Soldaten van weleer.

Militieregisters
‘Militieregisters’ is een overkoepelende term voor de administratie van dienstplichtige mannen. In Nederland wordt in 1811 de dienstplicht, die ook conscriptie wordt genoemd, ingevoerd. Vóór de Franse overheersing bestaat het leger enkel uit vreemdelingen, landlopers en avonturiers. In 1814 wordt bepaald dat op iedere 100 inwoners één militielid moet worden aangewezen. Op 27 februari 1815 wordt de eerste Militiewet van kracht. Deze wordt twee jaar later vervangen door de wet voor oprichting van de Nationale Militie.

 

Het archief van de meeste gemeentes herbergt bijzondere stukken  voor stamboomonderzoekers en andere belangstellenden. Zo heeft de gemeente Hoogeveen op een van de computers in de studiezaal  het bestand van de Nationale Militie van de gemeente Hoogeveen van 1814 tot 1923 staan. Daarin staan de gegevens van zo'n 13.000 Hoogeveense jongemannen, die op 19-jarige leeftijd zijn ingeschreven voor het leger. Zoals we verderop zullen zien zijn de gegevens nu ook op een andere wijze beschikbaar voor onderzoek.

 

    Inschrijfregister
    Het vervolg van dit artikel beschrijft de wijze, waarop het in het begin van de 19e eeuw gangbaar is geweest wat betreft de inschrijvingen voor het leger. In het jaar waarin de jongeman 19 is geworden, moet hij zich in die tijd melden bij de gemeente waar hij is geboren om zich in te laten schrijven in het inschrijfregister. In dit register worden de volgende gegevens van jongemannen opgenomen:
     

    * naam, geboortedatum
    * plaats van geboorte
    * beroep
    * namen van hun ouders of voogd
    * maten en signalement (uiterlijk)
    * medische conditie
    * dienstplicht



In de kolom ‘Aanmerkingen’ wordt in veel gevallen informatie vermeld aangaande o.a. vrijstelling, stamboeknummer, nummer verwisselaar, plaatsvervanger.

 

Inschrijving en loting
De loting voor de Nationale Militie verloopt in die tijd volgens een nauwgezet administratief systeem. In de meeste gevallen zijn er daarom meerdere registers terug te vinden: een inschrijvingsregister, twee alfabetische naamlijsten en twee lotingsregisters.

 

  • Inschrijvingsregister - Elke man die dat jaar zijn 19e levensjaar zal ingaan, moet zich in januari inschrijven in de woongemeente van zijn ouders. De inschrijvingsregisters worden opgesteld op volgorde van binnenkomst. 
  • Alfabetische naamlijst - Vervolgens worden de inschrijvingen op alfabetische volgorde gezet. De alfabetische lijsten worden in tweevoud gemaakt en gecontroleerd: één exemplaar gaat na loting terug naar de gemeente en één gaat naar de militiecommissaris (provincie). 
  • Lotingsregister - De militiecommissaris van een kanton zorgt voor een publiekelijke loting. Het lotingsregister wordt in tweevoud opgesteld, op volgorde van lotnummer. Een hoog lotnummer betekent meer kans op vrijstelling. Na loting wordt het lotnummer ingevuld in het inschrijvingsregister en op de alfabetische naamlijst. Vervolgens gaan de lotingsregisters naar de Militieraad, die redenen tot vrijstelling beoordeelt en de gegevens in het register aanvult. De militiecommissaris levert alle registers (lotingsregister en alfabetische naamlijst) in bij de Commissaris van de Koningin; het tweede exemplaar van het lotingsregister gaat terug naar de gemeente.

 

Loten voor de militie.
Loting
De lotingsregisters verschillen soms van elkaar. Dat komt vooral door de wijze van loting. Bij elke loting wordt het aantal nummers afgestemd op het aantal ingeschrevenen. In eerste instantie moet iedere loteling zelf een lotnummer trekken en bepaalt hij zo zelf zijn lot. Dit is echter een tijdrovende methode geweest, waarbij ook fouten gemaakt zijn. In 1928 wordt een ander lotingsysteem ingevoerd, waarbij niet iedere ingeschrevene afzonderlijk een lot moet trekken, maar slechts één lotnummer wordt getrokken. Dit nummer wordt gekoppeld aan het nummer van het inschrijvingsregister. De overige lotingsnummers worden vervolgens op volgorde van inschrijving toegekend.

Omdat er met vrijwilligers alleen niet aan de norm voldaan kan worden, bestaat de Nationale Militie vanaf dat moment naast de vrijwilligers, uit ingelote dienstplichtigen. Voor de loting moet iedere mannelijke inwoner die dat jaar zijn 19e levensjaar zal bereiken zich inschrijven in de woonplaats van zijn ouders. Een provincie wordt daarvoor ingedeeld in militiedistricten van circa 100.000 inwoners, die vervolgens worden ingedeeld in ieder tien kantons. Er wordt vervolgens geloot per kanton.


Remplacanten
De vroegere militiewet maakt het mogelijk om de dienstplicht af te kopen door voor een plaatsvervanger te betalen. In de meeste welgestelde families komen de zonen dan ook niet onder de wapenen, hetgeen als groot nadeel wordt beschouwd. Men meent dat daardoor 'de beste en meest bruikbare elementen' niet in de krijgsmacht worden opgenomen. Plaatsvervangers, vaak remplacanten genoemd, zijn zogenaamde 'nummerverwisselaars', d.w.z. jonge mannen die het hoge voor het lage nummer inwisselen, of 'vrijwilligers'. Dit zijn gezonde, goedgekeurde mannen onder de 40 jaar, die mogelijk al hun dienstplicht hebben vervuld en die de dienstplicht van een gemeentelid tegen betaling overnemen. Voor veel jonge mannen is deze remplacantenregeling een mogelijkheid om een klein kapitaaltje te verkrijgen, omdat huisvesting, voeding en kleding in het leger gratis worden verstrekt. Dit is de reden dat het remplacantenstelsel zich lang heeft weten te handhaven. De regeling wordt echter in 1898 afgeschaft en vervangen door de persoonlijke dienstplicht.


Vrijstelling
Wie ingeloot wordt, kan eerst proberen vrijstelling te krijgen. Bijvoorbeeld omdat hij te klein is (kleiner dan 1,55 meter), een lichamelijk gebrek heeft, dat een of meerdere broers al in dienst zijn (van een gezin met een even aantal zoons moet de helft in dienst, van een oneven aantal het kleinere deel), of dat hij bijvoorbeeld theologie studeert. In de meeste gevallen wordt hij een jaar vrijgesteld en moet hij zich het volgende jaar opnieuw aanmelden. Dit tot een maximum van vijf tot zeven jaren, evenredig aan hoe lang de dienstplicht op dat moment duurt. Dit verklaart ook waarom een persoon soms in meerdere militieregisters van verschillende jaargangen te vinden is. Deze persoon moet dan op herhaling komen.

 

Soldaten van weleer.

De Franse tijd
In 1795 vallen de Franse troepen van Napoleon de Republiek der Verenigde Nederlanden binnen en wordt de Bataafse Republiek opgericht. Als in 1806 Napoleons' broer Lodewijk Napoleon koning van Nederland wordt, wordt het Koninkrijk Holland gevormd. Napoleon voert o.a. de dienstplicht in, de zogenaamde conscriptie van 1811. Jongemannen van 20 jaar kunnen worden ingeloot voor de dienst. Tussen 1810 en 1813 zitten veel jongemannen in het leger van Napoleon. In de archieven treffen we meestal wel een aantal jongemannen aan die in het Franse leger gaan om te vechten in diverse landen van Europa. Daarvan zijn niet veel teruggekeerd... Als Napoleon in 1813 verdreven wordt, wordt het Koninkrijk der Nederlanden opgericht door Koning Willem I. De voorbereidingen van deze nieuwe staat worden verricht door het driemanschap, bestaande uit Van Limburg Stirum, Van Hoogendorp en Van der Duyn van Maasdam. Dan wordt wet op de nationale militie in 1814 ingevoerd. Grotendeels worden de bepalingen overgenomen van de conscriptie van Napoleon. Zo ontstaat in 1814 de Nationale Militie.

 

Dienstplichtwet
In 1922 wordt de Dienstplichtwet ingesteld en is de Nationale Militie als zodanig verleden tijd. De registratie van jongemannen voor de dienstplicht gaat echter gewoon door en er zijn dan ook militieregisters tot en met het jaar 1941 te vinden. Uit privacy-overwegingen worden niet alle scans van deze registers op dit moment vrijgegeven. Als richtlijn voor openbaarmaking wordt honderd jaar na geboorte aangehouden.

 

Begrippenlijst

Belangrijkste begrippen die in de militieregisters voor kunnen komen:

 

  • Broederdienst: bij een even aantal broers in één gezin moet de helft in dienst, bij een oneven aantal het kleinere deel; als je dus al een broer in dienst hebt, kun je vrijstelling krijgen
  • Conscriptie: verplichte militaire dienst
  • Finaal vrij: is vrijgesteld van dienstplicht en hoeft zich nooit meer aan te melden
  • Gedesigneerd: is ingelijfd
  • Gepasporteerd: heeft aan de dienstplicht voldaan
  • Militiecommissaris: degene die aan het hoofd van een kanton staat en verantwoordelijk is voor de loting
  • Militieraad: orgaan dat de verzoeken tot vrijstelling beoordeelt
  • Nalatige: iemand die na de vastgestelde termijn alsnog voor de dienstplicht is aangemeld (de nalatigen zijn vaak in een apart katern ingeschreven)
  • Nummerverwisselaar: een vrijgelote dienstplichtige met een nummer hoger dan het aantal aan het district opgelegde miliciens, kan de plaats innemen van een ingelote dienstplichtige
  • Onbekend (bij geboorteplaats): een vondeling, die zich voor de dienstplicht aanmeldt
  • Remplaçant: iemand die de plek van een ingelote tegen betaling inneemt; omdat de betaling van een gewone soldaat vele malen lager ligt, meldt steeds minder mensen zich vrijwillig aan en wordt het remplaçantenstelsel in 1898 afgeschaft

Ziekten en gebreken
In 1862 wordt een reglement opgesteld met de ziekten of gebreken die ongeschikt maken voor de krijgsdienst te land of te water. In de lotingsregisters vanaf 1863 is daarvoor een aparte kolom: 'Zoo vrijstelling wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken is verleend, nummer, waaronder de ziekte of het gebrek in het reglement op het geneeskundig onderzoek voorkomt.' Vóór 1863 is deze kolom dus niet in de registers aanwezig. Het nummer in deze kolom correspondeert met een ziekte uit het reglement. De genummerde lijst is hier in te zien.


De militieregisters op internet
Sinds donderdag 3 november 2011 staan militieregisters ook op internet. Ze zijn te vinden via de link www.militieregisters.nl.  Op de site is ook een lijst te vinden van deelnemende gemeentes en archieven. Een aantal gegevens, zoals naam, geb. datum en plaats, zijn zonder meer door te bladeren, meer wil je meer dan ben je bv. een zogenaamde dagpas nodig die € 25,- kost. Voor het downloaden moet per scan een downloadtarief  betaald worden. Voor het ‘bekijken’ van een scan betaal je € 0.40 en voor ‘bekijken’ én downloaden € 0,50. Houd er ook rekening mee dat er tevens transactiekosten in rekening worden gebracht van € 2,50 per keer. Het bedrag is te betalen met een creditkaard of via Ideal. Als je meerdere scans wilt hebben, kun je beter een tegoed kopen, dat onbeperkt geldig is. Bovendien kun je in dat geval direct vanuit het zoeksysteem kopen en bekijken. Op het moment van dit schrijven werkt het inloggen en betalen prima, maar soms kan het nog wel eens mis gaan en krijg je een foutmelding. Een uutje later nogeens proberen en dat gaat het meestal wel goed. Er is dus nog werk aan de winkel van www.militieregister.nl.....

De website werkt overigens alleen met met Microsoft Internet Explorer 8 of hoger, Firefox 3.6 of hoger, Google Chrome en Safari.  Google Chrome kan zonder problemen naast je huidige Microsoft Internet Explorer worden geïnstalleerd. Het lijkt er overigens op dat voor het opvragen van gegevens uit archieven e.d. voor bv. stamboomonderzoek steeds meer geld wordt gevraagd.

Op de website zijn momenteel de militieregisters van 16 Nederlandse archieven op naam te doorzoeken. Dit dankzij vele vrijwilligers, die in het project ‘Vele handen maken licht werk.Open archieven door crowdsourcing’ de aangeboden scans van doorzoekbare data voorzien. Iedereen kan meehelpen om scans toegankelijk te maken op www.velehanden.nl. Wekelijks worden nieuwe data toegevoegd aan de database van de militieregisters. Je zult dus iedere week meer voorouders kunnen terugvinden via deze website. Op het moment van dit schrijven heb ik geconstateerd dat er nog heel veel moet gebeuren en dat nog lang niet alle gegevens op internet zijn verwerkt. Op 4 jan. 2012 heb ik eens gekeken welke Hillinga’s ik er kan vinden. Tot mijn teleurstelling zijn dat er nog maar drie: Gerardus Wilhelmus Hillinga (10-09-1906), Jan Detmer Hillinga (25-11-1904) en Jan Jans Hillinga (20-03-1845), allen te Amsterdam. Alle drie de personen zijn mij onbekend en behoren ogenschijnlijk niet tot ‘mijn’ familie. De namen Hillenga en Hilgenga staan er in het geheel nog niet op. Verder zoekend naar namen binnen de NazatenDeVries, kom ik slechts alleen een Jan Gernaat (23-0-1917) tegen uit Nieuweschans. Of deze Jan Gernaat familie is van neef Jacob is tot dusverre onbekend.

 

 

Meer lezen. Meer lezen: Ziektes en gebreken inzake Militie.

Meer lezen... Meer lezen: Voorbeelden uit de Militieregisters.

 

 

Bronnen:

1. De Nationale Militie Hoogeveen 1814 – 1823, Jan Pol

2. www.militieregisters.nl


 

 

Dit artikel maakt deel uit van de site www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best foutenvoorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.

 

 

Hoogeveen, 13 jan. 2012
© Harm Hillinga.

Menu Genealogie.
Top