Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Popa II van Sponheim-Ziegenhein
Popa II van Sponheim-Ziegenhein, geb. circa 1120.


een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Kundigunde*1145  †1198  53


Ruprecht II van Nassau-Laurenberg
Ruprecht II van Nassau-Laurenberg, geb. circa 1115, 1e Graaf van Nassau vanaf 1123, ovl. (ongeveer 37 jaar oud) in 1152.

tr.
met

Beatrix van Limburg, geb. circa 1116, Gravin van Laurenburg.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Walram I*1137  †1198  61


Beatrix van Limburg
Beatrix van Limburg, geb. circa 1116, Gravin van Laurenburg.

tr.
met

Ruprecht II van Nassau-Laurenberg, geb. circa 1115, 1e Graaf van Nassau vanaf 1123, ovl. (ongeveer 37 jaar oud) in 1152.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Walram I*1137  †1198  61


Nn
Nn , geb. tussen 1004 en 1027.

tr.
met

Nn , geb. tussen 1002 en 1029.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wilbert*1036     


Nn
Nn , geb. tussen 1002 en 1029.

tr.
met

Nn , zn. van NN en NN, geb. tussen 1004 en 1027.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wilbert*1036     


Nn van Mittelburg
Nn van Mittelburg, geb. circa 1330.

tr.
met

Udo Tyadekana Van Groothusen, zn. van Tiado (Szio, Thio) von Ditzum Und Midwolda en Nn Von Der Osterburg Groothusen, geb. circa 1330, hoofdeling van Groothusen.


Aantekeningen bij Udo Tyadekana Van Groothusen.
Hij leeft omstreeks 1350 en bouwt dan in Groothusen de Mittelburg uit. Hij en zijn broers ruilen op 24 febr. 1378 met het klooster te Langen '9 Grasen in der Gemarkung Wybelsum gegen 8 1/2 Heller im Groothuser Hammrich'.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Poppo Tyadekana     
Udo Tyadekana     
Tjada     


Poppo Tyadekana Van Groothusen
Poppo Tyadekana Van Groothusen.


Udo Tyadekana Van Groothusen
Udo Tyadekana Van Groothusen.


Tjada Van Groothusen
Tjada Van Groothusen.


Louise de Coligny
Louise de Coligny, geb. in 1583, ovl. (ongeveer 37 jaar oud) in 1620.

tr.
met

Willem van Oranje1, zn. van Willem I de Rijke van Nassau-Dillenburg en Juliana van Stolberg, geb. te Dillenburg [Deu]1 op maandag 24 apr 15331,1, ged. LU op donderdag 4 mei 1533, 1, Prins van Oranje van 1544 tot 1584, graaf van Buren en Leerdam, Heer van IJsselstein van 1551 tot 1584, Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht van 1559 tot 1567 en van 1572 tot 1584, stadhouder van Friesland van 1580 tot 1584, ovl. (51 jaar oud) te Delft [Zh]1 op dinsdag 10 jul 15841,1, begr. 1, tr. (1) met Anna van Egmont. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (2) met Anna van Saksen1. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (3) met Charlotte de Bourbon. Uit dit huwelijk een dochter, relatie (5) met Eva Elincx. Uit deze relatie een zoon.

 



Aantekeningen bij Willem van Oranje.
Willem (Slot Dillenburg, 24 april 1533 — Delft, 10 juli 1584), prins van Oranje, graaf van Nassau, Katzenelnbogen, Vianden en Diez, bekend als Willem van Oranje of onder zijn bijnaam Willem de Zwijger, was aanvankelijk stadhouder voor de koning van Spanje doch later de initiator, opstandelingenleider van de Opstand tegen de heer der Nederlanden, Filips II.
De Opstand staat bekend als de Tachtigjarige Oorlog en leidde tot een onafhankelijk Nederland. In de kronieken, brieven en documenten van de 16e eeuw wordt soms gesproken over de Opstand. In de hedendaagse literatuur wordt het begin van de Tachtigjarige Oorlog veelal weer aangeduid met de Opstand of de Nederlandse Opstand.[1].
Een politieke uitspraak van Willem van Oranje was: Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het geweten van hun onderdanen willen heersen en hen de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen. Willem deed deze uitspraak op 31 december 1564 in de Raad van State om het conflict met Filips II te verwoorden.
De lijfspreuk van de prins was Je maintiendrai (Ik zal handhaven). Aan het eind van zijn leven breidde de prins deze uit: Je maintiendrai l'honneur, la foy, la loi de Dieu, du Roy, de mes amis et moy (Ik zal de eer, het geloof en de wet van God, van de koning, van mijn vrienden en mij handhaven).
•.
Jeugd (1533-1555).
Willem van Oranje geschilderd door Anthonie Mor omstreeks 1554.
Karel VWillem van Oranje werd geboren als oudste zoon van Willem de Rijke, graaf van Nassau, en Juliana van Stolberg. Zijn vader had uit een eerder huwelijk al een dochter en ook zijn moeder had uit een eerder huwelijk al vier kinderen. Geen van deze kinderen werd opvolger en stamhouder van het geslacht Nassau. Een stamhouder had de opdracht de belangen van zijn familie te waarborgen. Op 4 mei 1533 werd Willem onder grote belangstelling gedoopt. Na Willem werden in het huwelijk van Willem de Rijke en Juliana van Stolberg nog vier zoons geboren:.
Jan (1535-1606).
Lodewijk (1538-1574).
Adolf (1540-1568).
Hendrik (1550-1574).
Ook werden nog zeven dochters geboren. Willem de Rijke was alleen rijk aan kinderen. Van de zoons zou alleen de tweede (Jan van Nassau) een natuurlijke dood sterven. De anderen zouden of omkomen in de strijd (Lodewijk, Adolf en Hendrik) of worden vermoord (Willem).
Tot zijn elfde levensjaar kreeg Willem een opvoeding in lutherse zin op het stamslot Dillenburg in Duitsland want zijn moeder was overtuigd protestant en bracht dat over op haar kinderen. In 1544 stierf een neef van Willem: René van Chalon en die 26-jarige René had bij testament bepaald dat Willem van Nassau zijn opvolger zou worden. Ook keizer Karel V stemde hiermee in. De elfjarige Willem erfde in 1544 het prinsdom Orange in Frankrijk met de prestigieuze titel van Prins. Naast de lijfspreuk Je maintiendrai Chalon dus ook de titel prins van Oranje. Aan dit prinsdom waren ook zeer belangrijke voorrechten en bezittingen in de Nederlanden verbonden. Karel V verbond aan deze erfenis wel de voorwaarde: overgang tot rooms katholieke geloof en opvoeding aan het hof in Brussel. Om het familiebelang van de Nassaus gingen de ouders en Willem hiermee akkoord. Aan het hof van keizer Karel werd het kind, de prins van Oranje, ingewijd tot diplomaat. Er ontstonden contacten op allerlei niveaus. Alva, Granvelle en Filips II leerde hij kennen. Het bleek dat de jonge prins van Oranje zich uitstekend wist te redden. Zijn levenshouding werd gekenmerkt door optimisme en welsprekendheid. Hij bleek over diplomatieke gaven te beschikken. Hij kreeg zijn bijnaam de Zwijger niet vanwege zwijgzaamheid, maar vanwege zijn gewoonte nooit het achterste van zijn tong te laten zien.
Op 8 juli 1551 trad de 18-jarige prins Willem in het huwelijk met Anna van Egmont. Het huwelijk was, zoals gebruikelijk in zijn kringen, gebaseerd op berekening en familiebelang. Door dit huwelijk vergrootte Willem van Oranje zijn belangen in de Nederlanden. De Nederlanden bestonden in die tijd uit 17 gewesten. Karel V was heer over die 17 gewesten. Op 19 december 1554 werd zijn eerste zoon geboren: Philips Willem van Oranje.
De ster van de jonge prins Willem aan het hof van Karel V rees gestaag. Hij werd een van de belangrijkste edelen aan het hof. Toen Karel op 25 oktober 1555 terugtrad als koning van Spanje, keizer van Duitsland en heer der Nederlanden, leunde hij bij deze plechtigheid op de schouder van deze 22 jaar jonge prins. Hieruit sprak een groot vertrouwen van Karel V in Willem van Oranje. Tegen zijn zoon Filips II zei Karel over prins Willem: Houd deze jongeman in ere, hij kan je waardevolste raadgever en steun zijn. In deze tijd toonde Willem van Oranje zich een trouw zoon van de rooms-katholieke kerk.
[bewerk] Raadsman van Filips II (1555-1559).
Filips IIIn 1555 werd Filips heer der Nederlanden, het jaar daarop ook koning van Spanje, waar hij overigens al vanaf 1539 als regent voor zijn vader optrad. Filips II was een overtuigd aanhanger van de rooms-katholieke kerk. Hij zag het als zijn opdracht om zijn onderdanen voor de kerk te behouden of terug te winnen. De reeds in 1550 ingevoerde strenge 'plakkaten' tegen de aanhangers van Maarten Luther hadden zijn volledige instemming. Hij was oprecht en zag het als zijn levensdoel om één groot rijk te scheppen met slechts één godsdienst, het rooms-katholicisme. Op dit punt wilde Filips van geen wijken weten. De koning was een vroom, ernstig en sober mens. Hij was ook achterdochtig en kon slecht delegeren. Prins Willem was daarentegen opgewekt, sociaal vaardig en ambitieus. Hoewel trouw zoon van de rooms-katholieke kerk, had hij waardering voor de kritische humanist Erasmus. De koning trachtte nadrukkelijk Willem van Oranje aan zich te binden. In 1556 werd Willem ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Mede in verband met de oorlog tegen Frankrijk kreeg Willem van Filips belangrijke diplomatieke opdrachten. Hij werd betrokken bij de onderhandelingen die leidden tot de vrede van Cateau-Cambrésis. Daardoor leerde hij de groten van Europa kennen. Hij ontmoette de keizer van Duitsland, de koning van Frankrijk en was samen met de hertog van Alva een van de belangrijkste raadsheren van Filips. Echter, tussen Filips en de Nederlandse adel boterde het niet erg. Filips maakte liever gebruik van raadgevers van elders, zoals de Spanjaard Ruy Gómez de Silva en de topdiplomaat van Franse afkomst Nicolas Perrenot de Granvelle, die zijn vader al zo goed gediend had. Toen Filips in het najaar van 1559 naar Spanje vertrok, was geen enkele Nederlandse edelman daar echt rouwig om. Volgens niet geheel bevestigde bronnen zou hij prins Willem bij het afscheid hebben toegevoegd: Niet de Staten, maar gij, gij, gij. Dit wijst ook op een gebrek aan persoonlijk vertrouwen van Filips in Willem. Ze zouden elkaar nooit meer zien.
In juni 1559 zou Willem van Oranje in verband met de vrede tussen de Hendrik II van Frankrijk en Filips II – het zogenoemde Verdrag van Cateau-Cambrésis – een ontmoeting hebben gehad met de Franse koning. De beide vorsten zouden deze vrede hebben gesloten waardoor zij de handen vrij kregen om in Frankrijk en in de Nederlanden met instemming van de paus de lutherse ketterij flink aan te pakken. In zijn Apologie uit 1580 kwam Willem op deze ontmoeting terug. De Franse koning zou hem mededelingen hebben gedaan over het gezamenlijke plan van Hendrik en Filips om door middel van inquisitie, vervolging, tirannie en plakkaten de protestantse ketterij in Frankrijk en Nederland uit te roeien. Willem van Oranje geeft in zijn Apologie aan dat naar aanleiding van dit gesprek zijn weerstand en verzet tegen Filips zouden zijn ontstaan. Hierin lezen we over deze zaak het volgende: Ik wil gaarne toegeven dat ik toen een grote mate van medelijden voelde met zovele mensen van eer die aan de dood overgeleverd waren; tevens voelde ik mee met dit land, waarmee ik zozeer verbonden ben en waar men dacht een zekere vorm van inquisitie in te voeren die wreder zou zijn dan de Spaanse. Sommige geschiedkundigen betwijfelen de historiciteit van deze ontmoeting sterk. Klink stelt in Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje dat de argumenten voor ontkenning niet sterk zijn.[2] Tot 1559 zou prins Willem koning Filips in ieder geval nog loyaal dienen, tenminste volgens zijn propagandistische lied: Den koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
[bewerk] In de oppositie (1559-1566).
GranvelleFilips II benoemde in 1559 Margaretha van Parma tot landvoogdes voor de Nederlanden, wat zij zou blijven tot haar aftreden in 1567 vanwege de komst van Alva, die een eind zou maken aan haar verzoeningsgezinde beleid. De feitelijke machthebber was echter een vertrouweling van Filips, Antoine Perrenot de Granvelle als adviseur van Margareta, die in 1561 bovendien aartsbisschop van Mechelen werd. Er was ook een Geheime Raad waarin vertrouwelingen van Filips waren opgenomen. Filips voerde strenge plakkaten voor de vervolging van de protestanten in. Op het punt van het rijksbestuur streefde hij naar een krachtig centraal gezag, ten koste van lokale privileges, waaronder bijvoorbeeld de eigen belastingpolitiek van de Staten-Generaal. Vooral de invoering van de Tiende Penning riep heel wat spanning en weerstand onder de burgers op. De politiek inzake de religie en het landsbestuur gaf ook spanning met de adel in de Nederlanden. Onder de hoge adel kwamen onder anderen Filips van Montmorency, graaf van Hoorne, Lamoraal, graaf van Egmont en Willem van Oranje in verzet. Op 11 maart 1563 stuurden prins Willem, Hoorne en Egmont een scherpe en waarschuwende brief aan koning Filips II. Het resultaat van dergelijke brieven was echter averechts. Het deed Filips II zich nog meer vastbijten in zijn voorgestane intimidatiepolitiek.
De achterdocht van Filips II tegen prins Willem werd bovendien gevoed door Willems huwelijk na het overlijden van Anna van Egmont in 1558 met Anna van Saksen op 24 augustus 1561. Uit het oogpunt van familiebelangen was dit huwelijk nauwkeurig overwogen. Door dit huwelijk kreeg prins Willem belangrijke relaties onder de Duitse vorsten. Willem van Oranje was in deze tijd weliswaar nog steeds rooms-katholiek, maar Anna was een dochter van de lutherse keurvorst van Saksen, Maurits van Saksen.
De Geheime Raad kreeg steeds meer invloed op de feitelijke gang van zaken. De Raad van State werd als regeringscollege amper serieus genomen. De prins protesteerde door van juni 1563 tot augustus 1564 uit de vergaderingen van de Geheime Raad weg te blijven. Najaar van 1564 wendde de Raad van State zich opnieuw tot Filips over de gevolgen van de gevoerde politiek. In de besluitvorming over de brief aan de koning sprak prins Willem op 31 december 1564 een beroemde rede uit. In deze urenlange rede voerde hij nu openlijk en duidelijk een pleidooi voor gewetensvrijheid van de onderdanen. Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over de gewetens heersen. Op 18 januari 1565 bracht Egmont de wens van de Raad van State over aan Filips II. In de beruchte Brieven uit het bos van Segovia wees Filips het verzoek van de Raad van State radicaal af. De plakkaten werden zelfs verscherpt, mede naar aanleiding van de besluiten van het Concilie van Trente dat de protestanten vervloekte in 126 'anathema's'. Bovendien moesten de belastingmaatregelen zo nodig met geweld worden ingevoerd. De centralisatie van de besluitvorming werd doorgedrukt. Het conflict tussen Filips en prins Willem was een feit. De aanloop naar de Opstand was begonnen. De rede van prins Willem op 31 december 1564 behoort tot de hoogtepunten in de Nederlandse geschiedenis, maar slechts delen van deze rede zijn bewaard gebleven. Op 25 december 1565 werd het Verbond der Edelen opgericht.[3] Willem wachtte de komst van Alva echter niet af en vluchtte in april 1567 met zijn gezin naar Duitsland. Alleen zijn 13-jarige zoon Filips Willem bleef achter in Leuven, waar hij studeerde. Willem zou hem nooit meer terugzien.
[bewerk] Strijd vanuit Duitsland (1567-1572).
Willem van Oranje op latere leeftijdOp 13 maart 1567 vond bij Antwerpen de Slag bij Oosterweel plaats. Philips van Lannoy, Heer van Beauvoir (kapitein van de lijfwacht van Margaretha van Parma) versloeg in deze slag een leger van de Geuzen onder leiding van Jan van Marnix, Heer van Toulouse. De overlevende gevangen genomen Geuzen werden niet als krijgsgevangenen maar als ketterse rebellen beschouwd en als zodanig behandeld. Ze werden ter dood gebracht op het rad of aan de galg. Willem van Oranje was o.a. burggraaf van Antwerpen, weigerde zelf en verbood ook de Antwerpenaren om vanuit de stad deze Geuzen te hulp te komen in hun hopeloze strijd. Toch viel op 16 december 1567 in de Raad van Beroerten het besluit om ook prins Willem van Oranje zelf te vervolgen. De dagvaarding werd al in januari 1568 openbaar gemaakt. Al zijn bezittingen in de Nederlanden werden verbeurd verklaard en zijn zoon Philips Willem werd naar Spanje afgevoerd om daar een degelijke katholieke opleiding te krijgen. De prins begon vanuit de Dillenburg in Duitsland met het aanwerven van troepen en nam de wapens op tegen de hertog van Alva. Willem van Oranje rechtvaardigde zijn verzet tegen de koning en weersprak de beschuldiging en veroordeling door de Raad van Beroerten in de volgende documenten:.
La justification du prince d'Oranges (de Verantwoordinge). Op het titelblad van dit document staat een Bijbeltekst uit Psalm 37, De goddeloze beloert de rechtvaardige, en zoekt hem te doden. Maar de Here laat hem niet in diens handen vallen en houdt hem niet voor onrechtvaardig, ook al wordt hij geoordeeld (Psalm 37:32-33). Een Bijbeltekst die in verdedigingsgeschriften vaak voorkomt.
Summarische Anzeige.
Printzische Entschuldigung. Recent onderzoek van Klink heeft aan het licht gebracht dat in de Printzische Entschuldigung verzetsmotieven van Luther en Calvijn terugkomen.
Hierna lanceerde Oranje zijn eerste invasie in de Nederlanden. Op 25 mei 1568 leverde een legertje van Oranje, onder leiding van zijn broer Lodewijk, slag tegen de koningsgezinden onder leiding van Arenberg in de Slag bij Heiligerlee. Het was een overwinning voor de opstandelingen, maar hier sneuvelde wel Willems broer Adolf. Alva wist het effect te neutraliseren door de onthoofding op 6 juni 1568 op de markt in Brussel van Egmont en Hoorne. Daarna ging het slecht met de krijgsverrichtingen van Oranje. Hij verloor in 1568 de Slag bij Jemmingen in het noordwesten van Duitsland. Ook in Brabant verloor hij de slag tegen Alva op 22/23 oktober 1568. Alles bij elkaar leverde het jaar 1568 militair-strategisch slechts winst voor de Spanjaarden, en de financiële middelen van de prins waren eigenlijk uitgeput. Wel trachtte Willem in de volgende jaren, 1569-1571, slag te leveren, maar blijvende winst of opstand onder de bevolking leverde dit alles niet op. De door de prins verwachte steun vanuit Duitsland was ook zeer gering. Zijn hoop op steun van de Hugenoten, die te lijden hadden onder de Spaanse interventie in de Hugenotenoorlogen in Frankrijk, bleek ijdel te zijn. Van een opstand onder de gewone bevolking in de Nederlanden was ook geen sprake. Wel ontving de prins enige steun van her en der verspreide en vervolgde calvinisten, hoewel hijzelf nog geen calvinist was. Dezen woonden in Emden (Oost-Friesland), Londen, Frankfurt, Straatsburg, etc, waar vluchtelingengemeenten waren. Militaire steun kreeg de prins van de watergeuzen, wier bezittingen ook geconfisqueerd waren. Aan hen reikte hij kaperbrieven uit om Spaanse schepen te plunderen.
[bewerk] Strijd in Holland en Zeeland (1572-1576).
De druk op de bevolking nam toe. Alva voerde de Tiende Penning in, een vorm van belasting die enorm veel verzet opriep. De Nederlanden werden in 1571 door de pest geteisterd. Duizenden calvinisten vluchtten het land uit. In 1572 werden het Noord-Nederlandse Naarden en het Zuid-Nederlandse Mechelen uitgemoord door Alva's troepen, bij wijze van intimidatie, die echter averechts werkte. Zelfs in het katholieke zuiden, in Brussel, ontstond een winkelstaking tegen de belastingvoorstellen van Alva.
Tijdens toenemende spanningen veroverden de watergeuzen op 1 april 1572 Den Briel. Weliswaar gingen deze watergeuzen wel vaker aan land om te roven en te plunderen, maar op 1 april 1572 besloten ze bij toeval in Den Briel te blijven en hesen de geuzenvlag boven Den Briel. De invloed op latere ontwikkelingen van deze verovering van Den Briel waarbij, ondanks Willems verbod, ook negentien monniken werden vermoord, kan moeilijk worden overschat. Het was een signaal voor een algemene volksopstand waar Oranje en zijn broers al vijf jaar op uit waren. Onmiddellijk riep de prins de bevolking in een schrijven van 14 april 1572 [4] op tot verzet. Op 6 april 1572 verklaarde Vlissingen zich voor de prins. Op 1 mei volgde Terneuzen, op 3 mei Veere, en 21 mei Enkhuizen, dat strategisch was gelegen aan de Zuiderzee. Binnen twee maanden schaarden 26 steden in Holland en Zeeland zich achter de prins. In het najaar van 1572 waren in Holland en Zeeland alleen Amsterdam, Middelburg en Goes nog in Spaanse handen. Andere steden kozen tegen de koning, voor de prins. Het jaar 1572 vormde zo een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van de Opstand.
Marnix van Sint AldegondeDe Staten van Holland vergaderden van 15 tot 29 juli in Dordrecht. De prins zond Filips van Marnix van Sint-Aldegonde als zijn gezant naar deze vergadering. Hij gaf Marnix een duidelijke instructie, d.d. 13 juli 1572, mee.[5] Oranje hoopte weer op steun van de Franse Hugenoten, maar na de Bartholomeüsnacht, ofwel de Bloedbruiloft (24 en 25 augustus 1572), leek dit uitgesloten. Ook door financiële tekorten verliep de strijd in Brabant desastreus. Alva wist in het najaar zonder slag of stoot Mechelen te nemen. De prins trok zich daarop terug naar Holland. Op 20 oktober 1572 was hij in Enkhuizen. In december 1572 begon het beleg van Alva rond Haarlem. In de jaren 1572-1576 wist de prins de steden te bewegen tot een opstand tegen Filips. In december 1573 hield de prins een toespraak tot de kapiteins van de Zeeuwse vloot. Zo diep was de indruk die zijn woorden maakten, dat de officieren als één man uitriepen te zullen vechten tot de laatste druppel bloed, al zouden ze een jaar geen geld ontvangen en ook alles verliezen wat zij bezaten.[6]Bij de protestanten kon de prins geen kwaad doen; de katholieken echter bleven terughoudend. De prins ging eind 1573 weer over naar het protestantisme. Hij bezocht in deze periode verschillende steden in Holland en Zeeland. De situatie bleef wankel. Haarlem gaf zich in juli 1573, na een beleg van 9 maanden, over aan de Spanjaarden. Alkmaar wist echter een Spaans beleg te doorstaan, tot op 8 oktober 1573 Alkmaar door de watergeuzen werd ontzet. Op 18 december 1573 verliet Alva het land. Zijn missie was mislukt. Zijn opvolger was Requesens. In april 1574 sneuvelden de jongere broers van Willem, Lodewijk en Hendrik, in de Slag op de Mookerheide, maar werd de Spaanse vloot op de Zuiderzee in mei verslagen door de watergeuzen, onder leiding van admiraal Lodewijk van Boisot. Middelburg werd door de geuzen ingenomen en Leiden werd op 3 oktober 1574 door admiraal Boisot ontzet. Oranje legde in oktober 1574 in de Staten van Holland belangrijke verklaringen af over de voortgang en het doel van de Opstand. Via zijn netwerk zocht hij in Engeland, Frankrijk en onder de Duitse vorsten steun.
Zijn huwelijk met Anna van Saksen was inmiddels ontbonden, omdat zij krankzinnig geworden was; in 1568 was zij wel de moeder geworden van prins Maurits. Op 12 juni 1575 trouwde de prins met Charlotte de Bourbon. In tegenstelling tot de andere huwelijken, zo blijkt uit zijn briefwisseling, ging het hier niet om een huwelijk uit berekening maar om wederzijdse genegenheid. Op 11 juli 1575 droegen de Staten van Holland en Zeeland aan prins Willem de Hoge Overheid op.[7].
[bewerk] Het onbereikbare ideaal (1576-1579).
De Unies van Utrecht en AtrechtIn maart 1576 overleed landvoogd Requesens plotseling, terwijl Spanje in ernstige financiële moeilijkheden verkeerde. De onrust nam in de loop 1576 in alle 17 gewesten toe doordat de Spaanse soldaten, die geen soldij kregen, aan het muiten sloegen. De prins speelde hierop in en wist in deze periode in alle gewesten een goede positie te verwerven. Begin 1576 riep bijvoorbeeld Gent de hulp van de prins in tegen de Spanjaarden. De muiterij bereikte een dieptepunt met de Spaanse furie, toen Antwerpen op 4 november zwaar te lijden had van plundering en brandschatting. De afkeer van Spanje was toen algemeen, zowel onder protestanten als katholieken. Op 8 november 1576 kon Willem daardoor zijn grootste politieke succes boeken met de Pacificatie van Gent. Deze legde de bestaande toestand in alle 17 gewesten van de Lage Landen op het terrein van de religie vast en verenigde die tegen het Spaanse gezag. Op 22 september 1577 werd Oranje feestelijk onthaald in Brussel.[8] Op 18 september 1577 was Oranje in Antwerpen, de grootste stad van de Lage Landen. De macht en invloed van Oranje bereikten een hoogtepunt. De nieuwe landvoogd Juan van Oostenrijk moest met lede ogen de intocht van Oranje in Brussel aanzien. 'Als was hij de Messias in eigen persoon', zei Don Juan.
Verzoening met koning Filips en vrijheid van godsdienst voor de calvinisten waren echter niet te combineren. De Pacificatie van Gent liep op een mislukking uit. De calvinisten, die heer en meester waren in Holland en Zeeland, wilden geen vrijheid voor de katholieken. De katholieken wilden in de gebieden waar zij de overhand hadden, geen vrijheid voor de calvinisten. Met de Unie van Atrecht en de Unie van Utrecht in 1579 gingen Noord- en Zuid-Nederland ieder hun eigen weg. Oranjes ideaal (één land met één landheer en religievrijheid) bleek te hoog gegrepen. Het noorden, verenigd in de Unie van Utrecht, vervolgde onder leiding van de prins en Holland en Zeeland de weg van de Opstand. Verschillende vredesbesprekingen, onder andere in Keulen, liepen op niets uit. Filips wilde onder geen beding vrijheid van godsdienst toestaan.
[bewerk] Laatste levensjaren (1579-1584).
[bewerk] Parma slaat terug; Acte van Verlatinghe.
Alexander FarneseDe laatste jaren van zijn leven waren voor de prins moeilijk. In 1579 kwam de hertog van Parma, Alexander Farnese, de zoon van Margareta van Parma die later hertog van Parma zou worden, als landvoogd naar de Nederlanden. De hertog van Parma was een geduchte tegenstander, die door militaire en politieke behendigheid het zuiden grotendeels voor de koning wist te behouden. Daardoor verliep voor de prins ten slotte het tij. Op 15 maart 1580 tekende hij een vogelvrijverklaring van de Prins van Oranje.[9] De prins verdedigde zich hiertegen in zijn Apologie. De Staten gaven op 17 december 1581 toestemming de Apologie te laten drukken en uit te geven. Op Willems initiatief werd de Franse kroonprins, de Hertog van Anjou, naar de Nederlanden gehaald; hij zou als een soort boegbeeld de soevereiniteit op zich moeten nemen, met als bedoeld effect dat Frankrijk een bondgenoot zou worden tegen de gemeenschappelijke vijand Spanje. Dit liep (uiteraard) uit op een heftige competentiestrijd uit tussen de hertog van Anjou en de Staten-Generaal, die de feitelijke macht wilde blijven uitoefenen. Op 5 juli 1581 droegen de Staten van Holland en Zeeland de Hoge Overheid opnieuw op aan de prins van Oranje. Op 26 juli 1581 aanvaardden de Staten de Acte van Verlatinghe, het officiële geboorte-uur van de Nederlandse natie. Het noorden koerste naar een gematigde calvinistische republiek. In 1583 hield de hertog van Anjou een 'blijde inkomst' in Antwerpen om zijn positie te versterken, maar dat liep op een ramp uit. De wantrouwende Antwerpse bevolking vreesde een 'Franse furie' en slachtte 1500 man van zijn Franse troepen af. Daarop hield Anjou het voor gezien en keerde terug naar Frankrijk. Het idee van Willem om Anjou binnen te halen werd hem algemeen kwalijk genomen.
De kogelgaten in de muur, stille getuigen van de moord op Oranje.
Enkele uren na de moord werd in Delft een vergadering van de Staten Generaal gehouden. In de kantlijn van het verslag schreef iemand de laatste woorden van Willem van Oranje: "Mon dieu ayez pitie de mon âme Mon dieu ayez pitie de ce pauvre peuple" (Mijn god, heb medelijden met mijn ziel. Mijn god, heb medelijden met dit arme volk)[10]Na Willems vogelvrijverklaring werden er verschillende aanslagen op het leven van de prins gepleegd. Op 18 maart 1582 pleegde Jean Jaureguy in Antwerpen een mislukte aanslag. Op 5 mei 1582 overleed Charlotte de Bourbon die hem ten koste van haar eigen gezondheid verpleegd had. De prins huwde op 12 april 1583 met Louise de Coligny, dochter van de leider van de Hugenoten in Frankrijk. Op 29 januari 1584 werd Frederik Hendrik geboren. De toestand in de Nederlanden werd echter zienderogen moeilijker. Parma wist op allerlei gebied het initiatief te krijgen. Op 22 juli 1583 moest Oranje Antwerpen verlaten. In mei 1584 verzoende Brugge zich met Parma. De zuidelijke Nederlanden kwamen weer onder Spaanse heerschappij.
[bewerk] Moord en terechtstelling.
Op 10 juli 1584 pleegde de Fransman Balthasar Gerards zijn fatale aanslag. Oranje dineerde op dat moment met Uijlenburg, burgemeester van Leeuwarden en vader van Saskia, de eerste echtgenote van Rembrandt. Oranje wilde van deze Friese rechtsgeleerde in het bijzonder informatie over het unieke Friese rechtssysteem. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: 'Mijn God, Mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk'. De moordenaar werd gegrepen en veroordeeld tot de zwaarste lijfstraf die er beschikbaar was. Hij werd met gloeiende tangen bewerkt, met kokend lood overgoten en tenslotte met paarden uit elkaar getrokken. Gerards tartte desondanks zijn beulen, die daardoor meenden dat ze met de duivel zelf te maken hadden. Het hoofd prijkte enige tijd als afschrikwekkend voorbeeld op de stadsmuur tot de priester Sasbout Vosmeer - hij was apostolisch vicaris in Delft - het meenam naar de bisschop van Keulen, die er overigens weinig prijs op stelde. Filips II hield zijn belofte en bevoorrechtte de familie van Gerards met geld en titel.
[bewerk] Nalatenschap.
Welke rol Oranje voor zichzelf had weggelegd, zal wel een eeuwig discussie tussen historici blijven. [11] De prins overleed [12] en de zaak van de Opstand leek in deze tijd op een dieptepunt gekomen. De politiek-maatschappelijke alsmede de strategische leiding viel na de dood van de prins feitelijk in handen van de uiterst bekwame landsadvocaat van Holland, Johan van Oldenbarnevelt. De militaire leiding kwam in handen van zijn zoon Maurits van Nassau. Van Oldenbarnevelt wist voor de Staten in de loop van circa 15 jaren de zaak van de Republiek effectief te bepleiten. Rond 1589 was de zaak van de Republiek definitief buiten gevaar.
[bewerk] Chronologie.
[bewerk] 1530 - 1550.
25 april 1533: Willem wordt op de Dillenburg geboren als zoon van Willem de Rijke en Juliana van Stolberg.
22 augustus 1544: Willem verlaat de Dillenburg en vertrekt als erfgenaam van René van Châlon (gesneuveld bij de belegering van Saint-Dizier) naar Brussel. Hij krijgt zijn verdere opvoeding aan het hof in Brussel.
[bewerk] 1550 - 1560.
8 juli 1551: De prins van Oranje huwt Anna van Egmont. Door dit huwelijk krijgt hij grotere belangen in de Nederlanden.
29 maart 1552: Willem wordt ingehuldigd als baron van Breda.
1552-1555: Hij dient als overste in het leger van keizer Karel V.
25 oktober 1555: Karel V doet afstand van de troon. Zijn zoon Filips volgt hem op als heer der Nederlanden.
24 maart 1558: Anna van Buren, de eerste vrouw van prins Willem, overlijdt.
1558/1559: Willem heeft een buitenechtelijke relatie met Eva Elincx waaruit een buitenechtelijke zoon Justinus van Nassau (later onder andere admiraal) voortkomt.
[bewerk] 1560 - 1568.
25 augustus 1561: Willem huwt met Anna van Saksen.
11 maart 1563: Willem richt samen met de graven van Hoorne en Egmont een scherpe brief aan Filips II.
augustus 1563 - maart 1564: Prins Willem woont de vergaderingen van de Raad van State niet bij in verband met zijn protest tegen de godsdienstpolitiek van Filips II.
13 maart 1564: Granvelle vertrekt uit het landsbestuur. Oranje bezoekt weer de vergaderingen van de Raad van State.
31 december 1564: Oranje houdt een urenlange rede in de Raad van State over de godsdienstpolitiek, de inquisitie, de Plakkaten en de plaats van de Staten-Generaal. Hij doet publiekelijk de uitspraak: Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over de gewetens heersen.
18 januari 1565: Egmont is in Madrid om verzachting van het beleid te vragen. Filips wijst dit af.
juli 1565: Een graantekort dreigt in de Nederlanden. Er is maatschappelijke onrust.
20 oktober 1565: De Brieven van Segovia komen aan in de Nederlanden. Elke vorm van versoepeling van het ingezette beleid wordt radicaal afgewezen.
24 december 1565: De oprichting van het Verbond der Edelen onder leiding van Lodewijk van Nassau en Hendrik van Brederode.
23 januari 1566: Willem van Oranje verdedigt in een brief aan Margaretha van Parma een vorm van godsdienstige tolerantie. Protestanten zouden vrijheid van godsdienst moeten hebben.
5 april 1566: Het verbond der edelen biedt een smeekschrift aan de landvoogdes aan. Haar raadgever Berlaymont typeert de edelen als gueux (bedelaars). Hieruit ontstaat later de naam geuzen.
13 juli 1566: Willem van Oranje bezoekt het onrustige Antwerpen. Hij weet de rust te herstellen, mede door de protestanten een zekere vorm van godsdienstvrijheid toe te staan. Oranje heeft hier de eerste ontmoetingen met de calvinisten.
10 augustus 1566: In Vlaanderen begint de Beeldenstorm. Oranje had dit verwacht en hoopt erop dat Filips nu aan de wensen van het volk zal toegeven. De Beeldenstorm houdt aan tot 21 augustus.
3 oktober 1566: Oranje heeft een onderhoud met Egmont en Hoorne. Hij merkt dat beide heren zich niet sterk willen maken tegen Filips II.
15 april 1567: Willem vertrekt uit Breda naar Duitsland (Dillenburg).
22 augustus 1567: Alva komt aan in Brussel. Hij is de nieuwe landvoogd.
september 1567: De Raad van Beroerten wordt ingesteld. Egmont en Hoorne worden gevangen gezet.
16 december 1567: De Raad van Beroerten besluit tot vervolging van Willem van Oranje.
januari 1568: Willem wordt openbaar gedagvaard voor de Raad van Beroerten. Zijn bezittingen in de Nederlanden worden verbeurd verklaard.
14 februari 1568: Willems oudste zoon Philips Willem wordt gevangen genomen en naar Spanje overgebracht.
3 maart 1568: Willem antwoordt officieel op de dagvaarding met La justification du prince d'Oranges.
25 mei 1568: Willem biedt slag bij Heiligerlee tegen Alva met een leger onder leiding van zijn broer Lodewijk. Adolf sneuvelt in deze strijd.
22/23 oktober 1568: Willem verliest de slag in Brabant.
[bewerk] 1568 - 1580.
1568-1571: Prins Willem probeert regelmatig slag te leveren met Alva en de Spanjaarden. Alva heeft echter nadrukkelijk de overhand. Steun van elders blijft uit. Ook ontstaat er geen volksopstand in de Nederlanden. De onderdrukkingspolitiek van Alva lijkt succesvol.
1 april 1572: De watergeuzen veroveren Den Briel. Onder de bevolking ontstaat brede steun voor Willems verzet tegen de Spanjaarden. De volksopstand begint. Op 6 april verklaart Vlissingen zich voor de prins. Op 1 mei volgt Terneuzen, eind mei Enkhuizen. Begin juli hebben 26 steden zich voor de prins verklaard. In het najaar van 1572 zijn in Holland en Zeeland alleen Amsterdam, Middelburg en Goes nog in Spaanse handen. Alle andere delen van Holland en Zeeland staan achter de prins.
15-29 juli 1572: Vergadering van de Staten in Dordrecht. De prins laat zich vertegenwoordigen door Filips van Marnix van Sint-Aldegonde.
20 oktober 1572: Terugkomst prins, intocht in Enkhuizen.
9 augustus 1573: Oranje zendt een brief aan de Staten ter aanmoediging van de Opstand.
8 oktober 1573: Alkmaar wordt ontzet.
oktober 1573: De prins gaat weer over tot het calvinisme.
18 december 1573: Alva verlaat de Lage Landen. Zijn opvolger is Requesens.
december 1573: De Spanjaarden slaan het beleg rond Leiden.
19 februari 1574: Middelburg wordt door de watergeuzen genomen.
mei 1574: De Spaanse vloot wordt op de Zuiderzee door de watergeuzen verslagen.
3 oktober 1574: Leiden wordt door de watergeuzen, onder leiding van admiraal Lodewijk van Boisot, ontzet.
oktober-november 1574: De prins legt in de Staten van Holland belangrijke verklaringen af over de voortgang van de Opstand en de voorwaarden voor vrede.
12 juli 1575: Prins Willem treedt in het huwelijk met Charlotte de Bourbon.
8 november 1576: De Pacificatie van Gent.
18 september 1577: Oranje bemiddelt bij de spanningen en onrust in Antwerpen.
22 september 1577: Oranje houdt een intocht in Brussel.
4 januari 1578: De prins is in Gent.
6 januari 1579: Unie van Atrecht.
23 januari 1579: Unie van Utrecht.
28 juli 1579: De prins legt tegenover de Staten-Generaal verantwoording van zijn handelen af.
Praalgraf in de Nieuwe Kerk in Delft.
[bewerk] 1580 - 1584.
15 maart 1580: Alexander Farnese tekent de ban tegen de prins van Oranje.
13 december 1580: Willem van Oranje biedt de Staten-Generaal zijn Apologie aan. Op 17 december 1580 geven de Staten toestemming de Apologie te laten drukken.
5 juli 1581: De Staten van Holland en Zeeland erkennen de prins van Oranje als de Hoge Overheid.
26 juli 1581: De Staten aanvaarden de Acte van Verlatinghe.
18 maart 1582: Jean Jaureguy doet een vergeefse aanslag op het leven van de prins.
12 april 1583: De prins huwt met Louise de Coligny.
22 juli 1583: De prins moet Antwerpen verlaten.
november 1583: Vlaanderen is geheel in handen van Parma.
29 januari 1584: Frederik Hendrik wordt geboren.
10 juli 1584: De prins wordt door Balthasar Gerards vermoord. De lijkschouwing en balseming van de prins wordt uitgevoerd door zijn lijfarts en vriend Pieter van Foreest samen met Cornelis Busennius.
3 augustus 1584: Het lichaam van de prins wordt in het koor van de Nieuwe Kerk in Delft bijgezet in een tijdelijk grafmonument. Op een onbekend tijdstip is de kist met het lichaam van de prins in een kelder onder het koor bijgezet. Deze kelder is nu deel van de Koninklijke Grafkelders van de Oranjes onder en achter het tussen 1614 en 1623 gebouwde praalgraf van Willem van Oranje.Het hart van de prins blijkt bij de balseming apart te zijn gehouden. Het werd in een kleine loden doos teruggevonden onder de gisant.
[bewerk] Huwelijken en kinderen.
Willem van Oranje is viermaal getrouwd geweest. Achtereenvolgens waren zijn vrouwen:.
Anna van Egmond van Buren (1551-1558), het huwelijk eindigde door het overlijden van Anna van Egmont. Ze was de dochter van Maximiliaan van Egmont (Graaf van Buren en van Leerdam) en van Françoise de Lannoy.
Maria (22 november 1553 - 7 december? 1555?).
Philips Willem (19 december 1554 - 20 februari 1618), Prins van Oranje, trouwde met Eleonora de Bourbon-Condé.
Maria (7 februari 1556 - 10 oktober 1616), gehuwd met Filips van Hohenlohe.
Anna van Saksen (1561-1571), huwelijk eindigde door nietigverklaring.
Anna (31 oktober 1562, vrijwel direct daarna overleden).
Anna (5 november 1563 — 13 juni 1588), gehuwd met Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg.
Maurits (18 december 1564 - 8 december 1566).
Maurits (14 november 1567 - 23 april 1625), stadhouder.
Emilia (10 april 1569 - 16 maart 1629), gehuwd met Emanuel van Portugal.
Charlotte de Bourbon (1575-1582), huwelijk eindigde door het overlijden van Charlotte de Bourbon.
Louise Juliana (31 maart 1576 - 15 maart 1644), gehuwd met Frederik IV van de Palts.
Elisabeth (26 april 1577 - 3 september 1642), gehuwd met Henri de La Tour d'Auvergne, zoon van François Henri de Montmorency-Bouteville.
Catharina Belgica (3 of 31 juli 1578 - 12 april 1648), gehuwd met Filips Lodewijk II van Hanau-Münzenberg.
Charlotte Flandrina (18 augustus 1579 - 16 april 1640), abdis van het klooster van St. Croix bij Poitiers.
Charlotte Brabantina (17 september 1580 - augustus 1631), gehuwd met Claude de la Trémoille, hertog van Thouars.
Emilia Secunda Antwerpiana (9 december 1581 - 28 september 1657), gehuwd met Frederik Casimir van Zweibrücken-Landsberg, zoon van Johan I van Palts-Zweibrücken,.
Louise de Coligny (1583-1620), huwelijk eindigde door het overlijden van Willem van Oranje.
Frederik Hendrik (29 januari 1584 – 14 maart 1647), stadhouder.
Willem van Oranje verwekte bij Eva Elincx een zoon: Justinus van Nassau (1559-1631).
[bewerk] Beoordeling en betekenis van de prins van Oranje.
Diverse historici oordeelden uitvoerig over Willem van Oranje.
[bewerk] P.C. Hooft - Nederlandse Historiën.
In 1642 geeft P.C. Hooft zijn Nederlandse Historiën uit. De geschiedenis van de Opstand en het leven van Willem van Oranje worden uitvoerig beschreven. Het eindoordeel van de 17e-eeuwse Hooft over Willem van Oranje is dan nog als volgt:.
Immers dit zal niemand loochenen, dat geen vorst onder de zon ooit vuriger bemind, en hoger geachte mocht worden van zijn onderdanen, dan Zijne Doorluchtigheid geweest is van Hollanders en Zeeuwen (Nederlandse Historiën, editie Elsevier 1947, ISBN 9010020932, p. 358).
[bewerk] Henri Pirenne.
De Belgische historicus Henri Pirenne kwalificeerde de moord op Oranje als een nutteloos misdrijf. Willem van Oranje had immers zijn betekenis al lang verloren. Hij was nauwelijks in staat geweest de opmars van Parma het hoofd te bieden. De moord op deze prins en opportunistische diplomaat is later door de Oranjefactie flink politiek uitgebuit.
[bewerk] Jan Romein.
De historicus Jan Romein rekende hem tot de erflaters van de Nederlandse beschaving. Willem van Oranje stond aan de wieg van de Nederlandse natie. De pretenties van de Habsburgers (het stichten van een centraal geleid wereldrijk met één godsdienst) zouden zijn stukgelopen op zijn vasthoudendheid.
•.
Trivia.
Willem van Oranje's wapenschild en wapenspreuk Je maintiendrai (ik zal handhaven) werden overgenomen voor het nationale Nederlandse wapenschild en de wapenspreuk.
De originele kleuren van de Nederlandse vlag (oranje, wit, blauw) stammen af van de livreikleuren van Willem (Prinsenvlag).
Het Nederlandse volkslied (sinds 1932), het Wilhelmus, is een ode aan hem.
Ook het lied Oranje Boven werd ter ere van hem geschreven.
Willem van Oranje is ook opgenomen in de eregalerij van reformatoren uit de 16e eeuw. Deze galerij bevindt zich in Genève.[13] Naast de beeltenis van Willem van Oranje is geschreven: D'ondersaten en zijn niet van Godt gheschapen tot behoef van den prince om hem in alles wat hy beveelt weder het goddelick oft ongoddelick recht oft onrecht is onderdanigh te wezen ende als slaven te dienen maer den prince om d'ondersaten will sonder dewelcke hy geen prince en is om deselve met recht ende redene te regeren.
Willemstad in Noord-Brabant is naar Willem de Zwijger vernoemd.
Willem van Oranje is opgenomen in de canon van Nederland. De commissie-Van Oostrom heeft Willem van Oranje als één van de vijftig thema's opgenomen die niet in de geschiedenisles op een Nederlandse school zou mogen ontbreken.
In 2005 werd hij genomineerd voor de titel De grootste Nederlander. Hij eindigde op de tweede plaats, al bleken een groot aantal telefonische stemmen niet op tijd ter plekke te zijn gekomen. Indien die ook geteld waren zou Willem van Oranje de winnaar zijn geweest.
De Internationale Astronomische Unie maakte dinsdag 22 januari 2008 bekend dat een kleine planeet, voorheen bekend als nummer 12151, voortaan Oranje-Nassau heet ter ere van Willem van Oranje. Planetoïde Oranje-Nassau heeft een doorsnede van ongeveer vijf kilometer en draait tussen de banen van Mars en Jupiter. Het rotsachtige object doet drie aardse jaren en negen aardse maanden over een omloop om de zon.
[bewerk] Externe links.
Correspondentie van Willem van Oranje.
Verschillende authentieke bronnen die voor het verstaan van het leven van Willem van Oranje van belang zijn.
Tekst van het smeekschrift der edelen - 5 april 1566.
Tekst van de Pacificatie van Gent - 8 november 1576.
Tekst van de Unie van Utrecht - 23 januari 1579.
Tekst van de Apologie (in voorbereiding). Aangeboden op 13 december 1580 aan de Staten-Generaal.
Tekst van de Acte van Verlatinghe - 26 juli 1581.
De laatste woorden van prins Willem I door Robert Fruin.
Vader des Vaderlands krijgt planetoïde (12151) Oranje-Nassau.
Wikiquote.
Op Wikiquote staan citaten van Willem van Oranje.
•.
Bronnen, noten en/of referentiesBronnen, noten en/of referenties:.
*Arie van Deursen, Willem van Oranje; een biografisch portret. ISBN 9035115554.
*Robert Fruin, Opstellen over Willem van Oranje.
*Jan Kikkert, Willem van Oranje. ISBN 9022837556.
*Hubrecht Klink, Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje. Een thematische biografie. ISBN 9050308708.
*Jan Romein, Willem van Oranje 1533-1584, de bevrijder. In: Erflaters van onze beschaving. ISBN 9021420287.
*R. van Roosbroeck, Willem van Oranje. ISBN 9023303415.
*A.A. van Schelven, Willem van Oranje. Een boek ter gedachtenis van idealen en teleurstellingen.
M.G. Schenk, Willem de Zwijger. ISBN 9032502018.
*K.W. Swart, Willem de Zwijger. In: Nassau en Oranje in de Nederlandse geschiedenis. ISBN 9021824477.
*C.V. Wedgwood, Willem de Zwijger, Vader des vaderlands. ISBN 9010024423.
•.
Voetnoten:.
1. Zie bijvoorbeeld Arie van Deursen in zijn recent verschenen studie over de 17e eeuw: De last van veel geluk pp. 71-115.
2. Klink, p. 89-94.
3. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
4. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
5. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
6. Willem van Oranje, Van Deursen, p. 57.
7. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
8. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
9. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
10. Universiteit Leiden: Tachtigjarige oorlog.
11. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
12. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
13. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frederik Hendrik*1584  †1647  63



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Eva Elincx
Eva Elincx.

relatie
met

Willem van Oranje1, zn. van Willem I de Rijke van Nassau-Dillenburg en Juliana van Stolberg, geb. te Dillenburg [Deu]1 op maandag 24 apr 15331,1, ged. LU op donderdag 4 mei 1533, 1, Prins van Oranje van 1544 tot 1584, graaf van Buren en Leerdam, Heer van IJsselstein van 1551 tot 1584, Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht van 1559 tot 1567 en van 1572 tot 1584, stadhouder van Friesland van 1580 tot 1584, ovl. (51 jaar oud) te Delft [Zh]1 op dinsdag 10 jul 15841,1, begr. 1, tr. (1) met Anna van Egmont. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (2) met Anna van Saksen1. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (3) met Charlotte de Bourbon. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (4) met Louise de Coligny. Uit dit huwelijk een zoon.

 



Aantekeningen bij Willem van Oranje.
Willem (Slot Dillenburg, 24 april 1533 — Delft, 10 juli 1584), prins van Oranje, graaf van Nassau, Katzenelnbogen, Vianden en Diez, bekend als Willem van Oranje of onder zijn bijnaam Willem de Zwijger, was aanvankelijk stadhouder voor de koning van Spanje doch later de initiator, opstandelingenleider van de Opstand tegen de heer der Nederlanden, Filips II.
De Opstand staat bekend als de Tachtigjarige Oorlog en leidde tot een onafhankelijk Nederland. In de kronieken, brieven en documenten van de 16e eeuw wordt soms gesproken over de Opstand. In de hedendaagse literatuur wordt het begin van de Tachtigjarige Oorlog veelal weer aangeduid met de Opstand of de Nederlandse Opstand.[1].
Een politieke uitspraak van Willem van Oranje was: Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het geweten van hun onderdanen willen heersen en hen de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen. Willem deed deze uitspraak op 31 december 1564 in de Raad van State om het conflict met Filips II te verwoorden.
De lijfspreuk van de prins was Je maintiendrai (Ik zal handhaven). Aan het eind van zijn leven breidde de prins deze uit: Je maintiendrai l'honneur, la foy, la loi de Dieu, du Roy, de mes amis et moy (Ik zal de eer, het geloof en de wet van God, van de koning, van mijn vrienden en mij handhaven).
•.
Jeugd (1533-1555).
Willem van Oranje geschilderd door Anthonie Mor omstreeks 1554.
Karel VWillem van Oranje werd geboren als oudste zoon van Willem de Rijke, graaf van Nassau, en Juliana van Stolberg. Zijn vader had uit een eerder huwelijk al een dochter en ook zijn moeder had uit een eerder huwelijk al vier kinderen. Geen van deze kinderen werd opvolger en stamhouder van het geslacht Nassau. Een stamhouder had de opdracht de belangen van zijn familie te waarborgen. Op 4 mei 1533 werd Willem onder grote belangstelling gedoopt. Na Willem werden in het huwelijk van Willem de Rijke en Juliana van Stolberg nog vier zoons geboren:.
Jan (1535-1606).
Lodewijk (1538-1574).
Adolf (1540-1568).
Hendrik (1550-1574).
Ook werden nog zeven dochters geboren. Willem de Rijke was alleen rijk aan kinderen. Van de zoons zou alleen de tweede (Jan van Nassau) een natuurlijke dood sterven. De anderen zouden of omkomen in de strijd (Lodewijk, Adolf en Hendrik) of worden vermoord (Willem).
Tot zijn elfde levensjaar kreeg Willem een opvoeding in lutherse zin op het stamslot Dillenburg in Duitsland want zijn moeder was overtuigd protestant en bracht dat over op haar kinderen. In 1544 stierf een neef van Willem: René van Chalon en die 26-jarige René had bij testament bepaald dat Willem van Nassau zijn opvolger zou worden. Ook keizer Karel V stemde hiermee in. De elfjarige Willem erfde in 1544 het prinsdom Orange in Frankrijk met de prestigieuze titel van Prins. Naast de lijfspreuk Je maintiendrai Chalon dus ook de titel prins van Oranje. Aan dit prinsdom waren ook zeer belangrijke voorrechten en bezittingen in de Nederlanden verbonden. Karel V verbond aan deze erfenis wel de voorwaarde: overgang tot rooms katholieke geloof en opvoeding aan het hof in Brussel. Om het familiebelang van de Nassaus gingen de ouders en Willem hiermee akkoord. Aan het hof van keizer Karel werd het kind, de prins van Oranje, ingewijd tot diplomaat. Er ontstonden contacten op allerlei niveaus. Alva, Granvelle en Filips II leerde hij kennen. Het bleek dat de jonge prins van Oranje zich uitstekend wist te redden. Zijn levenshouding werd gekenmerkt door optimisme en welsprekendheid. Hij bleek over diplomatieke gaven te beschikken. Hij kreeg zijn bijnaam de Zwijger niet vanwege zwijgzaamheid, maar vanwege zijn gewoonte nooit het achterste van zijn tong te laten zien.
Op 8 juli 1551 trad de 18-jarige prins Willem in het huwelijk met Anna van Egmont. Het huwelijk was, zoals gebruikelijk in zijn kringen, gebaseerd op berekening en familiebelang. Door dit huwelijk vergrootte Willem van Oranje zijn belangen in de Nederlanden. De Nederlanden bestonden in die tijd uit 17 gewesten. Karel V was heer over die 17 gewesten. Op 19 december 1554 werd zijn eerste zoon geboren: Philips Willem van Oranje.
De ster van de jonge prins Willem aan het hof van Karel V rees gestaag. Hij werd een van de belangrijkste edelen aan het hof. Toen Karel op 25 oktober 1555 terugtrad als koning van Spanje, keizer van Duitsland en heer der Nederlanden, leunde hij bij deze plechtigheid op de schouder van deze 22 jaar jonge prins. Hieruit sprak een groot vertrouwen van Karel V in Willem van Oranje. Tegen zijn zoon Filips II zei Karel over prins Willem: Houd deze jongeman in ere, hij kan je waardevolste raadgever en steun zijn. In deze tijd toonde Willem van Oranje zich een trouw zoon van de rooms-katholieke kerk.
[bewerk] Raadsman van Filips II (1555-1559).
Filips IIIn 1555 werd Filips heer der Nederlanden, het jaar daarop ook koning van Spanje, waar hij overigens al vanaf 1539 als regent voor zijn vader optrad. Filips II was een overtuigd aanhanger van de rooms-katholieke kerk. Hij zag het als zijn opdracht om zijn onderdanen voor de kerk te behouden of terug te winnen. De reeds in 1550 ingevoerde strenge 'plakkaten' tegen de aanhangers van Maarten Luther hadden zijn volledige instemming. Hij was oprecht en zag het als zijn levensdoel om één groot rijk te scheppen met slechts één godsdienst, het rooms-katholicisme. Op dit punt wilde Filips van geen wijken weten. De koning was een vroom, ernstig en sober mens. Hij was ook achterdochtig en kon slecht delegeren. Prins Willem was daarentegen opgewekt, sociaal vaardig en ambitieus. Hoewel trouw zoon van de rooms-katholieke kerk, had hij waardering voor de kritische humanist Erasmus. De koning trachtte nadrukkelijk Willem van Oranje aan zich te binden. In 1556 werd Willem ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Mede in verband met de oorlog tegen Frankrijk kreeg Willem van Filips belangrijke diplomatieke opdrachten. Hij werd betrokken bij de onderhandelingen die leidden tot de vrede van Cateau-Cambrésis. Daardoor leerde hij de groten van Europa kennen. Hij ontmoette de keizer van Duitsland, de koning van Frankrijk en was samen met de hertog van Alva een van de belangrijkste raadsheren van Filips. Echter, tussen Filips en de Nederlandse adel boterde het niet erg. Filips maakte liever gebruik van raadgevers van elders, zoals de Spanjaard Ruy Gómez de Silva en de topdiplomaat van Franse afkomst Nicolas Perrenot de Granvelle, die zijn vader al zo goed gediend had. Toen Filips in het najaar van 1559 naar Spanje vertrok, was geen enkele Nederlandse edelman daar echt rouwig om. Volgens niet geheel bevestigde bronnen zou hij prins Willem bij het afscheid hebben toegevoegd: Niet de Staten, maar gij, gij, gij. Dit wijst ook op een gebrek aan persoonlijk vertrouwen van Filips in Willem. Ze zouden elkaar nooit meer zien.
In juni 1559 zou Willem van Oranje in verband met de vrede tussen de Hendrik II van Frankrijk en Filips II – het zogenoemde Verdrag van Cateau-Cambrésis – een ontmoeting hebben gehad met de Franse koning. De beide vorsten zouden deze vrede hebben gesloten waardoor zij de handen vrij kregen om in Frankrijk en in de Nederlanden met instemming van de paus de lutherse ketterij flink aan te pakken. In zijn Apologie uit 1580 kwam Willem op deze ontmoeting terug. De Franse koning zou hem mededelingen hebben gedaan over het gezamenlijke plan van Hendrik en Filips om door middel van inquisitie, vervolging, tirannie en plakkaten de protestantse ketterij in Frankrijk en Nederland uit te roeien. Willem van Oranje geeft in zijn Apologie aan dat naar aanleiding van dit gesprek zijn weerstand en verzet tegen Filips zouden zijn ontstaan. Hierin lezen we over deze zaak het volgende: Ik wil gaarne toegeven dat ik toen een grote mate van medelijden voelde met zovele mensen van eer die aan de dood overgeleverd waren; tevens voelde ik mee met dit land, waarmee ik zozeer verbonden ben en waar men dacht een zekere vorm van inquisitie in te voeren die wreder zou zijn dan de Spaanse. Sommige geschiedkundigen betwijfelen de historiciteit van deze ontmoeting sterk. Klink stelt in Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje dat de argumenten voor ontkenning niet sterk zijn.[2] Tot 1559 zou prins Willem koning Filips in ieder geval nog loyaal dienen, tenminste volgens zijn propagandistische lied: Den koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
[bewerk] In de oppositie (1559-1566).
GranvelleFilips II benoemde in 1559 Margaretha van Parma tot landvoogdes voor de Nederlanden, wat zij zou blijven tot haar aftreden in 1567 vanwege de komst van Alva, die een eind zou maken aan haar verzoeningsgezinde beleid. De feitelijke machthebber was echter een vertrouweling van Filips, Antoine Perrenot de Granvelle als adviseur van Margareta, die in 1561 bovendien aartsbisschop van Mechelen werd. Er was ook een Geheime Raad waarin vertrouwelingen van Filips waren opgenomen. Filips voerde strenge plakkaten voor de vervolging van de protestanten in. Op het punt van het rijksbestuur streefde hij naar een krachtig centraal gezag, ten koste van lokale privileges, waaronder bijvoorbeeld de eigen belastingpolitiek van de Staten-Generaal. Vooral de invoering van de Tiende Penning riep heel wat spanning en weerstand onder de burgers op. De politiek inzake de religie en het landsbestuur gaf ook spanning met de adel in de Nederlanden. Onder de hoge adel kwamen onder anderen Filips van Montmorency, graaf van Hoorne, Lamoraal, graaf van Egmont en Willem van Oranje in verzet. Op 11 maart 1563 stuurden prins Willem, Hoorne en Egmont een scherpe en waarschuwende brief aan koning Filips II. Het resultaat van dergelijke brieven was echter averechts. Het deed Filips II zich nog meer vastbijten in zijn voorgestane intimidatiepolitiek.
De achterdocht van Filips II tegen prins Willem werd bovendien gevoed door Willems huwelijk na het overlijden van Anna van Egmont in 1558 met Anna van Saksen op 24 augustus 1561. Uit het oogpunt van familiebelangen was dit huwelijk nauwkeurig overwogen. Door dit huwelijk kreeg prins Willem belangrijke relaties onder de Duitse vorsten. Willem van Oranje was in deze tijd weliswaar nog steeds rooms-katholiek, maar Anna was een dochter van de lutherse keurvorst van Saksen, Maurits van Saksen.
De Geheime Raad kreeg steeds meer invloed op de feitelijke gang van zaken. De Raad van State werd als regeringscollege amper serieus genomen. De prins protesteerde door van juni 1563 tot augustus 1564 uit de vergaderingen van de Geheime Raad weg te blijven. Najaar van 1564 wendde de Raad van State zich opnieuw tot Filips over de gevolgen van de gevoerde politiek. In de besluitvorming over de brief aan de koning sprak prins Willem op 31 december 1564 een beroemde rede uit. In deze urenlange rede voerde hij nu openlijk en duidelijk een pleidooi voor gewetensvrijheid van de onderdanen. Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over de gewetens heersen. Op 18 januari 1565 bracht Egmont de wens van de Raad van State over aan Filips II. In de beruchte Brieven uit het bos van Segovia wees Filips het verzoek van de Raad van State radicaal af. De plakkaten werden zelfs verscherpt, mede naar aanleiding van de besluiten van het Concilie van Trente dat de protestanten vervloekte in 126 'anathema's'. Bovendien moesten de belastingmaatregelen zo nodig met geweld worden ingevoerd. De centralisatie van de besluitvorming werd doorgedrukt. Het conflict tussen Filips en prins Willem was een feit. De aanloop naar de Opstand was begonnen. De rede van prins Willem op 31 december 1564 behoort tot de hoogtepunten in de Nederlandse geschiedenis, maar slechts delen van deze rede zijn bewaard gebleven. Op 25 december 1565 werd het Verbond der Edelen opgericht.[3] Willem wachtte de komst van Alva echter niet af en vluchtte in april 1567 met zijn gezin naar Duitsland. Alleen zijn 13-jarige zoon Filips Willem bleef achter in Leuven, waar hij studeerde. Willem zou hem nooit meer terugzien.
[bewerk] Strijd vanuit Duitsland (1567-1572).
Willem van Oranje op latere leeftijdOp 13 maart 1567 vond bij Antwerpen de Slag bij Oosterweel plaats. Philips van Lannoy, Heer van Beauvoir (kapitein van de lijfwacht van Margaretha van Parma) versloeg in deze slag een leger van de Geuzen onder leiding van Jan van Marnix, Heer van Toulouse. De overlevende gevangen genomen Geuzen werden niet als krijgsgevangenen maar als ketterse rebellen beschouwd en als zodanig behandeld. Ze werden ter dood gebracht op het rad of aan de galg. Willem van Oranje was o.a. burggraaf van Antwerpen, weigerde zelf en verbood ook de Antwerpenaren om vanuit de stad deze Geuzen te hulp te komen in hun hopeloze strijd. Toch viel op 16 december 1567 in de Raad van Beroerten het besluit om ook prins Willem van Oranje zelf te vervolgen. De dagvaarding werd al in januari 1568 openbaar gemaakt. Al zijn bezittingen in de Nederlanden werden verbeurd verklaard en zijn zoon Philips Willem werd naar Spanje afgevoerd om daar een degelijke katholieke opleiding te krijgen. De prins begon vanuit de Dillenburg in Duitsland met het aanwerven van troepen en nam de wapens op tegen de hertog van Alva. Willem van Oranje rechtvaardigde zijn verzet tegen de koning en weersprak de beschuldiging en veroordeling door de Raad van Beroerten in de volgende documenten:.
La justification du prince d'Oranges (de Verantwoordinge). Op het titelblad van dit document staat een Bijbeltekst uit Psalm 37, De goddeloze beloert de rechtvaardige, en zoekt hem te doden. Maar de Here laat hem niet in diens handen vallen en houdt hem niet voor onrechtvaardig, ook al wordt hij geoordeeld (Psalm 37:32-33). Een Bijbeltekst die in verdedigingsgeschriften vaak voorkomt.
Summarische Anzeige.
Printzische Entschuldigung. Recent onderzoek van Klink heeft aan het licht gebracht dat in de Printzische Entschuldigung verzetsmotieven van Luther en Calvijn terugkomen.
Hierna lanceerde Oranje zijn eerste invasie in de Nederlanden. Op 25 mei 1568 leverde een legertje van Oranje, onder leiding van zijn broer Lodewijk, slag tegen de koningsgezinden onder leiding van Arenberg in de Slag bij Heiligerlee. Het was een overwinning voor de opstandelingen, maar hier sneuvelde wel Willems broer Adolf. Alva wist het effect te neutraliseren door de onthoofding op 6 juni 1568 op de markt in Brussel van Egmont en Hoorne. Daarna ging het slecht met de krijgsverrichtingen van Oranje. Hij verloor in 1568 de Slag bij Jemmingen in het noordwesten van Duitsland. Ook in Brabant verloor hij de slag tegen Alva op 22/23 oktober 1568. Alles bij elkaar leverde het jaar 1568 militair-strategisch slechts winst voor de Spanjaarden, en de financiële middelen van de prins waren eigenlijk uitgeput. Wel trachtte Willem in de volgende jaren, 1569-1571, slag te leveren, maar blijvende winst of opstand onder de bevolking leverde dit alles niet op. De door de prins verwachte steun vanuit Duitsland was ook zeer gering. Zijn hoop op steun van de Hugenoten, die te lijden hadden onder de Spaanse interventie in de Hugenotenoorlogen in Frankrijk, bleek ijdel te zijn. Van een opstand onder de gewone bevolking in de Nederlanden was ook geen sprake. Wel ontving de prins enige steun van her en der verspreide en vervolgde calvinisten, hoewel hijzelf nog geen calvinist was. Dezen woonden in Emden (Oost-Friesland), Londen, Frankfurt, Straatsburg, etc, waar vluchtelingengemeenten waren. Militaire steun kreeg de prins van de watergeuzen, wier bezittingen ook geconfisqueerd waren. Aan hen reikte hij kaperbrieven uit om Spaanse schepen te plunderen.
[bewerk] Strijd in Holland en Zeeland (1572-1576).
De druk op de bevolking nam toe. Alva voerde de Tiende Penning in, een vorm van belasting die enorm veel verzet opriep. De Nederlanden werden in 1571 door de pest geteisterd. Duizenden calvinisten vluchtten het land uit. In 1572 werden het Noord-Nederlandse Naarden en het Zuid-Nederlandse Mechelen uitgemoord door Alva's troepen, bij wijze van intimidatie, die echter averechts werkte. Zelfs in het katholieke zuiden, in Brussel, ontstond een winkelstaking tegen de belastingvoorstellen van Alva.
Tijdens toenemende spanningen veroverden de watergeuzen op 1 april 1572 Den Briel. Weliswaar gingen deze watergeuzen wel vaker aan land om te roven en te plunderen, maar op 1 april 1572 besloten ze bij toeval in Den Briel te blijven en hesen de geuzenvlag boven Den Briel. De invloed op latere ontwikkelingen van deze verovering van Den Briel waarbij, ondanks Willems verbod, ook negentien monniken werden vermoord, kan moeilijk worden overschat. Het was een signaal voor een algemene volksopstand waar Oranje en zijn broers al vijf jaar op uit waren. Onmiddellijk riep de prins de bevolking in een schrijven van 14 april 1572 [4] op tot verzet. Op 6 april 1572 verklaarde Vlissingen zich voor de prins. Op 1 mei volgde Terneuzen, op 3 mei Veere, en 21 mei Enkhuizen, dat strategisch was gelegen aan de Zuiderzee. Binnen twee maanden schaarden 26 steden in Holland en Zeeland zich achter de prins. In het najaar van 1572 waren in Holland en Zeeland alleen Amsterdam, Middelburg en Goes nog in Spaanse handen. Andere steden kozen tegen de koning, voor de prins. Het jaar 1572 vormde zo een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van de Opstand.
Marnix van Sint AldegondeDe Staten van Holland vergaderden van 15 tot 29 juli in Dordrecht. De prins zond Filips van Marnix van Sint-Aldegonde als zijn gezant naar deze vergadering. Hij gaf Marnix een duidelijke instructie, d.d. 13 juli 1572, mee.[5] Oranje hoopte weer op steun van de Franse Hugenoten, maar na de Bartholomeüsnacht, ofwel de Bloedbruiloft (24 en 25 augustus 1572), leek dit uitgesloten. Ook door financiële tekorten verliep de strijd in Brabant desastreus. Alva wist in het najaar zonder slag of stoot Mechelen te nemen. De prins trok zich daarop terug naar Holland. Op 20 oktober 1572 was hij in Enkhuizen. In december 1572 begon het beleg van Alva rond Haarlem. In de jaren 1572-1576 wist de prins de steden te bewegen tot een opstand tegen Filips. In december 1573 hield de prins een toespraak tot de kapiteins van de Zeeuwse vloot. Zo diep was de indruk die zijn woorden maakten, dat de officieren als één man uitriepen te zullen vechten tot de laatste druppel bloed, al zouden ze een jaar geen geld ontvangen en ook alles verliezen wat zij bezaten.[6]Bij de protestanten kon de prins geen kwaad doen; de katholieken echter bleven terughoudend. De prins ging eind 1573 weer over naar het protestantisme. Hij bezocht in deze periode verschillende steden in Holland en Zeeland. De situatie bleef wankel. Haarlem gaf zich in juli 1573, na een beleg van 9 maanden, over aan de Spanjaarden. Alkmaar wist echter een Spaans beleg te doorstaan, tot op 8 oktober 1573 Alkmaar door de watergeuzen werd ontzet. Op 18 december 1573 verliet Alva het land. Zijn missie was mislukt. Zijn opvolger was Requesens. In april 1574 sneuvelden de jongere broers van Willem, Lodewijk en Hendrik, in de Slag op de Mookerheide, maar werd de Spaanse vloot op de Zuiderzee in mei verslagen door de watergeuzen, onder leiding van admiraal Lodewijk van Boisot. Middelburg werd door de geuzen ingenomen en Leiden werd op 3 oktober 1574 door admiraal Boisot ontzet. Oranje legde in oktober 1574 in de Staten van Holland belangrijke verklaringen af over de voortgang en het doel van de Opstand. Via zijn netwerk zocht hij in Engeland, Frankrijk en onder de Duitse vorsten steun.
Zijn huwelijk met Anna van Saksen was inmiddels ontbonden, omdat zij krankzinnig geworden was; in 1568 was zij wel de moeder geworden van prins Maurits. Op 12 juni 1575 trouwde de prins met Charlotte de Bourbon. In tegenstelling tot de andere huwelijken, zo blijkt uit zijn briefwisseling, ging het hier niet om een huwelijk uit berekening maar om wederzijdse genegenheid. Op 11 juli 1575 droegen de Staten van Holland en Zeeland aan prins Willem de Hoge Overheid op.[7].
[bewerk] Het onbereikbare ideaal (1576-1579).
De Unies van Utrecht en AtrechtIn maart 1576 overleed landvoogd Requesens plotseling, terwijl Spanje in ernstige financiële moeilijkheden verkeerde. De onrust nam in de loop 1576 in alle 17 gewesten toe doordat de Spaanse soldaten, die geen soldij kregen, aan het muiten sloegen. De prins speelde hierop in en wist in deze periode in alle gewesten een goede positie te verwerven. Begin 1576 riep bijvoorbeeld Gent de hulp van de prins in tegen de Spanjaarden. De muiterij bereikte een dieptepunt met de Spaanse furie, toen Antwerpen op 4 november zwaar te lijden had van plundering en brandschatting. De afkeer van Spanje was toen algemeen, zowel onder protestanten als katholieken. Op 8 november 1576 kon Willem daardoor zijn grootste politieke succes boeken met de Pacificatie van Gent. Deze legde de bestaande toestand in alle 17 gewesten van de Lage Landen op het terrein van de religie vast en verenigde die tegen het Spaanse gezag. Op 22 september 1577 werd Oranje feestelijk onthaald in Brussel.[8] Op 18 september 1577 was Oranje in Antwerpen, de grootste stad van de Lage Landen. De macht en invloed van Oranje bereikten een hoogtepunt. De nieuwe landvoogd Juan van Oostenrijk moest met lede ogen de intocht van Oranje in Brussel aanzien. 'Als was hij de Messias in eigen persoon', zei Don Juan.
Verzoening met koning Filips en vrijheid van godsdienst voor de calvinisten waren echter niet te combineren. De Pacificatie van Gent liep op een mislukking uit. De calvinisten, die heer en meester waren in Holland en Zeeland, wilden geen vrijheid voor de katholieken. De katholieken wilden in de gebieden waar zij de overhand hadden, geen vrijheid voor de calvinisten. Met de Unie van Atrecht en de Unie van Utrecht in 1579 gingen Noord- en Zuid-Nederland ieder hun eigen weg. Oranjes ideaal (één land met één landheer en religievrijheid) bleek te hoog gegrepen. Het noorden, verenigd in de Unie van Utrecht, vervolgde onder leiding van de prins en Holland en Zeeland de weg van de Opstand. Verschillende vredesbesprekingen, onder andere in Keulen, liepen op niets uit. Filips wilde onder geen beding vrijheid van godsdienst toestaan.
[bewerk] Laatste levensjaren (1579-1584).
[bewerk] Parma slaat terug; Acte van Verlatinghe.
Alexander FarneseDe laatste jaren van zijn leven waren voor de prins moeilijk. In 1579 kwam de hertog van Parma, Alexander Farnese, de zoon van Margareta van Parma die later hertog van Parma zou worden, als landvoogd naar de Nederlanden. De hertog van Parma was een geduchte tegenstander, die door militaire en politieke behendigheid het zuiden grotendeels voor de koning wist te behouden. Daardoor verliep voor de prins ten slotte het tij. Op 15 maart 1580 tekende hij een vogelvrijverklaring van de Prins van Oranje.[9] De prins verdedigde zich hiertegen in zijn Apologie. De Staten gaven op 17 december 1581 toestemming de Apologie te laten drukken en uit te geven. Op Willems initiatief werd de Franse kroonprins, de Hertog van Anjou, naar de Nederlanden gehaald; hij zou als een soort boegbeeld de soevereiniteit op zich moeten nemen, met als bedoeld effect dat Frankrijk een bondgenoot zou worden tegen de gemeenschappelijke vijand Spanje. Dit liep (uiteraard) uit op een heftige competentiestrijd uit tussen de hertog van Anjou en de Staten-Generaal, die de feitelijke macht wilde blijven uitoefenen. Op 5 juli 1581 droegen de Staten van Holland en Zeeland de Hoge Overheid opnieuw op aan de prins van Oranje. Op 26 juli 1581 aanvaardden de Staten de Acte van Verlatinghe, het officiële geboorte-uur van de Nederlandse natie. Het noorden koerste naar een gematigde calvinistische republiek. In 1583 hield de hertog van Anjou een 'blijde inkomst' in Antwerpen om zijn positie te versterken, maar dat liep op een ramp uit. De wantrouwende Antwerpse bevolking vreesde een 'Franse furie' en slachtte 1500 man van zijn Franse troepen af. Daarop hield Anjou het voor gezien en keerde terug naar Frankrijk. Het idee van Willem om Anjou binnen te halen werd hem algemeen kwalijk genomen.
De kogelgaten in de muur, stille getuigen van de moord op Oranje.
Enkele uren na de moord werd in Delft een vergadering van de Staten Generaal gehouden. In de kantlijn van het verslag schreef iemand de laatste woorden van Willem van Oranje: "Mon dieu ayez pitie de mon âme Mon dieu ayez pitie de ce pauvre peuple" (Mijn god, heb medelijden met mijn ziel. Mijn god, heb medelijden met dit arme volk)[10]Na Willems vogelvrijverklaring werden er verschillende aanslagen op het leven van de prins gepleegd. Op 18 maart 1582 pleegde Jean Jaureguy in Antwerpen een mislukte aanslag. Op 5 mei 1582 overleed Charlotte de Bourbon die hem ten koste van haar eigen gezondheid verpleegd had. De prins huwde op 12 april 1583 met Louise de Coligny, dochter van de leider van de Hugenoten in Frankrijk. Op 29 januari 1584 werd Frederik Hendrik geboren. De toestand in de Nederlanden werd echter zienderogen moeilijker. Parma wist op allerlei gebied het initiatief te krijgen. Op 22 juli 1583 moest Oranje Antwerpen verlaten. In mei 1584 verzoende Brugge zich met Parma. De zuidelijke Nederlanden kwamen weer onder Spaanse heerschappij.
[bewerk] Moord en terechtstelling.
Op 10 juli 1584 pleegde de Fransman Balthasar Gerards zijn fatale aanslag. Oranje dineerde op dat moment met Uijlenburg, burgemeester van Leeuwarden en vader van Saskia, de eerste echtgenote van Rembrandt. Oranje wilde van deze Friese rechtsgeleerde in het bijzonder informatie over het unieke Friese rechtssysteem. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: 'Mijn God, Mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk'. De moordenaar werd gegrepen en veroordeeld tot de zwaarste lijfstraf die er beschikbaar was. Hij werd met gloeiende tangen bewerkt, met kokend lood overgoten en tenslotte met paarden uit elkaar getrokken. Gerards tartte desondanks zijn beulen, die daardoor meenden dat ze met de duivel zelf te maken hadden. Het hoofd prijkte enige tijd als afschrikwekkend voorbeeld op de stadsmuur tot de priester Sasbout Vosmeer - hij was apostolisch vicaris in Delft - het meenam naar de bisschop van Keulen, die er overigens weinig prijs op stelde. Filips II hield zijn belofte en bevoorrechtte de familie van Gerards met geld en titel.
[bewerk] Nalatenschap.
Welke rol Oranje voor zichzelf had weggelegd, zal wel een eeuwig discussie tussen historici blijven. [11] De prins overleed [12] en de zaak van de Opstand leek in deze tijd op een dieptepunt gekomen. De politiek-maatschappelijke alsmede de strategische leiding viel na de dood van de prins feitelijk in handen van de uiterst bekwame landsadvocaat van Holland, Johan van Oldenbarnevelt. De militaire leiding kwam in handen van zijn zoon Maurits van Nassau. Van Oldenbarnevelt wist voor de Staten in de loop van circa 15 jaren de zaak van de Republiek effectief te bepleiten. Rond 1589 was de zaak van de Republiek definitief buiten gevaar.
[bewerk] Chronologie.
[bewerk] 1530 - 1550.
25 april 1533: Willem wordt op de Dillenburg geboren als zoon van Willem de Rijke en Juliana van Stolberg.
22 augustus 1544: Willem verlaat de Dillenburg en vertrekt als erfgenaam van René van Châlon (gesneuveld bij de belegering van Saint-Dizier) naar Brussel. Hij krijgt zijn verdere opvoeding aan het hof in Brussel.
[bewerk] 1550 - 1560.
8 juli 1551: De prins van Oranje huwt Anna van Egmont. Door dit huwelijk krijgt hij grotere belangen in de Nederlanden.
29 maart 1552: Willem wordt ingehuldigd als baron van Breda.
1552-1555: Hij dient als overste in het leger van keizer Karel V.
25 oktober 1555: Karel V doet afstand van de troon. Zijn zoon Filips volgt hem op als heer der Nederlanden.
24 maart 1558: Anna van Buren, de eerste vrouw van prins Willem, overlijdt.
1558/1559: Willem heeft een buitenechtelijke relatie met Eva Elincx waaruit een buitenechtelijke zoon Justinus van Nassau (later onder andere admiraal) voortkomt.
[bewerk] 1560 - 1568.
25 augustus 1561: Willem huwt met Anna van Saksen.
11 maart 1563: Willem richt samen met de graven van Hoorne en Egmont een scherpe brief aan Filips II.
augustus 1563 - maart 1564: Prins Willem woont de vergaderingen van de Raad van State niet bij in verband met zijn protest tegen de godsdienstpolitiek van Filips II.
13 maart 1564: Granvelle vertrekt uit het landsbestuur. Oranje bezoekt weer de vergaderingen van de Raad van State.
31 december 1564: Oranje houdt een urenlange rede in de Raad van State over de godsdienstpolitiek, de inquisitie, de Plakkaten en de plaats van de Staten-Generaal. Hij doet publiekelijk de uitspraak: Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over de gewetens heersen.
18 januari 1565: Egmont is in Madrid om verzachting van het beleid te vragen. Filips wijst dit af.
juli 1565: Een graantekort dreigt in de Nederlanden. Er is maatschappelijke onrust.
20 oktober 1565: De Brieven van Segovia komen aan in de Nederlanden. Elke vorm van versoepeling van het ingezette beleid wordt radicaal afgewezen.
24 december 1565: De oprichting van het Verbond der Edelen onder leiding van Lodewijk van Nassau en Hendrik van Brederode.
23 januari 1566: Willem van Oranje verdedigt in een brief aan Margaretha van Parma een vorm van godsdienstige tolerantie. Protestanten zouden vrijheid van godsdienst moeten hebben.
5 april 1566: Het verbond der edelen biedt een smeekschrift aan de landvoogdes aan. Haar raadgever Berlaymont typeert de edelen als gueux (bedelaars). Hieruit ontstaat later de naam geuzen.
13 juli 1566: Willem van Oranje bezoekt het onrustige Antwerpen. Hij weet de rust te herstellen, mede door de protestanten een zekere vorm van godsdienstvrijheid toe te staan. Oranje heeft hier de eerste ontmoetingen met de calvinisten.
10 augustus 1566: In Vlaanderen begint de Beeldenstorm. Oranje had dit verwacht en hoopt erop dat Filips nu aan de wensen van het volk zal toegeven. De Beeldenstorm houdt aan tot 21 augustus.
3 oktober 1566: Oranje heeft een onderhoud met Egmont en Hoorne. Hij merkt dat beide heren zich niet sterk willen maken tegen Filips II.
15 april 1567: Willem vertrekt uit Breda naar Duitsland (Dillenburg).
22 augustus 1567: Alva komt aan in Brussel. Hij is de nieuwe landvoogd.
september 1567: De Raad van Beroerten wordt ingesteld. Egmont en Hoorne worden gevangen gezet.
16 december 1567: De Raad van Beroerten besluit tot vervolging van Willem van Oranje.
januari 1568: Willem wordt openbaar gedagvaard voor de Raad van Beroerten. Zijn bezittingen in de Nederlanden worden verbeurd verklaard.
14 februari 1568: Willems oudste zoon Philips Willem wordt gevangen genomen en naar Spanje overgebracht.
3 maart 1568: Willem antwoordt officieel op de dagvaarding met La justification du prince d'Oranges.
25 mei 1568: Willem biedt slag bij Heiligerlee tegen Alva met een leger onder leiding van zijn broer Lodewijk. Adolf sneuvelt in deze strijd.
22/23 oktober 1568: Willem verliest de slag in Brabant.
[bewerk] 1568 - 1580.
1568-1571: Prins Willem probeert regelmatig slag te leveren met Alva en de Spanjaarden. Alva heeft echter nadrukkelijk de overhand. Steun van elders blijft uit. Ook ontstaat er geen volksopstand in de Nederlanden. De onderdrukkingspolitiek van Alva lijkt succesvol.
1 april 1572: De watergeuzen veroveren Den Briel. Onder de bevolking ontstaat brede steun voor Willems verzet tegen de Spanjaarden. De volksopstand begint. Op 6 april verklaart Vlissingen zich voor de prins. Op 1 mei volgt Terneuzen, eind mei Enkhuizen. Begin juli hebben 26 steden zich voor de prins verklaard. In het najaar van 1572 zijn in Holland en Zeeland alleen Amsterdam, Middelburg en Goes nog in Spaanse handen. Alle andere delen van Holland en Zeeland staan achter de prins.
15-29 juli 1572: Vergadering van de Staten in Dordrecht. De prins laat zich vertegenwoordigen door Filips van Marnix van Sint-Aldegonde.
20 oktober 1572: Terugkomst prins, intocht in Enkhuizen.
9 augustus 1573: Oranje zendt een brief aan de Staten ter aanmoediging van de Opstand.
8 oktober 1573: Alkmaar wordt ontzet.
oktober 1573: De prins gaat weer over tot het calvinisme.
18 december 1573: Alva verlaat de Lage Landen. Zijn opvolger is Requesens.
december 1573: De Spanjaarden slaan het beleg rond Leiden.
19 februari 1574: Middelburg wordt door de watergeuzen genomen.
mei 1574: De Spaanse vloot wordt op de Zuiderzee door de watergeuzen verslagen.
3 oktober 1574: Leiden wordt door de watergeuzen, onder leiding van admiraal Lodewijk van Boisot, ontzet.
oktober-november 1574: De prins legt in de Staten van Holland belangrijke verklaringen af over de voortgang van de Opstand en de voorwaarden voor vrede.
12 juli 1575: Prins Willem treedt in het huwelijk met Charlotte de Bourbon.
8 november 1576: De Pacificatie van Gent.
18 september 1577: Oranje bemiddelt bij de spanningen en onrust in Antwerpen.
22 september 1577: Oranje houdt een intocht in Brussel.
4 januari 1578: De prins is in Gent.
6 januari 1579: Unie van Atrecht.
23 januari 1579: Unie van Utrecht.
28 juli 1579: De prins legt tegenover de Staten-Generaal verantwoording van zijn handelen af.
Praalgraf in de Nieuwe Kerk in Delft.
[bewerk] 1580 - 1584.
15 maart 1580: Alexander Farnese tekent de ban tegen de prins van Oranje.
13 december 1580: Willem van Oranje biedt de Staten-Generaal zijn Apologie aan. Op 17 december 1580 geven de Staten toestemming de Apologie te laten drukken.
5 juli 1581: De Staten van Holland en Zeeland erkennen de prins van Oranje als de Hoge Overheid.
26 juli 1581: De Staten aanvaarden de Acte van Verlatinghe.
18 maart 1582: Jean Jaureguy doet een vergeefse aanslag op het leven van de prins.
12 april 1583: De prins huwt met Louise de Coligny.
22 juli 1583: De prins moet Antwerpen verlaten.
november 1583: Vlaanderen is geheel in handen van Parma.
29 januari 1584: Frederik Hendrik wordt geboren.
10 juli 1584: De prins wordt door Balthasar Gerards vermoord. De lijkschouwing en balseming van de prins wordt uitgevoerd door zijn lijfarts en vriend Pieter van Foreest samen met Cornelis Busennius.
3 augustus 1584: Het lichaam van de prins wordt in het koor van de Nieuwe Kerk in Delft bijgezet in een tijdelijk grafmonument. Op een onbekend tijdstip is de kist met het lichaam van de prins in een kelder onder het koor bijgezet. Deze kelder is nu deel van de Koninklijke Grafkelders van de Oranjes onder en achter het tussen 1614 en 1623 gebouwde praalgraf van Willem van Oranje.Het hart van de prins blijkt bij de balseming apart te zijn gehouden. Het werd in een kleine loden doos teruggevonden onder de gisant.
[bewerk] Huwelijken en kinderen.
Willem van Oranje is viermaal getrouwd geweest. Achtereenvolgens waren zijn vrouwen:.
Anna van Egmond van Buren (1551-1558), het huwelijk eindigde door het overlijden van Anna van Egmont. Ze was de dochter van Maximiliaan van Egmont (Graaf van Buren en van Leerdam) en van Françoise de Lannoy.
Maria (22 november 1553 - 7 december? 1555?).
Philips Willem (19 december 1554 - 20 februari 1618), Prins van Oranje, trouwde met Eleonora de Bourbon-Condé.
Maria (7 februari 1556 - 10 oktober 1616), gehuwd met Filips van Hohenlohe.
Anna van Saksen (1561-1571), huwelijk eindigde door nietigverklaring.
Anna (31 oktober 1562, vrijwel direct daarna overleden).
Anna (5 november 1563 — 13 juni 1588), gehuwd met Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg.
Maurits (18 december 1564 - 8 december 1566).
Maurits (14 november 1567 - 23 april 1625), stadhouder.
Emilia (10 april 1569 - 16 maart 1629), gehuwd met Emanuel van Portugal.
Charlotte de Bourbon (1575-1582), huwelijk eindigde door het overlijden van Charlotte de Bourbon.
Louise Juliana (31 maart 1576 - 15 maart 1644), gehuwd met Frederik IV van de Palts.
Elisabeth (26 april 1577 - 3 september 1642), gehuwd met Henri de La Tour d'Auvergne, zoon van François Henri de Montmorency-Bouteville.
Catharina Belgica (3 of 31 juli 1578 - 12 april 1648), gehuwd met Filips Lodewijk II van Hanau-Münzenberg.
Charlotte Flandrina (18 augustus 1579 - 16 april 1640), abdis van het klooster van St. Croix bij Poitiers.
Charlotte Brabantina (17 september 1580 - augustus 1631), gehuwd met Claude de la Trémoille, hertog van Thouars.
Emilia Secunda Antwerpiana (9 december 1581 - 28 september 1657), gehuwd met Frederik Casimir van Zweibrücken-Landsberg, zoon van Johan I van Palts-Zweibrücken,.
Louise de Coligny (1583-1620), huwelijk eindigde door het overlijden van Willem van Oranje.
Frederik Hendrik (29 januari 1584 – 14 maart 1647), stadhouder.
Willem van Oranje verwekte bij Eva Elincx een zoon: Justinus van Nassau (1559-1631).
[bewerk] Beoordeling en betekenis van de prins van Oranje.
Diverse historici oordeelden uitvoerig over Willem van Oranje.
[bewerk] P.C. Hooft - Nederlandse Historiën.
In 1642 geeft P.C. Hooft zijn Nederlandse Historiën uit. De geschiedenis van de Opstand en het leven van Willem van Oranje worden uitvoerig beschreven. Het eindoordeel van de 17e-eeuwse Hooft over Willem van Oranje is dan nog als volgt:.
Immers dit zal niemand loochenen, dat geen vorst onder de zon ooit vuriger bemind, en hoger geachte mocht worden van zijn onderdanen, dan Zijne Doorluchtigheid geweest is van Hollanders en Zeeuwen (Nederlandse Historiën, editie Elsevier 1947, ISBN 9010020932, p. 358).
[bewerk] Henri Pirenne.
De Belgische historicus Henri Pirenne kwalificeerde de moord op Oranje als een nutteloos misdrijf. Willem van Oranje had immers zijn betekenis al lang verloren. Hij was nauwelijks in staat geweest de opmars van Parma het hoofd te bieden. De moord op deze prins en opportunistische diplomaat is later door de Oranjefactie flink politiek uitgebuit.
[bewerk] Jan Romein.
De historicus Jan Romein rekende hem tot de erflaters van de Nederlandse beschaving. Willem van Oranje stond aan de wieg van de Nederlandse natie. De pretenties van de Habsburgers (het stichten van een centraal geleid wereldrijk met één godsdienst) zouden zijn stukgelopen op zijn vasthoudendheid.
•.
Trivia.
Willem van Oranje's wapenschild en wapenspreuk Je maintiendrai (ik zal handhaven) werden overgenomen voor het nationale Nederlandse wapenschild en de wapenspreuk.
De originele kleuren van de Nederlandse vlag (oranje, wit, blauw) stammen af van de livreikleuren van Willem (Prinsenvlag).
Het Nederlandse volkslied (sinds 1932), het Wilhelmus, is een ode aan hem.
Ook het lied Oranje Boven werd ter ere van hem geschreven.
Willem van Oranje is ook opgenomen in de eregalerij van reformatoren uit de 16e eeuw. Deze galerij bevindt zich in Genève.[13] Naast de beeltenis van Willem van Oranje is geschreven: D'ondersaten en zijn niet van Godt gheschapen tot behoef van den prince om hem in alles wat hy beveelt weder het goddelick oft ongoddelick recht oft onrecht is onderdanigh te wezen ende als slaven te dienen maer den prince om d'ondersaten will sonder dewelcke hy geen prince en is om deselve met recht ende redene te regeren.
Willemstad in Noord-Brabant is naar Willem de Zwijger vernoemd.
Willem van Oranje is opgenomen in de canon van Nederland. De commissie-Van Oostrom heeft Willem van Oranje als één van de vijftig thema's opgenomen die niet in de geschiedenisles op een Nederlandse school zou mogen ontbreken.
In 2005 werd hij genomineerd voor de titel De grootste Nederlander. Hij eindigde op de tweede plaats, al bleken een groot aantal telefonische stemmen niet op tijd ter plekke te zijn gekomen. Indien die ook geteld waren zou Willem van Oranje de winnaar zijn geweest.
De Internationale Astronomische Unie maakte dinsdag 22 januari 2008 bekend dat een kleine planeet, voorheen bekend als nummer 12151, voortaan Oranje-Nassau heet ter ere van Willem van Oranje. Planetoïde Oranje-Nassau heeft een doorsnede van ongeveer vijf kilometer en draait tussen de banen van Mars en Jupiter. Het rotsachtige object doet drie aardse jaren en negen aardse maanden over een omloop om de zon.
[bewerk] Externe links.
Correspondentie van Willem van Oranje.
Verschillende authentieke bronnen die voor het verstaan van het leven van Willem van Oranje van belang zijn.
Tekst van het smeekschrift der edelen - 5 april 1566.
Tekst van de Pacificatie van Gent - 8 november 1576.
Tekst van de Unie van Utrecht - 23 januari 1579.
Tekst van de Apologie (in voorbereiding). Aangeboden op 13 december 1580 aan de Staten-Generaal.
Tekst van de Acte van Verlatinghe - 26 juli 1581.
De laatste woorden van prins Willem I door Robert Fruin.
Vader des Vaderlands krijgt planetoïde (12151) Oranje-Nassau.
Wikiquote.
Op Wikiquote staan citaten van Willem van Oranje.
•.
Bronnen, noten en/of referentiesBronnen, noten en/of referenties:.
*Arie van Deursen, Willem van Oranje; een biografisch portret. ISBN 9035115554.
*Robert Fruin, Opstellen over Willem van Oranje.
*Jan Kikkert, Willem van Oranje. ISBN 9022837556.
*Hubrecht Klink, Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje. Een thematische biografie. ISBN 9050308708.
*Jan Romein, Willem van Oranje 1533-1584, de bevrijder. In: Erflaters van onze beschaving. ISBN 9021420287.
*R. van Roosbroeck, Willem van Oranje. ISBN 9023303415.
*A.A. van Schelven, Willem van Oranje. Een boek ter gedachtenis van idealen en teleurstellingen.
M.G. Schenk, Willem de Zwijger. ISBN 9032502018.
*K.W. Swart, Willem de Zwijger. In: Nassau en Oranje in de Nederlandse geschiedenis. ISBN 9021824477.
*C.V. Wedgwood, Willem de Zwijger, Vader des vaderlands. ISBN 9010024423.
•.
Voetnoten:.
1. Zie bijvoorbeeld Arie van Deursen in zijn recent verschenen studie over de 17e eeuw: De last van veel geluk pp. 71-115.
2. Klink, p. 89-94.
3. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
4. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
5. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
6. Willem van Oranje, Van Deursen, p. 57.
7. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
8. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
9. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
10. Universiteit Leiden: Tachtigjarige oorlog.
11. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
12. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).
13. De Tachtigjarige Oorlog (Universiteit Leiden).

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Justinus*1559  †1631  72



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Justinus van Nassau
Justinus van Nassau, geb. in 1559, ovl. (ongeveer 72 jaar oud) in 1631.

  • Vader:
    Willem van Oranje1, zn. van Willem I de Rijke van Nassau-Dillenburg en Juliana van Stolberg, geb. te Dillenburg [Deu]1 op maandag 24 apr 15331,1, ged. LU op donderdag 4 mei 1533, 1, Prins van Oranje van 1544 tot 1584, graaf van Buren en Leerdam, Heer van IJsselstein van 1551 tot 1584, Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht van 1559 tot 1567 en van 1572 tot 1584, stadhouder van Friesland van 1580 tot 1584, ovl. (51 jaar oud) te Delft [Zh]1 op dinsdag 10 jul 15841,1, begr. 1, tr. (1) met Anna van Egmont. Uit dit huwelijk 3 kinderen., tr. (2) met Anna van Saksen1. Uit dit huwelijk 5 kinderen., tr. (3) met Charlotte de Bourbon. Uit dit huwelijk een dochter., tr. (4) met Louise de Coligny. Uit dit huwelijk een zoon., relatie (5).
 



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Willem II van Oranje
Willem II van Oranje, geb. op woensdag 27 mei 1626, stadhouder, ovl. (24 jaar oud) op zondag 6 nov 1650.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 

tr.
met

Maria Stuart.


Louise Henriëtte van Nassau
Louise Henriëtte van Nassau, geb. op dinsdag 7 dec 1627, ovl. (39 jaar oud) op zaterdag 18 jun 1667.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 

tr.
met

Frederik Willem I van Brandenburg.


Henriëtte Amalia van Oranje
Henriëtte Amalia van Oranje, geb. op donderdag 26 okt 1628, ovl. (36 dagen oud) in dec 1628.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 


Elisabeth van Nassau
Elisabeth van Nassau, geb. en ovl. op zondag 4 aug 1630.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 


Isabella Charlotte van Nassau
Isabella Charlotte van Nassau, geb. op woensdag 28 apr 1632, ovl. (9 jaar oud) in apr 1642.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 


Albertine Agnes van Nassau
Albertine Agnes van Nassau, geb. op zondag 9 apr 1634, ovl. (62 jaar oud) op donderdag 24 mei 1696.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 

tr.
met

Willem Frederik van Nassau-Dietz1,1, ovl. te Leeuwarden [Fr] op zaterdag 11 okt 1664.

 



Aantekeningen bij Willem Frederik van Nassau-Dietz.

Willem Frederik. Bron: Tresoar.
Willem Frederik, graaf van Nassau-Diez, werd op 7 augustus 1613, ruim één jaar na zijn broer Hendrik Casimir I, te Arnhem geboren uit het huwelijk van Ernst Casimir en Sophie Hedwig van Brunswijk-Lüneburg. Na de ontijdige dood van zijn broer in 1640 wordt hij in Friesland tot stadhouder benoemd. In Stad en Lande en in Drenthe weet de Hollandse stadhouder Frederik Hendrik het stadhouderschap in te palmen. Deze benoemingsperikelen openbaren de rivaliteit tussen beide takken van de familie.
Evenals bij zijn broer en zijn vader speelt de loopbaan van Willem Frederik zich hoofdzakelijk in het leger af. In het jaar waarin de Tachtigjarige oorlog beëindigd wordt (1648) bereikt Willem Frederik de rang van generaal bij het wapen van de artillerie. Kort daarna neemt de Friese stadhouder deel in de pogingen van zijn jeugdige Hollandse collega Willem II om door militair machtsvertoon de bezuinigingen op het leger ongedaan te maken en blijvend meer invloed op het bestel van de Republiek te verwerven. De actie mislukt en kort daarop sterft Willem II (6 november 1650). De provincies waar hij het stadhouderschap bekleedt vervullen dit in hun ogen lastige ambt in vredestijd niet meer. Stad en Lande en Drenthe vormen een uitzondering en benoemen Willem Fredrik in 1650 alsnog tot stadhouder van hun gewest.

Op de afbeelding zijn de bloedvlekken zichtbaar van Willem Frederik van Nassau. Bron: Tresoar.
Twee jaar later lukt het Willem Frederik eindelijk de toestemming van Amalia van Solms te verwerven voor een huwelijk met haar dochter Albertine Agnes, dat op 2 mei 1652 in Kleef voltrokken wordt. In datzelfde jaar vindt ook zijn rangsverheffing door de Duitse keizer Ferdinand III plaats: de graaf van Nassau-Diez wordt de vorst van Nassau-Diez. In zijn militaire carrière treedt Willem Frederik in 1664 met succes op tegen de inval van de vorst-bisschop van Munster in Oost-Nederland. Kort daarop raakt hij dodelijk verwond bij het controleren van zijn pistolen. Willem Frederik overlijdt te Leeuwarden op 31 oktober 1664 en wordt aldaar in de Grote Kerk begraven. Van de Friese stadhouders is hij degene die ons het meeste nakomt door zijn openhartige, onlangs uitgegeven, aantekeningen die hem laten zien als mens, politicus en militair.


Bronnen:
1.Tresoar. Fries Historisch en Letterkundig Centrum, Tresaor

Henriëtte Catharina van Nassau
 
Henriëtte Catharina van Nassau, geb. te Den Haag op dinsdag 10 feb 1637, ovl. (71 jaar oud) Oranienbaum op zaterdag 3 nov 1708.



Aantekeningen bij Henriëtte Catharina van Nassau.
HENRIËTTE CATHARINA prinses van ORANJE-NASSAU (geb. Den Haag 10-2-1637 – gest. Oranienbaum, Anhalt-Dessau 4-11-1708), door haar huwelijk vorstin van Anhalt-Dessau. Dochter van Frederik Hendrik van Oranje Nassau (1584-1647), stadhouder, en Amalia van Solms-Braunfels (1602-1675). Henriëtte Catharina trouwde op 16-7-1659 in Groningen met Johann Georg II, vorst van Anhalt-Dessau (1627-1693). Uit dit huwelijk werden 8 dochters en 2 zoons geboren, van wie 3 dochters en 1 zoon jong zijn gestorven.
•.
Henriëtte Catharina groeide op als vierde kind en derde dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Haar ouders, en vooral haar moeder, voerden een ambitieuze huwelijkspolitiek; zo werd Henriëtte Catharina op vijfjarige leeftijd verloofd met de negenjarige Enno Lodewijk van Cirksena, erfgraaf van Oost-Friesland (1632-1660). In 1653 – Henriëtte Catharina was inmiddels zeventien jaar oud – drong hij aan op een huwelijk, maar zij weigerde de schijnbaar ruwe en opvliegende graaf te huwen, zodat de verloving verbroken moest worden. Karel Stuart, prins van Wales, vroeg ook nog om haar hand maar werd door haar moeder afgewezen. Hij had op dat moment geen uitzicht op een troon en was daarom geen geschikte kandidaat, tot verdriet van Henriëtte Catharina, die zijn brieven haar leven lang bewaarde.
•.
Uiteindelijk trouwde Henriëtte Catharina met Johann Georg II, erfprins van Anhalt-Dessau. Het huwelijkscontract werd op 7 december 1658 in Den Haag gesloten. Henriëtte Catharina kreeg van haar familie twaalfduizend rijksdaalders (of 30.000 Hollandse guldens) mee voor juwelen, kleding en levensonderhoud en nog een geldbedrag van twintigduizend rijksdaalders. Bovendien werd vastgelegd dat haar persoonlijke hofhouding uit twintig personen zou bestaan. Van haar vader erfde zij nog eens veertigduizend rijksdaalders. Dit stond in schril contrast met de morgengave van haar man, die bestond uit juwelen (parelsnoer en diamanten) en vijfduizend rijksdaalders. Met het oog op het voordeel van dynastieke uitbreiding in het netwerk van protestantse Duitse vorstendommen namen de Oranje-Nassaus graag genoegen met deze financiële ongelijkheid.
•.
Vorstin van Anhalt.
In juli 1659 werd de bruiloft van Henriëtte Catharina en Johann Georg gevierd in Groningen, aan het hof van haar jongere zus Albertine Agnes (1634-1696). Opzettelijk was vanwege de pijnlijke afwezigheid van schoonzus Maria Stuart (1631-1660) en alle mogelijke onopgeloste kwesties rond de hofetiquette (wie had er voorrang boven wie) gekozen voor een plaats ver van Den Haag. Hierna vertrok het bruidspaar naar Anhalt-Dessau, het meest oostelijk gelegen protestantse vorstendom van het Duitse rijk, dat in de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) zwaar te lijden had gehad. Een jaar na aankomst stierf Johann Georgs vader, en dat betekende dat hij regerend vorst van Anhalt-Dessau werd. Tijdens zijn veelvuldige afwezigheid nam Henriëtte Catharina de regeringszaken waar, want Johann Georg trad in dienst van zijn zwager Friedrich Wilhelm I, de keurvorst van Brandenburg en bracht het tot veldmaarschalk en stadhouder. Tijdens de beginjaren van hun huwelijk woonde het paar veelal bij zus Louise Henriette (1627-1667) en haar man Friedrich Wilhelm I in Berlijn, waar de eerste vier kinderen geboren werden – drie van hen stierven jong. De volgende dochter werd in Kleef geboren en de vier kinderen daarna, onder wie zoon Leopold I (1676-1747), in Dessau.

Henriëtte Catharina van Oranje-Nassau.
Henriëtte Catharina speelde een belangrijke rol bij de wederopbouw van Anhalt-Dessau, niet alleen door het geld dat ze meebracht maar ook door de meegebrachte kennis, dankzij haar opvoeding in een land dat in veel opzichten vooropliep. Zo innoveerde zij de dijk- en bruggenbouw, bouwde een glasblazerij, voerde de tabaksteelt en -industrie in en liet uit de Nederlanden zowel handwerkslieden en kunstenaars als boeren komen die nieuwe procedé’s en technieken in de regio introduceerden. Haar eerste grote opdracht was de bouw van een protestantse kapel. Toen haar echtgenoot Johann Georg II in augustus 1693 onverwacht stierf, werd Henriëtte Catharina, inmiddels 56 jaar oud, regentes voor haar enige, nog onvolwassen, zoon. Met de stichting van een (hervormd) weeshuis, een huis voor oude vrouwen en de afkondiging van een streng regiem voor wezen en een vloekverbod voor procureurs gaf ze te kennen zich ook om de morele en sociale opbouw van het vorstendom Anhalt te bekommeren. Haar zoon zou zich een reputatie in het leger verwerven, niet alleen als militair, maar ook als groot ijveraar voor het bevorderen van de discipline.
•.
Prinses van Oranje.
Net als haar drie zussen heeft Henriëtte Catharina haar hoogadellijke afkomst als soevereine prinses van Oranje zichtbaar gemaakt. Henriëtte Catharina ging het verst hierin. Het van haar man gekregen dorpje Nischwitz, twaalf kilometer ten oosten van residentiestad Dessau, liet ze helemaal herinrichten tot het modelstadje Oranienbaum met symmetrisch aangelegde straten rondom een vierhoekig marktplein. Voor de bouw en aanleg van het slot en het park, ook Oranienbaum genoemd, verleende ze in 1681 een opdracht aan de Nederlandse bouwmeester Cornelis Ryckwaert. Dessau werd gemoderniseerd door de bouw van een winkelgalerij en van huizen met namen als Huis Oranje en Huis Holland. De twee stadjes, het slot en het park werden tot een samenhangend geheel gemaakt door middel van zichtassen. Deze planologische visie en planning was tot haar komst in Anhalt onbekend. In een tweede bouwfase liet ze het slot opnieuw uitbreiden tot haar ‘Witwensitz’. Ook het interieur regelde ze zelf en bracht zo de Haagse hof- en wooncultuur naar Dessau. Zo ontstond onder andere de nog volledig intacte, met Nederlandse tegels beklede zomereetzaal. Haar afkomst was overal zichtbaar; in de zalen met meer dan 270 schilderijen, voornamelijk familieportretten, en in de tuin waar een grot was ingericht met marmeren bustes van mannen uit de Oranjedynastie.
Intussen bleef Henriëtte Catharina ook zorg besteden aan de toekomstige dynastieke belangen van de Oranjes. Een vurige wens van haar en haar zus Albertine Agnes ging in vervulling toen haar oudste dochter Henriëtte Amalia (1666-1726) trouwde met Hendrik Casimir II (1657-1696), zoon van Albertine Agnes. Van de uit deze verbintenis geboren zoon stamt koningin Beatrix in directe lijn af. Henriëtte Catharina’s enige zoon, Leopold, liet zich niet door haar een huwelijkskandidaat opdringen: nadat hij in 1698 volwassen en daarmee vorst van Anhalt was geworden, trouwde hij met zijn jeugdliefde Anna Louise Föse (1677-1745), een apothekersdochter.

Slot Oranienbaum.
Erfenis.
Via Henriëtte Catharina – de langstlevende dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms – is een groot deel van het roerende familiebezit van de Oranjes in Duitsland terecht gekomen. Maar dat niet alleen. Al voor haar huwelijk moet zij zich een rol hebben aangemeten als bewaker van de Oranjedynastie. Zij bewaarde bijvoorbeeld de memoires van haar vader, op grond waarvan M. de Beausobre in 1733 een boek kon publiceren met de titel Mémoires de Frederic Henri prince d’Orange qui contiennent ses expéditions militaires depuis 1621 jusqu’à l’année 1646, in Amsterdam uitgeven. Ook over een deel van de archieven van haar broer Willem II (1626-1650) had zij zich ontfermd; dit verklaart waarom deze papieren in Anhalt-Dessau terecht zijn gekomen. In augustus 1703 maakte Henriëtte Catharine haar testament en hanteerde hetzelfde verdelingsprincipe als haar moeder had gedaan waardoor slot Oranienbaum (naar haar zoon) bijna alle schilderijen (naar haar dochters) kwijtraakte.
Op 4 november 1708 overleed ze, 72 jaar oud, in Oranienbaum. Henriëtte Catharina werd 22 dagen later, na een nachtelijke processie van zes uur, begraven onder het koor van de Schloss- und Stadtkirche H. Maria in Dessau. Wat haar verdere gevoelens waren mocht niemand weten, want alle brieven die ze in haar kabinet bewaarde, waaronder die van Karel Stuart, gingen op haar verzoek mee het graf in.
Pas bij het onderzoek naar de herkomst van de naam van het stadje Oranienbaum bij het driehonderdjarig bestaan in 1955, is de centrale rol die Henriëtte Catharina bij de ontstaansgeschiedenis ervan speelde (weer) bekend geworden. Haar actieve rol en afkomst als prinses van Oranje werd in haar eigen tijd wél gezien door de anonieme schrijver van de tekst Von Oranienboom (1698/99), maar weggelaten in het toonaangevende boek over de geschiedenis van Anhalt, het in 1693 op initiatief van haar man begonnen Historie des Fürstenthums Anhalt door Johann Christoph Beckman, die pas in 1710 verscheen. Nu is Henriëtte Catharina weer én vorstin van Anhalt én, net zo belangrijk, een schakel in de Oranjedynastie met als symbool de sinaasappelboom, een boom die tegelijkertijd bloesem en vrucht draagt.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 

relatie (1)
met

Enno Lodewijk van Oost-Friesland.

tr. (resp. 22 en ongeveer 32 jaar oud) (2) te Groningen [Gr] op zondag 6 jul 1659
met

Johan George II van Anhalt-Dessau, geb. in 1627, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) in 1693.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth Albertine*1665  †1706  41
Henriëtte Amalia*1666 Kleef †1726  59
Louise Sophie*1667  †1678  11
Maria Eleonore*1671  †1756  85
Henriëtte Agnes*1674  †1729  55
Leopold I*1676  †1747  71
Johanna Charlotte*1682  †1750  68


Dossier:


Hendrik Lodewijk van Nassau
Hendrik Lodewijk van Nassau, geb. op woensdag 30 nov 1639, ovl. (29 dagen oud) op donderdag 29 dec 1639.

  • Moeder:
    Amalia van Solms, dr. van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels en Agnes van Sayn-Wittgenstein, geb. op zaterdag 31 aug 1602, ovl. (73 jaar oud) te Den Haag op zondag 8 sep 1675.
 

')}