Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Marie Elisabeth Henriette Rengers
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Marie Elisabeth Henriette Rengers, geb. in 1801, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) in 1850.

  • Vader:
    Justinus Sjuck Gerrold Juckema Van Burmania Rengers, zn. van Egbert Sjuck Gerold Juckema Van Burmania Rengers en Wilhelmina de Beyer, geb. te Leeuwarden [Fr] op vrijdag 13 aug 1773, ovl. (59 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op woensdag 28 nov 1832, tr. (resp. 20 en 18 jaar oud) te Arnhem [Ge] op woensdag 21 mei 1794.
 


Edzard Hobbe Rengers
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Edzard Hobbe Rengers, geb. in 1803, ovl. (ongeveer 76 jaar oud) in 1879.

  • Vader:
    Justinus Sjuck Gerrold Juckema Van Burmania Rengers, zn. van Egbert Sjuck Gerold Juckema Van Burmania Rengers en Wilhelmina de Beyer, geb. te Leeuwarden [Fr] op vrijdag 13 aug 1773, ovl. (59 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op woensdag 28 nov 1832, tr. (resp. 20 en 18 jaar oud) te Arnhem [Ge] op woensdag 21 mei 1794.
 


Ediard Lamoraal Rengers
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Ediard Lamoraal Rengers, geb. in 1804, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) in 1877.

  • Vader:
    Justinus Sjuck Gerrold Juckema Van Burmania Rengers, zn. van Egbert Sjuck Gerold Juckema Van Burmania Rengers en Wilhelmina de Beyer, geb. te Leeuwarden [Fr] op vrijdag 13 aug 1773, ovl. (59 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op woensdag 28 nov 1832, tr. (resp. 20 en 18 jaar oud) te Arnhem [Ge] op woensdag 21 mei 1794.
 


Maria Genoveva Rengers
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Maria Genoveva Rengers, geb. in 1806, ovl. (ongeveer 1 jaar oud) in 1807.

  • Vader:
    Justinus Sjuck Gerrold Juckema Van Burmania Rengers, zn. van Egbert Sjuck Gerold Juckema Van Burmania Rengers en Wilhelmina de Beyer, geb. te Leeuwarden [Fr] op vrijdag 13 aug 1773, ovl. (59 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op woensdag 28 nov 1832, tr. (resp. 20 en 18 jaar oud) te Arnhem [Ge] op woensdag 21 mei 1794.
 


Edzard Grevinghe
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Edzard Grevinghe.


Etje Maria Grevinghe
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Etje Maria Grevinghe (Greveinghe).


Aurelia Grevinghe
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Aurelia Grevinghe.


Luyrt Grevinghe
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Luyrt Grevinghe.


Edzard Grevinghe
 
Edzard Grevinghe1, erft Grevingaheerd van zijn moeder Elisabeth Tolebeek, de heerd met behuizing is 80 grazen groot, ovl. voor 1660.



Aantekeningen bij Edzard Grevinghe.
GREVINGA OF GAIKINGAHEERD.
De familie Grevinge (ook wel Grevinck en andere spellingen) komt waarschijnlijk uit Drenthe. De naam is Drents en bovendien heeft de familie in de 16e en 17e eeuw leengoederen onder Emmen.
In de Ommelanden komt de naam als eerste voor in persoon van Luder Grovinghe. Hij bezegelt mede de wijtwerder klauwbrief (de bewoners van edele heerden staan hierin) van 1446. Zijn woonplaats wordt niet genoemd, ook niet die van Abele Grevinghe, die genoemd wordt in een akte met Ywe van Ewer in 1474. Beide stukken gaan over handelingen in omgeving van Leermens, zodat het goed mogelijk is dat ze daar gewoond hebben.
Later wordt de relatie met Leermens duidelijk. Dr. Doeko Grovinck, sinds 1486 kerkheer te Middelstum en te Leermens geboren, sticht (in 1510) in de kerk van Leermens een prebende (soort fonds voor armen) voor het zielenheil van zijn verwanten en voorouders. De stichting geschiedt ten behoeve van het altaar van Maria en Anna. Voor de prebende schenkt hij Nijterheerd, de Strangeheerd en andere goederen te Leermens en Zandeweer. Het collatierecht komt aan diegene van zijn bloedverwanten die de Grevingeheerd in Lutke Rijp onder Leermens in eigendom zou hebben, met advies van van de abt van Feldwerd en de pastoor van Leermens. De rechten van de geschonken heerden zullen van zijn bloedverwanten blijven.
Verder blijkt dat Doeke of Dodeke een zoon is van Ludgerus Grevinck, waarschijnlijk de bovengenoemde Luder, en vrouw Teteke.
Een latere Luyrt Grevinck komt in 1533 voor in een proces over de eigendom van een niet nader genoemde heerd onder Leermens. Verder worden nog genoemd in verband met de slijting van rechten onder Leermens: Dutmer Grevinck (1507-1513), Eyse Grevinge (1527-1544), Merten Gevingh (1558) en Merten samen met zijn broer Johan in 1562, Dutmer Grovingh (1580) als erfgenaam van Marten Grovingh. Johan komt ook in 1567 voor in een proces over de prebende.
Na de reductie van Groningen (=proces waarbij de provincie geleidelijk van overwegend katholiek overging in overwegend protestants) verandert de bestemming van de prebende. Zij wordt een studiebeurs voor leden van het geslacht Greving dat de collatie heeft behouden.
In het begin van de 17e eeuw is de situatie niet duidelijk. In 1605 verkopen Dutmer Grevinge en erfgenamen van Johan Grevinge, delen van de Grevingeheerd of Gaykemaheerd, bewoond en gebruikt door Roelof Jarges, aan Ulger Ulger, die al het grootste gedeelte bezit. De heerd is 82 grazen groot. Ulger is getrouwd met een Grevinge. En Sijbe, de dochter van Ulger is getrouwd met Roelof of Rudolf Jarges.
Ulger Ulger treedt in 1617 op als collator van de prebende, maar dit kan ook Ulger Ulger de jongere geweest zijn i.p.v. de oudere. Roelof Jarges compareert van 1608-1621 op de landdag voor Leermens. Bezit hij ook een deel van de heerd? In 1610 is hij waarschijnlijk protestants geworden. Het kan dus goed zijn dat Ulger en Roelof beiden delen van de heerd in bezit hebben gehad.
Bij de boedelscheiding van Geerke (dochter Ulger) in 1630 valt Grevingaheerd, groot 82 grazen, ten deel aan Elisabeth Tolebeek, weduwe van vermoedelijk Edzard Grevinck. Edzard is bij Abel Eppens hopman en van 1595-1608 monstercommissaris. Van hun kinderen verkrijgt Edzard (de zoon) de behuizing met nu 80 grazen. De prebende komt toe aan Edzard en zijn broers Johan en Luert. Edzard compareert sinds 1634 voor Leermens en tot 1758 blijft steeds een Edzard voor Leermens compareren.
De eerste Edzard is vermoedelijk getrouwd met Elteke van Tongeren. Hij overlijdt voor 1660. Hun zoon Edzard, geboren omstreeks 1630, studeert van de prebende. Hij huwt Anna Smeding en overlijdt voor 1713. Hun zoon ook weer Edzard trouwt ook met een niet-adelijke nl. Meynardina Meyer in 1713. Later hertrouwt hij nog 2 maal, dit keer met adelijke dames. In 1717 met Johanna Arnoldina Ulger en in 1736 met Gratia Susanna Tjarda van Starkenborgh. In 1758 is hij gestorven.
Zoon uit het eerste huwelijk van de derde Edzard, Georg Circo Christiaan Greving, erft de borg. In 1796 is hij op 80-jarige leeftijd als laatste telg van het geslacht Grevinga gestorven. Het familie wapen wordt bij zijn begrafenis boven de kist gebroken.
Zijn erfgenamen verkopen in 1797 het huis. Beschreven als: een behuizing op Gaykema of Grevingaheerd, bestaande uit 4 kamers, twee keukens, kelder, zolders, grote schuur waarin stalling voor paarden en beesten en een schuurtje, met de beklemming van deze heerd, groot 35 en halve gras en 6 grazen los verhuurd. In 1775/ 76 is er een verbouwing geweest, waarbij hofgevel vernieuwd wordt.
Wanneer het 'herenhuis' tot een boerenplaats is geworden, is niet bekend. In 1813 woont er een Jacobus Werumeus Buning. In 1843 is de borg al vernietigd. In 1853 is de verkoping van de boerenplaats Grevingaheert, toebehorende aan de erven J.W.Buning. De huidige woning heeft in muurresten en drempels nog enige herinneringen aan de oude borg.

tr.
met

Elteke van Tongeren.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edzard*1630  †1713  83



Bronnen:
1.De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Dr. W.J Formsma, Stol en Pathuis, Van Corcum & Comp. B.V., ISBN 90 232 1047 6, Assen [Dr], 1973

Dossier:


Elteke van Tongeren
Elteke van Tongeren.

tr.
met

Edzard Grevinghe1, zn. van Edzard Grevinghe en Elisabeth Tolebeek, erft Grevingaheerd van zijn moeder Elisabeth Tolebeek, de heerd met behuizing is 80 grazen groot, ovl. voor 1660.

 



Aantekeningen bij Edzard Grevinghe.
GREVINGA OF GAIKINGAHEERD.
De familie Grevinge (ook wel Grevinck en andere spellingen) komt waarschijnlijk uit Drenthe. De naam is Drents en bovendien heeft de familie in de 16e en 17e eeuw leengoederen onder Emmen.
In de Ommelanden komt de naam als eerste voor in persoon van Luder Grovinghe. Hij bezegelt mede de wijtwerder klauwbrief (de bewoners van edele heerden staan hierin) van 1446. Zijn woonplaats wordt niet genoemd, ook niet die van Abele Grevinghe, die genoemd wordt in een akte met Ywe van Ewer in 1474. Beide stukken gaan over handelingen in omgeving van Leermens, zodat het goed mogelijk is dat ze daar gewoond hebben.
Later wordt de relatie met Leermens duidelijk. Dr. Doeko Grovinck, sinds 1486 kerkheer te Middelstum en te Leermens geboren, sticht (in 1510) in de kerk van Leermens een prebende (soort fonds voor armen) voor het zielenheil van zijn verwanten en voorouders. De stichting geschiedt ten behoeve van het altaar van Maria en Anna. Voor de prebende schenkt hij Nijterheerd, de Strangeheerd en andere goederen te Leermens en Zandeweer. Het collatierecht komt aan diegene van zijn bloedverwanten die de Grevingeheerd in Lutke Rijp onder Leermens in eigendom zou hebben, met advies van van de abt van Feldwerd en de pastoor van Leermens. De rechten van de geschonken heerden zullen van zijn bloedverwanten blijven.
Verder blijkt dat Doeke of Dodeke een zoon is van Ludgerus Grevinck, waarschijnlijk de bovengenoemde Luder, en vrouw Teteke.
Een latere Luyrt Grevinck komt in 1533 voor in een proces over de eigendom van een niet nader genoemde heerd onder Leermens. Verder worden nog genoemd in verband met de slijting van rechten onder Leermens: Dutmer Grevinck (1507-1513), Eyse Grevinge (1527-1544), Merten Gevingh (1558) en Merten samen met zijn broer Johan in 1562, Dutmer Grovingh (1580) als erfgenaam van Marten Grovingh. Johan komt ook in 1567 voor in een proces over de prebende.
Na de reductie van Groningen (=proces waarbij de provincie geleidelijk van overwegend katholiek overging in overwegend protestants) verandert de bestemming van de prebende. Zij wordt een studiebeurs voor leden van het geslacht Greving dat de collatie heeft behouden.
In het begin van de 17e eeuw is de situatie niet duidelijk. In 1605 verkopen Dutmer Grevinge en erfgenamen van Johan Grevinge, delen van de Grevingeheerd of Gaykemaheerd, bewoond en gebruikt door Roelof Jarges, aan Ulger Ulger, die al het grootste gedeelte bezit. De heerd is 82 grazen groot. Ulger is getrouwd met een Grevinge. En Sijbe, de dochter van Ulger is getrouwd met Roelof of Rudolf Jarges.
Ulger Ulger treedt in 1617 op als collator van de prebende, maar dit kan ook Ulger Ulger de jongere geweest zijn i.p.v. de oudere. Roelof Jarges compareert van 1608-1621 op de landdag voor Leermens. Bezit hij ook een deel van de heerd? In 1610 is hij waarschijnlijk protestants geworden. Het kan dus goed zijn dat Ulger en Roelof beiden delen van de heerd in bezit hebben gehad.
Bij de boedelscheiding van Geerke (dochter Ulger) in 1630 valt Grevingaheerd, groot 82 grazen, ten deel aan Elisabeth Tolebeek, weduwe van vermoedelijk Edzard Grevinck. Edzard is bij Abel Eppens hopman en van 1595-1608 monstercommissaris. Van hun kinderen verkrijgt Edzard (de zoon) de behuizing met nu 80 grazen. De prebende komt toe aan Edzard en zijn broers Johan en Luert. Edzard compareert sinds 1634 voor Leermens en tot 1758 blijft steeds een Edzard voor Leermens compareren.
De eerste Edzard is vermoedelijk getrouwd met Elteke van Tongeren. Hij overlijdt voor 1660. Hun zoon Edzard, geboren omstreeks 1630, studeert van de prebende. Hij huwt Anna Smeding en overlijdt voor 1713. Hun zoon ook weer Edzard trouwt ook met een niet-adelijke nl. Meynardina Meyer in 1713. Later hertrouwt hij nog 2 maal, dit keer met adelijke dames. In 1717 met Johanna Arnoldina Ulger en in 1736 met Gratia Susanna Tjarda van Starkenborgh. In 1758 is hij gestorven.
Zoon uit het eerste huwelijk van de derde Edzard, Georg Circo Christiaan Greving, erft de borg. In 1796 is hij op 80-jarige leeftijd als laatste telg van het geslacht Grevinga gestorven. Het familie wapen wordt bij zijn begrafenis boven de kist gebroken.
Zijn erfgenamen verkopen in 1797 het huis. Beschreven als: een behuizing op Gaykema of Grevingaheerd, bestaande uit 4 kamers, twee keukens, kelder, zolders, grote schuur waarin stalling voor paarden en beesten en een schuurtje, met de beklemming van deze heerd, groot 35 en halve gras en 6 grazen los verhuurd. In 1775/ 76 is er een verbouwing geweest, waarbij hofgevel vernieuwd wordt.
Wanneer het 'herenhuis' tot een boerenplaats is geworden, is niet bekend. In 1813 woont er een Jacobus Werumeus Buning. In 1843 is de borg al vernietigd. In 1853 is de verkoping van de boerenplaats Grevingaheert, toebehorende aan de erven J.W.Buning. De huidige woning heeft in muurresten en drempels nog enige herinneringen aan de oude borg.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edzard*1630  †1713  83



Bronnen:
1.De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Dr. W.J Formsma, Stol en Pathuis, Van Corcum & Comp. B.V., ISBN 90 232 1047 6, Assen [Dr], 1973


Edzard Grevinghe
Edzard Grevinghe, hopman van Abel Eppens, monstercommissaris van 1595 tot 1608.

tr.
met

Elisabeth Tolebeek, verkrijgt Grevingaheerd na de dood van haar man.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edzard  †1660   
Johan     
Luyrt     


Elisabeth Tolebeek
Elisabeth Tolebeek, verkrijgt Grevingaheerd na de dood van haar man.

tr.
met

Edzard Grevinghe, zn. van Ulger Ulger en Nn Grevinghe, hopman van Abel Eppens, monstercommissaris van 1595 tot 1608.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edzard  †1660   
Johan     
Luyrt     


Johan Grevinghe
Johan Grevinghe, hij erft samen met zijn broer Luert de prebende.


Luyrt Grevinghe
Luyrt Grevinghe, hij erft samen met zijn broer Johan de prebende.


Ulger Ulger
Ulger Ulger, collator van de prebende.

tr.
met

Nn Grevinghe.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edzard     
Geerke  †1630   
Sijbe     


Nn Grevinghe
Nn Grevinghe.

tr.
met

Ulger Ulger, collator van de prebende.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edzard     
Geerke  †1630   
Sijbe     


Geerke Ulger
Geerke Ulger, ovl. circa 1630.


Sijbe Ulger
Sijbe Ulger.

tr.
met

Roelof (Rudolf ?) Jarges, hij bezit mogelijk (een deel) Grevingeheerd (of Gaykemaheerd) 82 grazen, compareert op de landdag te Leermens [Gr] van 1608 tot 1621, is protestants geworden in 1610.


Roelof (Rudolf ?) Jarges
Roelof (Rudolf ?) Jarges, hij bezit mogelijk (een deel) Grevingeheerd (of Gaykemaheerd) 82 grazen, compareert op de landdag te Leermens [Gr] van 1608 tot 1621, is protestants geworden in 1610.

tr.
met

Sijbe Ulger, dr. van Ulger Ulger en Nn Grevinghe.


Gesina Harms
in
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Gesina Harms, geb. te Eexta [Gr] op zaterdag 16 jan 1768.

')}