, D.A., 'Voor geld is altijd wel een plaats te vinden; De firma W.A. Scholten (1841-1892)'.
04. Winkler Prins, A., "Willem Albert Scholten. Herinneringen uit het leven van een industrieel". Groningen: J.B. Wolters, 1892.
05. Wikipedia.

 

 


 

Deze pagina maakt deel uit van de site www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten

voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.

 

 

 

Hoogeveen, 24 juli 2012.
Revisie: 14 juni 2017.
Update: 6 oktober 2020.
Verhaal: © Harm Hillinga.

 

Menu Artikels. Homepage