Het Grijzevrouwenklooster of Grijzevrouwen is een voormalig cisterciënzer nonnenklooster te Midwolda. Het kloosterterrein komt in de loop der tijd aan de rand van de zich steeds verder uitbreidende Dollard te liggen.

De stichting van het Grijzevrouwenklooster is het gevolg geweest van de overgang van het Benedictijner dubbelklooster in Menterwolde in 1259 naar de orde van de Cisterciënzers. Omdat deze orde geen dubbelkloosters (van monniken en nonnen) toestaat wordt onder supervisie van de abdij van Aduard een vrouwenklooster in Midwolda gebouwd.

 

Na verplaatsing van het mannenklooster van Menterwolde naar Baamsum is de relatie tussen beide kloosters gehandhaafd gebleven. De abt van het klooster in Baamsum is teven overste van het Grijzevrouwenklooster in Midwolda geweest.

 

Het Grijzevrouwenklooster wordt in 1569 geplunderd door de watergeuzen, waarop de abt van Aduard voorstelt om de nonnen te verplaatsen naar het klooster Yesse bij Haren. Niet alle nonnen gaan daarheen, waarop tussen de vertrekkers en blijvers onenigheid ontstaat over de verdeling van de inkomsten uit met name het voorwerk van het Grijze Vrouwenklooster bij Lalleweer.

Locatie van het oude dorp Midwolda aan de Dollard. Grijzevrouwenklooster ten zuidoosten van de Kruiskerk van Midwolda op de uitsnede van een kaart van Christiaan Sgroten uit ca. 1573. In het noorden is ook het Grijzemonnikenklooster zichtbaar. Licentie: Publieke Domein.

Bij de Reductie worden de kloostergoederen in beslag genomen en moeten de overgebleven zes nonnen (waaronder priores Frida Oomkens en proost Nicola Aspherdino) vertrekken.

 

De fundamenten van het kloosterterrein zijn rond 1900 deels teruggevonden en in 1944 onderzocht door Albert van Giffen. Ze vormen tegenwoordig onderdeel van een akkerbouwperceel.

 

Munnikeveen

Over de eigenaren van het Munnikeveen worden we ingelicht door een akte uit 1583, betreffende de overdracht van goederen van het Grijzevrouwenklooster in Midwolda door de abt van het klooster bij Baamseum, als kelner van het Grijzevrouwenklooster met de priores, de subpriores en de gezamenlijke conventualen van het Grijzevrouwenklooster.

 

De huidige (hervormde) kerk van Midwolda.

 

In deze akte worden ondermeer meetlanden op het 'eylandeken Monnickesveen gehieten' en twee dagwerken turflands in het (elders gelegen?) Grijzevrouwenveen genoemd. Het vrouwenklooster is in of kort na 1247 afgesplitst van het dubbelklooster Montrevalt, dat sindsdien als Sint Benedictusabdij of Grijzemonnikenklooster in de Cisterciënser orde is opgenomen.

 

Met het Grijzevrouwenklooster bij Midwolda blijft het Grijzemonnikenklooster bij Baamsum nauw verbonden. In 1569 en volgende jaren hebben beide kloosters van plunderingen te lijden gehad. Met name de Watergeuzen worden daarbij genoemd. De monniken van het Grijzemonnikenklooster bij Baamsum nemen de wijk naar het moederklooster te Aduard, de nonnen moeten zijn overgegaan naar het refugium dat het Grijze monnikenklooster in de stad bezit, maar het is ook mogelijk dat ze terecht zijn gekomen in het refugium in Appingedam.

 

De enige herinneringen aan het voormalige klooster: de naam van een laantje, de wierde waar het klooster heeft gestaan, en de boerderij 'Ol-Kerke'.

 

In deze tijd zullen de goederen van beide kloosters met elkaar verenigd zijn. Na de Reformatie wordt 'eenig land op Monnekenveen', met de overige goederen van het Grijzemonnikenklooster, eigendom van de provincie. Sinds 1597 worden in de rekeningen van de rentmeesters van de voormalige kloostergoederen de (geringe) opbrengsten uit het Munnekeveen vermeld. Misschien is dat land wat het Grijzevrouwenklooster nog behouden heeft, maar dan is niet goed te verklaren waarom ook dit gedeelte in 1583 niet is overgedragen.

 

Een andere mogelijkheid is, dat het aan de provincie gekomen deel van het Munnikeveen oorspronkelijk aan het Grijzemonnikenklooster bij Baamsum heeft behoord. Misschien met het deel dat in 1583 eigendom van het Grijzevrouwenklooster is geweest. We kunnen ons voorstellen dat het Grijzemonnikenklooster oorspronkelijk het gehele Munnikeveen in bezit heeft gehad, vandaar de naam van het eiland, maar later delen heeft overgedragen aan het vanuit het mannenklooster gestichte Grijzevrouwenklooster en aan de kerk van Oostwold, die in 1583 ook land op het Munnikeveen in bezit heeft gehad.

 

Een ander onderzoek zal een en ander duidelijker moeten maken.

 

 

 

 

 

Gerelateerde artikelen:

Het klooster Menterwolde bij Nieuwolda.

Het Grijzevrouwenklooster te Midwolda (dit artikel).
Het Grijzemonnikenklooster bij Baamsum.
De Sint Bernardusabdij van Aduard.

 

 

 

 

Noten, bronnen en referenties:


1. Dijk, Alina, 'Cisterciënzers' in Kloosters in Groningen. De middeleeuwse kloostergeschiedenis van Nederland, dl. 3, Zwolle, 2011.

2. Laurentius (= Albertus Johannes Smith), Wandelingen in het Noorden. XII: Midwolda. Nieuwsblad van het Noorden (18 november 1906).

 

 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed.
Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen.........

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 16 april 2021.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top