De vlag van de Ommelanden. Bron: Wikipedia.

De Ommelanden
De Ommelanden is in feite de oude naam voor de gebieden in de huidige Nederlandse provincie Groningen die buiten de stad Groningen liggen.

 

Zoals de vlag en het wapen al doen denken, zijn zij van oorsprong Fries. De vlag van de Ommelanden is echter niet afgeleid van die van de huidige provincie Friesland, die dateert uit de 19e eeuw. De kleuren komen al voor in de eerste versie van het wapen van de Ommelander uit het jaar 1579 en zijn ontleend aan het (gefingeerde) wapen van het koninkrijk Friesland, zoals dat in middeleeuwse wapenboeken voorkomt. De symbolen op de vlag van de Ommelanden zijn dezelfde als de Friese, Scandinavische en Duitse waterleliebladen, Pompeblêdden of Seeblätter, maar worden in Groningen doorgaans als harten aangeduid.


De naam Ommelanden
De naam Ommelanden wordt voor het eerst vermeld in een akte van 26 september 1386, waarbij enkele Oosterlauwerse landschappen en de stad Groningen een verbond tegen de hoofdeling Onno Onsta sluiten. Daarbij wordt gesproken over de stad Groningen ‘mitten ghemenen Ummelanden’. In een Latijnse akte van 30 juni 1338 wordt al gesproken van ‘terrae circumjacentes’ ('omliggende landen') (1). Meestal wordt aangenomen dat met 'Ommelanden' de gebieden om de stad Groningen worden bedoeld. De anti-stadgroningse Johan Rengers van Ten Post (jr.) heeft echter beweerd rond 1600 dat de term 'Ommelanden' slaat op de Friese Zeelanden; de gebieden 'om de zee' en 'om de Eems' aan de buitenzijde en 'om de Fivel' en 'om de Hunze' aan de binnenzijde.
De term Ommelanden verwijst naar een aantal (van oorsprong Friese) plattelandsdistricten of landschappen rond de stad Groningen. In de 16e eeuw worden vijf Ommelanden onderscheiden. Het Ommelander grootzegel van 1579 toont de wapens van de landschappen Hunsingo, Fivelingo, Humsterland, Langewold en Vredewold.
In de 14e en 15e eeuw worden ook Achtkarspelen, Oldambt, Reiderland en Westerwolde tot de Ommelanden gerekend. Dit terwijl Westerwolde nooit een Fries karakter heeft gehad. Het Gorecht behoort in die tijd daarentegen tot de Groningse stadsgebied en wordt dan ook door de stad bestuurd.

 

De stad en 'Ommelanden' omstreeks 1500. Bron: Wikipedia.

 

Als de Ommelanden in 1594 toetreden tot het gewest Stad en Lande maakt men een indeling in drie kwartieren, namelijk Hunsingo, Fivelingo en het Westerkwartier.

 

Het onderdistrict Middag, dat vanouds tot Hunsingo wordt gerekend, maar aan de overzijde van het Reitdiep logt, wordt ook bij het Westerkwartier gevoegd. Het Oldambt tracht tevergeefs als een vierde kwartier aansluiting te krijgen bij de drie overige kwartieren van de Ommelanden. De inwoners moeten er zich echter bij neerleggen dat de Staten Generaal het gezag over dit gebied toewijst aan de stad Groningen. Dat geldt ook voor het Gorecht en Westerwolde. De indeling in drie kwartieren wordt door de staatsrechtelijke hervormingen van 1798 beëindigd. De vlag van de Ommelanden verwijst echter nog altijd naar de drie historische deelgebieden met in totaal elf onderkwartieren.

 

In de Middeleeuwen
Tot in de 14e eeuw zijn de Ommelanden grotendeels Friestalig, terwijl de meeste bewoners van de stad Groningen en de inwoners van het Gorecht en Westerwolde Nedersaksisch of Nederduits spreken. Na 1350 maakt de Friese taal echter plaats voor het Nederduits dat in Groningen en in de overige Hanzesteden wordt gesproken. Toch blijven de Friese woorden en de Friese tongval nog eeuwenlang in het nieuwe Groningse dialect merkbaar.

 

De Ommelanden worden voor een groot deel bestuurd door de ‘landadel’, in Groningen ook wel hoofdelingen genoemd, en door de abten van de kloosters. Zij zijn verantwoordelijk geweest voor de rechtspraak en de openbare orde. Het klooster van Aduard is daarbij een van de grootste grondbezitters in de Ommelanden geweest, maar ook de overige kloosters hebben veel invloed gekend. Alleen in randgebieden als het Langewold, Vredewold, Duurswold, het Oldambt en Westerwolde heeft de boerenstand meer te zeggen. Anders dan in Oost-Friesland weet echter geen enkel geslacht voldoende macht op te bouwen om het tot landsheer te brengen.
Tot de belangrijkste hoofdelingen behoren in die tijd de geslachten Onsta, Lewe, Clant, Ewsum, Rengers, de Mepsche en Coenders. Alleen de familie Ripperda in Oosterwijtwerd en Farmsum weet in 1474 voor hun eigen dorpen de status van een ‘rijksonmiddellijke heerlijkheid’ te verkrijgen, maar ook zij slaagt er echter niet in dit privilege effectief te maken.

 

In 1378 sluit de stad Groningen een verbond met Hunsingo voor onderlinge steun en bijstand, waar de omliggende landstreken zich bij aansluiten. Dit verdrag wordt in 1482 voor het laatst vernieuwd. De stad neemt de leiding bij de rechtspraak via de hoofdmannenkamer. Onder leiding van de stad wordt tevens een eigen wetboek opgesteld. Dat wordt het Ommelander Landrecht van 1448. Pas In 1601 wordt dat herzien. Dit eigen rechtstelsel blijft tot de invoering van de Franse wetgeving in 1808 gelden.

 

Conflicten

Stad en Ommelanden raken geregeld met elkaar in conflict, maar kunnen ook niet goed zonder elkaar. De stad is het belangrijkste handelscentrum en het stadsbestuur probeert de Ommelanders te verplichten alle producten hier te verkopen. Dit stapelrecht is een geregeld terugkerende bron van conflicten. Herhaaldelijk treedt het stadsbestuur - soms ook met steun van de plaatselijke bevolking - ook op tegen adellijke hoofdelingen die in de ogen van de stad te veel macht krijgen. Bij die gelegenheden worden meerdere borgen gesloopt. Omgekeerd belegeren de Ommelanders meermalen de stad en dwingen ze het stadsbestuur de poorten te openen en de muren te slechten. Dat gebeurt bijvoorbeeld in 1251 en 1338.

 

Vanaf 1558 gaan de Ommelanden nauwer samenwerken, waartoe de vijf kwartieren in 1561 een officieel verbond sluiten. Men vormt eigen bestuursorganen, met een college van negen gedeputeerden, een eigen kas en vaste ambtenaren (syndicus, rentmeester, secretaris). De vertegenwoordigers van de Ommelanden – ‘de Ommelander Statenvergadering’, bestaande uit 36 leden - vergaderden doorgaans in een van de kloosters.

 

In 1571 krijgen de Staten van de Ommelanden de beschikking over een eigen gebouw, het Ommelanderhuis, een voormalig refugium van het Johannieterklooster van Oosterwierum. Het nieuwe zegel van 1579 is overigens omstreden en blijft tot de Reductie van 1594 ongebruikt.


Op deze (onscherpe kaart zien we de oude gemeentegrenzen van voor 1900 en zijn de grenzen van de Ommelanden (in kleur) ook nog duidelijk herkenbaar.

De gele kleur: het Westerkwartier; paars: Hunsingo; oranje: het Gorecht; blauw: Fivelingo; roze: het Oldambt en groen: Westerwolde.

Bron: Wikipedia.

Een Nieuwe Tijd breekt aan
De Ommelanden zien in de Opstand (1594) een mogelijkheid om onder het juk van de stad uit te komen. Zij sluiten zich daarom aan bij de Unie van Utrecht, terwijl de Stad - onder druk van de gilden - de Spaanse kant kiest. Na het verraad van Rennenberg in 1580 verblijft het Ommelander bestuur in ballingschap in Emden. De Ommelanden noemen zichzelf in deze tijd ook wel ’Klein Friesland’, met name om zich af te zetten tegen de stad Groningen. De aansluiting bij de Republiek levert uiteindelijk niet het verwachte resultaat. Bij de Reductie van Groningen in 1594 worden de Ommelanden samengevoegd met de Stad tot de provincie Stad en Lande en moeten de Ommelanden zich erbij neerleggen dat het stapelrecht gehandhaafd blijft.


Als politiek orgaan blijven de Ommelanden bestaan: de drie kwartieren vormen de helft van de Staten van Groningen en hebben een eigen bestuur dat onder andere voor de belastingheffing verantwoordelijk is geweest. Ook krijgen de Ommelanden een deel van de in beslag genomen kloosterbezittingen en investeren zij in de ontginning van de Veenkoloniën. Zo is ook de Ommelanderwijk ontstaan.

 

In 1619 koopt de Stad Groningen de ‘Heerlijkheid Westerwolde’. Bij de inpoldering van het in de Dollard verdronken land en de ontsluiting van de hoogveengebieden in het achterland groeit het economische belang van het Oldambt en de Veenkoloniën. Het nieuw gewonnen land valt echter onder de stad Groningen. Het stadsbestuur en de rijke regentenfamilies investeren veel geld in de nieuwe polders en bouwen er buitenhuizen. Tevergeefs komen de Oldambtsters vanaf 1640 in opstand en proberen ze aansluiting te krijgen bij de Ommelanden.

 

Groningen in 1645. Bron: RHC GA (Groninger Archieven).


In de loop van de 17e eeuw gaat de 'plattelandsadel' (5) steeds vaker een deel van het jaar in de stad wonen. Omgekeerd vestigen zich stadsregenten op het platteland. Leden van beide groepen trouwen onder elkaar. Terwijl de politieke tegenstellingen tussen stad en platteland hierdoor afnemen, blijven de economische tegenstellingen bestaan. Herhaaldelijk protesteren de Ommelander en Oldambtster boeren tegen het stadsbestuur. Dat leidt met in 1748 tot een machtswisseling, waarbij de aanhangers van stadhouder Willem IV op het pluche komen en dus steeds meer aanzien krijgen.


Lange tijd blijven de Ommelanden een agrarisch gewest zonder belangrijke stedelijke centra. Het stadje Appingedam, dat centraal ligt in Fivelingo, is uitsluitend voor zijn directe omgeving van belang. Andere havenplaatsen zijn Visvliet, Winsum en de vestingplaats Delfzijl, die strategisch aan de monding van het Damsterdiep ligt. Door beperkende maatregelen weet de stad Groningen de opkomst van handel en nijverheid op het platteland echter stevig af te remmen.


De Bataafse Republiek

In de tweede helft van de 18e eeuw krijgen de dorpen op het platteland meer ruimte om zich te ontwikkelen. Maar pas de Bataafse Revolutie van 1795 heeft definitief een einde gemaakt aan het economische monopolie en de politieke voorrechten die de stad tot die tijd geniet. Ook de plattelandsadel verliest zijn privileges. Het land wordt verdeeld in ‘Departementen’.

 

Vanaf 1804 vormen de Ommelanden niet meer een afzonderlijk deel van de Statenvergadering. Als politiek orgaan houden de Ommelanden op te bestaan. De bezittingen, waaronder het Ommelanderhuis en de Ommelanderkas, worden in 1862 geliquideerd. Dat is anders dan bijvoorbeeld in Oost-Friesland, waar de bezittingen van het vroegere standenparlement in een afzonderlijk fonds terecht zijn gekomen, waaruit culturele activiteiten worden gefinancierd. Tot laat in de 19e eeuw wordt de huidige provincie Groningen 'Stad en Lande' genoemd. In feite ontstaan als de Stad samen met de Ommelanden als zevende gewest toetreedt tot de Republiek er Zeven Verenigde Nederlanden (1594-1795). Vervolgens wordt het een gewest van de Bataafse Republiek (1795-1798). Stad en Lande wordt in feit opgeheven op 29 januari 1798 als de Consituerende Vergadering besluit dat het grondgebied deel gaat uitmaken van het nieuwe departement van de Eems. Dit wordt echter op 30 maart 1799 al weer teruggedraaid.


Grote dorpen als Grijpskerk, Zuidhorn, Leens, Bedum, Uithuizen en Loppersum ontwikkelen zich in de 19e eeuw tot nieuwe streekcentra. Ook Onderdendam vormt een belangrijk knooppunt. Vanaf het einde van de 19e eeuw wordt Delfzijl - mede dankzij de aanleg van het Eemskanaal - een belangrijke concurrent voor Groningen en het dichtbij gelegen Appingedam.
Vanaf 1808, als Oost-Friesland tijdelijk bij het Koninkrijk Holland wordt gevoegd, wordt ook het Duitse Reiderland bij de provincie Groningen gerekend en geldt de Eems een tijdlang als oostgrens van de provincie. In 1813 wordt ook deze maatregel weer teruggedraaid.

 

Tegenwoordige tijd
De naam Ommelanden wordt tegenwoordig nog wel gebruikt om de tegenstelling tussen stad en platteland aan te duiden, maar de precieze betekenis is voor de meeste inwoners verloren gegaan. Derhalve hebben de artikelen op deze pagina ook ‘Stad en Ommelanden’ meegekregen, terwijl de strekking echter meeromvattend is te noemen. De naam 'Ommelanden' is in de praktijk verdwenen: de provincie(naam) heeft die overgenomen. De namen van de verschillende deelgebieden zijn wel terug te vinden in namen van voetbalclubs, welzijnsinstellingen of radiostations. Ook de namen Ommelanderzeedijk (waarmee de zeedijk langs de Groningse Waddenkust wordt aangeduid) en Ommelanderwijk verwijzen naar het verleden. Maar het is vooral het wapen van de provincie Groningen dat laat zien dat deze provincie oorspronkelijk uit twee helften - Stad en Ommeland - is gevormd.

 

Het wapen van de provincie Groningen. In het eerste en vierde kwartier staat het wapen van de stad. Een gouden schild met daarop de Duitse adelaar (als in het wapen van Duitsland) met twee koppen en een schild met het oorspronkelijke wapen van de stad: doorsneden in drieën van zilver en sinopel (groen). Met dit wapen wordt niet alleen de stad gesymboliseerd, maar ook de gebieden die rechtstreeks onder het bestuur van de stad vielen, namelijk het Gorecht, beide Oldambten, delen van het Reiderland, Westerwolde en later ook de Veenkoloniën. In het tweede en derde kwartier staat het wapen van de Ommelanden. Dit bestaat uit een zilveren schild met drie rechterschuinbalken van lazuur (blauw) en elf harten van keel (rood), gelijkend op de vlag van Friesland (maar niet op het wapen van Friesland); de Ommelanden werden door de jonkers aldaar in de 15e en 16e eeuw ook wel Klein Friesland genoemd om zich af te zetten tegen de naam Ommelanden, die naar de Stad verwees. De drie balken symboliseren de drie Ommelanden: Hunsingo, Fivelingo en Westerkwartier. De elf rode harten verwijzen naar de elf onderkwartieren. Het wapen wordt gedekt door een gouden kroon van vijf bladeren en vier parels. Het wordt aan weerszijden vastgehouden door een gouden leeuw als symbool van de Nederlanden. Bron: Wikipedia (6).

 

Meer lezen:

Dit artikel is in feite een uitbreiding en vervolg van 'Klauwboeken, redgers en edele heerden'.

 

 

Noten, bronnen en referenties:

1. RHC GA. Groninger Archieven.

2. W.J. Formsma, De wording van de Staten van Stad en Lande tot 1536, Assen 1930.

3. W.J. Formsma, De Ommelander strijd voor zelfstandigheid in de 16e eeuw (1536-1599), Assen 1938.

4. W.J. Formsma, Geschiedenis tussen Eems en Lauwers. Opstellen over de Groninger geschiedenis, Groningen 1988.

5. Hoewel we spreken van 'plattelandsadel', is er in Groningen nooit sprake geweest van echte adel.

6. Wikipedia.

 

 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 5 oktober 2017.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top