De heerlijkheid Harssens
Gepost door:Harm Hillinga | Datum: 1 maart 2023

 

Foto: ©Jur Kuipers, 2023. Luchtfoto van het terrein met in het midden de borgstee Harssens II met de boerderij Harssensborch. In het vooreinde een vakantiehuis en in de deel een museum. De buiten- en de binnengracht zijn op deze prachtige foto duidelijk zichtbaar. Rechtsboven is Harssens I nog goed in het landschap zichtbaar, met direct daaronder de toegangsweg naar het borgterrein. 
Klik op de foto voor een vergroting. Deze wordt geopend in een nieuw venster/tabblad. Sluit de afbeelding door op en X (kruisje) te klikken.
Foto: ©Jur Kuipers, 2023. Luchtfoto van het terrein met in het midden de borgstee Harssens II met de boerderij Harssensborch. In het vooreinde een vakantiehuis en in de deel een museum. De buiten- en de binnengracht zijn op deze prachtige foto duidelijk zichtbaar. Rechtsboven is Harssens I nog goed in het landschap zichtbaar, met direct daaronder de toegangsweg naar het borgterrein.
Klik op de foto voor een vergroting. Deze wordt geopend in een nieuw venster/tabblad. Sluit de afbeelding door op en X (kruisje) te klikken.

 

De heerlijkheid Harssens

Inleiding
Harssens is tegenwoordig een buurtje in de Nederlandse gemeente Het Hogeland op de grens met de gemeente Groningen. Het ligt net ten noorden van het Van Starkenborghkanaal aan een oude loop van het Selwerderdiepje.

Harssens wordt al genoemd in een register van het klooster van Werden uit omstreeks 1000. Het moet in die tijd al een eigen kerk gehad hebben. Een latere kerk heeft tot 1800 in Harssens gestaan en wordt dan gesloopt. Het enige dat van de kerk resteert is de luidklok, die nu in het kerkje van Adorp hangt. Al in 1594 zijn beide dorpen kerkelijk samengevoegd.

Harssensbosch
In de veertiende eeuw is er sprake van een steenhuis bij Harssens dat in de zestiende eeuw gesloopt wordt. Iets ten westen van het oude steenhuis is in 1540 de borg Harssens gebouwd (53° 15′ 47″ NB, 6° 31′ 51″ OL). Deze borg is in 1742 afgebroken. Het voormalige borgterrein is nog zeer goed in het landschap te herkennen. Ter plaatse staat nu een boerderij, Harssensbosch, waarschijnlijk op de plaats van het voormalige schathuis van de borg.

Boerderijtje Harsensbosch in de staat 2004. Foto: Bielevelt, 2004.
Boerderijtje Harsensbosch in de staat 2004. Foto: Bielevelt, 2004. De boerderij en directe omgeving zijn eigendom van het Groninger Landschap. Het terrein is deels ingericht als natuurgebied, terwijl de boerderij geschikt is voor recreatie.

Naamgeving
Er wordt wel gesteld dat de naam Harrssens een verbastering is van Harssensborg. Dit kan echter niet waar zijn, omdat deze naam op kaarten of in documenten nooit is aangetroffen, in tegenstelling tot Harssens en Harssensbosch. Bovendien is de uitspraak van de 'o' in 'borg' en 'bos' niet hetzelfde, ook en zeker niet in het Gronings. Waarschijnlijk is er toch ergens een klein bos geweest of is de naam ingegeven door de volgens overlevering indrukwekkende dubbele bomenrij langs de oprijlaan naar de borg. Een opvallend iets in het verder open landschap.

In het volgende deel van dit artikel wordt gesproken over Harssen I en Harssens II. Met de eerste wordt het steenhuis (de eerste borg?) bedoeld en met Harssens II de tweede borg.

Verder komen we in stukken Harssens en Harsens voor, dus de naamgeving met één of dubbel ‘s’. Daar waar het gaat over de tegenwoordige tijd hanteren we in dit artikel Harssens, dus met dubbel ‘s’.

Verder moet de lezer van dit artikel uitgaan dat de beschrijving geheel uitgaat van de toestand in 2004 zoals opgesteld door drs. R.H.M. van Immerseel. De huidige situatie is ontstaan nadat het Groninger Landschap de percelen heeft opgewaardeerd vrijwel conform de conclusies uit 2004, waardoor de onderdelen nu veel beter herkenbaar zijn, zoals is te zien op de dronefoto’s van Jur Kuipers in 2022. Deze zijn opgenomen in dit artikel.

Afbeelding 1.1. De archeologische beschermde monumenten borg Harssens (no. 1195), borg Harssenbosch tevens voormalige dorpswierde no. 1194, de steenbakkerij, no. 1196 en de al terrein van hoge archeologische waarde weergegeven huiswierde no. 7151. R.O.B. Amersfoort, Archis C.M.A. nr.’s 07D-002, 07D-003, 07D-004 en 07D-047.
Afbeelding 1.1. De archeologische beschermde monumenten borg Harssens (no. 1195), borg Harssenbosch tevens voormalige dorpswierde no. 1194, de steenbakkerij, no. 1196 en het terrein van hoge archeologische waarde weergegeven huiswierde no. 7151. R.O.B. Amersfoort, Archis C.M.A. nr.’s 07D-002, 07D-003, 07D-004 en 07D-047.

 

1. Harssens I: De Middeleeuwen

De oudste borg
De naam Harssens komt in 1371 al voor in de persoon van Aytardus de Hersine. In 1405 is er sprake van ene Reyner van Harssens in twee oorkonden. In beide gevallen betreft het mannen van aanzien, vermoedelijk hoofdelingen. In 1457, bij een moeizaam geschil over de verdeling van de erfenis van Syabbe van Harssens tussen zijn beide neven Asinge te Harssens en Focke Azinghe te Warffum, blijkt dat de eerste 'Hersingherheerd, husinghe, hemynge ende wyrtandt' met de bij de heerd behorende landen behoudt. Dit steenhuis is gebouwd aan de rand van een dorpswierde uit de ijzertijd of Romeinse tijd.   Deze voormalige borg Harssens is tegenwoordig nog herkenbaar als borgterrein en ligt ten noorden van de toegangsrede (toegangsweg) die naar Harssensbosch voert.

Op de dorpswierde, gelegen aan en mogelijk zelfs deels op de hoge oeverwal van een voormalige loop van de Hunze, nu Selwerderdiepje, heeft behalve enkele woonhuizen, in 1424 al een pastorie gestaan, gezien de vermelding van ene Rudolphus als cureet[1]. De eerste vermelding van de pastorie als gebouw stamt uit 1365. Op de wierde heeft eveneens een kerk gestaan, in kerkjuridische zin een kapel, die dus uit 1365 of eerder stamt. De kerk heeft in ieder geval in het dorp Harssens gestaan en het is dus maar de vraag of het een borgkapel betreft zoals vaak is gesteld. De heren van Harssens zijn tevens unicus collator[2] van Harssens geweest, zodat zij het alleenrecht hebben gehad op de benoeming van de geestelijke en de kerk wel min of meer als privékapel zal zijn gebruikt. De kapel zal dus pas na het verdwijnen van het dorp Harssens en de bouw van de nieuwe borg Harssens II borgkapel zijn geworden. Ten zuidwesten van het steenhuis en de dorpswierde bevindt zich nog een aparte afgegraven middeleeuwse huiswierde. Onbekend is wanneer deze verlaten en afgegraven is. In ieder geval komt de huiswierde in de achttiende eeuw al niet meer voor op kaarten. In de tweede helft van de vijftiende eeuw vererft Harssens I op het geslacht Entens. In 1499 komt Meye Entens, zoon van Bartold Entens[3], als hoofdeling te Harssens voor. 

Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Monumentnr. 45055. 26 januari 1976.

2. Harssens 1: De zestiende eeuw

Peter Entens, zoon van bovengenoemde Meye, heeft een nieuw huis te Harssens laten bouwen: Harssens II. Uit de boedelscheiding van de erfenis van Meye blijkt dat hij dit vóór 1554 heeft gedaan. Uit een terreinopmeting gedaan voor de ‘Hogere Justitie Kamer van Groningen’ [4] in 1576 blijkt dat er in dat jaar sprake is van het principale (belangrijk huis of borg met zijn grachten, een bouwhuis, schuur en een weg. Verder wordt in de tekst melding gemaakt van het oude hof met singel en grachten en van het nieuwe hof. Uit bovenstaande blijkt dat er vóór 1554 naast het oude steenhuis een nieuwe borg is gebouwd. De reden om een nieuwe borg te bouwen ligt waarschijnlijk in het verdwijnen van de defensieve (verdedigende) functie. Door de opkomst van buskruit en vuurgeschut verliezen steenhuizen en kastelen grotendeels hun waarde als verdedigingswerk in oorlogen. Uiteraard bleven de versterkte huizen met hun grachten wel een veilig onderkomen tegen rondtrekkende legertroepen en bendes. Het verlies van de defensieve functie maakt het mogelijk de Spartaans (ouderwets) ingerichte huizen te moderniseren en van meer bewoningscomfort te voorzien of geheel te slopen en een nieuw huis te bouwen.

In 1598 verkopen de zusters Ode en Peye Entens aan Warmold Hillebrandes en diens vrouw Catarijna van Frijtema volgens de oorkonde

'onse Borch mit die materialen, ende vervallen steen, mitsampt onse hoffte, geboempten, grafften, singelen (…) annexen ende thobehorende'.

In een kopie is sprake van

'dese borch ende annexis met hondert ende dartich grasen landes gelegen onder die clockenslach Hersens soe ons die van onse sal.(iger) olderen aengearfft is met hett jus patronatus van dpastorie toe Harssens in voegen ende manieren navolgende (in den eersten sall Hillebrants ons betalen voer den borch ende geboempte met zijn materialen ende annexen gelijck ock dgerechtigh, van het jus patronatus, die summa van drie duysent emder gl. tot dartich stuuvr Groniger het stuckke daer tho elck gras landes daer die maets up gelecht sall worden als binnen Harssens van wijse is toe weten mit d'roede van sextijn voet'
[5].

In 1598 staat het oude steenhuis al bekend als 'vervallen steen.' Gezien de bouw van een nieuwe borg vóór 1554 zal het steenhuis al lang in verval zijn geweest. Opvallend is wel dat er in de tweede helft van de zestiende eeuw nog restanten van het steenhuis genoemd worden. Men mag immers verwachten dat bij de bouw van de nieuwe borg al het materiaal van het steenhuis hergebruikt zal zijn, tenzij de beide terreinen niet in het bezit van dezelfde eigenaar zijn.

Foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Foto: ©Jur Kuipers, 2023.

 

3. Harssens 1: Van de zeventiende eeuw tot heden

Op kaarten uit de achttiende eeuw en latere topografische kaarten tot het midden van de twintigste eeuw is van het gesloopte Harssens I, de borgklip (borgplaats), grachten en singels vrijwel niets herkenbaar. Alleen de Beckeringkaart uit 1777 geeft Harssens I weer. Aan de oostzijde van de doorgaande weg Groningen-Adorp is nog een kleiweg te zien die richting de Koningslaagte heeft gevoerd. Ten westen van de doorgaande weg voert deze kleiweg oorspronkelijk langs de noordzijde van Harssens I naar het wierdedorp Harssens. Alhoewel het tracé hiervan tot op heden herkenbaar is in het terrein, is dit door Beckeringh niet weergegeven.

Dat na 1777 de grachten en singelsloten van Harssens I niet meer zichtbaar zijn doet vermoeden dat deze toen reeds gedempt zijn. Pas na 1950 staat het borgterrein met hoogtelijnen aangegeven op topografische kaarten.

Op het Kadastraal Minuut Plan, Adorp sectie D, 1e blad uit 1828, staan de drie percelen (no. 12 t./m. no. 14), waarop het borgterrein Harssens I zich bevindt, als weiland weergegeven, Het terrein van Harssens II is op dat moment in bezit van de weduwe Wilhelmus Warren, rentenierster te Groningen. Intrigerend is dat een Amsterdams koopman, Johan Carel Godfried van Voorst, eigenaar van de percelen van Harssens I is. Men zou zich kunnen afvragen wat een Amsterdams koopman met enkele percelen weiland in Adorp moet; een mogelijk verklaring is dat hier de titel ‘Heer van Harssens’ aan verbonden is geweest.

De titel ‘Heer van Harssens’ bestaat nog steeds en behoort toe aan de heer J. Stiensta (2004). De heer Stienstra is eveneens  in beklemrechtelijke zin eigenaar van de ondergrond van Harssensbosch en het borgterrein van Harssens II.

Tegenwoordig (2004) is het terrein nog steeds in gebruik als weiland. De oude borgklip (borgplaats) en de gedempte grachten zijn nog goed herkenbaar in het terrein[6]. De noord-, oost- en zuidsingel zijn nog grotendeels aanwezig. Het tracé van de oude kleiweg die oorspronkelijk vanaf het wierdedorp Harssens langs de borg Harssens I richting Koningslaagte[7] heeft gelopen is nog gaaf aanwezig in het terrein.

Foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Foto: ©Jur Kuipers, 2023.

 

4. Harssens II: De zestiende eeuw

Rond het midden van de zestiende eeuw is nabij Adorp de borg Harssens II, ter onderscheiding van de nabijgelegen borg Harssens I, gebouwd. Uit de boedelscheiding van de erfenis van Meye Entens, eigenaar van Harssens I, blijkt dat zijn zoon Peter dit vóór 1554 heeft gedaan. Uit een terreinopmeting gedaan voor de 'Hogere Justitie Kamer van Groningen' in 1576 blijkt dat er in dat jaar sprake is van het principale huis of borg met zijn grachten, een bouwhuis, schuur en een weg. Verder wordt in de tekst melding gemaakt van het oude hof met singel en grachten én van het nieuwe hof. De reden om een nieuwe borg te bouwen ligt waarschijnlijk in het verdwijnen van de defensieve functie van het steenhuis. Door de opkomst van buskruit en vuurgeschut verliezen steenhuizen en kastelen grotendeels hun waarde als verdedigingswerk in oorlogen.

Uiteraard blijven de versterkte huizen met hun grachten wel een veilig onderkomen tegen rondtrekkende legertroepen en bendes. Het verlies van de defensieve functie maakt het mogelijk de Spartaans ingerichte huizen te moderniseren en van meer bewoningscomfort te voorzien of geheel te slopen en een nieuw huis te bouwen.

Nabij Harssens I heeft een dorpswierde gelegen uit de ijzertijd of Romeinse tijd. Op deze aan de hoge oeverwal van een voormalige loop van de Hunze, nu Selwerderdiepje genaamd, gelegen dorpswierde gestaan, behalve woonhuizen, in 1424 al een pastorie, gezien de vermelding van ene Rudolphus als cureet.

De eerste vermelding van de pastorie als gebouw stamt uit 1365. Aangezien in deze tijd de dorpswierde vermoedelijk vrijwel geheel verlaten is, biedt dit de mogelijkheid om de nieuwe borg op een voor de hand liggend hoge en droge plek te bouwen. De kapel is hierbij gehandhaafd op het terrein. Iets ten noorden van de borg hebben de restanten van een middeleeuwse steenbakkerij gelegen. Deze restanten zijn een beschermd archeologisch monument (no. 1196). Vermoedelijk is deze steenbakkerij aangelegd ten behoeve van de bouw van Harssens II.

Ten zuidwesten van Harssens II bevindt zich nog een aparte afgegraven middeleeuwse huiswierde. Onbekend is wanneer deze huiswierde verlaten en afgegraven is. In ieder geval komt de huiswierde in de achttiende eeuw al niet meer voor op kaarten.

Peter Entens laat vóór 1554 de borg op de voormalige dorpswierde bouwen. Hiertoe wordt de wierde sterk vergraven. In de wierde wordt een rechthoekige slotgracht uitgegraven, waarvan de grond waarschijnlijk zal zijn gebruikt om de borgklip nog verder op te hogen. Hieromheen wordt een ruime rechthoekige buitengracht gegraven. De uitgekomen grond hiervan wordt gebruikt om de singels op te hogen.

In 1844, zo blijkt uit het ‘Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden’ door van der Aa, is de hoogte waarop het kerkje heeft gestaan binnen de buitengracht nog herkenbaar.

Blijkbaar wordt het borgterrein zo aangelegd dat het kerkje gehandhaafd kan worden op het terrein binnen de buitengrachten.

Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Monumentnr. 45055. 26 januari 1976.
Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Monumentnr. 45055. 26 januari 1976.

De Buitengracht
Om de buitengracht heen heeft de singel met singelsloot gelopen. Precies ter hoogte van Harssens II heeft een grote meander van de Hunze gelopen, later het Selwerderdiepje. Om deze singelsloot van stromend water te voorzien, en vermoedelijk tevens om per boot de borg te kunnen bereiken, wordt het Selwerderdiepje afgetakt. Deze aftakking, het zogeheten Dwarsdiepje, heeft door de noordwestelijke hoek van de singelsloot gelopen en mondt in noordelijke richting weer uit in het Selwerderdiepje. Of de huidige oprijlaan richting de weg Groningen-Adorp dan al heeft bestaan is niet bekend, maar wel waarschijnlijk. Als deze toegang dan nog niet bestaat, zal men de oude kleiweg die van het wierdedorp Harssens, via Harssens I, naar de Koningslaagte[8] heeft gevoerd nog hebben gebruikt. De borgklip zal vrijwel zeker aan de zuidzijde, zoals ook tegenwoordig nog, middels een brug toegankelijk zijn geweest. Opvallend is dat hierdoor de toegangslaan niet op de entree is georiënteerd.

Rond 1600 wordt voor het eerst melding gemaakt van beplanting. In 1598 verkopen de zusters Ode en Peye Entens aan Warmold Hillebrandes en diens vrouw Catarijna van Frijtema volgens de oorkonde:

'onse Borch mit die materialen, ende vetvallen steen, mitsampt onse hoffte, geboempten, grafften, singelen (... ) annexen ende thoebehorende’

In een kopie is sprake van

'dese borch ende annexis met hondeft ende dartich grasen landes gelegen onder die clockenslach Hersens soe ons die van onse sal. (liger) olderen aengearfft is met hett jus patronatus van dpastorie toe Harsens in voegen ende manieren navolgende (in den eersten sall Hillebrants ons voer den borch ende geboempte met zijn materialen ende annexen gelijck ock dgerechtigh.[eden] van het jus patronatus, die summa van drie duysent emder gl. tot dartich stuuvr Groniger het stuckke daer tho elck gras landes daer die maets up gelecht sall worden als binnen Harsens van wijse is toe weten mit d'roede van sextijn voet.'

 

De binnengracht met in het midden de plek waar de borg heeft gestaan.
De binnengracht met in het midden de plek waar de borg heeft gestaan. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

 

5. Harssens II: De zeventiende eeuw

Warmolt Hillebrandes wordt in 1604 door Rudolf II, Keizer van het Heilige Roomse Rijk, in de adelstand verheven. Harssens blijft gedurende de zeventiende eeuw in het bezit van het geslacht Hillebrandes. In 1605 worden de kerken van Adorp en Harssens bestuurlijk samengevoegd. De kerk van Harssens wordt na 1646 nog maar één maal per drie weken gebruikt. Na de dood van Warmolt vóór 1628 wordt hij opgevolgd door zijn zoon Peter Hillebrandes die gehuwd is met Houwelia Coenders. Na Peter wordt zijn zoon Goffo Ivo als eigenaar genoemd. Goffo Ivo Hillebrandes is gehuwd met Everdina Catharina van Berum.

Coenderskaart
Door twee afbeeldingen op de Coenderskaart is bekend hoe Harssens II er rond 1680, ten tijde van Goffo Ivo, uit moet hebben gezien. De eerste afbeelding is afkomstig van de kaart zelf en hierop is ook de kerk zichtbaar. De onderstaande afbeelding afkomstig uit de Coenderskaart is afkomstig uit de randversiering van die kaart.

Afbeelding Harsensborg zoals weergegeven in de randversiering van de Coenderskaart.
Afbeelding Harsensborg zoals weergegeven in de randversiering van de Coenderskaart.

In beide gevallen betreft het een groot huis van twee bouwlagen onder een zadeldak met een niet centraal gelegen ingangspartij. Aan de linkerzijde loopt het muurwerk door in een blinde schuin aflopende muur. Opvallend verschil is echter dat de tekening op de kaart zelf een zwaar beschadigd huis toont waarvan het dak en verdieping aan de rechterzijde lijken te zijn ingestort. In de sierrand van de Coenderskaart is echter Harssens II in welstand te zien met een daklijst die aan de rechterzijde, ter hoogte van het klokkentorentje in het 'luchtledige' doorloopt. Dit alles doet vermoeden dat het huis in de tweede helft van de zeventiende eeuw door onbekende oorzaak deels verwoest is en het verwoeste deel niet herbouwd is. Dit zou tevens de vreemde vorm van het huis en het doorlopen van de blinde muur kunnen verklaren.

Op de bovenstaande afbeelding staat ook de kerk afgebeeld. Hieruit kan worden afgeleid dat het een kleine zaalkerk betreft met een kleine vrijstaande toren met zadeldak. 

Op de bovenstaande afbeelding staat ook de kerk afgebeeld. Hieruit kan worden afgeleid dat het een kleine zaalkerk betreft met een kleine vrijstaande toren met zadeldak. 

Tekeningen van Harssenborch I, alsmede die van de stalen borg; alle van de voorzijde. Tekeningen van Harssenborch I, alsmede die van de stalen borg; alle van de voorzijde.


Tekeningen van Harssenborch I, alsmede die van de stalen borg; alle van de voorzijde.
Tekeningen van steenhuis Harssenborch I, alsmede die van de stalen borg; alle van de voorzijde.

 

6. Harssensbosch II: De achttiende eeuw

In 1701 richt jonkheer Peter Warmolt Hillebrandes zich tot de Staten van Groningen om een bijdrage voor de reparatie van de kerk van Harssens. Aangezien in de voorafgaande jaren alle kerkbezittingen verkocht zijn om schuldeisers te kunnen betalen, heeft de kerk geen inkomsten meer. De Staten reageren echter negatief op Hillebrandes verzoek en de kerk zal hierna in verval zijn geraakt.

Hoe de eigendomssituatie korte tijd later ligt is niet geheel duidelijk. In het begin van de achttiende eeuw blijkt de borg in bezit te zijn van L.F. Starkenborgh van Wetsinge. Deze verkoopt de borg aan de zwagers U.A. Alberda van Menkema en E.J. Lewe van Aduard. Beide heren beroepen zich hierbij op het recht van naarkoop dat hun echtgenotes, geboren Van Berum, blijken te hebben. In 1714 verpachten Alberda van Menkema en Lewe van Aduard de borg aan

'de edel gebooren heer Remmert van Ewsum, ritmeester van een compagnie cavallerije in dienst der Vereenigde Nederlanden (...de...) borgh bestaande in behuisinge, schathuisen, schuire, cingels, landerijen daaronder tot Harsens gelegen.'

Van de verpachting is het collatierecht en de ommegangsrecht op de borg uitgesloten. Speciaal vermeld wordt dat

'in 't besonder, (...) de predicant in der tijdt uit sijne emolumenten soo veele sal missen als tot onderhout van de kercke tot Harssens vereijst (in gevalle dat in het beroep van de predicant is gestipuleert'
[9]

Een tekening van de Harssensborch II met de titel Harssensborg te Harssens.
Een tekening van de Harssensborch II met de titel Harssensborg te Harssens (1650-1750). Vervaardiging: 1700-1850. Originele grootte: 23,3 x 29,5 cm op blad 31,4 x38 cm. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.

In 1714 worden schathuizen en een schuur voor het eerst met name genoemd. De beide schathuizen zullen aan de zuidzijde van de borg hebben gestaan aan weerszijden van het voorplein. Gezien de dikte van de balken in het plafond van de huidige boerderij Harssensbosch, kan verondersteld worden dat dit gebouw mogelijk bouwrestanten bevat van het linker schathuis. Nader bouwhistorisch onderzoek kan hier mogelijk meer duidelijkheid bieden.

Het kerkje van Harssens kan in het begin van de achttiende eeuw nog niet in al te slechte staat hebben verkeerd, want in 1726 wordt Remmert van Ewsum 'op ’t choor in de kercke tot Harssens' bijgezet. Doordat de verpachters in 1725 afstand hebben gedaan van het recht van redemptie (recht van terugkoop) wordt de pacht in koop omgezet. Na Remmerts dood is er onder de familie verdeeldheid over de erfenis. Uiteindelijk krijgt Anna van Ewsum, echtgenote van Ludolf Luirt Ripperda van Winsum, de borg met alle rechten en ruim 109 gras land toegewezen. Na de dood van Anna van Ewsum rijzen er echter in 1742 opnieuw problemen over de erfenis. Korte tijd later wordt de borg door de Van Ewsums voor afbraak verkocht aan de aannemer Teyle Uilkens voor fl. 1599.

 

Het wapen van de 'Heerlijkheid Harsens Tot Harsens'.
Het wapen van de 'Heerlijkheid Harsens Tot Harsens'. Volgens Coenders. Licentie: Publieke domein.

Na afbraak van de borg wordt het terrein in gebruik genomen als boerderij. Vermoedelijk heeft men één bouwhuis laten staan op de plaats van het huidige boerderijtje. Zoals hierboven reeds gesteld bevat deze vermoedelijk bouwsporen uit de bouwhuisperiode.

Op de Beckeringhkaart uit 1777 is duidelijk zichtbaar dat het borgterrein nog steeds binnen zijn grachten ligt maar dat de bebouwing reeds verdwenen is. De beplanting langs de oprijlaan en langs de borgklip blijkt nog aanwezig. Opvallend is dat het terrein van Harssens I eveneens herkenbaar is. Het gebouw dat hier staat ingetekend is vermoedelijk het kerkje van Harssens.

 

Reconstructie van de grachten, na 1990.
Reconstructie van de grachten, na 1990.

 

7. Harssens II: De negentiende eeuw

De Ommelander Courant van 31 januari 1800 meldt dat op zaterdag 8 februari in het rechtshuis van Adorp

'publijk aan de minstaannemende te doen uitbesteeden: het afbreeken van de KERK en TOOREN etc. te Harssens; alsmede gedenkt dezelve op Strijkgelds conditien te doen verkoopen: het KERKHOFF van evengemelde Kerk etc.'

Op 25 maart schrijft de ‘Groninger Courant’ dat

‘bij de gesloopte kerk te Harssens, bij Uitmyning worden verkogt: Een groote party zark, steen, hout en pannen etc. etc etc. zoo als van gemelde kerk is afgebroken’.

Het enige dat momenteel nog herinnert aan de kerk van Harssens is de kerkklok. Deze uit 1618 stammende klok met opschrift :

'HENRIC WEGEWART D.I. HEEFT Ml GEGOTEN VOR DE KERK VAN HARSSENS IN DEVENTER ANNO 1618'
[10]

bevindt zich momenteel in de kerk van Adorp.

Van het borgterrein geeft het Kadastraal Minuut Plan Adorp sectie D, 1 e blad uit 1828 een goede momentopname. Het gehele terrein van Harssens II is in bezit van de weduwe van Wilhelmus Warren. Zij is rentenierster te Groningen en verhuurt het 'huis het Harssens bosch genoed met grœnlanden’. De borgklip (perceel no. 20) is in gebruik als weiland en wordt nog omgeven door de huisgracht (no. 19) die in de oorspronkelijk ‘Aanwjjzende Tafel’ wordt omschreven als ‘water op minimum.' Blijkbaar is de gracht zwaar verzand of nog amper watervoerend. Fraai zichtbaar is het Dwarsdiepje dat via de singelsloot voert en aan noordelijke zijde weer richting het Selwerderdiepje loopt. De boerenwoning (no. 23) met schuur ligt in een perceel weiland (no. 22). De binnen de buitengracht gelegen percelen no. 18 en no. 24 zijn evenals de singel (no. 16) in gebruik als weiland. Perceel no. 21 is bouwland. Ook de buitengracht (no. 17) is getuige de omschrijving als 'water op minimum' verzand of amper watervoerend. De voormalige oprijlaan (no. 15), ontdaan van zijn laanbomen, wordt als weiland gebruikt.

Enkele jaren later, in 1840, wordt Harssensbosch wederom te huur aangeboden en is dan omschreven als 'de boerenbehuizing met tuinen en grooten singel, groot vijf bunders’.

Op de Topografisch Militaire Kaart uit 1864 blijkt de structuur van Harssens II nog intact. Zowel de huisgracht als de buitengracht en de singels zijn nog aanwezig.
Zie afbeelding hieronder.

Afbeelding militaire kaart. Topografisch Militaire Kaart, Groningen, no. 7. Verkend in 1853, gegraveerd in 1864.
Afbeelding militaire kaart. Topografisch Militaire Kaart, Groningen, no. 7. Verkend in 1853, gegraveerd in 1864.

Op topografische kaarten uit het begin van de twintigste eeuw blijkt de huisgracht al deels gedempt te zijn. Het dempen van de zuidelijke zijde van de huisgracht heeft dan ook in de tweede helft van de negentiende eeuw plaatsgevonden. De benodigde grond hiervoor is verkregen door het middengedeelte van de borgstee deels uit te graven.

Afbeelding 8.1. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuidwolde no. 80 (rechts). Beide verkend in 1905.
Afbeelding 8.1. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuidwolde no. 80 (rechts). Beide verkend in 1905.

8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuiwolde no. 80 (rechts). Beide verkend in 1905 en herzien in 1934. Aduard uitgave 1935, Zuidwolde, uitgave 1934.
8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuidwolde no. 80 (rechts). Beide verkend in 1905 en herzien in 1934. Aduard uitgave 1935, Zuidwolde, uitgave 1934.

De oostelijke gracht is niet gedempt maar versmald en verder doorgetrokken tot de buitengracht. De westelijke gracht is eveneens in versmalde vorm doorgetrokken tot aan de boerderij. De noordelijke gracht is nog intact, zij het eveneens in versmalde vorm. In feite is de grachtenstructuur nog grotendeels aanwezig.

Afbeelding: Tekening van Harssens II met daarop aangegeven de versmalde gracht, die als sloot is doorgetrokken tot de buitengracht. Bron: Dossier Harssens in het C.M.A., R.O.B., Amersfoort.

Afbeelding: Tekening van Harssens II met daarop aangegeven de versmalde gracht, die als sloot is doorgetrokken tot de buitengracht. Bron: Dossier Harssens in het C.M.A., R.O.B., Amersfoort.

 

8. Harssens II: De twintigste eeuw

Topografische kaarten uit het begin van de twintigste eeuw laten de duidelijk herkenbare structuur van Harssens II zien. Verschil met de negentiende-eeuwse situatie is de gedempte zuidelijke huisgracht en het doortrekken van de versmalde noorden westzijde van de huisgracht tot aan de buitengracht.

 

Afbeelding 8.1 en 8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuidwolde nr. 80 (rechts). Beide verkend in 1905.
Afbeelding 8.1 en 8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuidwolde nr. 80 (rechts). Beide verkend in 1905.

Afbeelding 8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuidwolde no. 80 (rechts).
Beide verkend in 1905 en herzien 1934. Aduard uitgave 1935, Zuidwolde uitgave 1934.
Afbeelding 8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en Zuidwolde no. 80 (rechts). Beide verkend in 1905 en herzien 1934. Aduard uitgave 1935, Zuidwolde uitgave 1934.

Afbeelding 8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en no. 80 (rechts). Beide verkend in 1905 en herzien in 1934. Aduard uitgave 1935, Zuidwolde uitgave 1934.
Afbeelding 8.2. Topografische kaart Aduard no. 79 (links) en no. 80 (rechts). Beide verkend in 1905 en herzien in 1934. Aduard uitgave 1935, Zuidwolde uitgave 1934.

Foto mestbak
Foto: mestbak

Nabij de boerderij is tussen 1905 en 1934 een tweede opstal gebouwd, mogelijk is dit een losstaande schuur, of misschien zelfs al de betonnen mestbak (zie foto hierboven). Ten noorden van het borgterrein zijn de terreinverhogingen van de voormalige steenovens zichtbaar. Het ten noordoosten van Harssens II gelegen terrein van Harssens I is niet als zodanig herkenbaar. Deze situatie is feitelijk ongewijzigd gebleven tot op heden en verder.

Luchtfoto Harssens, september 1944. Collectie Topografische Dienst Nederland, Emmen. Boven: de weg Groningen (rechts) en Adorp (links). Onder: het Dwarsdiepje en links de Selwerderdiep. In het terrein zijn zichtbaar Harssens I en daaronder Harssens II. Rechts van Harssens I de oude huiswierde. Iets boven Harssens II de oude kleiweg en de steenhovens. De toegangsrede van Harssens II naar de weg Groningen-Adorp is duidelijk zichtbaar.
Luchtfoto Harssens, september 1944. Collectie Topografische Dienst Nederland, Emmen. Boven: de weg Groningen (rechts) en Adorp (links). Onder: het Dwarsdiepje en links de Selwerderdiep. In het terrein zijn zichtbaar Harssens I en daaronder Harssens II. Rechts van Harssens I de oude huiswierde. Iets boven Harssens II de oude kleiweg en de steenhovens. De toegangsrede van Harssens II naar de weg Groningen-Adorp is duidelijk zichtbaar.

 

Stichting Het Groninger Landschap
In 1970 is het terrein van Harssens in het kader van de ruilverkaveling Sauwerd in bezit gekomen van 'Stichting Groninger Landschap'. In maart 1971 zijn op het terrein van Harssens II binnen de singel zeven boringen verricht. In alle boorgaten wordt puin en bewoningssporen aangetroffen. In 1972 zijn reeds plannen gemaakt voor de herinrichting van het terrein. Destijds wordt voorgesteld om de singel en de toegangsrede te beplanten en het boerderijtje Harssensbosch te slopen aangezien dit geen 'historische betekenis' heeft. Tevens luidt het advies 'Tegen eventuele herbouw van de uit prenten bekende borg op de oude plaats behoeft geen bezwaar te bestaan.' Subsidieaanvragen om dit te verwezenlijken zijn destijds niet gehonoreerd. Gezien de afwijkende hedendaagse opvattingen en de fraaie herkenbaarheid van het terrein als 'levendgeschiedenisboek' en de belevenis ter plekke als 'historische sensatie' is dit een geluk bij een ongeluk.

 

Afb. 8.7. Kaart van Harssens II met daarop aangegeven de versmalde gracht en doorgetrokken sloten en hoogtelijnen. De zwarte stippen met cijfers verwijzen naar boorputten 1 tot en met 7. Bron: Dossier Harssens in het C.M.A, R.O.B. Amersfoort.
Afb. 8.7. Kaart van Harssens II met daarop aangegeven de versmalde gracht en doorgetrokken sloten en hoogtelijnen. De zwarte stippen met cijfers verwijzen naar boorputten 1 tot en met 7. Bron: Dossier Harssens in het C.M.A, R.O.B. Amersfoort.

In 1990 gelukt het de Stichting Groninger Landschap in het kader van de Relatienota enkele percelen te verwerven waardoor de verspreid liggende gebieden sindsdien een aaneengesloten geheel vormen.

Afb. 8.8. Topografische kaart Groningen no. 7D. Verkend 1960, geheel herzien 1968, uitgave 1970.
Afb. 8.8. Topografische kaart Groningen no. 7D. Verkend 1960, geheel herzien 1968, uitgave 1970.

Afb. 8.9. Topografische kaart 7D Groningen. Verkend 1987, uitgave 1990.
Afb. 8.9. Topografische kaart 7D Groningen. Verkend 1987, uitgave 1990.

 

Conclusie
De gehele plaats met Harssens I, het wierdedorp Harssens met zijn verdwenen huizen, kerk en kerkhof, de borg Harssens II met oprijlaan, de middeleeuwse steenbakkerij, de restanten van de oude Hunzeloop met oeverwallen en Selwerderdiepje, de nabijgelegen huiswierde en de kleiweg vertellen in een notendop de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap en de mensenhand hierin.

Foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Foto: ©Jur Kuipers, 2023.

Zowel Harssens I, Harssens II, de oude loop van de Hunze, de steenovens, de kleiweg en toegangsrede zijn uitermate goed herkenbaar in het platte vlak. Opgaande (laan) beplanting, zoals nog voorgesteld in 1972, zal de grote herkenbaarheid en kenmerkende landschappelijke openheid eerder schaden dan goed doen. In hoofdlijnen kan de conclusie van dit verhaal dan ook heel kort zijn; zo weinig mogelijk doen en alleen bestaande structuren in het platte vlak versterken daar waar nodig én mogelijk zonder natuur- en archeologische waarden aan te tasten. Dit enerzijds om te voorkomen dat structuren vervagen of zelfs geheel verdwijnen en anderzijds om de leesbaarheid van het terrein te verbeteren.

Foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Foto: ©Jur Kuipers, 2023.

Het is aan te bevelen om het gehele terrein middels een route toegankelijk te maken voor wandelaars. Voorwaarde is wel dat dit geen schade oplevert voor de archeologische monumenten en de natuurwaarden. Te denken valt aan een route die vanaf Adorp langs de steenovens naar de beide borgterreinen voert. Een route startend via de oprijlaan van Harssens II is niet wenselijk gezien het ontbreken van parkeermogelijkheid en de gevaarlijke situatie die parkeren langs de berm oplevert langs deze drukke doorgaande weg. Een  parkeerterrein grenzend aan - of in de nabije omgeving van - beide borgterreinen is beslist onwenselijk. Noodzakelijke voorzieningen als (half)verharding en afscheidingen (hagen e.d.) zullen grote afbreuk doen het beeld en detoneren daarmee in het verder open landschap. In verband met de ‘vermarkting’ van het project zal een route startend vanuit Adorp aantrekkelijk zijn.

Foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Foto: ©Jur Kuipers, 2023.

Het fraaie restant van de oude kleiweg dat aansluit op de singel van Harssens II en in oostelijke richting doorloopt over de weg Groningen-Adorp richting Koningslaagte en de toegangsrede kan hierin een prominente rol spelen. Te denken valt bijvoorbeeld aan een in gras uitgemaaide route over de kleiweg. Voorkomen moet echter worden dat bezoekers gaan zwerven over het terrein. Mogelijk kan met het uitdiepen van de slootjes langs de kleiweg en het plaatsen van schrikdraad op prikpaaltjes de juiste voorwaarden worden geschapen.

Borgterrein van de Harssensborg met daarop de boerderij met achterliggende schuur. Foto: M.A. Douma, 1972, Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen. De schuur is circa 1990 later afgebroken (niet van historisch belang).
Borgterrein van de Harssensborg met daarop de boerderij met achterliggende schuur. Foto: M.A. Douma, 1972, Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen. De schuur is circa 1990 later afgebroken (niet van historisch belang).

Harssens I

Het borgterrein Harssens I is een beschermd rijksmonument. Het terrein van Harssens I is zeker gezien de vroege sloopdatum uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Het is hiermee een van de weinige tastbare voorbeelden van een borgterrein waarvan in later eeuwen de grachten en borgklip niet zijn rechtgetrokken, maar nog een minder formele vorm hebben. Ondanks dat de grachten en singelsloten grotendeels gedempt zijn, zijn de reliëfverschillen dermate groot dat het weinig verbeeldingskracht kost om hier een borgterrein in te herkennen. Het terrein doet in vele opzichten denken aan Tammingahuizen. De structuur is echter voor een leek niet duidelijk; waar heeft het huis gestaan? Waar hebben de grachten gelegen? enz.

Reconstructie van de grachten en het borgterrein na 1990.
Reconstructie van de grachten en het borgterrein na 1990.

Een plaquette met plattegrond die aangeeft waar de grachten, borgklip en singels hebben gelegen, is onontbeerlijk. Gezien het verder ontbreken van verticale elementen verdient een onopvallende plaquette, op maaiveldhoogte, de voorkeur.

Als maatregel zouden eventueel de greppels langs de kleiweg verdiept kunnen worden, zodat deze de kleiweg duidelijk begeleiden en het zwerven van bezoekers over het gehele terrein kan voorkomen.

Harssens: Borgterrein van de Harssensborg. Koeien lopen in de wei. De sloot vormt de begrenzing. Foto: M.A. Douma, 1972. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Harssens: Borgterrein van de Harssensborg. Koeien lopen in de wei. De sloot vormt de begrenzing. Foto: M.A. Douma, 1972. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.

Harssens II en Harssensbosch

Het boerderijtje Harssensbosch, voortgekomen uit een van de twee schathuizen, verkeert in deplorabele staat. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw is deze kleine boerenwoning uitgebreid met een schuur, aanbouwen en een mestbak. Mogelijk kan het boerderijtje een rol spelen in de toekomst van het terrein als bezoekerscentrum, vogelkijkhut etc. Harssensbosch is momenteel de enige stenen verwijzing naar menselijke bewoning die al meer dan 1000 jaar voorkomt op de dorpswierde en beide borgterreinen. In die zin is het een belangrijk baken dat voor sloop behouden moet blijven. Gezien de staat van het pand zijn maatregelen op korte termijn noodzakelijk. In alle gevallen is het landschappelijk gezien het fraaist om wanneer tot herstel wordt gekozen, Harssensbosch terug te brengen naar de staat van rond 1900.

Foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Foto: ©Jur Kuipers, 2023.

Het borgterrein Harssens is momenteel in beklem rechterlijke zin particulier eigendom van de Heer van Harssens die gehoord moet worden met betrekking tot zaken als sloop, bouw en opgravingen. Stichting Het Groninger Landschap is in die zin als beklemd meier eigenaar van grond en gebouwen. Rondom de Heer van Harssens is een club ‘het Kapittel van de heren van Harssens’ actief die zich inzet met betrekking tot de geschiedenis van Harssens.

De huidige situatie van de deels afgegraven borgstee met zijn deels gedempte grachten, de storende mestbak en de half ingestorte schuur is onbevredigend. Herstel van de huisgracht en tegelijkertijd dempen van de doorgetrokken sloten is wenselijk in combinatie met het verwijderen van de mestbak en de schuur. Mogelijk ligt de betonnen mestbak in het tracé van de zuidelijke huisgracht.

Middels archeologisch onderzoek (Stichting RAAP) moet het mogelijk zijn de grachtentracé terug te vinden en deze weer op de oorspronkelijke breedte te brengen. Aangezien de grachten pas in de twintigste eeuw deels gedempt zijn, valt het niet te verwachten dat bij het weer op breedte brengen hiervan archeologische waarden worden aangetast. Mogelijk kan met de vrijkomende grond de borgstee weer worden aangevuld.

Reconstructie van de grachten en het borgterrein na 1990.
Reconstructie van de grachten en het borgterrein na 1990.

De buitengracht begint op sommige stukken te verlanden. Om de herkenbaarheid van de buitengracht optimaal te houden is het niet direct noodzakelijk om de gracht te baggeren. De hoogteverschillen in het terrein zorgen voor voldoende herkenbaarheid. De gracht kent in zijn verschillende stadia van open via halfopen naar verlanding vermoedelijk een belangrijke diversiteit in biotopen. Mogelijk is er in het baggerbeheer een systeem te bedenken met betrekking tot de baggerwerkzaamheden waarbij deze diverse stadia rouleren (mei 2004).


Foto: ©Jur Kuipers, 2023.

 

Bron: De oorspronkelijke tekst is geschreven door drs. R.H.M. van Immerseel, Heerde, Stichting PHB, mei 2004.

 

Meer lezen over de Heerlijkheid Harssens?
(PDF-bestanden worden geopend in een nieuw venster/tabblad)
Foto's van de reconstructie Harssens.
Restauratie Harssensbosch gestart.
Diepgang: Harssens special.
Het geheim van Harsensbosch.
Raap rapport


Noten:

1. Een cureet is een soort priester. De Cureten (Oudgrieks: Κουρῆτες, Kourễtes) zijn in de Griekse mythologie een soort priesters, dienaars van Rheia-Cybele, die, bij de geboorte van Zeus, als het kind om de wreedheid van zijn vader op Kreta verborgen is geweest, rondom zijn wieg heilige wapendansen moeten uitvoeren en door het tegen elkaar slaan van hun zwaarden en schilden te beletten, dat Cronus zijn geschreeuw kan horen. Het zijn daimonische wezens, evenals de Dactylen en de Korybanten die steeds in de omgeving van Rheia-Cybele worden aangetroffen, waarschijnlijk een eigenaardige personificatie van de met bliksem en donder bezwangerde wolken, die zich als een wacht van gedruis makende geesten schaart om de wieg van de god van de heldere hemel, die over regen en bliksem gebiedt. Zij gelden naderhand als de uitvinders van de pyrrhiche, de krijgsdans, die zij om de wieg van Zeus zouden hebben uitgevoerd. Ook zij heten evenals de Corybanten uit de aarde ontstaan te zijn, en wel nadat deze rijkelijk met regen is gedrenkt.

2. Het collatierecht, naar het Latijn "præsentatio sive collatio", in het katholiek kerkelijk recht "jus patronatus", is het recht om een geestelijke, een pastoor of een dominee voor te dragen ter benoeming. Het recht is erfelijk en is in Nederland in 1922 afgeschaft met de bepaling dat de eigenaar het recht tot zijn of haar dood mag blijven uitoefenen. Koningin Wilhelmina bezit tot haar dood in 1962, als laatste particulier, het recht van collatie in Apeldoorn. Zij zoekt daar de dominees uit. Het recht van collatie is een van de laatste heerlijke rechten, doch is in tegenstelling tot veel andere heerlijke rechten doorgaans geen leengoed. In het verleden wordt het recht veelal door edelen uitgeoefend. Het is vaak verbonden aan kastelen, borgen, havezaten en states. Wanneer een familie alle collatierechten in een kerspel bezit, wordt gesproken van een staande collatie. De eigenaar van het recht wordt dan unicus collator genoemd. Het recht van collatie is verhandelbaar en vererfbaar geweest. Bij de grondwetsherziening van 1922 is het collatierecht in Nederland afgeschaft.

3. Bartholt (of Barthout) Entens van Mentheda (1539 – 17 mei 1580) is luitenant-kapitein van de watergeuzen geweest en een jonker uit de omgeving van Groningen, die het bezit heeft over Middelstum en Dorwert.

4. De Hoofdmannenkamer is van de 15e tot de 18e eeuw een rechtsprekend en bestuurscollege dat is gevestigd in en werkt voor Groningen en de haar in eigendom toebehorende gebieden. Zij bestaat aanvankelijk uit burgemeesters en raad van deze stad. Later worden vertegenwoordigers van de stad aangesteld. Deze vertegenwoordigers hoofdmannen genoemd, zijn vier personen die worden aangewezen uit de oud-burgemeesters en raad. De Hoofdmannenkamer vergadert aanvankelijk op het stadhuis van Groningen. In 1749 wordt haar naam gewijzigd in ‘Hoge Justitiekamer van Stad en Lande.’ In 1652 stellen de Ommelanden een eigen Justitiekamer in Middelstum in, die echter niet lang bestaan heeft.

5. Huisarchief Farmsum, inv. nr. 641.

6. Anno 2022 is het borgterrein en zijn de grachten beter zichtbaar dan in 2004 omdat Het Groninger Landschap alles beter zichtbaar heeft gemaakt, zonder inbreuk te maken op de historische eigenschappen van het gebied zoals we op de ©dronefoto’s van Jur Kuipers in dit artikel duidelijk kunnen zien.

7. Koningslaagte is een streek. Zie het artikel over Koningslaagte.

8. Koningslaagte is een streek aan de noordkant van de stad Groningen. De streek hoort gedeeltelijk bij de gemeente Groningen en gedeeltelijk tot de gemeente Het Hogeland. De naam Koningslaagte zou er op duiden dat in deze omgeving in de vroege middeleeuwen koningsgoederen hebben gelegen. Koning is in dit geval de koning van het Heilig Roomse Rijk, oftewel de Duitse keizer. Een andere verklaring is dat het land in de middeleeuwen een moeras is geweest (het meest noordelijke deel van het Woldgebied), waar niemand heeft gewoond en dat dus van niemand is geweest. Land dat niemand toebehoort is van de koning.

9. Indien er een predikant benoemd is.

10. Dit opschrift staat niet vermeld in de Groninger Gedenkwaardigheden van Pathuis/Alma


Bronnen, referenties en literatuur

- Battjes, J., en H. Ladrak, Dampoaln op bôrgstee. Een onderzoek naar de toegangen van borgen en hun terreinen, Erica 2003.
- Braasem, W.A., Jonkers tussen stad en wad De Groningse borgen en haar bewoners, Den Haag 1983.
- Feenstra, H., De bloeitijden het verval van de Ommelander adel 1600-1800, Groningen 1981.
- Feith, J.A., De Ommelander Borgen der XVII en XVIII eeuw en hare bewoners, Groningen 1906.
- Formsma, W.J. e.a., De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Assen/Maastricht, 1987, 2e druk
- Groot, A. de, Inleiding op de inventaris van de archieven van de hervormde gemeente van Adorp en Harssens, z.p., 1972.
- Huizinga, J., 'Naar aanleiding van Coenders' Kaart van Groningen en Ommelanden' in Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1912. Jaarboekje voor Geschiedenis, Taal- en Oudheidkunde der Provincie Groningen, Groningen 1911, 186-212.
- Immerseel, R.H.M. van, Tammingahuizen, Stichting P.H.B. i.s.m. Landschapsbeheer Groningen, 2002.
- Immerseel, R.H.M. van, Alma (Stichting P.H.B. i.s.m. Landschapsbeheer Groningen, 2003.
- Immerseel, R.H.M. van, Nittersum (Stichting P.H.B. i.s.m. Landschapsbeheer Groningen, 2003.
- Immerseel, R.H.M. van, Eelsum (Stichting P.H.B. i.s.m. Landschapsbeheer Groningen, 2003.
- Mulock Houwer, J.A., 'De Hoogte' in red. J.C.C. Joosting, Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1921. Jaarboekje voor Geschiedenis, Taal- en Oudheidkunde der Provincie Groningen, Groningen 1920, 128-142.
- Oude luister van het Groninger Land. Tentoonstellingscatalogus Groninger Museum voor  Stad en Lande, Groningen 1961.
- Ozinga, M.D., De Nederandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Deel VI De Provincie Groningen, Den Haag 1940.
- Vinhuizen, J., Stads- en dorpskroniek van Groningen. Voltooiden van een levensschets voorzien door dr. GA. Wumkes, Bolsward, 1935.



 
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres. Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 1 maarti 2023.

Revisie: 10 augustus 2023.
Samenstelling: © Harm Hillinga.