Het peerd van Ome Loeks
Gepost door:Harm Hillinga | Datum: 23 februari 2023


Het mannetje van NZD neemt je mee naar de stad Groningen waar voor het Hoofdstation het peerd van Ome Loeks staat.

 

In 1959 plaatst de gemeente Groningen een nieuw beeld voor het hoofdstation. Het liedje over het peerd van Ome Loeks is al ouder, maar na de plaatsing van het beeld wordt dit paard pas echt een bekend symbool voor alle Groningers. Op 7 juni 2007 komt het paard weer terug voor het station nadat het een poosje op stal heeft gestaan.



Over Ome Loeks en zijn paard
Een oude foto van het peerd van Ome Loeks voor het station te Groningen.Het is nog de vraag wat er eerder is geweest: het lied of het paard. Het lied wordt vanaf ongeveer 1900 in Groningen gezongen en is een vertaling van een ouder duits studentenliedje. Waarschijnlijk is het lied ouder dan het dode paard. Het lijkt er op, dat telkens als er paard doodgaat, dat van een man is die Lukas (Loeks) heet, het lied weer bekender wordt in Groningen. Er zijn in de loop der tijd zeker drie Loeksen aangewezen als dé Ome Loeks. De meest bekende is Lukas van Hemmen, pikeur en eigenaar van café met stalhouderij 'de Slingerij' aan de A-weg. Zijn paard Appelon steft plotseling in het begin van de 20e eeuw.

Het peerd van Ome Loeks.Beeld van een paard
Al in 1952 doet de heer Steeman het voorstel om het paard van ome Loeks te gebruiken voor souvenirs. Getuige zijn briefpapier heeft hij al een ontwerp!

In 1955 gaan B&W van Groningen akkoord met het voorstel van de 'Raad voor de Kunst' om Jan de Baat een beeld van het paard te laten maken 'mits het geheel op geestige wijze wordt uitgevoerd'.

In de jaren daarna volgt discussie over het beeld, over de kunstenaar, over de plaats, de gemeente moet uitgaven beperken en de gemeenteraad vreest bij de bespreking van het voorstel in 1957 het slachtoffer te worden van een grap...

Maar in 1959 is het dan toch zover: het beeld is klaar en de leden van de gemeentelijke kunstraad oordelen positief. Eén van hen, W. Jos de Gruyter, directeur van het Groninger Museum, verklaart dat het beeld hem is meegevallen. Hij hoopt, dat 'alle Groningers genoeg zin voor humor en zelfironie kunnen opbrengen om dit oude liedje te genieten en genoeg begrip voor moderne kunst om het beeld te waarderen'.

In augustus 1959 krijgt 't Peerd zijn plaats voor het hoofdstation. Een feestelijke onthulling komt er niet, 'omdat het college dat als ongepast beschouwde, waar het dier blijkens het befaamde lied op zo tragische wijze aan zijn eind gekomen is', aldus wethouder mevrouw Aarsen-Janssen tijdens een raadsvergadering. Maar het is een mythe, dat het beeld in de nacht geplaatst zou zijn.

Het paard leeft nog!
De kunstcommissie wil een paard dat er gezond uitziet, zodat het beeld geen smet zal werpen op de Groninger liefde voor paarden. Dit beeld ziet er niet uit of het voedsel te kort komt en zwaait lustig met zijn staart.

Het peerd van Ome Loeks in de steigers.Wel zijn er regelmatig kosten wegens reparaties, maar de gemeenteraad besluit het beeld te handhaven. Het beeld wordt een bekend symbool voor Groningen. Krantenkoppen berichten regelmatig over de lotgevallen van het paard: 'raadslid meldt ziekte Peerd van Ome Loeks, Peerd van ome Loeks en Us Mem; een LAT-relatie', 't peerd moet een eindje opschuiven' en tenslotte: 't Peerd gaat uit logeren'. Ook tijdens dat verblijf bij een betonrenovatiebedrijf is er nog een bijna-ongeluk. Maar vanaf 7 juni 2007 staat het paard dus weer op het Stationsplein, al is het zonder gras en zwaait het nog steeds lustig met zijn staart. Het nu bekende standbeeld op het Stationsplein, is niet het eerste beeld dat Peerd van Ome Loeks wordt genoemd. Beeldhouwer Wladimir de Vries maakt in 1951 zijn Veulen, dat aan de Radesingel bij de Sint-Jozefkathedraal wordt geplaatst. Het wordt in de volksmond al snel omgedoopt tot Peerd van Ome Loeks. Loeks van Hemmen meldt desgevraagd dat het veulen niet op zijn paard lijkt. Later wordt het veulen ook wel Lutje Loeks (Kleine Loeks) genoemd.
In 1955 doet Groningen mee aan de 'Nationale Energie Manifestatie 1955'. Voor het paviljoen "Groei en Bloei van Stad en Land" maakt Peerd van Ome Loeks.De Vries een ca. 3 meter hoog gipsen paardenhoofd. In de tentoonstellings- catalogus staat hierover: "... en 'het peerd van Ome Loeks' waarschuwt, wanneer men bij de expositie van Groningen is aangekomen, waarin zowel de stad Groningen als de provincie aandacht vragen voor activiteit op het gebied van kunst, wetenschap, handel en nijverheid." Het Nieuwsblad van het Noorden weet te melden dat er een bronzen exemplaar van het beeld in de stad zal worden geplaatst. Dit beeld is er echter nooit gekomen.

In dezelfde periode bespreekt de Groninger gemeenteraad het voorstel van een zekere heer Steeman. Hij heeft al eerder -na de onthulling van het veulen- in 1951 een brief gestuurd, maar daarop geen gehoor gekregen. Steeman ziet wel handel in de verkoop van kleine beeldjes van het 'peerd van ome Loeks' als souvenirs. In april 1954 gaat de gemeenteraad alsnog akkoord met het voorstel, met als voorwaarde dat het geheel op een geestige wijze zal worden uitgevoerd.

De Amsterdamse kunstenaar Jan de Baat wordt gevraagd een ontwerp te maken. In zijn eerste ontwerp heeft hij Ome Loeks óp het paard gepland, in het latere ontwerp wordt hij ernaast geplaatst. Het is de bedoeling van de gemeente het beeld te plaatsen op het oostelijk deel van de Vismarkt, maar dat leidt tot veel bezwaren van markthandelaren en kermisexploitanten. Het beeld zou teveel ruimte innemen, waardoor er derving van baten zou kunnen optreden. De Baat maakt zijn beeld van kwartsbeton. In maart 1959 is het klaar en wordt het tijdelijk geplaatst in het magazijn van de dienst Openbare Werken aan de Wilhelminakade. In dezelfde maand schrijft B&W een brief aan de Nederlandse Spoorwegen met de vraag of het op het Stationsplein geplaatst kan worden. De NS gaatn een maand later akkoord, waarbij zij laten weten dat ze de voorkeur geven aan een plaatsing waarbij de mannenfiguur naar het water kijkt. Mogelijk om te voorkomen dat alle reizigers die uit de trein stappen direct onder de staart van het paard zullen kijken. Uiteindelijk wordt het beeld in augustus 1959 voor het hoofdstation geplaatst. Het wordt niet officieel onthuld, omdat men dat niet vindt passen bij de tragische wijze waarop het dier aan zijn einde is gekomen...

Met de diverse herinrichtingen van het Stationsplein is het beeld een aantal keren verplaatst. Ingevolge het verzoek van de NS is er altijd voor gezorgd dat het paard niet met z'n billen naar het station komt te staan. In verband met de grootschalige renovatie van het plein voor het hoofdstation, en in het bijzonder de bouw van het zogenaamde stadsbalkon, wordt het beeld in 2003 verwijderd. Op 7 juni 2007, tijdens de feestelijke opening van het stadsbalkon, is het beeld weer op zijn originele plaats onthuld. In de tussentijd heeft het een grondige opknapbeurt ondergaan.

De rechten van het beeld zijn sinds 1974 in handen van de 'Stichting Peerd van Ome Loeks'. De Groninger beroepsbrandweer is in de jaren zestig en zeventig in het bezit van twee kraanwagens van het merk 'Ward La France' die 'Ome Loeks I' en 'Ome Loeks II' zijn genaamd.

Tekst en muziek van 't Peerd van Ome Loeks.

Peerd van Ome Loeks

't Peerd van Ome Loeks is dood
Loeks is dood, Loeks is dood.
't Peerd van Oome Loeks is dood,
hailemoal dood.

Guster nog goud gezond,
zwaaide mit steert ien t rond.
't Peerd van Ome Loeks is dood,
hailemoal dood

Haren we hom mor schillen geven
was e wel ien t leven bleven.
't Peerd van Ome Loeks is dood,
hailemoal dood...

PEERD VAN OME LOEKS IS BIJNA DE BENEN KWIJT GEWEEST

'tPeerd en de flits. Foto: Enna N.

Peerd van Ome Loeks met Hangoor.

 

Het heeft niet veel gescheeld, of 't Peerd van ome Loeks, na de Martinitoren hèt symbool van Groningen, is van achter aangereden, in de stormnacht van 6 januarri 2007. Een auto van een beveiligingsbedrijf rijdt met een beste vaart langs de Stavangerweg, waar opeens ijzeren platen liggen. De chauffeur geeft een zwiep aan zijn stuur en zijn wagen doorploegt de berm voor garage Mast, neemt een hoekje van de omheining om dat bedrijf mee, en komt vlakbij de kont van het peerd tot stilstand tegen de voorpui van de NBK, waar nog een flinke streep lange tijd aan het eenzijdige ongeval herinnert. Als het beeld geraakt zou zijn, dan zou er niet veel over zijn geweest van het fragiele onderstel. En heeft de NBK, een betonrenovatiebedrijf, andermaal kunnen beginnen aan een grote opknapbeurt. Overigens heeft het peerd tijdens de verplaatsing aldaar een tijdlang gezelschap gehad van een hangoor, een konijn dat helaas niet mee mag verhuizen naar het stadsbalkon voor het station. 'tPeerd raakt zijn vriendje kwijt en als je goed kijkt zie je dat ze allebei nog steeds erg droevig uit hun oogjes kijken.

 

Bronnen:
- Auteur: Jona van Keulen, Groninger Archieven
- Het Verhaal van Groningen
- Eigen archief
- Jaarboek Groningen 1984
- Enna N.
- Wikipedia



 
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres. Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 16 jan. 2009.

Update: 23 juni 2023.
Samenstelling: © Harm Hillinga.