Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Jantien Cornelis
Jantien Cornelis, geb. te Kantens [Gr] voor woensdag 4 okt 1719, ged. op woensdag 4 okt 1719, ovl. (minstens 75 jaar oud) te Leermens [Gr] op maandag 27 okt 1794.

tr. (resp. minstens 27 en ongeveer 22 jaar oud) te Leermens [Gr] op donderdag 11 mei 1747
met

Jurrien Reinders Eeuwes, zn. van Popke Eeuwes en Swaantien Jurriens, geb. te Leermens [Gr] in 1725, landbouwer op de Jacobusmaheerd te Leermens [Gr], hoveling, schepper en kerkvoogd, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) te Leermens [Gr] op dinsdag 10 mrt 1795.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Swaantyen (Swaantje) Jurjens*1749 Leermens [Gr] †1833 Uithuizen [Gr] 84
Cornelis*1752 Leermens [Gr] †1779  27
Aaltyn (Aaltje)*1754 Leermens [Gr]    
Antje*1758 Leermens [Gr]    



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis


Swaantyen Eeuwes
Swaantyen (Swaantje) Jurjens (Jurryns) Eeuwes, geb. te Leermens [Gr] op zondag 30 mrt 1749, ovl. (84 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op woensdag 18 sep 1833.

tr. (20 jaar oud) (1) op zondag 7 mei 1769
met

Jan Sickes, ovl. voor 1774.

tr. (resp. 24 en ongeveer 32 jaar oud) (2) te Usquert [Gr] op woensdag 23 mrt 1774 (getuigen: Bij de huwelijkse voorwaarden voor dit huwelijk zijn getuigen aan bruidegomszijde: Pieter Berents en Anje Alberts, Berent Pieters, Siert Berents, Jan Berents volle broeders en schoonzuster, Aaltie Berents halfzuster. Getuigen aan bruidszijde: Schepper Jurjen Reinders en Jantie Cornelis vader en moeder, Cornelis Euwes volle broer, Antie Jurjens volle suster, Jan Cornelis volle oom, Edzardina Eeuwes wed. Geert Schepel volle moei, Otte Clazen en Wobge Eeuwes aangetr. oom en volle moei, Jurjen Reinders nu als sibbevoogd, Tonnis Harms voormond en Jochum Jans vreemde voogd over de twee minderjarige kinderen van de bruid bij wijlen Jan Sikkes (R.A. Fiveling, inv.nr. 141, oud XX d 2, fol. 48, 16-3-1774). Een HC wordt afgesloten op 16 maart 1774 te Usquert)
met

Klaas Berents Westerdijk, zn. van Berend Pieters Westerdijk en Elysabeth Syrts, geb. te Uithuizen [Gr] in 1742, landbouwer op de Praebendeheerd te Uithuizen [Gr], Groenlandvaarder (walvisvaarder), ovl. (ongeveer 83 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op zaterdag 12 nov 1825.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berent Klaassens*1775 Usquert [Gr]    



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis


Cornelis Eeuwes
Cornelis Eeuwes, geb. te Leermens [Gr] voor zondag 21 mei 1752, ged. te Leermens [Gr] op zondag 21 mei 1752, ovl. (minstens 27 jaar oud) op donderdag 2 sep 1779.

tr. (minstens 18 jaar oud) te Kantens [Gr] op woensdag 13 jun 1770
met

Hyktien Eysses.


Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis


Aaltyn Eeuwes
Aaltyn (Aaltje) Eeuwes, geb. te Leermens [Gr] voor zondag 15 dec 1754, ged. te Leermens [Gr] op zondag 15 dec 1754.



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis


Antje Eeuwes
Antje Eeuwes, geb. te Leermens [Gr] voor zondag 2 apr 1758, ged. te Leermens [Gr] op zondag 2 apr 1758.



Bronnen:
1.Groninger gedenkwaardigheden, teksten, wapenen en huismerken., Boek, A. Pathuis


Jan Sickes
Jan Sickes, ovl. voor 1774.

tr. (Swaantyen (Swaantje) Jurjens 20 jaar oud) op zondag 7 mei 1769
met

Swaantyen (Swaantje) Jurjens (Jurryns) Eeuwes, dr. van Jurrien Reinders Eeuwes en Jantien Cornelis, geb. te Leermens [Gr] op zondag 30 mrt 1749, ovl. (84 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op woensdag 18 sep 1833, tr. (2) met Klaas Berents Westerdijk. Uit dit huwelijk een zoon.


Klaas Westerdijk
Klaas Berents Westerdijk, geb. te Uithuizen [Gr] in 1742, landbouwer op de Praebendeheerd te Uithuizen [Gr], Groenlandvaarder (walvisvaarder), ovl. (ongeveer 83 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op zaterdag 12 nov 1825.

tr. (resp. ongeveer 32 en 24 jaar oud) te Usquert [Gr] op woensdag 23 mrt 1774 (getuigen: Bij de huwelijkse voorwaarden voor dit huwelijk zijn getuigen aan bruidegomszijde: Pieter Berents en Anje Alberts, Berent Pieters, Siert Berents, Jan Berents volle broeders en schoonzuster, Aaltie Berents halfzuster. Getuigen aan bruidszijde: Schepper Jurjen Reinders en Jantie Cornelis vader en moeder, Cornelis Euwes volle broer, Antie Jurjens volle suster, Jan Cornelis volle oom, Edzardina Eeuwes wed. Geert Schepel volle moei, Otte Clazen en Wobge Eeuwes aangetr. oom en volle moei, Jurjen Reinders nu als sibbevoogd, Tonnis Harms voormond en Jochum Jans vreemde voogd over de twee minderjarige kinderen van de bruid bij wijlen Jan Sikkes (R.A. Fiveling, inv.nr. 141, oud XX d 2, fol. 48, 16-3-1774). Een HC wordt afgesloten op 16 maart 1774 te Usquert)
met

Swaantyen (Swaantje) Jurjens (Jurryns) Eeuwes, dr. van Jurrien Reinders Eeuwes en Jantien Cornelis, geb. te Leermens [Gr] op zondag 30 mrt 1749, ovl. (84 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op woensdag 18 sep 1833, tr. (1) met Jan Sickes. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berent Klaassens*1775 Usquert [Gr]    


Berent Westerdijk
Berent Klaassens Westerdijk, geb. te Usquert [Gr] op zondag 29 jan 1775.

tr. (resp. ongeveer 27 en ongeveer 29 jaar oud) (1) in 1803
met

Antje Eppes Boukema, geb. in 1774, ovl. (ongeveer 30 jaar oud) in 1804.

tr. (resp. 30 en ongeveer 28 jaar oud) (2) te Usqert op zondag 7 apr 1805
met

Hilje Luurts Ikema, geb. in 1777, ovl. (ongeveer 71 jaar oud) in 1848.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berend*1817  †1882  65


Hyktien Eysses
Hyktien Eysses.

tr. (Cornelis minstens 18 jaar oud) te Kantens [Gr] op woensdag 13 jun 1770
met

Cornelis Eeuwes, zn. van Jurrien Reinders Eeuwes en Jantien Cornelis, geb. te Leermens [Gr] voor zondag 21 mei 1752, ged. te Leermens [Gr] op zondag 21 mei 1752, ovl. (minstens 27 jaar oud) op donderdag 2 sep 1779.


Berend Westerdijk
Berend Pieters Westerdijk, ovl. in 1776.

tr.
met

Elysabeth Syrts, ovl. in 1752.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Klaas Berents*1742 Uithuizen [Gr] †1825 Uithuizen [Gr] 83


Elysabeth Syrts
Elysabeth Syrts, ovl. in 1752.

tr.
met

Berend Pieters Westerdijk, ovl. in 1776.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Klaas Berents*1742 Uithuizen [Gr] †1825 Uithuizen [Gr] 83


Antje Boukema
Antje Eppes Boukema, geb. in 1774, ovl. (ongeveer 30 jaar oud) in 1804.

tr. (resp. ongeveer 29 en ongeveer 27 jaar oud) in 1803
met

Berent Klaassens Westerdijk, zn. van Klaas Berents Westerdijk en Swaantyen (Swaantje) Jurjens Eeuwes, geb. te Usquert [Gr] op zondag 29 jan 1775, tr. (2) met Hilje Luurts Ikema. Uit dit huwelijk een zoon.


Hilje Ikema
Hilje Luurts Ikema, geb. in 1777, ovl. (ongeveer 71 jaar oud) in 1848.

tr. (resp. ongeveer 28 en 30 jaar oud) te Usqert op zondag 7 apr 1805
met

Berent Klaassens Westerdijk, zn. van Klaas Berents Westerdijk en Swaantyen (Swaantje) Jurjens Eeuwes, geb. te Usquert [Gr] op zondag 29 jan 1775, tr. (1) met Antje Eppes Boukema. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berend*1817  †1882  65


Berend Westerdijk
Berend Westerdijk, geb. in 1817, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 1882.


Grietje Pieters
Grietje Pieters, geb. in 1708, ovl. (ongeveer 25 jaar oud) in 1733.


Aantekeningen bij Grietje Pieters.
Grietje Pieters is een dochter van Pieter Harmens en Syberich Berents. Dat blijkt uit het huwelijkscontract van haar broer Berend Pieters d.d. 24 juni 1728 met Geertje Alberts (R.A. Fivelingo, inv. nr. 357, XII* 7, no. 35). Daarbij zijn aan bruidegomszijde getuige Pieter Geerts en Sijberich Berents als stiefvader en volle moeder, Writser Eeuwes en Grietje Pieters, zwager en zuster, Harmen Pieters broer, alsmede Claes Harmens en Anje Albers als oom en moei. De naam van de vader van Sibrichs kinderen wordt daarin niet genoemd, maar zij trouwt tweemaal: de eerste maal, Krewerd 3 mei 1696, met Peter Harms en daarna, Krewerd 27 aug. 1713, met Pieter Geerts. De indentificatie wordt nog bevestigd door de inscriptie op een zilveren kop, gedateerd 1710, luidende P.H.S.B, die zich later in de boedel van Pieter Eeuwes bevindt.
Mogelijk behoort tot Grietjes erfdeel ook de lening van f 300 met de rente krachtens verzegeling, die Writser Euwes nom. uxor. per 1 mei 1729 aan de kerkvoogd Willem Ockes opzegde (R.A. Fivelingo, inv. nr.172, oud XII a 6, Farmsum, 27-1-1729).

tr. (resp. ongeveer 17 en ongeveer 24 jaar oud) te Westeremden [Gr] op donderdag 10 mei 1725
met

Wrister Eeuwes1, zn. van Focke Eeuwes en Bouke Reinders, geb. te 't Zand [Gr]1 circa 17011,1, landbouwer op de Bottemaheerd te Westeremden [Gr], kerkvoogd, boekhoudend diaken te Westeremden [Gr] tussen 1730 en 1731, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 circa 17501,1, tr. (2) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (3) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen.

 



Aantekeningen bij Wrister Eeuwes.

Sluitsteen in de Bottemaheerd, herbouwd 1870-1871.
Writzer Eeuwes is lidmaat geweest; samen met zijn eerste vrouw staat hij op de lijst van 16 maart 1732, maar op 24 juni 1733 is zij al dood. Op 18 sept. is hij bij het avondmaal absent wegens ziekte; zijn tweede vrouw is dan (nog?) geen lidmaat. In 1730 en 1731 is hij boekhouder 'der arme middelen' ofwel boekhoudend diaken (Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 353 en 357). Daarna wordt hij kerkvoogd (Ibid, blz. 373, 378, 383, 390). Ook bij zijn overlijden is hij nog kerkvoogd. Hij heeft in 1746 problemen met de voogden van het Antonygasthuis te Appingedam (R.A. Fivelingo, inv.nr. 774, oud XXII a 2, 19-3-1746).
In 1739 blijkt dat er in zijn boerderij drie haardsteden aanwezig zijn. Terwille van belastinbesparing is één daarvan inmiddels weggebroken (S.A, inv.nr. 435, 22-4-1739).
We vinden hem een paar maal als voogd. Zo in 1734 over de twee kinderen van Elske Peters bij Evert Peters en haar ene kind bij Siabbe Berents (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol 60v, 17-4-1734); en in 1744 over de drie minderjarige kinderen van Lippe Syrts en Aaltyn Jans (Ibid, fol. 110, 10-10-1744).
•.
Achterstallige landhuur.
Hij heeft in 1747 een conflict met wijlen Rense Freriks wed. betreffende achterstallige landhuur, en enkele jaren later wordt zijn weduwe door Pieter Aljes Zand over iets soortgelijks aangeklaagd; ook zij wordt dan gemaand om een lening van f 150 te voldoen die haar overleden man in zijn functie van kerkvoogd heeft gesloten- zij moet de verdere vordering maar met zijn opdrachtgevers afhandelen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3, 14- 3-1747, 16-1-1751, 6-2-1751).
Kort voor het tweede huwelijk wordt op verzoek van 'Writser Euwes van Westeremden' verzocht dat Jacobus Medelercamp, pastoor tot Leermens, als sibbevoogd, en Klaas Tonnys als vreemde voogd, mogen worden aangewezen over zijn zoon bij wijlen Grietje Pieters (R.A. Fivelingo, inv.nr.781, oud XXII d 1, fol. 57 en 57v, 30-1-1734); Berent Peters van Krewerd blijkt dan al voormond te zijn. Ds. Metelerkamp is gehuwd met Magdalena Eeuwes en zij kan een nichtje van Writser zijn geweest: Berent Pieters is de broer van de overledene. Aansluitend, na afhandeling van alle zaken, wordt Writser Eeuwes in de plaats van Klaas Tonnys als vreemde voogd over zijn eigen zoon aangesteld (Ibid, fol. 60v, 17-4-1734).
Een half jaar voor zijn derde huwelijk wordt hij van die eed ontheven, opnieuw springt Klaas Tonnys in (Ibid, 24-10-1744). Zulks op verzoek van de vader zelf: hij heeft eerder die maand gerekestreerd bij "pastor Medelercamp om de zwakheid zijnes lichaams mogte worden ontheven' van zijn taak als sibbevoogd, en hij noemt ook meteen Claas Tonnijs als waardig plaatsvervanger (R.A. Fivelingo, inv.nr.773, oud XXII a 1, 10-10-1744).
Als hij voor de derde maal trouwt, worden over de drie kinderen uit het tweede huwelijk op zijn verzoek aangezworen Sasper Hitjes in Appingedam (hij woont dan ook buiten de jurisdictie, zodat hij een contactadres in de rechtsstoel van Stedum moet opgeven) als principale voormond, Reinder Fricks sibbevoogd en Luurt Luurts vreemde voogd: een maand later (kennelijk nadat een afhandeling gemaakt is neemt hijzelf de taak van Luirt Luirts weer over (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol,110, 110v, 8-5-1745 en fol. 115v, 19-6-1745).
Op 29 nov. 1755, bij het opmaken van het huwelijkscontract van de pupil Bouwke Ewes, is Sasper Hitjes nog steeds voormond. Hij zal voor juni 1761 overlijden; Jacob Gerrits is dan inmiddels sibbevoogd (later blijkt hij een neef van de kinderen te zijn), Alje Aljes vreemde voogd.
Sasper Hitjes moet familie zijn geweest; de pupil Sasper Eeuwes is zonder twijfel naar hem vernoemd. hij komt zelf van Tjamsweer en trouwt aldaar op 5 dec. 1732 Mettie Pieters, j.d. van Lellens. Zij is waarschijnlijk gedoopt te Lellens op 12 maart 1708 als dochter van Pieter Jansen en Jacobjen Jacobs. Metje heeft verscheidene broers en zusters en het feit dat zij later als weduwe een huis te Appingedam aan haar zuster Hilje verkoopt - ook een kind van Pieter Janssen en Jacobjen Jacobs- bevestigd dat zij inderdaad de hier bedoelde vrouw is (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 122, 27-6-1761).

De Bottemaheerd van Westeremden.
Voogd Sasper Hitjes.
Onder deze broers en zuster vindt P.J.C. Elema geen Trijntje zodat niet bewezen is dat Metje Pieters een zuster van Writzers vrouw is. Noch Metje, noch Trijntje laten overigens een dochter Jacobje dopen. Trijntje Pieters is bij haar huwelijk van Garrelsweer afkomstig, en Pieter Jans en Jakobje Jakobs kunnen daar tussen 1702 en 1708 wel gewoond hebben, maar het doopboek aldaar begint te laat om van nut te kunnen zijn. Saspers eigen akomst is ondanks alle pogingen daartoe nog steeds niet bekend; minstens twee van zijn kinderen komen later met de familienaam Bolhuis voor.
Overigens zal Sasper Hitjes zeker geen goede voormond zijn geweest. Op een aantal rechtdagen te Stedum in de eerste helft van 1754 zien we Jacob Gerritz en Alje Aljes in qlte als voogden over de 'minderjarige kinder van Writzer Eeuwes bij Tryentje Pieters in egte verwekt hebbende' naarstige pogingen doen om de bezittingen van de kinderen bij de voormond weg te halen (R.A. Fivelingo, inv.nr.776, oud XXII a4, rechtdag Stedum 26-1-1754, 2-3-1754, 29-3-1754, 11-5, 29-6-1754); Jacob Gerritz is inmiddels administrerend voogd geworden, mogelijk ook omdat, zoals gemeld, Sasper niet in Westeremden zelf woont. Het gerecht van Stedum ordonneert enkele malen dat Sasper over 14 dagen voor het gerecht moet verschijnen om rekening en overlevering te doen; Sasper zegt eerst toe dat hij zal meewerken, levert daarna bij de wedman Jan Roelfs enig zilver in, later nog meer goederen, ten slotte manker nog slechts twee oude 'rijxdaalders' en de afkoopbrief zelf. Na de aanwijzing dat hij ook deze laatste aan het gericht wordt overhandigd, wordt het eindelijk stil in deze zaak.
Writzer Euwes neemt na zijn vaders dood de huur (ad f 2 per jaar) over van 'het hooge heem' te Westeremden.
(Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 322,346 e.v.; blz. 420, 428; in 1730 wordt dit gelijkgesteld met 'een gras lant'. Deze huur loopt door tot en met 1746, voldaan op 17 april 1748; de erstvolgende betaling is van 20 jan. 1752 en wel door zijn schoonzoon Jan Reinders, de echtgenoot van Bauwke Ewes. ook wordt aan Writser direct na zijn vaders dood door de kerk 4% rente betaald over een bedrag van 87 daalder, dat overigens in 1726 alweer wordt afbetaald (Ibid, blz. 323. 329, 331, 333).
•.
Meidenland onder Ten Post.
Writser Ewes te Westeremden huurt regorij 1737 voor drie jaar 7 grasen vrij meideland onder Ten Post van Ludolph Tjarda van Starckenborgh en Cecylia Rengers, heer en vrouw van Wee etc (F.A. Tjarda van Starckenborgh, inv.nr. 315, 2-5-1737). Dit tegen f 3 per jaar; op dezelfde voorwaarden wordt de huur in 1740 door Claes Tonnys en Eysse Jans overgenomen. Hij is bij de inmonstering der landdagcomparanten in 1749 geaccepteerd onder Hogelandsteradeel (F.A. Trip, inv.nr. 587, no. 317). Wrister zal zijn peroide niet uitgezeten hebben; in de loop van 1750 sterft hij. De door hem nagelaten boedel is klaarblijkelijk al vrij snel na zijn dood publiek verkocht, en Jantje Klaassen heeft (in haar functie van legitima tutrix over haar kind, en zo nodig als erfgename van haar - na de echtgenoot overleden - 'verstorven kind', klaarblijkelijk de posthuum geboren Wrister) goederen uit de boedel gemijnd. Zij wordt op 4 april 1752 door het gericht geauthoriseerd om deze kosten te mogen verrekenen met wat zij te vorderen heeft van de voormond en voogden, en van de wedman te Stedum (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3).

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouwke*1726 Westeremden [Gr] †1732  5
Pieter Eeuwes*1730 Westeremden [Gr] †1786 Zeerijp [Gr] 55
Bauwke*1732 Westeremden [Gr] †1735  2



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer


Trijntje Pieters
Trijntje Pieters, geb. te Garrelsweer [Gr], ovl. tussen zondag 13 mei 1742 en 1745.

tr. (Wrister ongeveer 33 jaar oud) te Westeremden [Gr] op zondag 7 mrt 1734
met

Wrister Eeuwes1, zn. van Focke Eeuwes en Bouke Reinders, geb. te 't Zand [Gr]1 circa 17011,1, landbouwer op de Bottemaheerd te Westeremden [Gr], kerkvoogd, boekhoudend diaken te Westeremden [Gr] tussen 1730 en 1731, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 circa 17501,1, tr. (1) met Grietje Pieters, dr. van Pieter Harmens en Syberich Berents. Uit dit huwelijk 3 zonen, tr. (3) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen.

 



Aantekeningen bij Wrister Eeuwes.

Sluitsteen in de Bottemaheerd, herbouwd 1870-1871.
Writzer Eeuwes is lidmaat geweest; samen met zijn eerste vrouw staat hij op de lijst van 16 maart 1732, maar op 24 juni 1733 is zij al dood. Op 18 sept. is hij bij het avondmaal absent wegens ziekte; zijn tweede vrouw is dan (nog?) geen lidmaat. In 1730 en 1731 is hij boekhouder 'der arme middelen' ofwel boekhoudend diaken (Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 353 en 357). Daarna wordt hij kerkvoogd (Ibid, blz. 373, 378, 383, 390). Ook bij zijn overlijden is hij nog kerkvoogd. Hij heeft in 1746 problemen met de voogden van het Antonygasthuis te Appingedam (R.A. Fivelingo, inv.nr. 774, oud XXII a 2, 19-3-1746).
In 1739 blijkt dat er in zijn boerderij drie haardsteden aanwezig zijn. Terwille van belastinbesparing is één daarvan inmiddels weggebroken (S.A, inv.nr. 435, 22-4-1739).
We vinden hem een paar maal als voogd. Zo in 1734 over de twee kinderen van Elske Peters bij Evert Peters en haar ene kind bij Siabbe Berents (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol 60v, 17-4-1734); en in 1744 over de drie minderjarige kinderen van Lippe Syrts en Aaltyn Jans (Ibid, fol. 110, 10-10-1744).
•.
Achterstallige landhuur.
Hij heeft in 1747 een conflict met wijlen Rense Freriks wed. betreffende achterstallige landhuur, en enkele jaren later wordt zijn weduwe door Pieter Aljes Zand over iets soortgelijks aangeklaagd; ook zij wordt dan gemaand om een lening van f 150 te voldoen die haar overleden man in zijn functie van kerkvoogd heeft gesloten- zij moet de verdere vordering maar met zijn opdrachtgevers afhandelen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3, 14- 3-1747, 16-1-1751, 6-2-1751).
Kort voor het tweede huwelijk wordt op verzoek van 'Writser Euwes van Westeremden' verzocht dat Jacobus Medelercamp, pastoor tot Leermens, als sibbevoogd, en Klaas Tonnys als vreemde voogd, mogen worden aangewezen over zijn zoon bij wijlen Grietje Pieters (R.A. Fivelingo, inv.nr.781, oud XXII d 1, fol. 57 en 57v, 30-1-1734); Berent Peters van Krewerd blijkt dan al voormond te zijn. Ds. Metelerkamp is gehuwd met Magdalena Eeuwes en zij kan een nichtje van Writser zijn geweest: Berent Pieters is de broer van de overledene. Aansluitend, na afhandeling van alle zaken, wordt Writser Eeuwes in de plaats van Klaas Tonnys als vreemde voogd over zijn eigen zoon aangesteld (Ibid, fol. 60v, 17-4-1734).
Een half jaar voor zijn derde huwelijk wordt hij van die eed ontheven, opnieuw springt Klaas Tonnys in (Ibid, 24-10-1744). Zulks op verzoek van de vader zelf: hij heeft eerder die maand gerekestreerd bij "pastor Medelercamp om de zwakheid zijnes lichaams mogte worden ontheven' van zijn taak als sibbevoogd, en hij noemt ook meteen Claas Tonnijs als waardig plaatsvervanger (R.A. Fivelingo, inv.nr.773, oud XXII a 1, 10-10-1744).
Als hij voor de derde maal trouwt, worden over de drie kinderen uit het tweede huwelijk op zijn verzoek aangezworen Sasper Hitjes in Appingedam (hij woont dan ook buiten de jurisdictie, zodat hij een contactadres in de rechtsstoel van Stedum moet opgeven) als principale voormond, Reinder Fricks sibbevoogd en Luurt Luurts vreemde voogd: een maand later (kennelijk nadat een afhandeling gemaakt is neemt hijzelf de taak van Luirt Luirts weer over (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol,110, 110v, 8-5-1745 en fol. 115v, 19-6-1745).
Op 29 nov. 1755, bij het opmaken van het huwelijkscontract van de pupil Bouwke Ewes, is Sasper Hitjes nog steeds voormond. Hij zal voor juni 1761 overlijden; Jacob Gerrits is dan inmiddels sibbevoogd (later blijkt hij een neef van de kinderen te zijn), Alje Aljes vreemde voogd.
Sasper Hitjes moet familie zijn geweest; de pupil Sasper Eeuwes is zonder twijfel naar hem vernoemd. hij komt zelf van Tjamsweer en trouwt aldaar op 5 dec. 1732 Mettie Pieters, j.d. van Lellens. Zij is waarschijnlijk gedoopt te Lellens op 12 maart 1708 als dochter van Pieter Jansen en Jacobjen Jacobs. Metje heeft verscheidene broers en zusters en het feit dat zij later als weduwe een huis te Appingedam aan haar zuster Hilje verkoopt - ook een kind van Pieter Janssen en Jacobjen Jacobs- bevestigd dat zij inderdaad de hier bedoelde vrouw is (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 122, 27-6-1761).

De Bottemaheerd van Westeremden.
Voogd Sasper Hitjes.
Onder deze broers en zuster vindt P.J.C. Elema geen Trijntje zodat niet bewezen is dat Metje Pieters een zuster van Writzers vrouw is. Noch Metje, noch Trijntje laten overigens een dochter Jacobje dopen. Trijntje Pieters is bij haar huwelijk van Garrelsweer afkomstig, en Pieter Jans en Jakobje Jakobs kunnen daar tussen 1702 en 1708 wel gewoond hebben, maar het doopboek aldaar begint te laat om van nut te kunnen zijn. Saspers eigen akomst is ondanks alle pogingen daartoe nog steeds niet bekend; minstens twee van zijn kinderen komen later met de familienaam Bolhuis voor.
Overigens zal Sasper Hitjes zeker geen goede voormond zijn geweest. Op een aantal rechtdagen te Stedum in de eerste helft van 1754 zien we Jacob Gerritz en Alje Aljes in qlte als voogden over de 'minderjarige kinder van Writzer Eeuwes bij Tryentje Pieters in egte verwekt hebbende' naarstige pogingen doen om de bezittingen van de kinderen bij de voormond weg te halen (R.A. Fivelingo, inv.nr.776, oud XXII a4, rechtdag Stedum 26-1-1754, 2-3-1754, 29-3-1754, 11-5, 29-6-1754); Jacob Gerritz is inmiddels administrerend voogd geworden, mogelijk ook omdat, zoals gemeld, Sasper niet in Westeremden zelf woont. Het gerecht van Stedum ordonneert enkele malen dat Sasper over 14 dagen voor het gerecht moet verschijnen om rekening en overlevering te doen; Sasper zegt eerst toe dat hij zal meewerken, levert daarna bij de wedman Jan Roelfs enig zilver in, later nog meer goederen, ten slotte manker nog slechts twee oude 'rijxdaalders' en de afkoopbrief zelf. Na de aanwijzing dat hij ook deze laatste aan het gericht wordt overhandigd, wordt het eindelijk stil in deze zaak.
Writzer Euwes neemt na zijn vaders dood de huur (ad f 2 per jaar) over van 'het hooge heem' te Westeremden.
(Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 322,346 e.v.; blz. 420, 428; in 1730 wordt dit gelijkgesteld met 'een gras lant'. Deze huur loopt door tot en met 1746, voldaan op 17 april 1748; de erstvolgende betaling is van 20 jan. 1752 en wel door zijn schoonzoon Jan Reinders, de echtgenoot van Bauwke Ewes. ook wordt aan Writser direct na zijn vaders dood door de kerk 4% rente betaald over een bedrag van 87 daalder, dat overigens in 1726 alweer wordt afbetaald (Ibid, blz. 323. 329, 331, 333).
•.
Meidenland onder Ten Post.
Writser Ewes te Westeremden huurt regorij 1737 voor drie jaar 7 grasen vrij meideland onder Ten Post van Ludolph Tjarda van Starckenborgh en Cecylia Rengers, heer en vrouw van Wee etc (F.A. Tjarda van Starckenborgh, inv.nr. 315, 2-5-1737). Dit tegen f 3 per jaar; op dezelfde voorwaarden wordt de huur in 1740 door Claes Tonnys en Eysse Jans overgenomen. Hij is bij de inmonstering der landdagcomparanten in 1749 geaccepteerd onder Hogelandsteradeel (F.A. Trip, inv.nr. 587, no. 317). Wrister zal zijn peroide niet uitgezeten hebben; in de loop van 1750 sterft hij. De door hem nagelaten boedel is klaarblijkelijk al vrij snel na zijn dood publiek verkocht, en Jantje Klaassen heeft (in haar functie van legitima tutrix over haar kind, en zo nodig als erfgename van haar - na de echtgenoot overleden - 'verstorven kind', klaarblijkelijk de posthuum geboren Wrister) goederen uit de boedel gemijnd. Zij wordt op 4 april 1752 door het gericht geauthoriseerd om deze kosten te mogen verrekenen met wat zij te vorderen heeft van de voormond en voogden, en van de wedman te Stedum (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3).

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouwke*1735  †1766 Westeremden [Gr] 31
Hindrikje*1742 Westeremden [Gr]    
Focco*1738 Westeremden [Gr] †1771 Loppersum [Gr] 32
Sasper*1741 Westeremden [Gr] †1786  44



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer


Jantje Eikema
Jantje Clasen Eikema, ged. op maandag 15 jun 1711, ovl. (minstens 76 jaar oud) na 1788.


Aantekeningen bij Jantje Clasen Eikema.
Jantje, dochter van Claas Syrts.
Jantje Clasen wordt de naam Eikema toegeschreven. Zij is een dochter van Claas Syrts, en zal dan een kind geweest moeten zijn van Claes Syrts, van Toornwerd, volwassen gedoopt te Loppersum 15 juni 1711, overl. Loppersum 3 dec. 1717 (oud 37jr. )tr. (ondertr. Loppersum 13 dec. 1705) Geertruit Luities, wed. van Jacob Clasen, landbouwer op Eikemaheerd. Geertruid hertrouwt te Loppersum op 5 febr. 1721 met Eltje Arends, haar man - Jantjes veronderstelde vader - is dan dus overleden. Er is echter ook een Claas Syrts van Loppersum, die te Loppersum in mei 1716 ondertrouwt (att. naar Wittewierum) met Grietje Jans en die waarschijnlijk hertrouwt (ondertr. Loppersum 2 april 1740) Jacobje Jakobs, van Loppersum.
Peter Euwes (dat is mogelijk de in 1730 geboren zoon uit het eerste huwelijk) wordt op 27 april 1754 aangewezen als voormond, Roelf Pieters sibbevoogd en Rienje Harms vreemde voogd over het minderjarige zoontje Claas Euwes uit het huwelijk van Writzer Eeuwes en Jantje Clasen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol.16); volgens het huwelijkscontract komt de moeder 1/4, het kind 3/4 van de goederen toe. De gerechterlijke inventaris is al op 24 april 1754 opgemaakt en wel te Garsthuizen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 785, oud XXII c 1, fol. 61-63, 16-3/26-4-1754). Het geheel geeft de indruk, dat Jantje zich als weduwe in een huisje aldaar heeft teruggetrokken; er is althans een schuld van f 16.15.0 voor huishuur aan Rienje Harms, die te Garsthuizen een gezeten landbouwer is en dat zal ook wel de reden zijn, dat deze als vreemde voogd optreedt. De feitelijke inboedel is nogal beperkt: in het binnenhuis en achterhuis tezamen is de waarde van de huisraad niet meer dan f 122.5.4, en boerengerei is er niet bij. Aan levendige have heeft Jantje een enter, twee schapen en vier lammeren. Verdere bezittingen: een derde part van 73 grazen en 60 roeden beklemd onder de plaatse van Jan Reinders te Westeremden; dat is de opvolger op de Bottemaheerd, die een jaar later met Jantjes stiefdochter Bauwke (uit Writzers tweede huwelijk) zal trouwen. Over dit bedrijf heeft hij een verzegeling van f 2400 uitstaan. Dan is er een derde deel in 15 grazen beklemd onder de plaats van Jan Waalkes tot Bierum (die ook nog vijf jaar landhuur achte is, nl. f 225, waarvan Jantje 1/3 deel toekomt en een derde part van 35 1/2 grazen land te Leermens, dat voor 9 jaar is verpacht aan de weduwe van Popke Eeuwes en consorten. Aan zilverwerk alleen bijna 20 loot zilver, en een half dozijn theegoed. Te betalen landhuur aan Ds. Oudeman bedraagt f 21.15.0, huishuur aan Rienje Harms bovengenoemd f 16.15.0 en meesterloon aan Aldershof te 'Winssom" f 40, alsmede wat boekschulden. Jantje heeft verder nog te verwachten dertig gilden voor een jaar kostgeld van Sasper Eeuwes; deze dan dertienjarige stiefzoon wordt kennelijk op kosten van zijn aandeel in de nalatenschap door zijn stiefmoeder grootgebracht.
Huwelijkscontract met Hindrik Pieters.
Op de zelfde dag dat er voorstanderen over haar vijfjarige zoontje worden aangewezen, laat Jantje Clasen ook een huwelijkscontract met Hindrik Pieters opmaken (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol.18). De nieuwe echtgenoot zal geen geld meegebracht hebben: bij kinderloos vooroverlijden zal hij slechts f 50 krijgen. In mei 1762 blijkt uit een rekest van de kerkvoogd Jacob Gerrits dat hij nog steeds administrerende voogd over de minderjarige kinderen is (R.A. Fivelingo, inv.nr. 777, oud XXII a 5, rechtdag Steum 8-5-1762 en 22-5-1762). De voormond en vreemde voogd zijn inmiddels overleden 'en de ene pupil reeds voorlange sijnde overleden, nadat bevorens was getrouwt, en voorlange reken en overleveringe van haar goed is gedaan, en de twede pupil voor eenige tijd nu ook sijnde getrouwt, en de derde op heden veniam aetatis hebbende geobtineert, soo is des suppl. zeer gedienstig verzoek dat het gerichte zig tot de reken en overleveringe aangaande de twee laaste pupillen gelieve te committeren'. Dat is even te snel gereageerd, want Sasper heeft wel diezelfde dag een verzoek tot venia aetatis ingediend, maar dat wordt pas enkele weken later ingewilligd. Zodoende moet ook Jacob Gerrits nog even wachten, maar daarna wordt hij dan eindelijk van deze verplichting bevrijd.
Grondbezit in Westeremden.
Jaren later vinden we de nazaten van Writser Eeuwes nog eens tezamen optreden. In mei 1770 verpachten Pieter Ewes en Tietje Jacobs voor 9 jaar vanaf 1 mei 1770 aan de kerkvoogd J.K. Eikema en Aaltjen Sissing e.l. te Loppersum 1/6 part van 73 1/4 gr. 60 roeden onverscheiden gelegen tot Westeremden, door Jan Rienders' wed. onder beklemming gebruikt voor f 36.13.2 1/2, mandelig met Fokke Eeuwes en consorten (R.A. Fivelingo, inv.nr. 641, oud XXIII b 2, blz. 98, Loppersum 5-5-1770). De prijs - een verhulde koopprijs - bedraagt f 950. Tevens compareren Fokke Ewes, Sasper Ewes, Roelf Pieters en Andries Haijnes, die zich inlaten als borgen voor de vrije levering. Aansluitend gebeurt hetzelfde door Sasper Eeuwes (Ibid, blz. 101, Loppersum 5-5-1770); ditmaal stellen zich borg Pieter Ewes en Fokke Ewes. Beide partijen dragen nog op dezelfde dag het recht van redemptie of wederinlossing aan de kopers over (Ibid, blz. 105, Loppersum 5-5-1770). Een jaar later, mei 1771, wordt er 15 grazen land, onverscheiden gelegen in een plaats tot Bierum en door Alle Everts als beklemde meijer gebruikt voor f 3 per gras, voor f 1057.5.0 verkocht aan de Heer J.J. van Goltstein en zijn vrouw G.J. Clant (R.A. Westerkwartier, inv.nr. 313, oud LXV b 9, fol. 19, 6-5-1771). De verkopers zijn Pieter Eeuwes en Tietje jacobs, Antje Klaassen als gevolmachtigde van haar man Focke Eeuwes ieder voor 1/6 part, Jantje Klaassen voor 1/12 part, Pieter Eeuwes en consorten als voorstanderen over Klaas Euwes 1/4 part, de voorstanderen (n.l. Focke Eeuwes, Eppe Joesten, Jacob Havinga) over de kinderen van wijlen Jan Reinders en Bouke Eeuwes 1/6 part, en Pieter Cornelis Hein als gelastigde van zijn vrouw Jantje Claassen 1/6 part.

tr. (resp. ongeveer 33 en ongeveer 44 jaar oud) te Westeremden [Gr] op zondag 25 apr 1745
met

Wrister Eeuwes1, zn. van Focke Eeuwes en Bouke Reinders, geb. te 't Zand [Gr]1 circa 17011,1, landbouwer op de Bottemaheerd te Westeremden [Gr], kerkvoogd, boekhoudend diaken te Westeremden [Gr] tussen 1730 en 1731, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 circa 17501,1, tr. (1) met Grietje Pieters. Uit dit huwelijk 3 zonen, tr. (2) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 4 kinderen.

 



Aantekeningen bij Wrister Eeuwes.

Sluitsteen in de Bottemaheerd, herbouwd 1870-1871.
Writzer Eeuwes is lidmaat geweest; samen met zijn eerste vrouw staat hij op de lijst van 16 maart 1732, maar op 24 juni 1733 is zij al dood. Op 18 sept. is hij bij het avondmaal absent wegens ziekte; zijn tweede vrouw is dan (nog?) geen lidmaat. In 1730 en 1731 is hij boekhouder 'der arme middelen' ofwel boekhoudend diaken (Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 353 en 357). Daarna wordt hij kerkvoogd (Ibid, blz. 373, 378, 383, 390). Ook bij zijn overlijden is hij nog kerkvoogd. Hij heeft in 1746 problemen met de voogden van het Antonygasthuis te Appingedam (R.A. Fivelingo, inv.nr. 774, oud XXII a 2, 19-3-1746).
In 1739 blijkt dat er in zijn boerderij drie haardsteden aanwezig zijn. Terwille van belastinbesparing is één daarvan inmiddels weggebroken (S.A, inv.nr. 435, 22-4-1739).
We vinden hem een paar maal als voogd. Zo in 1734 over de twee kinderen van Elske Peters bij Evert Peters en haar ene kind bij Siabbe Berents (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol 60v, 17-4-1734); en in 1744 over de drie minderjarige kinderen van Lippe Syrts en Aaltyn Jans (Ibid, fol. 110, 10-10-1744).
•.
Achterstallige landhuur.
Hij heeft in 1747 een conflict met wijlen Rense Freriks wed. betreffende achterstallige landhuur, en enkele jaren later wordt zijn weduwe door Pieter Aljes Zand over iets soortgelijks aangeklaagd; ook zij wordt dan gemaand om een lening van f 150 te voldoen die haar overleden man in zijn functie van kerkvoogd heeft gesloten- zij moet de verdere vordering maar met zijn opdrachtgevers afhandelen (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3, 14- 3-1747, 16-1-1751, 6-2-1751).
Kort voor het tweede huwelijk wordt op verzoek van 'Writser Euwes van Westeremden' verzocht dat Jacobus Medelercamp, pastoor tot Leermens, als sibbevoogd, en Klaas Tonnys als vreemde voogd, mogen worden aangewezen over zijn zoon bij wijlen Grietje Pieters (R.A. Fivelingo, inv.nr.781, oud XXII d 1, fol. 57 en 57v, 30-1-1734); Berent Peters van Krewerd blijkt dan al voormond te zijn. Ds. Metelerkamp is gehuwd met Magdalena Eeuwes en zij kan een nichtje van Writser zijn geweest: Berent Pieters is de broer van de overledene. Aansluitend, na afhandeling van alle zaken, wordt Writser Eeuwes in de plaats van Klaas Tonnys als vreemde voogd over zijn eigen zoon aangesteld (Ibid, fol. 60v, 17-4-1734).
Een half jaar voor zijn derde huwelijk wordt hij van die eed ontheven, opnieuw springt Klaas Tonnys in (Ibid, 24-10-1744). Zulks op verzoek van de vader zelf: hij heeft eerder die maand gerekestreerd bij "pastor Medelercamp om de zwakheid zijnes lichaams mogte worden ontheven' van zijn taak als sibbevoogd, en hij noemt ook meteen Claas Tonnijs als waardig plaatsvervanger (R.A. Fivelingo, inv.nr.773, oud XXII a 1, 10-10-1744).
Als hij voor de derde maal trouwt, worden over de drie kinderen uit het tweede huwelijk op zijn verzoek aangezworen Sasper Hitjes in Appingedam (hij woont dan ook buiten de jurisdictie, zodat hij een contactadres in de rechtsstoel van Stedum moet opgeven) als principale voormond, Reinder Fricks sibbevoogd en Luurt Luurts vreemde voogd: een maand later (kennelijk nadat een afhandeling gemaakt is neemt hijzelf de taak van Luirt Luirts weer over (R.A. Fivelingo, inv.nr. 781, oud XXII d 1, fol,110, 110v, 8-5-1745 en fol. 115v, 19-6-1745).
Op 29 nov. 1755, bij het opmaken van het huwelijkscontract van de pupil Bouwke Ewes, is Sasper Hitjes nog steeds voormond. Hij zal voor juni 1761 overlijden; Jacob Gerrits is dan inmiddels sibbevoogd (later blijkt hij een neef van de kinderen te zijn), Alje Aljes vreemde voogd.
Sasper Hitjes moet familie zijn geweest; de pupil Sasper Eeuwes is zonder twijfel naar hem vernoemd. hij komt zelf van Tjamsweer en trouwt aldaar op 5 dec. 1732 Mettie Pieters, j.d. van Lellens. Zij is waarschijnlijk gedoopt te Lellens op 12 maart 1708 als dochter van Pieter Jansen en Jacobjen Jacobs. Metje heeft verscheidene broers en zusters en het feit dat zij later als weduwe een huis te Appingedam aan haar zuster Hilje verkoopt - ook een kind van Pieter Janssen en Jacobjen Jacobs- bevestigd dat zij inderdaad de hier bedoelde vrouw is (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 122, 27-6-1761).

De Bottemaheerd van Westeremden.
Voogd Sasper Hitjes.
Onder deze broers en zuster vindt P.J.C. Elema geen Trijntje zodat niet bewezen is dat Metje Pieters een zuster van Writzers vrouw is. Noch Metje, noch Trijntje laten overigens een dochter Jacobje dopen. Trijntje Pieters is bij haar huwelijk van Garrelsweer afkomstig, en Pieter Jans en Jakobje Jakobs kunnen daar tussen 1702 en 1708 wel gewoond hebben, maar het doopboek aldaar begint te laat om van nut te kunnen zijn. Saspers eigen akomst is ondanks alle pogingen daartoe nog steeds niet bekend; minstens twee van zijn kinderen komen later met de familienaam Bolhuis voor.
Overigens zal Sasper Hitjes zeker geen goede voormond zijn geweest. Op een aantal rechtdagen te Stedum in de eerste helft van 1754 zien we Jacob Gerritz en Alje Aljes in qlte als voogden over de 'minderjarige kinder van Writzer Eeuwes bij Tryentje Pieters in egte verwekt hebbende' naarstige pogingen doen om de bezittingen van de kinderen bij de voormond weg te halen (R.A. Fivelingo, inv.nr.776, oud XXII a4, rechtdag Stedum 26-1-1754, 2-3-1754, 29-3-1754, 11-5, 29-6-1754); Jacob Gerritz is inmiddels administrerend voogd geworden, mogelijk ook omdat, zoals gemeld, Sasper niet in Westeremden zelf woont. Het gerecht van Stedum ordonneert enkele malen dat Sasper over 14 dagen voor het gerecht moet verschijnen om rekening en overlevering te doen; Sasper zegt eerst toe dat hij zal meewerken, levert daarna bij de wedman Jan Roelfs enig zilver in, later nog meer goederen, ten slotte manker nog slechts twee oude 'rijxdaalders' en de afkoopbrief zelf. Na de aanwijzing dat hij ook deze laatste aan het gericht wordt overhandigd, wordt het eindelijk stil in deze zaak.
Writzer Euwes neemt na zijn vaders dood de huur (ad f 2 per jaar) over van 'het hooge heem' te Westeremden.
(Arch. N.H. Gem. Westeremden, inv.nr. 52, blz. 322,346 e.v.; blz. 420, 428; in 1730 wordt dit gelijkgesteld met 'een gras lant'. Deze huur loopt door tot en met 1746, voldaan op 17 april 1748; de erstvolgende betaling is van 20 jan. 1752 en wel door zijn schoonzoon Jan Reinders, de echtgenoot van Bauwke Ewes. ook wordt aan Writser direct na zijn vaders dood door de kerk 4% rente betaald over een bedrag van 87 daalder, dat overigens in 1726 alweer wordt afbetaald (Ibid, blz. 323. 329, 331, 333).
•.
Meidenland onder Ten Post.
Writser Ewes te Westeremden huurt regorij 1737 voor drie jaar 7 grasen vrij meideland onder Ten Post van Ludolph Tjarda van Starckenborgh en Cecylia Rengers, heer en vrouw van Wee etc (F.A. Tjarda van Starckenborgh, inv.nr. 315, 2-5-1737). Dit tegen f 3 per jaar; op dezelfde voorwaarden wordt de huur in 1740 door Claes Tonnys en Eysse Jans overgenomen. Hij is bij de inmonstering der landdagcomparanten in 1749 geaccepteerd onder Hogelandsteradeel (F.A. Trip, inv.nr. 587, no. 317). Wrister zal zijn peroide niet uitgezeten hebben; in de loop van 1750 sterft hij. De door hem nagelaten boedel is klaarblijkelijk al vrij snel na zijn dood publiek verkocht, en Jantje Klaassen heeft (in haar functie van legitima tutrix over haar kind, en zo nodig als erfgename van haar - na de echtgenoot overleden - 'verstorven kind', klaarblijkelijk de posthuum geboren Wrister) goederen uit de boedel gemijnd. Zij wordt op 4 april 1752 door het gericht geauthoriseerd om deze kosten te mogen verrekenen met wat zij te vorderen heeft van de voormond en voogden, en van de wedman te Stedum (R.A. Fivelingo, inv.nr. 775, oud XXII a 3).

Uit dit huwelijk 4 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nicolaas*1746 Westeremden [Gr]    
Jacobus*1747 Westeremden [Gr]    
Claas*1748 Westeremden [Gr] †1786  37
Wrister*1750 Westeremden [Gr] †1815 Meedhuizen [Gr] 64



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer


Bouwke Eeuwes
Bouwke Eeuwes, geb. te Westeremden [Gr] voor zondag 24 feb 1726, ged. te Westeremden [Gr] op zondag 24 feb 1726, ovl. (minstens 5 jaar oud) op maandag 11 feb 1732.

  • Vader:
    Wrister Eeuwes1, zn. van Focke Eeuwes en Bouke Reinders, geb. te 't Zand [Gr]1 circa 17011,1, landbouwer op de Bottemaheerd te Westeremden [Gr], kerkvoogd, boekhoudend diaken te Westeremden [Gr] tussen 1730 en 1731, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 circa 17501,1, tr. (2) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 4 kinderen., tr. (3) met Jantje Clasen Eikema, dr. van Claes Syrts (Sierts) en Nn. Uit dit huwelijk 4 zonen., tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 17 jaar oud) (1) te Westeremden [Gr] op donderdag 10 mei 1725.
 



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer

Pieter Bottema
 
Pieter Eeuwes Bottema1, geb. te Westeremden [Gr]1 op zondag 30 apr 17301,1,1, landbouwer op de Hinckamaheerd te Zeerijp [Gr], woont op de Bottemaheerd te Westeremden, ovl. (minstens 55 jaar oud) te Zeerijp [Gr]1 na 17861,1.



Aantekeningen bij Pieter Eeuwes Bottema.

De Bottemaheerd van Westeremden.

Hinkemaheerd.
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp gevestigd hebben; vanaf 1759 pachten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar, groot 70 grazen, van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger -afgaand meier- is Pieter Mennes en ook dit is een verre familierelatie: hij is in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betalen per jaar 300 gulden, met uiteraard aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen 'in de Groeve in de Zeerijp gelegen' wordt, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betalen jaarlijks f 18.18.0 aan pacht en op dat moment bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G,rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid, inv.nr. 54, fol. 17).
Pieter is overigens meteen al twee betalingen achter (G.A.G, rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar blijft tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al is Pieter dan allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B&R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.

Hermannus Jacobs en Geertje Jacobs.
In 1786 wordt Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties heeft hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen levert Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f 1.6.9 (G.A.G,rnr 53, Rekeningen Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Hoewel er geen gegeven gevonden zijn dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse wordt ingeboekt, is Antje in 1765 gestorven en hertrouwt hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30-6-1769) getuigen aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als zijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment wordt ook opgemaakt de inventaris van de goederen die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezit, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769). Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige- geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f 18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaast is er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f 72 huur, getaxeerd op f 1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f 45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f 16.10.0 gebruikt, f 100. Tenslotte huisraad , boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, een heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden is er: f 600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f 700, aan Pieter Jans Box f 1000, aan Klaas Ewes 'als pupille gelt' f 70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f 6685.18.4, schadelijke staat f 2871.17.0, rest f 3 814.1.3.
Zij lenen in 1775 f 300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voor dochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekent Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f 555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoopsbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden is, is niet zeker; zij blijven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna geraken zij echter wel 'onder de macht van hun creditoren'. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hebben op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betreft een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land 'in de Groev' (doende tot vaste huur f 300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de stad), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar zijn er 'enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming' en daarom wordt dan de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f 150 verlaagd. De kopers voldoen vervolgens eerst f 2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurt is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk wordt enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte van laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden.


De achterzijde van de Bottemaheerd in Westeremden.

  • Vader:
    Wrister Eeuwes1, zn. van Focke Eeuwes en Bouke Reinders, geb. te 't Zand [Gr]1 circa 17011,1, landbouwer op de Bottemaheerd te Westeremden [Gr], kerkvoogd, boekhoudend diaken te Westeremden [Gr] tussen 1730 en 1731, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 circa 17501,1, tr. (2) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (3) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen, tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 17 jaar oud) (1) te Westeremden [Gr] op donderdag 10 mei 1725.
 

tr. (resp. 29 en 35 jaar oud) (1) te Westeremden [Gr]1 op maandag 30 apr 17591 (getuigen: Het huwelijkscontract geeft aan bruidegomszijde Jan Reinders als halzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje Pieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders halfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr.
790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759))1
met

Antje Pieters Bottema, dr. van Peter Jans en Aafke Jans, geb. te Westeremden [Gr] op zondag 10 okt 1723, ged. op zondag 10 okt 1723, ovl. (42 jaar oud) te Zeerijp [Gr] op donderdag 28 nov 1765.


Aantekeningen bij Antje Pieters Bottema.
Antje Pieters (in het trouwboek krijgt ze de naam 'Bottema' mee) is een dochter van Peter Jans en Aafke Jans, woonachtig op de Bottemaheerd te Westeremden. Er zijn eerder (overigens vage) familierelaties geweest: haar moeder Aafke Jans is gehuwd geweest met Reinder Hayes, en Reinders zuster Aaltjen Boeles is gehuwd geweest met Pieter Eeuwes' grootvader Focco.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje*1760 Zeerijp [Gr]    
Aafke*1765 Zeerijp [Gr]    

tr. (resp. 39 en ongeveer 27 jaar oud) (2) te Zeerijp [Gr] op zondag 23 jul 1769
met

Tietje Jacobs, dr. van Jacob Sierts en Martje Andries, ged. te Middelstum [Gr] op zondag 11 mrt 1742, ovl. te Zeerijp [Gr].

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wrister Eeuwes*1770 Zeerijp [Gr] †1835 Oldenzijl [Gr] 65
Martje*1773 Zeerijp [Gr]    
Bouke*1776 Zeerijp [Gr] †1778  2
Baauwke (Bouwke) Pieters*1778 Zeerijp [Gr] †1862 Wirdum 84



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer

Dossier:


Bauwke Eeuwes
Bauwke Eeuwes, geb. te Westeremden [Gr] voor zondag 2 nov 1732, ged. te Westeremden [Gr] op zondag 2 nov 1732, ovl. (ongeveer 2 jaar oud) voor 1735.

  • Vader:
    Wrister Eeuwes1, zn. van Focke Eeuwes en Bouke Reinders, geb. te 't Zand [Gr]1 circa 17011,1, landbouwer op de Bottemaheerd te Westeremden [Gr], kerkvoogd, boekhoudend diaken te Westeremden [Gr] tussen 1730 en 1731, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Westeremden [Gr]1 circa 17501,1, tr. (2) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 4 kinderen., tr. (3) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen., tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 17 jaar oud) (1) te Westeremden [Gr] op donderdag 10 mei 1725.
 



Bronnen:
1.Stamboom A.Redmeijer-Zuur, Redmeijer
')}