Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Edsardina Eeuwes
Edsardina Eeuwes, ovl. in mrt 1774, begr. te Siddeburen [Gr] op vrijdag 16 jul 1790.


Aantekeningen bij Edsardina Eeuwes.
•.
Een bakkersgezin.
Met haar beide echtgenoten, allebei bakker, woont zij aan de noordzijde van de Solwerderstraat, schuin tegenover de brug in 'De Groene Wijncrans'. Dit pand wordt in 1748 verkocht. (Een) Geert Schepel, van Nieuwenharen uit Munsterland, trouwt te Groningen A.K. (ondertrouw ald. 27 apr.) op 15 mei 1726 Fennichjen Jurjens, van Groningen; gezien de herkomst die bij het huwelijk van 1744 wordt opgegeven zal dat dus wel Edzardina's tweede man zijn. Mogelijk zijn niet alle kinderen uit dit tweede huwelijk gesignaleerd; de oudste is vernoemd naar de grootvader van vaderszijde, de tweede en derde naar Edzardina's eerste man.

tr. (1) te Leermens [Gr]4 circa zondag 20 apr 17384,4, kerk.huw. 3,3,3
met

Cornelis Huisman4, bakker te Appingedam [Gr] op zondag 15 mrt 1739, diaken te Appingedam [Gr] in 1741, ovl. op vrijdag 5 okt 17424.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1739 Appingedam [Gr]    
Popke*1741 Appingedam [Gr]    
Geertien*1743 Appingedam [Gr]    

tr. (2) te Appingedam [Gr] in 1744
met

Geert Haikes Schepel, ovl. te Siddeburen [Gr] op vrijdag 8 feb 1771.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heike*1744 Appingedam [Gr]    
Popke*1748 Appingedam [Gr] 1753 Siddeburen [Gr] 4
Popko*1755 Siddeburen [Gr]    



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis
2.DTB boek Loppersum, Doop- en trouwboek, Groningen, van 1634 tot 1801 (zaterdag 21 jan 1708)
3.DTB boek Leermens, Groninger Archieven, DTB Kerkeboek Leermens, van 1726 tot 1811 (zondag 20 apr 1738)
4.DTB boek Appingedam, Groninger Archieven, tussen 1681 en 1744 (zondag 5 mei 1743)


Wobbina Eeuwes
Wobbina Eeuwes, geb. in 1720, ovl. (ongeveer 87 jaar oud) te Garrelsweer [Gr] op vrijdag 21 aug 1807.


Aantekeningen bij Wobbina Eeuwes.
Behuizing met pelmolen.
Wobbegijn Euwes, jonge dochter, wordt te Leermens op 19 dec. 1745 lidmaat op belijdenis. Als huisvrouw van Otte Klaassen arriveert zij op 1 juli 1750 in Wittewierum met attestatie van Appingedam, en vertrekt op een niet genoemd tijdstip wederom daarheen, denkelijk tussen medio 1751 (doop kind in Wittewierum) en eind 1753 (doop kind in Tjamsweer).
Kennelijk bezitten zij in die periode een behuizing en pelmolen ten westen van Appingedam, op Damster kerkegrond, doende tot grondpacht f 11.2.0; deze verwisselen zij per mei 1758 met Lubbert Geerts en Geertien Lammerts tegen een behuizing met roggemolen tot Leermens, op Zanster kerkegrond, doende tot grondpacht (f 4.16.0 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 111, 24-3-1758). Daarbij hoorden tevens vier grazen land, doende tot huur aan Jelte Harms te Garmshuizen f 24 per jaar. Kennelijk is de transactie toch afgesprongen, want hij wordt per mei 1763 herhaald, nu met Tomas Jacobs en Aafke Cornelis (R.A. Fivelingo, inv.nr. 556, oud XXVII a 1, eerste gedeelte, blz. 17 en 18, 4-4-1763, Ibid, 557, oud XXvii a 2, eerste gedeelte, blz. 17 en 19, 4-4-1763). Otto en Wobge staan aan Thomas en zijn vrouw af hun behuizing en pelmolen ten westen van Appingedam en krijgen terug een behuizing en roggemolen tot Leermens, plus de beklemming van vier grazen land, doende jaarlijks f 24, nu niet meer aan Jelte Harms te Garsthuizen doch aan diens weduwe. Borg voor vrije levering van de molen te Leermens was Jacob Geerts, voor de molen te Appingedam Jurrien Reinders. Een jaar later pachten zij bovendien voor negen jaren (tegen een prijs van f 1020) van Wabbe Tobyas en zijn twee meerderjarige stiefkinderen, kinderen van wijlen zijneerste vrouw Jantien Clasen, te Leermens vijf grasen vrieland met een heemstede en appelhof, door Wabbe bewoond (R.A Fivelingo, inv.nr. 556, oud XXVII a 1,eerste gedeelte, blz. 27, Leermens, 13-5-1765; Ibid, inv.nr. 557, oud XXVII a 2, eerste gedeelte, blz. 36, Leermens, 13-5-1765).
Het geld zullen ze geleend hebben van Hijle Alles tot Cantes, want zij geven hem op 13-5-1765 een schuldbekentenis voor f 850 (S.A, inv.nr. 444, 18-4-1765). Inderdaad wordt Otto Klasen in 1769 rogmulder van molen van 't Zandt en Leermens genoemd (S>A> inv.nr. 444, 18-4-1769); hij klaagt dan over de bakker Eisso Jurjens te Leermens die zijn meel te Appingedam laat malen. Met dat soort problemen krijgt elke molenaar wel eens te maken.
In 1773 verkopen Otto Klasen en Wobge Euwes e.l. tot Leermens aan Egbert Rienjes en Lijzabeet Jans tot Enum voor f 1450 hun 5 grasen land, met de halfscheid van het winterkoren, en de eigendom van een heemstede en appelhof daaraan gelegen, door Rickert Alberts en vrouw als beklemde meijer gebruikt, doende jaarlijks f 6, gelegen onder de klokslag van Leermens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 557, oud XXVII a 2, tweede gedeelte, blz. 7, 4-5-1773).
Tenslotte lenen zij op 20 juli 1776 (als e.l. te Leermens) f 200 van de medicus Harmannus Huis en Frederika Folkers( R.A. Fivelingo, inv.nr. 36, oud VII c 5, blz. 277). Veel later lenen zij ook nog eens f 275 van de voorstanderen van over de kinderen van wijlen Aafke Fokkes bij Meindert Klaassen, maar dat is een familiezaak: de voorstanderen in kwestie zijn de schepper Jurjen Reinders, voormond, de vader zelf als sibbevoogd en Otto Klaassen zelf als vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 556, oud XXVII a 1, derde gedeelte, blz. 69, Leermens, 20-5-1786).
Vertrek naar Garrelsweer.
Na het overlijden van Otto Klaassen vertrekt Wobbegijn omstreeks 1800 van Leermens naar Garrelsweer. Zij verkoopt dan de molen te Leermens, want in 1805 ontvangen Poppe Ottes en Hindrik Bijssum, gelastigden van hun moeder Wobbegien Eeuwes woonagtig te Garrelsweer, van Willem Frederik Schratenbach Rengers te Delfzijl f 300 restante koopschat van Abel Cornelis Mulder en Anna Harmannus Schoonveld wegens haar verkochte rogmolen te Leermens volgens de koopbrief van 12 mei (1803 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 1072, oud XXXVIII h 2, Appingedam, 9-5-1805). In 1807 overlijdt Wobbegijn zelf, en wordt de ouderlijke erfenis door de kinderen gescheiden. Dat zijn Popke Ottes, Geertje Ottes, Bront Drewes en Roelfke Ottes, Hindrik Harms Bijssum en Popke Ottes benevens Harm Bijssum, voorstanderen over de minderjarige kinderen van Hindrik Harms Bijssum en wijlen Meike Ottes, mede voor de vreemde voogd J.W. van der Leij, alsmede nogmaals Hindrik Harms Bijssum, Jan Anthonij, en Jurrien Hebels Korringa voorstanderen over de kinderen van Harm Jans Mulder bij wijlen Zwaantje Ottes. Elke staak krijgt toebedeeld f 717.17.3; de voorstanderen verklaren het hunne te hebben ontvangen, de overigen hebben nog een tweetal obligaties van f 600 mandelig (R.A. Fivelingo, inv.nr. 1075, oud XXVIII h 6, 30-6-1808).

tr. (resp. ongeveer 28 en 24 jaar oud) te Leermens [Gr] op zondag 12 mei 1748
met

Otte Klaassens, zn. van Claas Ottes en Geertien Hindriks, geb. op maandag 22 nov 1723, pelmulder te Croddebuiren Croddebuiren ligt onder Wittewierum, later te Tjamsweer, ovl. (hoogstens 83 jaar oud) voor vrijdag 21 aug 1807.

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Swaantje*1750 Wittewierum [Gr]    
Popke*1751 Wittewierum [Gr]    
Popko*1753 Tjamsweer [Gr]    
Swaantje*1755 Tjamsweer [Gr]    
Geertjen*1757 Tjamsweer [Gr]    
Maike*1759 Tjamsweer [Gr]    
Roelfke*1761 Tjamsweer [Gr]    
Jurrijn*1764 Tjamsweer [Gr]    



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis
2.DTB boek Loppersum, Doop- en trouwboek, Groningen, van 1634 tot 1801 (zaterdag 21 jan 1708)


Fokke Eeuwes
Fokke Eeuwes, ovl. te Loppersum [Gr] op vrijdag 12 dec 1766.

tr. (Geertjen minstens 31 jaar oud) te Westeremden [Gr] op zondag 29 mrt 1744
met

Geertjen Reinders, dr. van Reinder Hayes en Aafke Jans, geb. voor zondag 14 aug 1712, ged. te Westeremden [Gr] op zondag 14 aug 1712, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) voor woensdag 28 nov 1770, begr. te Loppersum [Gr] op woensdag 28 nov 1770.


Aantekeningen bij Geertjen Reinders.
•.
Betalen voor het lijklaken en het luiden van de grote klok.
Geertjen is lidmaat in Westeremden geweest en krijgt attestatie naar Loppersum op 25 febr. 1742; voor haar huwelijk is zij kennelijk nog even naar haar geboorteplaats teruggekeerd. O.a. wordt de man 'Fokke Eeuwes van de 'Balk' genoemd (R.A. Fivelingo, inv.nr 792, oud XXII b 4 , fol. 69). Van zijn overlijden blijkt in hetzelfde verband, door een rekest van zijn medevoogd over de kinderen van Jan Reinders en Bouke Eeuwes, op 14 febr. 1767 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 783, oud XXII d 3, Stedum, 14-2-1767). Hij is twee maanden eerder in Loppersum begraven, de collecte brengt f 6.15.2 op en zijn weduwe betaalt ook nog f 4.10.0 voor het luiden van de grote klok en het gebruik van het lijklaken (Arch. N.H. Gem. Loppersum, inv.nr. 1, 12-12-1766 en 26-1-1767). Zijzelf sterft herfst 1770 en in dit geval wordt er in de bekken bevonden f 8.15.4 1/2(Ibid, 9-10-1770,28-11-1770). Haar erfgenamen betalen ook nu f 4.10.0 voor het luiden van de klok en het laken.

Aantekeningen bij Fokke Eeuwes en Geertjen Reinders

Provinciemeier Eeuwes
Het echtpaar is provinciemeijer geweest van 45 gras land 'zo binnen als buiten het Damsterdiep gelegen, onder Loppersum'; zij continueerden voor 6 jaar in 1746, tegen f 101.5.0 per jaar (S.A, inv.nr. 2574, 1748, fol. 135v en fol. 141v.); bovendien huren zij nog 23 grasen onder Garrelsweer voor f 46. Volgens het boererijenboek van Loppersum is dit no. 15, Balkje Plaats, en is Geertjen Reinders de dochter van Reinder Jans, de voorgaande bewoner van deze boerderij. P.J.C. Elema houdt haar ouders op Reinder Hayes en Aafke Jans, mede gezien de vernoeming van de laatstgenoemde.

Uit dit huwelijk 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Swaantjen Fokkes*1745 Loppersum [Gr] †1777 Lellens [Gr] 31
Aafke Fokkes*1746 Loppersum [Gr] †1773 Loppersum [Gr] 26
Mayke Fokkes*1750 Loppersum [Gr]    



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis
2.DTB boek Loppersum, Doop- en trouwboek, Groningen, van 1634 tot 1801 (zaterdag 21 jan 1708)


Jurrien Eeuwes
Jurrien Reinders Eeuwes, geb. te Leermens [Gr] in 1725, landbouwer op de Jacobusmaheerd te Leermens [Gr], hoveling, schepper en kerkvoogd, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) te Leermens [Gr] op dinsdag 10 mrt 1795.

tr. (resp. ongeveer 22 en minstens 27 jaar oud) te Leermens [Gr] op donderdag 11 mei 1747
met

Jantien Cornelis, geb. te Kantens [Gr] voor woensdag 4 okt 1719, ged. op woensdag 4 okt 1719, ovl. (minstens 75 jaar oud) te Leermens [Gr] op maandag 27 okt 1794.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Swaantyen (Swaantje) Jurjens*1749 Leermens [Gr] †1833 Uithuizen [Gr] 84
Cornelis*1752 Leermens [Gr] †1779  27
Aaltyn (Aaltje)*1754 Leermens [Gr]    
Antje*1758 Leermens [Gr]    



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis
2.DTB boek Loppersum, Doop- en trouwboek, Groningen, van 1634 tot 1801 (zaterdag 21 jan 1708)


Julle Lammerts
Julle Lammerts, ovl. in 1722.


Aantekeningen bij Julle Lammerts.
Julle Lamberts is in 1721 eigenaar en gebruiker van 38 grazen land te Middelstum, en verhuurt met anderen nog 30 grazen (S.A, inv.nr. 2146, Verpondingsreg. Ommelanden 1721, p. 152). Verder bestaat er een ongedateerde conceptakte, waarin Jan Lambers en Cornelia Zant, ehel. te Groningen, verklaren voor enige tijd verkocht te hebben aan Julle Lamberts, vader van Lammert Jullens en Focke Ewes, hun 1/3 part in 23 grasen land tot Middelstum (F.A. Bolhuis, inv.nr. 98 (nr. 51); deze koop (voor f 1250) wordt in de genoemde akte alsnog beschreven. Bijgevoegd is een verklaring dienaangaande van Jan Lamberts en Cornelia Lamberts (sic) d.d. 11-9-1721 'an onse broeder Julle Lamberts verkogt te hebben..'. Op verzoek van Peter Ewes als curator bonorum over Focke Ewes wordt de erfenis van Julle en Wobbogjen op 10 okt. 1722 gescheiden en gedeeld met Lambert Jullens (R.A. Hunsingo, inv.nr. 358, oud LVI a 1, fol. 156v, 10-10-1722).

tr.
met

Wobbigjen Eeuwes, dr. van Focke Fopkes Eeuwes en Mayke Alles Wristers, geb. in 1670, komt met attestatie van Leermens naar Middelstum op dinsdag 10 nov 1699.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lambert*1700  †1733 Groningen 33
Majke*1702     
Focke*1705  †1728  23
Alle*1710     


Lambert Julles
Lambert Julles.

tr.
met

Sieuwke Janssen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Julle  †1722   


Sieuwke Janssen
Sieuwke Janssen.

tr.
met

Lambert Julles.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Julle  †1722   


Lambert Julles
Lambert Julles, geb. in 1700, ovl. (ongeveer 33 jaar oud) te Groningen op vrijdag 24 jul 1733.


Majke Jullus
Majke Jullus, geb. in 1702.


Focke Ewes
Focke Ewes, geb. in 1705, ovl. (ongeveer 23 jaar oud) in 1728.


Alle Julles
Alle Julles, geb. in 1710.


Bouke Reinders
Bouke Reinders, geb. voor dinsdag 6 mrt 1685, ged. op dinsdag 6 mrt 1685, ovl. (minstens 20 jaar oud) in 1706.

tr. (resp. ongeveer 15 en hoogstens 26 jaar oud) voor 1701
met

Focke Eeuwes1, zn. van Focke Fopkes Eeuwes en Mayke Alles Wristers, geb. 1 in 16751,1, diaken en kerkvoogd, landgebruiker, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 op donderdag 22 jun 17241,1, tr. (2) met Aeltien Boelens. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Anje Jans. Uit dit huwelijk een dochter.

 



Aantekeningen bij Focke Eeuwes.

De Bottemaheerd te Westeremden.
De Bottemaheerd te Westeremden.
Eerst van 1700 tot 1707 landbouwer op Colhol onder 't Zandt, daarna met attestatie ingeboekt Westeremden 1 juni 1707, op Bottemaheerd te Westeremden. In 1702 verschijnt Focko Eeuwes in de stad om vermindering te vragen van de 400e penning met betrekking tot het erfdeel van zijn vrouw: 'Focko Eeuwes getrouwt (an) Reinder Gerrits dochter tot Godlinse haer erfdeel vermindert geeft memo an f 7000' (G.A.G,rnr. 1027, Fivelingo, 1702). Bijgeschreven staat dat men het bedrag heeft laten staan op f 8000. Bouke brengt dus een behoorlijke bruidsschat mee, en in aanmerking genomen dat zij nog twee broers en een zuster heeft moet haar ouders bepaald rijk geweest zijn.
Focco Euwes en Bauke Reinders nemen in1701 de huur van de boerderij op Colhol, 't Zandt, van hun overleden grootmoeder, die wordt aangeduid als de weduwe van Jan Oltgers (G.A.G, Bijlagen stadsrekening 1701, 1-7-1701). In de stadsrekening van1706 komt het echtpaar nog tezamen voor als huurders. In het jaar daarop vraagt Focco Euwes om deze meijerwijze gebruikte plaats te mogen overdragen aan Meerten Harkes.
(door beide partijen ondertekend); B&R beschikken als verzocht op 10 febr. 1707 (G.A.G, Bijlagen stadsrekening 1707). Dit zal samenhangen met het feit dat Bauke Reinders inmiddels is overleden, terwijl Focco Euwes hertrouwt met een vrouw uit Westeremden. Mogelijk heeft Aaltjen Boelens de Bottemaheerd al tot haar beschikking, of hebben zij die tezamen overgenomen. Focco Eeuwes en Aaltien Boelens huren van de stad-Groninger diaconie 12 grasen en 60 roeden beklemd land te Westeremden voor f 34.17.0 per jaar met ingang van Gregori 1707 (G.A.G, Diaconiearchief, inv.nr. 528, fol. 15; inv.nr. 529, fol. 67 en 156; inv.nr. 403, fol 72v.); dit met approbatie van B&R d.d. 23 mei 1707 (G.A.G, rnr 321, Rekestboek). Hun voorganger is oorspronkelijk Nomda Popkens, zoon van Jantien Nombda wed. Popke Hoyckens, die dit land volgens akte van authorisatie op 26 mei 1664 van zijn moeder overneemt. Op 2 sept. 1695 wordt het overgenomen door Luijtien Cornelis en diens huisvrouw (moey Frouwke, zoals uit een andere bron blijkt), en volgens approbatie van B&R gaat het op 23 mei 1707 over van diens weduwe aan Focko Euwes en zijn huisvrouw. De huur geldt voor zes jaar; doch op 8 dec. 1710 (bij raadsauthorisatie van 13 nov. 1710) kopen Focco Eeuwes en Aaltien Boelens dit land rechtstreeks, voor f 1000. Vanwege de verhoging bij de tweede verkoping krijgen zij op 4 febr. 1711 zelfs nog f 25 terug.
Daarnaast huurt het echtpaar een 'hooge heemstede' (later een keer aangeduid als een gras land) van de kerk voor f 2 p.j. Ook dit is eerst gehuurd door Luitjen Cornelis, daarna door zijn weduwe moeij Frouwke; in.
1707 betaalt Focke Eeuwes f 1 tot aankomend geschenk en voortaan ook f 2 p.j. aan huur (Arch. N.H. Gem. Westeremden, blz. 221, 252, 288, 292, 298, 317). De laatste betaling is op 9 dec. 1723, over 1722; vanaf.
1723 nam Writzer Euwes de betalingen over (Ibid, blz. 322 e.v.). In de zelfde bron wordt Focke Eeuwes voorjaar 1715 en zomer 1716 genoemd als diaken, 1717-1723 als kerkvoogd (Ibid, blz. 269, 271; blz.288, 292, 298, 313, 317).
Kinderen uit het tweede huwelijk zijn er niet geweest. In een overeenkomst van 16 juli 1718 wordt een scheiding gemaakt tussen de nagelaten echtgenoot Focke Eeuwes en Aeltien Boelens' nabestaanden, t.w. haar zuster en zwager Trijntje Jans en Douwe Roelfs, alsmede de nagelaten minderjarige kinderen van zaliger Riender Hayens bij Aefke Jans (voor hen treden op Eeuwe Cnol voormond, Barteld Jans sibbe en Claes Willems vreemde voogd). (F.A. Hofman-Elema, inv.nr.1). Focke behoudt de gehele boedel, tegen uitbetaling van f 3100. Tevens zal hij afstaan het halve zilver, een kannetje met zilveren beslag, 16 lakens, 4 tafellakens, 2 paar kussentijken, de gerechte helft van het 'onbereyde' linnen, en tenslotte het lijfstoebehoren.
Van de derde vrouw, Anje Jans is weinig te achterhalen. Zij komt van Huizinge en daar worden rond 1690 minstens 3 meisjes van die naam gedoopt: op 20 juni 1686 een dochter van Jan Luittiens, op 10 juli 1691 een dochter van Jan Freriks en op 1 september 1695 een dochter van Jan Peters. Uit het huwelijk wordt posthuum een dochter geboren, maar geen verdere gegevens over moeder noch kind.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wrister*1701 't Zand [Gr] †1750 Westeremden [Gr] 4911 



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer


Reinder Gerrits
Reinder Gerrits.

tr.
met

Trijntje Friks.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouke*1685  †1706  20


Trijntje Friks
Trijntje Friks.

tr.
met

Reinder Gerrits.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouke*1685  †1706  20


Aeltien Boelens
Aeltien Boelens, geb. op donderdag 9 feb 1673, ged. op donderdag 9 feb 1673, ovl. (45 jaar oud) te Westeremden [Gr] op woensdag 4 mei 1718.


Aantekeningen bij Aeltien Boelens.
Evert Jacobs gebruikt al vanaf 1678 tien grazen kerkeland in Westeremden, eerst voor F 60 per jaar, vanaf 1684 voor f 31.10.0 per jaar (Arch. Ned. Herv. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz.87, 133,179,216). Zijn weduwe Aeltjen Boelens betaalt daarvoor in 1704. Haar broer Reender Hayes neemt de huur in 1705 over. Overlevende kinderen uit haar beide huwelijken zijn er niet geweest. In een overeenkomst van 16 juli 1718 (F.A. Hofman-Elema, inv.nr.1) wordt een scheiding gemaakt tussen de nagelaten echtgenoot Focke eeuwes en Aeltien Boelens' nabestaanden, t.w. haar zuster en zwager Douwe Roelfs en Trijntje Jans, alsmede de nagelaten minderjarige kinderen van zaliger Riender Hayes bij Aefke jans (hiervoor treden op Eeuwe Cnol voormond, Barteld Jans sibbe en Claes Willems vreemde voogd). Focke behoudt de hele boedel, tegen uitbetaling van f 3100. Hij staat af het halve zilver, een met zilver beslagen kannetje, 16 lakens, 4 tafellakens, 2 paar kussenovertrekken, de gerechte helft van het 'onbereuyde' linnen, en tenslotte het lijfstoebehoren.

tr. (resp. minstens 34 en minstens 33 jaar oud) na 1708
met

Focke Eeuwes1, zn. van Focke Fopkes Eeuwes en Mayke Alles Wristers, geb. 1 in 16751,1, diaken en kerkvoogd, landgebruiker, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 op donderdag 22 jun 17241,1, tr. (1) met Bouke Reinders, dr. van Reinder Gerrits en Trijntje Friks. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Anje Jans. Uit dit huwelijk een dochter.

 



Aantekeningen bij Focke Eeuwes.

De Bottemaheerd te Westeremden.
De Bottemaheerd te Westeremden.
Eerst van 1700 tot 1707 landbouwer op Colhol onder 't Zandt, daarna met attestatie ingeboekt Westeremden 1 juni 1707, op Bottemaheerd te Westeremden. In 1702 verschijnt Focko Eeuwes in de stad om vermindering te vragen van de 400e penning met betrekking tot het erfdeel van zijn vrouw: 'Focko Eeuwes getrouwt (an) Reinder Gerrits dochter tot Godlinse haer erfdeel vermindert geeft memo an f 7000' (G.A.G,rnr. 1027, Fivelingo, 1702). Bijgeschreven staat dat men het bedrag heeft laten staan op f 8000. Bouke brengt dus een behoorlijke bruidsschat mee, en in aanmerking genomen dat zij nog twee broers en een zuster heeft moet haar ouders bepaald rijk geweest zijn.
Focco Euwes en Bauke Reinders nemen in1701 de huur van de boerderij op Colhol, 't Zandt, van hun overleden grootmoeder, die wordt aangeduid als de weduwe van Jan Oltgers (G.A.G, Bijlagen stadsrekening 1701, 1-7-1701). In de stadsrekening van1706 komt het echtpaar nog tezamen voor als huurders. In het jaar daarop vraagt Focco Euwes om deze meijerwijze gebruikte plaats te mogen overdragen aan Meerten Harkes.
(door beide partijen ondertekend); B&R beschikken als verzocht op 10 febr. 1707 (G.A.G, Bijlagen stadsrekening 1707). Dit zal samenhangen met het feit dat Bauke Reinders inmiddels is overleden, terwijl Focco Euwes hertrouwt met een vrouw uit Westeremden. Mogelijk heeft Aaltjen Boelens de Bottemaheerd al tot haar beschikking, of hebben zij die tezamen overgenomen. Focco Eeuwes en Aaltien Boelens huren van de stad-Groninger diaconie 12 grasen en 60 roeden beklemd land te Westeremden voor f 34.17.0 per jaar met ingang van Gregori 1707 (G.A.G, Diaconiearchief, inv.nr. 528, fol. 15; inv.nr. 529, fol. 67 en 156; inv.nr. 403, fol 72v.); dit met approbatie van B&R d.d. 23 mei 1707 (G.A.G, rnr 321, Rekestboek). Hun voorganger is oorspronkelijk Nomda Popkens, zoon van Jantien Nombda wed. Popke Hoyckens, die dit land volgens akte van authorisatie op 26 mei 1664 van zijn moeder overneemt. Op 2 sept. 1695 wordt het overgenomen door Luijtien Cornelis en diens huisvrouw (moey Frouwke, zoals uit een andere bron blijkt), en volgens approbatie van B&R gaat het op 23 mei 1707 over van diens weduwe aan Focko Euwes en zijn huisvrouw. De huur geldt voor zes jaar; doch op 8 dec. 1710 (bij raadsauthorisatie van 13 nov. 1710) kopen Focco Eeuwes en Aaltien Boelens dit land rechtstreeks, voor f 1000. Vanwege de verhoging bij de tweede verkoping krijgen zij op 4 febr. 1711 zelfs nog f 25 terug.
Daarnaast huurt het echtpaar een 'hooge heemstede' (later een keer aangeduid als een gras land) van de kerk voor f 2 p.j. Ook dit is eerst gehuurd door Luitjen Cornelis, daarna door zijn weduwe moeij Frouwke; in.
1707 betaalt Focke Eeuwes f 1 tot aankomend geschenk en voortaan ook f 2 p.j. aan huur (Arch. N.H. Gem. Westeremden, blz. 221, 252, 288, 292, 298, 317). De laatste betaling is op 9 dec. 1723, over 1722; vanaf.
1723 nam Writzer Euwes de betalingen over (Ibid, blz. 322 e.v.). In de zelfde bron wordt Focke Eeuwes voorjaar 1715 en zomer 1716 genoemd als diaken, 1717-1723 als kerkvoogd (Ibid, blz. 269, 271; blz.288, 292, 298, 313, 317).
Kinderen uit het tweede huwelijk zijn er niet geweest. In een overeenkomst van 16 juli 1718 wordt een scheiding gemaakt tussen de nagelaten echtgenoot Focke Eeuwes en Aeltien Boelens' nabestaanden, t.w. haar zuster en zwager Trijntje Jans en Douwe Roelfs, alsmede de nagelaten minderjarige kinderen van zaliger Riender Hayens bij Aefke Jans (voor hen treden op Eeuwe Cnol voormond, Barteld Jans sibbe en Claes Willems vreemde voogd). (F.A. Hofman-Elema, inv.nr.1). Focke behoudt de gehele boedel, tegen uitbetaling van f 3100. Tevens zal hij afstaan het halve zilver, een kannetje met zilveren beslag, 16 lakens, 4 tafellakens, 2 paar kussentijken, de gerechte helft van het 'onbereyde' linnen, en tenslotte het lijfstoebehoren.
Van de derde vrouw, Anje Jans is weinig te achterhalen. Zij komt van Huizinge en daar worden rond 1690 minstens 3 meisjes van die naam gedoopt: op 20 juni 1686 een dochter van Jan Luittiens, op 10 juli 1691 een dochter van Jan Freriks en op 1 september 1695 een dochter van Jan Peters. Uit het huwelijk wordt posthuum een dochter geboren, maar geen verdere gegevens over moeder noch kind.


Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer


Anje Jans
Anje Jans, geb. in 1700.

tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 47 jaar oud) te Westeremden [Gr] op zondag 19 jul 1722
met

Focke Eeuwes1, zn. van Focke Fopkes Eeuwes en Mayke Alles Wristers, geb. 1 in 16751,1, diaken en kerkvoogd, landgebruiker, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 op donderdag 22 jun 17241,1, tr. (1) met Bouke Reinders. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (2) met Aeltien Boelens, dr. van Jan Pieters en Trijntje Reinders. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 



Aantekeningen bij Focke Eeuwes.

De Bottemaheerd te Westeremden.
De Bottemaheerd te Westeremden.
Eerst van 1700 tot 1707 landbouwer op Colhol onder 't Zandt, daarna met attestatie ingeboekt Westeremden 1 juni 1707, op Bottemaheerd te Westeremden. In 1702 verschijnt Focko Eeuwes in de stad om vermindering te vragen van de 400e penning met betrekking tot het erfdeel van zijn vrouw: 'Focko Eeuwes getrouwt (an) Reinder Gerrits dochter tot Godlinse haer erfdeel vermindert geeft memo an f 7000' (G.A.G,rnr. 1027, Fivelingo, 1702). Bijgeschreven staat dat men het bedrag heeft laten staan op f 8000. Bouke brengt dus een behoorlijke bruidsschat mee, en in aanmerking genomen dat zij nog twee broers en een zuster heeft moet haar ouders bepaald rijk geweest zijn.
Focco Euwes en Bauke Reinders nemen in1701 de huur van de boerderij op Colhol, 't Zandt, van hun overleden grootmoeder, die wordt aangeduid als de weduwe van Jan Oltgers (G.A.G, Bijlagen stadsrekening 1701, 1-7-1701). In de stadsrekening van1706 komt het echtpaar nog tezamen voor als huurders. In het jaar daarop vraagt Focco Euwes om deze meijerwijze gebruikte plaats te mogen overdragen aan Meerten Harkes.
(door beide partijen ondertekend); B&R beschikken als verzocht op 10 febr. 1707 (G.A.G, Bijlagen stadsrekening 1707). Dit zal samenhangen met het feit dat Bauke Reinders inmiddels is overleden, terwijl Focco Euwes hertrouwt met een vrouw uit Westeremden. Mogelijk heeft Aaltjen Boelens de Bottemaheerd al tot haar beschikking, of hebben zij die tezamen overgenomen. Focco Eeuwes en Aaltien Boelens huren van de stad-Groninger diaconie 12 grasen en 60 roeden beklemd land te Westeremden voor f 34.17.0 per jaar met ingang van Gregori 1707 (G.A.G, Diaconiearchief, inv.nr. 528, fol. 15; inv.nr. 529, fol. 67 en 156; inv.nr. 403, fol 72v.); dit met approbatie van B&R d.d. 23 mei 1707 (G.A.G, rnr 321, Rekestboek). Hun voorganger is oorspronkelijk Nomda Popkens, zoon van Jantien Nombda wed. Popke Hoyckens, die dit land volgens akte van authorisatie op 26 mei 1664 van zijn moeder overneemt. Op 2 sept. 1695 wordt het overgenomen door Luijtien Cornelis en diens huisvrouw (moey Frouwke, zoals uit een andere bron blijkt), en volgens approbatie van B&R gaat het op 23 mei 1707 over van diens weduwe aan Focko Euwes en zijn huisvrouw. De huur geldt voor zes jaar; doch op 8 dec. 1710 (bij raadsauthorisatie van 13 nov. 1710) kopen Focco Eeuwes en Aaltien Boelens dit land rechtstreeks, voor f 1000. Vanwege de verhoging bij de tweede verkoping krijgen zij op 4 febr. 1711 zelfs nog f 25 terug.
Daarnaast huurt het echtpaar een 'hooge heemstede' (later een keer aangeduid als een gras land) van de kerk voor f 2 p.j. Ook dit is eerst gehuurd door Luitjen Cornelis, daarna door zijn weduwe moeij Frouwke; in.
1707 betaalt Focke Eeuwes f 1 tot aankomend geschenk en voortaan ook f 2 p.j. aan huur (Arch. N.H. Gem. Westeremden, blz. 221, 252, 288, 292, 298, 317). De laatste betaling is op 9 dec. 1723, over 1722; vanaf.
1723 nam Writzer Euwes de betalingen over (Ibid, blz. 322 e.v.). In de zelfde bron wordt Focke Eeuwes voorjaar 1715 en zomer 1716 genoemd als diaken, 1717-1723 als kerkvoogd (Ibid, blz. 269, 271; blz.288, 292, 298, 313, 317).
Kinderen uit het tweede huwelijk zijn er niet geweest. In een overeenkomst van 16 juli 1718 wordt een scheiding gemaakt tussen de nagelaten echtgenoot Focke Eeuwes en Aeltien Boelens' nabestaanden, t.w. haar zuster en zwager Trijntje Jans en Douwe Roelfs, alsmede de nagelaten minderjarige kinderen van zaliger Riender Hayens bij Aefke Jans (voor hen treden op Eeuwe Cnol voormond, Barteld Jans sibbe en Claes Willems vreemde voogd). (F.A. Hofman-Elema, inv.nr.1). Focke behoudt de gehele boedel, tegen uitbetaling van f 3100. Tevens zal hij afstaan het halve zilver, een kannetje met zilveren beslag, 16 lakens, 4 tafellakens, 2 paar kussentijken, de gerechte helft van het 'onbereyde' linnen, en tenslotte het lijfstoebehoren.
Van de derde vrouw, Anje Jans is weinig te achterhalen. Zij komt van Huizinge en daar worden rond 1690 minstens 3 meisjes van die naam gedoopt: op 20 juni 1686 een dochter van Jan Luittiens, op 10 juli 1691 een dochter van Jan Freriks en op 1 september 1695 een dochter van Jan Peters. Uit het huwelijk wordt posthuum een dochter geboren, maar geen verdere gegevens over moeder noch kind.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Focktie*1725 Westeremden [Gr]    



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer

Wrister Eeuwes
 
Wrister Eeuwes1, geb. te 't Zand [Gr]1 circa 17011,1, landbouwer op de Bottemaheerd te Westeremden [Gr], kerkvoogd, boekhoudend diaken te Westeremden [Gr] tussen 1730 en 1731, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 circa 17501,1.



Aantekeningen bij Wrister Eeuwes.

Sluitsteen in de Bottemaheerd, herbouwd 1870-1871.
Writzer Eeuwes is lidmaat geweest; samen met zijn eerste vrouw staat hij op de lijst van 16 maart 1732, maar op 24 juni 1733 is zij al dood. Op 18 sept. is hij bij het avondmaal absent wegens ziekte; zijn tweede vrouw is dan (nog?) geen lidmaat. In 1730 en 1731 is hij boekhouder 'der arme middelen' ofwel boekhoudend diaken (Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 353 en 357). Daarna wordt hij kerkvoogd (Ibid, blz. 373, 378, 383, 390). Ook bij zijn overlijden is hij nog kerkvoogd. Hij heeft in 1746 problemen met de voogden van het Antonygasthuis te Appingedam (R.A. Fivelingo, inv.nr. 774, oud XXII a 2, 19-3-1746).
In 1739 blijkt dat er in zijn boerderij drie haardsteden aanwezig zijn. Terwille van belastinbesparing is één daarvan inmiddels weggebroken (S.A, inv.nr. 435, 22-4-1739).
We vinden hem een paar maal als voogd. Zo in 1734 over de twee kinderen van Elske Peters bij Evert Peters en haar ene kind bij Siabbe Berents (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol 60v, 17-4-1734); en in 1744 over de drie minderjarige kinderen van Lippe Syrts en Aaltyn Jans (Ibid, fol. 110, 10-10-1744).
•.
Achterstallige landhuur.
Hij heeft in 1747 een conflict met wijlen Rense Freriks wed. betreffende achterstallige landhuur, en enkele jaren later wordt zijn weduwe door Pieter Aljes Zand over iets soortgelijks aangeklaagd; ook zij wordt dan gemaand om een lening van f 150 te voldoen die haar overleden man in zijn functie van kerkvoogd heeft gesloten- zij moet de verdere vordering maar met zijn opdrachtgevers afhandelen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3, 14- 3-1747, 16-1-1751, 6-2-1751).
Kort voor het tweede huwelijk wordt op verzoek van 'Writser Euwes van Westeremden' verzocht dat Jacobus Medelercamp, pastoor tot Leermens, als sibbevoogd, en Klaas Tonnys als vreemde voogd, mogen worden aangewezen over zijn zoon bij wijlen Grietje Pieters (R.A. Fivelingo, inv.nr.781, oud XXII d 1, fol. 57 en 57v, 30-1-1734); Berent Peters van Krewerd blijkt dan al voormond te zijn. Ds. Metelerkamp is gehuwd met Magdalena Eeuwes en zij kan een nichtje van Writser zijn geweest: Berent Pieters is de broer van de overledene. Aansluitend, na afhandeling van alle zaken, wordt Writser Eeuwes in de plaats van Klaas Tonnys als vreemde voogd over zijn eigen zoon aangesteld (Ibid, fol. 60v, 17-4-1734).
Een half jaar voor zijn derde huwelijk wordt hij van die eed ontheven, opnieuw springt Klaas Tonnys in (Ibid, 24-10-1744). Zulks op verzoek van de vader zelf: hij heeft eerder die maand gerekestreerd bij "pastor Medelercamp om de zwakheid zijnes lichaams mogte worden ontheven' van zijn taak als sibbevoogd, en hij noemt ook meteen Claas Tonnijs als waardig plaatsvervanger (R.A. Fivelingo, inv.nr.773, oud XXII a 1, 10-10-1744).
Als hij voor de derde maal trouwt, worden over de drie kinderen uit het tweede huwelijk op zijn verzoek aangezworen Sasper Hitjes in Appingedam (hij woont dan ook buiten de jurisdictie, zodat hij een contactadres in de rechtsstoel van Stedum moet opgeven) als principale voormond, Reinder Fricks sibbevoogd en Luurt Luurts vreemde voogd: een maand later (kennelijk nadat een afhandeling gemaakt is neemt hijzelf de taak van Luirt Luirts weer over (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol,110, 110v, 8-5-1745 en fol. 115v, 19-6-1745).
Op 29 nov. 1755, bij het opmaken van het huwelijkscontract van de pupil Bouwke Ewes, is Sasper Hitjes nog steeds voormond. Hij zal voor juni 1761 overlijden; Jacob Gerrits is dan inmiddels sibbevoogd (later blijkt hij een neef van de kinderen te zijn), Alje Aljes vreemde voogd.
Sasper Hitjes moet familie zijn geweest; de pupil Sasper Eeuwes is zonder twijfel naar hem vernoemd. hij komt zelf van Tjamsweer en trouwt aldaar op 5 dec. 1732 Mettie Pieters, j.d. van Lellens. Zij is waarschijnlijk gedoopt te Lellens op 12 maart 1708 als dochter van Pieter Jansen en Jacobjen Jacobs. Metje heeft verscheidene broers en zusters en het feit dat zij later als weduwe een huis te Appingedam aan haar zuster Hilje verkoopt - ook een kind van Pieter Janssen en Jacobjen Jacobs- bevestigd dat zij inderdaad de hier bedoelde vrouw is (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 122, 27-6-1761).

De Bottemaheerd van Westeremden.
Voogd Sasper Hitjes.
Onder deze broers en zuster vindt P.J.C. Elema geen Trijntje zodat niet bewezen is dat Metje Pieters een zuster van Writzers vrouw is. Noch Metje, noch Trijntje laten overigens een dochter Jacobje dopen. Trijntje Pieters is bij haar huwelijk van Garrelsweer afkomstig, en Pieter Jans en Jakobje Jakobs kunnen daar tussen 1702 en 1708 wel gewoond hebben, maar het doopboek aldaar begint te laat om van nut te kunnen zijn. Saspers eigen akomst is ondanks alle pogingen daartoe nog steeds niet bekend; minstens twee van zijn kinderen komen later met de familienaam Bolhuis voor.
Overigens zal Sasper Hitjes zeker geen goede voormond zijn geweest. Op een aantal rechtdagen te Stedum in de eerste helft van 1754 zien we Jacob Gerritz en Alje Aljes in qlte als voogden over de 'minderjarige kinder van Writzer Eeuwes bij Tryentje Pieters in egte verwekt hebbende' naarstige pogingen doen om de bezittingen van de kinderen bij de voormond weg te halen (R.A. Fivelingo, inv.nr.776, oud XXII a4, rechtdag Stedum 26-1-1754, 2-3-1754, 29-3-1754, 11-5, 29-6-1754); Jacob Gerritz is inmiddels administrerend voogd geworden, mogelijk ook omdat, zoals gemeld, Sasper niet in Westeremden zelf woont. Het gerecht van Stedum ordonneert enkele malen dat Sasper over 14 dagen voor het gerecht moet verschijnen om rekening en overlevering te doen; Sasper zegt eerst toe dat hij zal meewerken, levert daarna bij de wedman Jan Roelfs enig zilver in, later nog meer goederen, ten slotte manker nog slechts twee oude 'rijxdaalders' en de afkoopbrief zelf. Na de aanwijzing dat hij ook deze laatste aan het gericht wordt overhandigd, wordt het eindelijk stil in deze zaak.
Writzer Euwes neemt na zijn vaders dood de huur (ad f 2 per jaar) over van 'het hooge heem' te Westeremden.
(Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 322,346 e.v.; blz. 420, 428; in 1730 wordt dit gelijkgesteld met 'een gras lant'. Deze huur loopt door tot en met 1746, voldaan op 17 april 1748; de erstvolgende betaling is van 20 jan. 1752 en wel door zijn schoonzoon Jan Reinders, de echtgenoot van Bauwke Ewes. ook wordt aan Writser direct na zijn vaders dood door de kerk 4% rente betaald over een bedrag van 87 daalder, dat overigens in 1726 alweer wordt afbetaald (Ibid, blz. 323. 329, 331, 333).
•.
Meidenland onder Ten Post.
Writser Ewes te Westeremden huurt regorij 1737 voor drie jaar 7 grasen vrij meideland onder Ten Post van Ludolph Tjarda van Starckenborgh en Cecylia Rengers, heer en vrouw van Wee etc (F.A. Tjarda van Starckenborgh, inv.nr. 315, 2-5-1737). Dit tegen f 3 per jaar; op dezelfde voorwaarden wordt de huur in 1740 door Claes Tonnys en Eysse Jans overgenomen. Hij is bij de inmonstering der landdagcomparanten in 1749 geaccepteerd onder Hogelandsteradeel (F.A. Trip, inv.nr. 587, no. 317). Wrister zal zijn peroide niet uitgezeten hebben; in de loop van 1750 sterft hij. De door hem nagelaten boedel is klaarblijkelijk al vrij snel na zijn dood publiek verkocht, en Jantje Klaassen heeft (in haar functie van legitima tutrix over haar kind, en zo nodig als erfgename van haar - na de echtgenoot overleden - 'verstorven kind', klaarblijkelijk de posthuum geboren Wrister) goederen uit de boedel gemijnd. Zij wordt op 4 april 1752 door het gericht geauthoriseerd om deze kosten te mogen verrekenen met wat zij te vorderen heeft van de voormond en voogden, en van de wedman te Stedum (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3).

  • Vader:
    Focke Eeuwes1, zn. van Focke Fopkes Eeuwes en Mayke Alles Wristers, geb. 1 in 16751,1, diaken en kerkvoogd, landgebruiker, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 op donderdag 22 jun 17241,1, tr. (2) met Aeltien Boelens. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Anje Jans. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (resp. hoogstens 26 en ongeveer 15 jaar oud) (1) voor 1701.
 

tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 17 jaar oud) (1) te Westeremden [Gr] op donderdag 10 mei 1725
met

Grietje Pieters, dr. van Pieter Harmens en Syberich Berents, geb. in 1708, ovl. (ongeveer 25 jaar oud) in 1733.


Aantekeningen bij Grietje Pieters.
Grietje Pieters is een dochter van Pieter Harmens en Syberich Berents. Dat blijkt uit het huwelijkscontract van haar broer Berend Pieters d.d. 24 juni 1728 met Geertje Alberts (R.A. Fivelingo, inv. nr. 357, XII* 7, no. 35). Daarbij zijn aan bruidegomszijde getuige Pieter Geerts en Sijberich Berents als stiefvader en volle moeder, Writser Eeuwes en Grietje Pieters, zwager en zuster, Harmen Pieters broer, alsmede Claes Harmens en Anje Albers als oom en moei. De naam van de vader van Sibrichs kinderen wordt daarin niet genoemd, maar zij trouwt tweemaal: de eerste maal, Krewerd 3 mei 1696, met Peter Harms en daarna, Krewerd 27 aug. 1713, met Pieter Geerts. De indentificatie wordt nog bevestigd door de inscriptie op een zilveren kop, gedateerd 1710, luidende P.H.S.B, die zich later in de boedel van Pieter Eeuwes bevindt.
Mogelijk behoort tot Grietjes erfdeel ook de lening van f 300 met de rente krachtens verzegeling, die Writser Euwes nom. uxor. per 1 mei 1729 aan de kerkvoogd Willem Ockes opzegde (R.A. Fivelingo, inv. nr.172, oud XII a 6, Farmsum, 27-1-1729).

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouwke*1726 Westeremden [Gr] †1732  5
Pieter Eeuwes*1730 Westeremden [Gr] †1786 Zeerijp [Gr] 55
Bauwke*1732 Westeremden [Gr] †1735  2

tr. (ongeveer 33 jaar oud) (2) te Westeremden [Gr] op zondag 7 mrt 1734
met

Trijntje Pieters, geb. te Garrelsweer [Gr], ovl. tussen zondag 13 mei 1742 en 1745.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouwke*1735  †1766 Westeremden [Gr] 31
Hindrikje*1742 Westeremden [Gr]    
Focco*1738 Westeremden [Gr] †1771 Loppersum [Gr] 32
Sasper*1741 Westeremden [Gr] †1786  44

tr. (resp. ongeveer 44 en ongeveer 33 jaar oud) (3) te Westeremden [Gr] op zondag 25 apr 1745
met

Jantje Clasen Eikema, dr. van Claes Syrts (Sierts) en Nn, ged. op maandag 15 jun 1711, ovl. (minstens 76 jaar oud) na 1788.


Aantekeningen bij Jantje Clasen Eikema.
Jantje, dochter van Claas Syrts.
Jantje Clasen wordt de naam Eikema toegeschreven. Zij is een dochter van Claas Syrts, en zal dan een kind geweest moeten zijn van Claes Syrts, van Toornwerd, volwassen gedoopt te Loppersum 15 juni 1711, overl. Loppersum 3 dec. 1717 (oud 37jr. )tr. (ondertr. Loppersum 13 dec. 1705) Geertruit Luities, wed. van Jacob Clasen, landbouwer op Eikemaheerd. Geertruid hertrouwt te Loppersum op 5 febr. 1721 met Eltje Arends, haar man - Jantjes veronderstelde vader - is dan dus overleden. Er is echter ook een Claas Syrts van Loppersum, die te Loppersum in mei 1716 ondertrouwt (att. naar Wittewierum) met Grietje Jans en die waarschijnlijk hertrouwt (ondertr. Loppersum 2 april 1740) Jacobje Jakobs, van Loppersum.
Peter Euwes (dat is mogelijk de in 1730 geboren zoon uit het eerste huwelijk) wordt op 27 april 1754 aangewezen als voormond, Roelf Pieters sibbevoogd en Rienje Harms vreemde voogd over het minderjarige zoontje Claas Euwes uit het huwelijk van Writzer Eeuwes en Jantje Clasen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol.16); volgens het huwelijkscontract komt de moeder 1/4, het kind 3/4 van de goederen toe. De gerechterlijke inventaris is al op 24 april 1754 opgemaakt en wel te Garsthuizen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 785, oud XXII c 1, fol. 61-63, 16-3/26-4-1754). Het geheel geeft de indruk, dat Jantje zich als weduwe in een huisje aldaar heeft teruggetrokken; er is althans een schuld van f 16.15.0 voor huishuur aan Rienje Harms, die te Garsthuizen een gezeten landbouwer is en dat zal ook wel de reden zijn, dat deze als vreemde voogd optreedt. De feitelijke inboedel is nogal beperkt: in het binnenhuis en achterhuis tezamen is de waarde van de huisraad niet meer dan f 122.5.4, en boerengerei is er niet bij. Aan levendige have heeft Jantje een enter, twee schapen en vier lammeren. Verdere bezittingen: een derde part van 73 grazen en 60 roeden beklemd onder de plaatse van Jan Reinders te Westeremden; dat is de opvolger op de Bottemaheerd, die een jaar later met Jantjes stiefdochter Bauwke (uit Writzers tweede huwelijk) zal trouwen. Over dit bedrijf heeft hij een verzegeling van f 2400 uitstaan. Dan is er een derde deel in 15 grazen beklemd onder de plaats van Jan Waalkes tot Bierum (die ook nog vijf jaar landhuur achte is, nl. f 225, waarvan Jantje 1/3 deel toekomt en een derde part van 35 1/2 grazen land te Leermens, dat voor 9 jaar is verpacht aan de weduwe van Popke Eeuwes en consorten. Aan zilverwerk alleen bijna 20 loot zilver, en een half dozijn theegoed. Te betalen landhuur aan Ds. Oudeman bedraagt f 21.15.0, huishuur aan Rienje Harms bovengenoemd f 16.15.0 en meesterloon aan Aldershof te 'Winssom" f 40, alsmede wat boekschulden. Jantje heeft verder nog te verwachten dertig gilden voor een jaar kostgeld van Sasper Eeuwes; deze dan dertienjarige stiefzoon wordt kennelijk op kosten van zijn aandeel in de nalatenschap door zijn stiefmoeder grootgebracht.
Huwelijkscontract met Hindrik Pieters.
Op de zelfde dag dat er voorstanderen over haar vijfjarige zoontje worden aangewezen, laat Jantje Clasen ook een huwelijkscontract met Hindrik Pieters opmaken (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol.18). De nieuwe echtgenoot zal geen geld meegebracht hebben: bij kinderloos vooroverlijden zal hij slechts f 50 krijgen. In mei 1762 blijkt uit een rekest van de kerkvoogd Jacob Gerrits dat hij nog steeds administrerende voogd over de minderjarige kinderen is (R.A. Fivelingo, inv.nr. 777, oud XXII a 5, rechtdag Steum 8-5-1762 en 22-5-1762). De voormond en vreemde voogd zijn inmiddels overleden 'en de ene pupil reeds voorlange sijnde overleden, nadat bevorens was getrouwt, en voorlange reken en overleveringe van haar goed is gedaan, en de twede pupil voor eenige tijd nu ook sijnde getrouwt, en de derde op heden veniam aetatis hebbende geobtineert, soo is des suppl. zeer gedienstig verzoek dat het gerichte zig tot de reken en overleveringe aangaande de twee laaste pupillen gelieve te committeren'. Dat is even te snel gereageerd, want Sasper heeft wel diezelfde dag een verzoek tot venia aetatis ingediend, maar dat wordt pas enkele weken later ingewilligd. Zodoende moet ook Jacob Gerrits nog even wachten, maar daarna wordt hij dan eindelijk van deze verplichting bevrijd.
Grondbezit in Westeremden.
Jaren later vinden we de nazaten van Writser Eeuwes nog eens tezamen optreden. In mei 1770 verpachten Pieter Ewes en Tietje Jacobs voor 9 jaar vanaf 1 mei 1770 aan de kerkvoogd J.K. Eikema en Aaltjen Sissing e.l. te Loppersum 1/6 part van 73 1/4 gr. 60 roeden onverscheiden gelegen tot Westeremden, door Jan Rienders' wed. onder beklemming gebruikt voor f 36.13.2 1/2, mandelig met Fokke Eeuwes en consorten (R.A. Fivelingo, inv.nr. 641, oud XXIII b 2, blz. 98, Loppersum 5-5-1770). De prijs - een verhulde koopprijs - bedraagt f 950. Tevens compareren Fokke Ewes, Sasper Ewes, Roelf Pieters en Andries Haijnes, die zich inlaten als borgen voor de vrije levering. Aansluitend gebeurt hetzelfde door Sasper Eeuwes (Ibid, blz. 101, Loppersum 5-5-1770); ditmaal stellen zich borg Pieter Ewes en Fokke Ewes. Beide partijen dragen nog op dezelfde dag het recht van redemptie of wederinlossing aan de kopers over (Ibid, blz. 105, Loppersum 5-5-1770). Een jaar later, mei 1771, wordt er 15 grazen land, onverscheiden gelegen in een plaats tot Bierum en door Alle Everts als beklemde meijer gebruikt voor f 3 per gras, voor f 1057.5.0 verkocht aan de Heer J.J. van Goltstein en zijn vrouw G.J. Clant (R.A. Westerkwartier, inv.nr. 313, oud LXV b 9, fol. 19, 6-5-1771). De verkopers zijn Pieter Eeuwes en Tietje jacobs, Antje Klaassen als gevolmachtigde van haar man Focke Eeuwes ieder voor 1/6 part, Jantje Klaassen voor 1/12 part, Pieter Eeuwes en consorten als voorstanderen over Klaas Euwes 1/4 part, de voorstanderen (n.l. Focke Eeuwes, Eppe Joesten, Jacob Havinga) over de kinderen van wijlen Jan Reinders en Bouke Eeuwes 1/6 part, en Pieter Cornelis Hein als gelastigde van zijn vrouw Jantje Claassen 1/6 part.

Uit dit huwelijk 4 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nicolaas*1746 Westeremden [Gr]    
Jacobus*1747 Westeremden [Gr]    
Claas*1748 Westeremden [Gr] †1786  37
Wrister*1750 Westeremden [Gr] †1815 Meedhuizen [Gr] 64



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer

Dossier:


Focktie Eeuwes
Focktie Eeuwes, geb. te Westeremden [Gr] voor zondag 11 feb 1725 Zij wordt 34 weken na de dood van haar vader geboren, ged. te Westeremden [Gr] op zondag 11 feb 1725.

  • Vader:
    Focke Eeuwes1, zn. van Focke Fopkes Eeuwes en Mayke Alles Wristers, geb. 1 in 16751,1, diaken en kerkvoogd, landgebruiker, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 op donderdag 22 jun 17241,1, tr. (1) met Bouke Reinders. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (2) met Aeltien Boelens. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (resp. ongeveer 47 en ongeveer 22 jaar oud) (3) te Westeremden [Gr] op zondag 19 jul 1722.
 



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer


Elske Corneis
Elske Corneis, geb. in 1665, ovl. (ongeveer 37 jaar oud) te Toornwerd [Gr] op dinsdag 5 dec 1702.

tr. (resp. ongeveer 20 en minstens 18 jaar oud) te Onderwierum [Gr] op donderdag 17 mei 1685
met

Sirp Ayckes Elema, zn. van Aycke Reinders en Grietje Popkes Eeuwes, geb. voor donderdag 12 aug 1666, ged. te Toornwerd [Gr] op donderdag 12 aug 1666, ovl. (minstens 64 jaar oud) te Toornwerd [Gr] Op 't Noord circa 1731, tr. (2) met Jantje Jacobs. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinder Hayes*1707 Toornwerd [Gr] †1769  62
Grietien Sirps*1694 Middelstum [Gr] †1743 Zandeweer [Gr] 48


Jantje Jacobs
Jantje Jacobs, geb. voor donderdag 2 aug 1685, ged. op donderdag 2 aug 1685.

tr. (resp. minstens 17 en minstens 36 jaar oud) in 1703
met

Sirp Ayckes Elema, zn. van Aycke Reinders en Grietje Popkes Eeuwes, geb. voor donderdag 12 aug 1666, ged. te Toornwerd [Gr] op donderdag 12 aug 1666, ovl. (minstens 64 jaar oud) te Toornwerd [Gr] Op 't Noord circa 1731, tr. (1) met Elske Corneis, dr. van Cornelis Berends en Cornelisje Peters Woest. Uit dit huwelijk 2 kinderen.
')}