De oorspronkelijke tekst is van ©Piet Borghardt, borghardt@hetnet.nl
Het levensverhaal van Geert Huising en Pietertje Thedinga
Dit verhaal is in principe geschreven voor de nakomelingen van Geert Huising, zoon van Jan Huising Meijering (ca1846-1915) en Jantien Zwiers (1843-1927), geboren 28 januari 1883 te Emmen (Westenesch), overleden op 68-jarige leeftijd, 27 mei 1951 te Nieuw Weerdinge, gemeente Emmen en Pietertje Thedinga, dochter van Berend Thedinga (1842-1902) en Jantje Heckman (1844-1933), geboren 8 mei 1879 te Vriescheloo, gemeente Bellingwolde, overleden 4 januari 1976 te Emmen. Het huwelijk tussen Geert en Pietertje vindt plaats op 15 mei 1902 te Emmen.
Ze krijgen 11 kinderen: 1. Jan, geb. te Emmen op 11 aug 1902, ovl. (54 jaar oud) te Emmen/Nieuw Weerdinge op 9 feb 1957..
Over hun namen Geert en Pietertje De voornaam ‘Geert’ is een tweestammige Germaanse naam met de betekenis ‘sterk als een speer’ en ‘hard’, ‘sterk’ en ‘stevig’. Het is ook de naam van een heilige (Gerhard) [1] [2].
De voorouders van Pietertje komen mogelijk voort uit de Wezer-Friezen, omdat Thedinga een typisch Fries geslacht is. Het geslacht komt ook voor als Tyadena als bij het Benediktiner dubbelklooster Nüttermoor, dat in 1283 is gesticht, een abt met die naam wordt genoemd. De voornaam ‘Pietertje komt oorspronkelijk uit de naam Petrus (één van de twaalf apostelen) en betekent ‘petra’, rots, als symboom van vastheid en betrouwbaarheid [1].
Geert en Pietertje We gaan terug in de tijd, Emmen 125 jaar geleden. Een mooi Drents dorp met rietgedekte boerderijen , de baanderdeuren naar de zanderige wegen gericht en de kerk, zoals het hoort, in het midden. We lopen vanaf de kerk richting Noordbarge, de Wilhelminalaan door, destijds heet het ‘De Grint’.
Er zijn nog geen auto’s, wel paard en wagens en links naast de weg liggen de tramrails. Weldra zien we aan de linkerkant een molen. Daarnaast woont mulder Huising met zijn gezin. De jongste is Geert Huising, geboren in het buurtschap Westenesch in het jaar 1883. Een deel van Westernesch heeft tegenwoordig een beschermd dorpsgezicht en we vinden daar hunebed D44, gelegen op een boerenerf. De familie verhuist op het eind van de 19e eeuw naar Emmen. Als we de wandeling nu maken, is er is veel veranderd, maar als je goed oplet zie je nog de molenstomp.
In het jaar 1899, Geert is 16 jaar en krijgen ze nieuwe buren, familie Berend Thedinga en Jantje Heckman uit Vriescheloo bij Bellingwolde. Ze vestigen zich als smidsbedrijf, inclusief rijwielhandel. Het is een groot gezin, ook met oudere kinderen. Daartoe behoort ook een meisje van 20, die Pietertje heet.
Het is wat geworden tussen die twee; ze krijgen ‘dikke verkering’. Op 15 mei 1902 stappen ze in de trouwkoets, gevolgd door een rij van koetsen en huifkarren met familie en vrienden op weg naar het gemeentehuis en vervolgens naar de Grote Kerk; hun huwelijk wordt gesloten. Geert is dan 19 jaar en Pietertje is 23 jaar. Geert wordt bij zijn huwelijk net als zijn vader molenaar genoemd.
Huwelijksacte van Geert en Pietertje
Vijf jaar later is er weer feest bij de buren Huising-Thedinga. De 8 jaar oudere broer van Geert, Mans trouwt met Geessien, de 6 jaar oudere zus van Pietertje, een dubbel huwelijksfeest.
Weerdinge In hun huwelijksacte lezen we dat het beroep van Geert molenaar is. Vermoedelijk geldt dat nog niet vóór het moment van trouwen. Er is dan namelijk geen molen meer, in vlammen opgegaan in 1900. In een apart verhaal over molens komen we daar op terug. Als hun eerste kind, Jan, geboren wordt, wonen ze in Noordbarge en vader Geert heeft als beroep koopman. Bij de aangifte van de volgende twee kinderen wordt het beroep van winkelier genoteerd. We kunnen aannemen dat hij handelt in granen. Pas in 1908 als het 4e kind Jantiena Zwaantina geboren wordt, lezen we in de acte ‘molenaar’. Het jonge gezin heeft Emmen verlaten en zijn verhuisd naar Weerdinge. Daar betrekken zij de Weerdinger molen. Ook deze molen is afgebrand in 1909. Een jaar later als de molen opnieuw is opgebouwd, wordt het eigendom van Geert en Pietertje, vermoedelijk een cadeautje van de ouders van Jan. De molen staat er nog. Prachtig gelegen aan de rand van de Hondsrug. Vermoedelijk is het aan die ligging te danken, dat de molen die later in verval raakt, niet is afgebroken. Het draagt nu de naam ‘De Hondsrug’. Advies, kijk ook naar het noordoosten waar in de verte en in de diepte de veenkolonie Nieuw Weerdinge ligt, een nieuw dorp genoemd naar het oud-Drentse Weerdinge.
Geert en Pietertje in Nieuw Weerdinge
Langs de belangrijkste kanalen worden huizen gebouwd en zo ontstaat langs het belangrijkste kanaal het dorp, vroeger ook Weerdingermond geheten. Een mond is een hoofdkanaal. De kanalen dwars op het Weerdingerkanaal worden Kruisdiep genoemd. Vanuit het Oosten: 1e, 2e en 3e Kruisdiep. Op Google Earth kun je goed zien hoe de veenkolonie is geformeerd. Bij het 125-jarig bestaan van het dorp is een gedenkboek uitgegeven (zie hieronder:
Geert en Pietertje vinden een woning in het midden van de lange veenkolonie aan de zuidzijde van het hoofdkanaal. Het ‘oale huuske’ wordt het later genoemd. Naast het huis staat een schuur en daarin stond de molen! De maalstoel met daarin de liggende onderste (de ligger) en daarop de draaiende bovenste steen (de loper) wordt aangedreven door een stoommachine. Voor ons is dat wel even een afknapper. We willen blij en vrolijk draaiende molens zien, maar destijds is het een hele stap vooruit geweest. Zeker voor een familie die afkomstig is uit de behoudende Drentse gemeenschap. Belangrijkste voordeel: altijd energie, niet meer afhankelijk zijn van windkracht en daardoor ook verbeterde werkomstandigheden, aangezien de molenaar na een periode van windstilte niet meer genoodzaakt is om dag en nacht door te werken.
Wonen bij het 2e Kruisdiep Wanneer de familie precies is verhuisd naar Nieuw Weerdinge is moeilijk te zeggen. Het wordt ongetwijfeld vermeld in de gemeentelijke archieven van Drenthe. In elk geval wonen ze als dochter Alida wordt geboren op 15 april 1914 al in Nieuw Weerdinge. Januari 1916 wordt molenaar en koopman Geert Huising failliet verklaard. Het lukt hem niet zijn schuldeisers te betalen, al het geld is op de een of ander manier verdwenen. De procedure is in oktober 1917 afgerond. Het molenbedrijf komt op naam van Jan, de oudste zoon. Dat gaat niet zomaar, Jan, geboren in 1902, is volgens de wet nog net te jong om zelfstandig een zaak te mogen laten draaien. Gelukkig besluit het kantongerecht te Emmen op 2 augustus 1922 tot zg. 'handlichting', inzake de rechten van meerderjarigheid, zodat zoon Jan verder kan op de molen.
Zoon Jan Huising Zoon Jan op trouwt op 10 december 1930 te Dinxperlo met de 26-jarige onderwijzeres Gezina (Sien) Frouwina van Petegem, geboren op 16 april 1904 te Musselkanaal, dochter van dominee Jan Willem van Petegem (1876-1928) [3] en Alberdina Meijer (1877-1959). Jan en Sien krijgen drie kinderen.
In 1942 koopt hij het bedrijf van zijn ouders. Om dit rond te krijgen heeft hij fl. 4.000 nodig, een bedrag dat hij kan lenen van zijn oom Piet Bos, die met Zwaantje Huising getrouwd is.
Jan overlijdt op 54-jarige leeftijd op 9 februari 1957. Hij is tot aan zijn dood korenmolenaar geweest. Gezina overlijdt op 29 juli 1973 te Nieuw Weerdinge en wordt begraven op de algemene begraafplaats aldaar.
Geert en Pietertje verhuizen naar het Vledderdiep Geert en Pietertje Huising hebben inmiddels Nieuw Weerdinge verlaten en betrekken met hun gezin een boerderij in de streek die al voor de ontginning 'De Vledders' heet een de Vledderdiep WZ 70, bij het bruggetje. De verhuizing gaat per praam, een open schuit, getrokken door een paard. Het is niet ver, een kleine kilometer noordwaarts.
Op de pachtboerderij werken vader Geert en, verdeeld over verschillende perioden, de zonen en dochters. In de jaren 50 van de vorige eeuw trekken zoon Mans en diens vrouw Hillie bij Geert en Pietertje in. Er wordt een gemengd bedrijf uitgeoefend, d.w.z. dat er landbouwproducten als rogge, suikerbieten en aardappelen verbouwd worden en tevens zijn er koeien.
Na de oorlog begint de grote uittocht, de ene zoon na de andere emigreert met hun gezin naar Canada. Wie nu de boerderij in de Vledders wil bekijken, komt teleurgesteld terug. Deze is totaal verdwenen, zelfs de plek waar hij gestaan moet hebben, is onvindbaar. Mogelijk is het een goed plan om nog een keer vanaf het Weerdingerkanaal langs ‘Jolinks-wiekje’ naar de Vledders te wandelen, dan moet je er precies op uitkomen.
Nadat Geert in 1951 overleden is, vertrekt Pietertje uit de Vledders en verhuist voor enige jaren later naar Amsterdam, waar ze bij haar schoonzus Zwaantje gaat wonen, in de Roerstraat.
Daarna trekt ze in bij verschillende dochters; het langst verblijft ze bij Flip en Aaltje in de Tonckensstraat te Emmen. Uit de vele brieven die bewaard zijn gebleven, weten we, hoe dat er goede band is geweest tussen Moeke en haar kinderen.
De laatste jaren van haarleven verblijft ze in het bejaardenhuis De Holdert in Emmen. Zij sterft op 4 januari 1976, 96 jaar oud. De rouwdienst wordt gehouden op de Wolfsbergen te Emmen. Ze wordt begraven bij haar man Geert in Nieuw Weerdinge.
Gerelateerde artikelen: Generatie 2: Het levensverhaal van Het levensverhaal van Jan Huising van Meijering en Jantien Zwiers Generatie 3: Het levensverhaal van Geert Huising van Meijering en Aaltien Reinders
|