Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Auke Jans
Auke Jans.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Gerrit Jans
Gerrit Jans, geb. in 1733, ged. te Midwolda [Gr]1 op zondag 18 jan 17331,1, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) in 17931.

tr. (resp. ongeveer 26 en 22 jaar oud) te Nieuw Beerta1 op zondag 20 mei 17591,1
met

Hilke Rijkes, dr. van Rijko Engelkens en Grietje Wildriks, geb. te Nieuw Beerta op zondag 13 jan 1737, ovl. (minstens 55 jaar oud) na 1793.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anje*1763 Nieuw Beerta †1819 Borgsweer [Gr] 56
Hilke~1774 Nieuw Beerta    
Jan     
Rijko     
Grietje     



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Eppe Claesens
Eppe Claesens1, geb. te Siddeburen [Gr], Landbouwer op de Gommelborg onder Farmsum. 1.

tr. in 1721
met

Hindrikje Harms1, dr. van Harmen Jans en Hyckjen Hendriks, geb. te Farmsum [Gr].

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
IJjke*1732  †1768  36
Harm~1737 Farmsum [Gr]    
IJkje*1728 Farmsum [Gr]    
Trijnje*1722 Farmsum [Gr]    
Aaltje*1735 Farmsum [Gr]    
Tietje*1740 Farmsum [Gr]    



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Hindrikje Harms
Hindrikje Harms1, geb. te Farmsum [Gr].

tr. in 1721
met

Eppe Claesens1, zn. van Claes Cornelis en Trijnje Jacobs, geb. te Siddeburen [Gr], Landbouwer op de Gommelborg onder Farmsum. 1.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
IJjke*1732  †1768  36
Harm~1737 Farmsum [Gr]    
IJkje*1728 Farmsum [Gr]    
Trijnje*1722 Farmsum [Gr]    
Aaltje*1735 Farmsum [Gr]    
Tietje*1740 Farmsum [Gr]    



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Claes Cornelis
Claes Cornelis.

tr.
met

Trijnje Jacobs.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eppe Siddeburen [Gr]    


Trijnje Jacobs
Trijnje Jacobs.

tr.
met

Claes Cornelis.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eppe Siddeburen [Gr]    


Harm Eppes
Harm Eppes1, ged. te Farmsum [Gr]1 op zondag 1 dec 17371,1.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


IJkje Eppes
IJkje Eppes1, geb. te Farmsum [Gr] op zondag 4 apr 1728, ged. 1,1,1.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Trijnje Eppes
Trijnje Eppes1, geb. te Farmsum [Gr] op zondag 9 aug 1722, ged. 1,1,1.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Aaltje Eppes
Aaltje Eppes, geb. te Farmsum [Gr] op vrijdag 8 apr 1735, ged. 1,1,1.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Tietje Eppes
Tietje Eppes1, geb. te Farmsum [Gr] op zondag 21 aug 1740, ged. 1,1,1.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Harmen Jans
Harmen Jans.

tr.
met

Hyckjen Hendriks.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hindrikje Farmsum [Gr]    


Hyckjen Hendriks
Hyckjen Hendriks.

tr.
met

Harmen Jans.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hindrikje Farmsum [Gr]    


Herarld III van Haithabu
 
Herarld III Ook: Harald Klak, Klakk-Haraldr, Hararld III van Haithabu1,2, geb. in 7872,2, ged. RK te Mainz [Deu] in 826, 1,2, koning te Hedeby [Dnk] van 812 tot 814,
Koning te Rüstringen [Dui] van 813 tot 819,
Rüstringen of Rustringen was een oud Fries gouw dat lag tussen het hedendaagse district Friesland en de rivier de Wezer in het tegenwoordige Nedersaksen. Tegenwoordig resteert nog maar een deel van het oorspronkelijke gebied, met name het schiereiland Butjadingen. Het grootste deel van het historische Rüstringen is in de Middeleeuwen door meerdere stormvloeden verloren gegaan en lag waar nu de Jadeboezem ligt.
wordt verdreven als koning in 814, hij wordt gedood tijdens de strijd te Walcheren [Ze] in 844, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) te Walcheren [Ze] in 8442,2.



Aantekeningen bij Herarld III van Haithabu.
Na de dood van de Deense koning Hemingr (Hemmingus) in 812 breken er binnenlandse twisten uit in Denemarken. In deze strijd sneuvelen de beide troonpretendenten Sigurğr (Sigifridus), nepos (1) van de vroegere koning Guğröğr (Godofridus of Gotricus) en Óli (Anulo). Twee broers van Óli, Haraldr (Herioldus) en Ragnfröğr (Reginfridus) maken zich vervolgens meester van de Deense troon (2). Na een opstand in Vestfold in zuid Noorwegen te hebben bestreden worden Haraldr en Ragnfröğr in 813 verslagen door de zonen van de vroegere koning Guğröğr en vluchten naar het rijk van Karel de Grote. Het jaar daarvoor hadden de broers al een vredesverdrag met de keizer gesloten, waarna hun door de Franken gegijzelde broer Hemingr (niet te verwarren met de in 812 overleden koning) werd vrijgelaten (3).
De afkomst van Haraldr is onzeker. Als de genoemde broer Hemingr dezelfde is die in een bericht uit 837 'zoon van Halfdanr' genoemd wordt, zou hij de vader van Haraldr geweest kunnen zijn (4). Dit is misschien dezelfde Halfdanr die in 807 een vredesmissie leidde naar Karel de Grote (5). Haraldr zal nog diverse malen een comeback in de Deense politieke arena maken. In de Deense historiografie kreeg hij daarom spottend de bijnaam 'Klakk-Haraldr ', Harald the comeback-kid (6).
In 814 hergroeperen de verjaagde broers hun aanhangers en doen een mislukte poging om Denemarken te heroveren (7). Ragnfröğr komt hierbij om en Klakk-Haraldr moet opnieuw naar het Frankische rijk vluchten (8). De komst van Klakk-Haraldr is een buitenkans voor de pas aangetreden Frankische keizer Lodewijk de Vrome. Denemarken is voor de Franken een potentieel expansiegebied en dergelijke troebelen bieden kansen op een hegemonie in het noorden. De keizer neemt Haraldr daarom graag op als vazal, of zoals de hoffunctionaris Astronomus het formuleert: Haraldr geeft zich volgens Frankisch gebruik in handen van Lodewijk (9). Vervolgens krijgt Haraldr "volgens oud Frankisch gebruik" een paard en wapens (10). Ook zou hij land hebben gekregen, maar waarschijnlijk wordt deze ceremonie met die van de doop van Haraldr, 12 jaar later, verward, waarbij hij beleend wordt met het Oostfriese graafschap Riustringen (11).
Klakk-Haraldr treedt in de jaren daarna inderdaad op als vazal van Lodewijk de Vrome en dient hem door samen met onder meer enige Saksische graven op bevel van de keizer zuid Jutland aan te vallen. Maar de zonen van Guğröğr pasten de tactiek uit 810 van hun vader toe en ontweken een open veldslag (12). Met militaire steun van de keizer kan Haraldr zich in 819 in Denemarken, waarschijnlijk het zuiden van Jutland (tegenwoordig Sleeswijk), als medekoning naast twee zonen van Guğröğr vestigen. Twee andere zonen moeten de wijk nemen (13). Lodewijks steun aan Haraldr was een beproefde methode om de Frankische invloedsfeer uit te breiden. De Deense gebieden zouden zelfs al zijn toegevoegd aan het Frankische rijk (14). De keizer maakt bovendien van de gelegenheid gebruik om Ebo, in 816 tot bisschop van Reims gewijd, op 'verkenning' naar Denemarken te sturen (15). Ebo was samen met Lodewijk aan het hof opgegroeid en had 'vaak Denen in het keizerlijk paleis gezien' (16). In de eerste plaats zal Ebo mogelijkheden voor een kerkelijk-politieke binding met het Frankische rijk, zoals het stichten van een missiecentrum, hebben onderzocht. Daarnaast zal hij de verrichtingen van Haraldr en zijn medekoningen nauw in de gaten hebben gehouden. Ebo's activiteiten krijgen een officieel tintje als hij door de keizer naar Rome wordt gestuurd. Hij ontvangt van paus Paschalis I in 822 een speciale missie om in de noordelijke gebieden te prediken, waarna hij naar Denemarken terugkeert (17).
Het botert niet erg tussen Klakk-Haraldr en zijn Deense medekoningen, want in 822 sturen beide partijen gezanten naar de rijksdag in Frankfort. De koningen beklagen zich over elkaar bij de keizer; deze probeert de zaak tevergeefs te sussen (18). Het jaar daarop wordt Haraldr voor de derde keer uit Denemarken verdreven (19). Door de dreiging van zijn Deense medekoningen moet Haraldr nogmaals voor hulp bij Lodewijk aankloppen. Maar de keizer aarzelt om hulp te bieden, hij richt zich in zijn expansiepolitiek nu liever op de zittende koningen en doet wat regeringen nu nog steeds doen als ze liever geen actie willen ondernemen: hij benoemt een onderzoekscommissie. De keizer laat de zaak onderzoeken door de graven Theothari en Hruodmund. Deze moeten en passant de keizer ook inlichten over de situatie in Denemarken in het algemeen. Ze keren terug, vergezeld van Ebo (20). Deze weet de Guğröğr-zonen te bewegen tot - een labiele - vrede met Haraldr en de Frankische keizer (21). Bovendien laat Haraldr zich overhalen om zich te laten dopen. Hij had al die jaren steeds niet toegegeven aan de wens van Lodewijk om zich te bekeren tot het christendom, maar nu de keizer aanstuurt op een verbond met zijn Deense rivalen kiest hij eieren voor zijn geld. Volgens Rimbert, de biograaf van Anskar, laat Haraldr zich 'door bemiddeling van anderen' overhalen. Ermoldus weet te melden dat de in Denemarken verblijvende Ebo hierin een belangrijke rol heeft gespeeld. De bisschop, gestuurd door Lodewijk, had geprobeerd Haraldr te bekeren. Deze laatste was bereid zich tot het christendom te wenden en zijn oude goden vaarwel te zeggen als Christus (en de keizer!) aan zijn wensen tegemoet zou komen. Verheugd brengt Ebo het nieuws aan Lodewijk en het gevolg is dat Haraldr met familie en uitgebreid gevolg en vele schepen met rijke lading en paarden in 826 de Rijn opvaart naar het paleis van Lodewijk te Ingelheim (22). Ermoldus legt Haraldr de volgende woorden in de mond: 'God zond zijn zoon naar ons midden uit wiens gewonde zij zich een stroom bloed verspreidde zodat al onze zonden wegspoelden' (23). We mogen aannemen dat de interesse van Haraldr meer uitging naar macht in dit leven dan naar eeuwige (christelijke) zielenheil. Deze vrome woordenvloed lijkt dan ook eerder een pennenvrucht van Ermoldus. In pracht en praal worden de Denen in de Sint-Albanuskathedraal in het nabij gelegen Mainz gedoopt (24). Lodewijk ontvangt Haraldr wanneer deze het doopbassin verlaat met een wit doopgewaad. Hetzelfde doet keizerin Judith met de vrouw van Haraldr en de zoon van de keizer Lotharius met de zoon van Haraldr. Na het uitwisselen van cadeaus wordt de mis gecelebreerd. Ermoldus spreekt van "kinderen" van Haraldr, maar noemt alleen - en niet bij naam - een zoon. We kennen de zoon van Haraldr: Guğröğr (Godefridus). Ook de overige Denen worden gedoopt. Daarna wordt er aangezeten aan een feestelijke maaltijd in het paleis van de keizer. De volgende morgen gaat het gezelschap op jacht op een eiland in de Rijn. Bij het afscheid blijft naast een zoon van Haraldr ook nog een nepos achter in Frankische dienst (25). We kennen twee neven van Klakk-Haraldr: de later veelvuldig in de Lage Landen opererende Hrœrekr (Roricus) en Haraldr junior.
*.
Klakk-Haraldr keert naar Denemarken, waarschijnlijk zuid Jutland, terug. Deze keer blijft Ebo achter wegens ziekte en geeft de keizer Haraldr de jonge monnik Anskar mee. Voordat deze bij de Denen inscheept drukt Lodewijk hem nog op het hart er vooral op te letten dat Haraldr en zijn metgezellen niet terugvallen in hun oude geloof (26). Zoals gemeld krijgt Haraldr bij zijn doop het Oostfriese graafschap Riustringen (27). Deze mark aan de linkeroever van de Jademonding dient alleen maar als vluchtoord voor Haraldr, mocht het misgaan in Denemarken (28). Dat gebeurt al het jaar daarop: in 827 wordt hij, als Frankische vazal niet erg populair in Denemarken, door zijn heidense medekoningen verdreven (29). Mogelijk had hij zich ook de vijandigheid van de bevolking op de hals gehaald die hem beschouwde als renegaat, door zijn pogingen het christelijke geloof te introduceren. Saxo Grammaticus schrijft hierover: Haraldr bouwt een kerk in Sleeswijk, hij ontheiligt en vernietigt de heidense altaren en verbiedt de aanbidding ervan (30). Bovendien wordt in Hedeby (Haithabu) een school opgericht (31). Door Ebo en later Anskar, in zijn rijk toe te laten heeft Klakk-Haraldr inderdaad, gewild of ongewild, een belangrijke rol gespeeld in de kerstening van (een deel van) Denemarken. Lodewijk zorgt ervoor dat Haraldr vanaf zijn doop door geestelijken wordt omringd. Als Anskar een missiereis naar Zweden onderneemt, wordt broeder Gislemar bij Haraldr gestationeerd (32). Volgens Saxo verjaagt Ragnarr zijn tegenstander Haraldr voor de laatste maal en herstelt de heidense gebruiken. Saxo verloochent zijn Zeelandse afkomst niet en geeft de Jutlander Haraldr nog een trap na: 'Deze illustere invoerder van het heilige (geloof) bleek er een infame verwaarlozer van te zijn' (33).
Het is niet uit te sluiten dat de belening aan Haraldr van Riustringen was opgezet door de keizer. Deze wist, na zijn besprekingen met Hárekr (Horich), één van de Guğröğr-zonen, wel op voorhand, dat Haraldr uit Denemarken verdreven zou worden (34). Hij wilde de kool en de geit sparen, zo heet het bij Astronomus. Maar in feite laat de keizer slechts enige Saksische graven een bemiddelingspoging ondernemen en biedt hij zijn vazal verder geen hulp meer (35). Haraldr voelt zich in de steek gelaten en wordt ongeduldig. Het jaar daarop doet hij een weinig geslaagde aanval op Denemarken - hij kon slechts enige landgoederen in brand steken en wat buit wegvoeren -, zonder Lodewijk in te lichten en zeker zonder diens toestemming. Deze was nota bene met de Denen in gesprek om het gesloten vredesverdrag te ratificeren en een oplossing te zoeken voor hun problemen met Haraldr (36). Door de onbezonnen actie van Haraldr wordt een Deense tegenaanval uitgelokt. Er worden een paar Frankische versterkingen aangevallen en geplunderd. Zo wordt een moeizaam behaalde vrede tussen de Denen en Lodewijk tenietgedaan. Toch weet de keizer in 831 vrede met Hárekr te sluiten (37). Hiermee zijn de kansen voor Haraldr helemaal verkeken. De vrede is voorlopig weergekeerd in de noordelijke streken en kort daarop wordt het bisdom Hamburg gesticht (38). Het wordt stil rond Klakk-Haraldr. Pas veel later vernemen we nog dat hij meerdere jaren eervol tussen de Franken heeft gewoond (39). In de Annalen van Fulda wordt een Haraldr genoemd, die voor zijn heer koning Hárekr naar het rijk van koning Lodewijk vluchtte. 'Toen Herioldus zich gedurende meerdere jaren eervol onder de Franken had opgehouden, werd hij tenslotte door de leiders van de noordelijke streken en de bewakers van de Deense mark verdacht van een lichtzinnig geloof en potentieel verraad, en is daarom door hen gedood' besluiten deze annalen (40). Daaruit kunnen we opmaken dat hier de dood van Klakk-Haraldr wordt gemeld. Het was immers deze Deen, die door zijn medekoningen werd verdreven naar Lodewijk de Vrome, die hem beleende met Riustringen, de noordelijke mark.
*.
Noten.
(1) In het algemeen lijken de bronnen een (jongere) bloedverwant aan te duiden. Veelal wordt aantoonbaar een neef (oomzegger) bedoeld.
(2) ARF 812, (Annales Regni Francorum): zie Scholz (1992), 94.
(3) ARF 813, 96.
(4) AF 837, (Annales Fuldenses): zie Rau (1975), 22.
(5) Poeta Saxo, zie Pertz (1826), 263.
(6) Bijvoorbeeld bij Petrus Olaus en Cornelius Hamsfortius (Olaus, Hamsfortius, 1772).
(7) ARF 814, 97-99.
(8) De laat elfde-eeuwse Adam van Bremen heeft een andere lezing: Haraldr verjoeg zijn broer Ragnfröğr spoedig na zijn troonsbestijging. Deze laatste begon een piratenbestaan (Tschan, 1959, 20).
(9) Astronomus, zie Tremp (1995), 356.
(10) Ermoldus, zie Faral (1964), 188.
(11) ARF 826, 119.
(12) ARF 815, 99; Astronomus, 358-360 en 370; ARF 817, 102.
(13) ARF 819, 106; ARF 821, 110.
(14) Ermoldus, 188.
(15) Ermoldus, 144 e.v.
(16) Vita Anskarii: zie Robinson (1921), c. 13.
(17) ARF 823, 114; Vita Anskarii, c.13.
(18) ARF 822, 112.
(19) ARF 823, 114; Vita Anskarii, c. 7.
(20) ARF 823, 114.
(21) ARF 825, 118; ARF 826, 119.
(22) Ermoldus, 154-156; ARF 826, 119; AX 826 (Annales Xantenses): zie Simson (1909), 7; Vita Anskarii, c. 7; Theganus, 220.
(23) Ermoldus, 169.
(24) ARF 826, 119; Astronomus, 432.
(25) Ermoldus, 190.
(26) Vita Anskarii, c. 7.
(27) ARF 826, 119.
(28) Ermoldus, 190-191; Vita Anskarii, c. 7; Astronomus, 432.
(29) ARF 827, 122.
(30) Saxo Grammaticus: zie Olrik & Raeder (1931), boek 9, 261.
(31) Vita Anskarii, c.31.
(32) Vita Anskarii, c.10.
(33) Saxo Grammaticus, boek 9, 261.
(34) Astronomus, 432.
(35) Astronomus, 446; ARF 823, 114.
(36) ARF 828, 123; Astronomus, 446.
(37) AB 831, (Annales Bertiniani): zie Rau (1958), 14.
(38) Lappenberg, (1842), 9.
(39) AF 852.
(40) AF 852.
*.
Referenties.
- Faral, E, Ermold le Noir: Poème sur Louis le Pieux et épitres au roi Pépin (Parijs 1964).
- Henstra, D.J, The Evolution of the Money Standard in medieval Frisia (Groningen 2000).
- Lappenberg, J.M. (ed.), Hamburgisches Urkundenbuch I (Hamburg 1842).
- Olrik, J. en Ræder, H. (Ed.), Saxonis Gesta Danorum (Kopenhagen 1931).
- Pertz, G.H. (ed.), Poeta Saxonis annalium de gestis Caroli Magni imperatoris Libri quinque a. 771-814, Monumenta Germaniae Historica Scriptores 1 (Hannover 1826).
- Rau, R, Annales Bertiniani, Quellen zur karolingischen Reichsgeschichte II (Darmstadt 1958), 11-287.
- Rau, R, Annales Fuldenses, Quellen zur karolingischen Reichsgeschichte III (Darmstadt 1960), 19-177.
- Robinson, C.H, Rimbert, Life of Anskar, the apostle of the north, 801-865, translated from the Vita Anskarii by Bishop Rimbert his fellow missionary and successor (Londen 1921).
- Scholz, B.W, Carolingian Chronicles: Royal Frankish Annals and Nithard's Histories (Michigan 1992).
Simson, B. von, Annales Xantenses, Monumenta Germaniae Historica Scriptores Rerum Germanicarum in usum scholarum 12 (Hannover 1909).
- Tremp, E, Thegan, Die Taten Kaiser Ludwigs; Astronomer, Das Leben Kaiser Ludwigs (Hannover 1995).
- Tschan, F.J, Adam of Bremen, History of the archbishops of Hamburg-Bremen (New York 1959).

  • Vader:
    Halfdan II van Haithabu1, zn. van Harald I van Haithabu en Imhild van Saksen, geb. circa 765, 1, koning te Hedeby [Dnk], hij valt in de strijd te Walcheren [Ze] in 810, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) te Walcheren [Ze] in 810, tr.
 

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Godfried II*827  †885 Spijk 58
Guğröğr (Godefridus)     



Bronnen:
1.Noormannen in de Lage Landen, Boek op A4 formaat, Luit van der Tuuk, Kok Omnibook, A4, ISBN nummer: 9789059773530, Kampen
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen

Dossier:


Haijo Heeres Klap
Haijo Heeres Klap1, geb. in 1680 Geert is zijn tweelingbroer1, ged. te Westerlee [Gr]1 op donderdag 15 feb 16801,1, Schoenmaker 1.

tr. (resp. ongeveer 26 en ongeveer 21 jaar oud) te Scheemda [Gr] op donderdag 1 apr 1706
met

Aucke Nannes1, dr. van Nanno Eltjes en Rixte Eltjes, geb. in 1685, ged. te Eexta [Gr]1 op donderdag 22 nov 16851,1.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ayke Hayes*1716 Meeden [Gr] †1808 Scheemda [Gr] 91
Antje Hayes~1719 Meeden [Gr]    
Heere Hayes~1707 Meeden [Gr]    



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Aucke Nannes
Aucke Nannes1, geb. in 1685, ged. te Eexta [Gr]1 op donderdag 22 nov 16851,1.

tr. (resp. ongeveer 21 en ongeveer 26 jaar oud) te Scheemda [Gr] op donderdag 1 apr 1706
met

Haijo Heeres Klap1, zn. van Heero Geerts Klap Hij komt ook voor als Heere Geerts en Anneke Hayes, geb. in 1680 Geert is zijn tweelingbroer1, ged. te Westerlee [Gr]1 op donderdag 15 feb 16801,1, Schoenmaker 1.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ayke Hayes*1716 Meeden [Gr] †1808 Scheemda [Gr] 91
Antje Hayes~1719 Meeden [Gr]    
Heere Hayes~1707 Meeden [Gr]    



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Heero Geerts Klap
Heero Geerts Klap1 Hij komt ook voor als Heere Geerts.

tr.
met

Anneke Hayes1.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Haijo Heeres*1680 Westerlee [Gr]    
Geert Heeres~1679 Westerlee [Gr]    
Imke Heeres~1676 Westerlee [Gr]    
Elisabeth Heeres~1677 Westerlee [Gr]    
Geert Heeres*1680 Westerlee [Gr]    



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Anneke Hayes
Anneke Hayes1.

tr.
met

Heero Geerts Klap1 Hij komt ook voor als Heere Geerts.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Haijo Heeres*1680 Westerlee [Gr]    
Geert Heeres~1679 Westerlee [Gr]    
Imke Heeres~1676 Westerlee [Gr]    
Elisabeth Heeres~1677 Westerlee [Gr]    
Geert Heeres*1680 Westerlee [Gr]    



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Geert Heeres Klap
Geert Heeres Klap, ged. te Westerlee [Gr]1 op donderdag 23 feb 16791,1.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008


Imke Heeres Klap
Imke Heeres Klap, ged. te Westerlee [Gr]1 op donderdag 16 jul 16761,1.



Bronnen:
1.Stamboom van Swijgman en Feiken(S), maandag 31 mrt 2008
')}