Genealogie van NazatenDeVries en anderen
NN Nn
NN Nn.

tr. none
met

NN Nn.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fosceta*1423     


NN Nn
NN Nn.

tr. none
met

NN Nn.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fosceta*1423     


NN Smid
NN Smid, (doodgeb.).


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Hindrik Nn.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Barber Eexta, Gem. Scheemda    
Houwe     


NN Jans
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

NN Jans1, geb. te Beerta [Gr] voor vrijdag 16 sep 1712, ged. te Beerta [Gr]1 op vrijdag 16 sep 17121.


Aantekeningen bij NN Jans.
Op 16 september worden in de kerk van Beerta de kinderen gedoopt van Jacob Lijntjes en Janjten Hindriks, Tjacko Jans en Aebelke Pieter, Jacob Jans en Bouwina Huninga. Heel merkwaardig is het dat de namen van de kinderen niet worden vermeld. Er staat allen het woord 'genaamt' of 'genoemt. Ook bij de volgende inschrijving is dat het geval, namelijk op 25 september bij de doop het 'het kindt' van Herman IJpes en Teelke Tonnis bij Winschoterzijl en die van Wilke Hindrig en Aeltje Saat. Zo is ook niet te achterhalen of Bouwina en Jacob een zoon of een dochter hebben laten dopen.

  • Moeder:
    Bouwina (Bouwe, Bouwijna) Sebens Huninga4, dr. van Bonno Sebens Huninga van Oostwold en Sypke Fockens Meininga, geb. te Beerta [Gr] voor donderdag 29 jul 1677, ged. te Beerta [Gr] op donderdag 29 jul 1677, ze wordt omschreven als 'huisvrouw' van Berend Melchers., ovl. (minstens 45 jaar oud) te Beerta [Gr] tussen maandag 21 dec 1722 en maandag 2 aug 1723 3, tr. (1) met Berend Melchers von Völlen. Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder.
 



Bronnen:
1.Kerkeboek van Beerta, Kerkeboek Beerta, Collectie DTB, Toeg.nr. 124, tussen 1671 en 1730 (vrijdag 16 sep 1712)
2.Kerkeboek van Beerta, Kerkeboek Beerta, Collectie DTB, Toeg.nr. 124, tussen 1671 en 1730 (zondag 13 feb 1724)
3.Boerderijenboek Wold-Oldambt, S584
4.DTB Beerta Lidmaten, S785
5.Kerkeboek Beerta, Collectie DTB, Groninger Archieven, Toeg. 124, inv. nr. 29, NH, Nederlands Hervormd, tussen 1671 en 1730


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Harm Hesse, zn. van Albert Harmens Hesse en NN Nn, geb. in 1706, ovl. (ongeveer 37 jaar oud) in 1743.

Uit deze relatie 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tönnies Harmens*1702 Weener, Ost-Friesland, Dld. †1702 Weener, Ost-Friesland, Dld. 0
Albert Harmens Weener (Dld) †1692 Weener (Dld)  
Harm Harmens*1629  †1692  63


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Albert Harmens Hesse, geb. circa 1692.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Harm*1706  †1743  37


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Martin Hansen.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Susanna Martens  †1691 Weener, Ost-Friesland, Dld.  


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Hemmo Upkes Huninga, geb. te Oostwold, Gem. Midwolda circa 1325,
Functie van 1370 tot 1370,
Bij de tot standkoming van een verdrag over de grens tussen Reiderland en het Oldambt in 1391 wordt Hemmo genoemd als hoofdeling van Oostwold.



Aantekeningen bij Hemmo Upkes Huninga.
Omstreeks 1 juni 1391 geeft notaris Bartoldus Baerlingius acte van een ov ereenkomst van enige Reiderlander en Oldambster hoofdelingen inzake de gr ensscheiding, water, zijlen en dijken van deze beide landschappen, waarb ij de volgende personen zijn betrokken: "..Wy, Egge Addinga in Westerwol de, Frala Nonneka in Bunda, Wyneko in Ockeweer, Campo in Berum, Liwert Ha yens in Berda, in terra Redensi capitales, Tammo Gockinga in Suidbroeck, Dyurt Sybinga, Hemmo Hunnijnga, Sebo Ennens in Scheemda, Tyacko Tijddin ga in Exta, in terra Oldampte capitales, ut..". De genoemde Hemmo Hunnij nga is Hemmo Huninga. Onduidelijk is echter welke Hemmo hiermee wordt bed oeld omdat als plaatsnaam Scheemda wordt vermeld. Emmo, is in feite afkom stig van Beerta en zal dan onder Oostwold vermeld moeten zijn. Derhalve s taat in de acte ook de Tiddingaborg in Beerta vermeld. Ook is mogelijk d at onder Scheemda land van Hemmo heeft gelegen.
In de tekst staat verder onder meer (onvertaald): "..1. In den eersten om watersnoot in den Oldenampte soo sal men toeschlaen die Finser Ee op s inte Petersavont in der vasten, ende sall weder opgedaen worden op alle G odes Hilligenavent in allzulcke manier als vors is.
2. Item die Zype is een rechte scheidinge beyder landen ende stichten voo rs. tusschen der Ext, Schemede ende dat convent ter Heyligerlee, sal men toslaen te dreen steden op sinte Petrusavent ad Cathedram ende weder opdo en op sunte Michaelsavent, ende sal uytwateren door den zijll, die door d en santwech gaet, ende voort in Addensloot ende voort in de Zijtwending e, ende desen voors. zijll sal wesen twee voeten wijt ende twee voeten ho oge in den loop van water.
3. Die Exter ende Schemeder bueren ende dat convent ter Heyligerlee zull en den zijll gelick staende holden, want zy uut der Zypen daer gelick doo rwateren ende des convents lant daer besunderlinge doorwatert uuth den ny en oft Monikesloot ende ander reviren des convents ende buerschappen voor s.
4. Den santwech zullen holden die Exter bueren hent aen die Sijtwendige, wantet een principael wech is uuth der Ext, ende voortaen dat convent t er Heligelee met den voorwarken ende buren in Westerlee.
5. Item heer Eppo, provest in der tijdt ter Heiligerlee, ende heer Ziardu s, kerckheer in Westerlee, van des conventes ende der vorwarken ende West erleescher bueren wegen hebben verworven van den gantschen landen van Old ampt by Wolde ende vol darvoor gedaen, dat oir water tot ewigen dagen do or dat Oldampt mede mach uuthwateren ende lopen in oer watertochten in de Ee, ende voortaen uuth door die zylen ter Munten.
6. Item op dit voors. verdrach heeft dat convent ter Heiligerlee den ny en sloot van dat convent dalegraven laten door des conventes lant an beid en zyden te wateren door den zijll, die door den santwegh lecht, ende s oo voortaen door Addensloot uuth ter Munte, als vors. is. Ende dezen ny en sloot, offte Monikesloot soo geheten, sall dat convent oock toeslaen op sunte Petersavent voors. ende weder opdoen op sinte Michaelsavent.
7. Item die Zijtwendinge, gelegen buyten den santwech aen Addensloot, is oock de rechte lant of hammerickscheydinge der voors. landen ende stichte n. Ende de Westerleester zullen de voors. Zijtwendinge staende holden buy ten der lande schaden.
8. Item Thyartsazijl ende Ubbingazijl, die beide gelegen sint in Exter ha mmericke door den Eedijck, die zullen elck vijff voeten wijt wesen van wa terloope; die zullen die Exter buren staende holden.
9. Ende dagelijcx al man den Eedick heel to holden alom in den Zwage buyt en des gantsches lands schaden.
10. Alsoowal zullen de Scheminge, Midwolde, Oostwolde bueren den Folkerde wal toeslaen ende holden buyten des gantschen landes schaden.
11. Ende all man sijn zylen to holden soo vast ende soo starck, dat den g antschen landen geen schade en geschie.
12. Item die Letse of de Zijp oock also geheten, gelegen tuschen de Weste rlee ende de Medum, dat oock de rechte hammericke ende landtscheidinge is der Westerleester ende Metmans ende beyde stichten ende landen, zal oo ck togeslagen wesen op de voors. Petersavent ende weder opdoen op sunte M ichaelsavent ende uutwateren in de Zijtwendinge ende voort door die hamme rike toe den zijle ter Munten.
13. Ende de hoge dam tuschen Westerlee ende Meden sall oock toeslagen wes en ende zoo starck toe holden, dat dar geen schaden van en kome.
14. Item Reneke groepe, alzoo geheten, by Meermanne kerckhove zall stelic ke toegeslagen wesen tusschen sinte Petersdage ende sinte Martensdage.
15. Item all dat moer op de Meden ende al dat moer, dat om dat convent t er Heligerlee lecht, dat sal beslagen wesen, dat den gantschen lande ge en schade en geschie.
16. Item dat revier of zypen, gelegen tuschen Meden en Muntendam, sal o ok togeslagen wesen ende opgedan wesen gelick de anderen voors.
17. Ende de hoge dam oock aldaer in syne vuile macht to holden buyten d es landes schaden.
18. Item al dat moer om Muntendam ende alle watertochten tusschen Muntend am ende Broke, die van oldes niet en plegen to wesen, zal men al tzamen t oeslaen, dat den landen gheen schade en geschie.
19. Item Hijllikogroepe sal oock toeslagen wesen, als die anderen revier en voors.
20. In de burge to Nortbroke al man sijnn also vaste toe holden, dat den gantschen landen daer geen schaden van en schie.
21. Item de Thyamme begint uet Tijdwynedaborch in Wijnedaham ende loopt op voorbey Reijderwolda ende voort door Meggeham ende door Torptsen, voor by sunte Nicolauskercke in Oostfinserwolda, west in voorby Finsterwolda, Oostwolda, Midwolda, tusschen Bertsater ende Windschoter mit haren parte n, de aen der zuyderzijt der Thyammen liggen gelandet, ende strecket voo rt over dat moer recht westwert in de Zype, die gelegen iss tuschen Schem eder, Extinger ende dat convent te Heligerlee, ende voort aen dat smalle steenhuys in der Opext, geheten Nemeke Eppens steenhuys, went aen den zan twech.
22. Dese Thyamme uet Tijdwynedaborch in de Zype dale hent aen den santwec h, dit iss de rechte scheidinge tuschen beiden stichten ende landen voor s. ende scheidet alle hammericken ontwee van beyden landen, die tuschen T ijdwynedaborch ende den santwech gelegen sint, ende all wat an die norder zyde der Thyamme ende Zype licht, dat iss Oldampte. Ende wat lande aen de zuyderzyde der Zype ende Thyamme licht, dat is Reyderlandes.
Ende des convents lant lecht an die zuyderzyde der Zype langes went aen d en santwegh ende alle hammerike, so voort aen van beiden syden strecken de aen de Zype ende Thyamme voors.
23. Ende voort aen wat lande aen der noerder zyde der Zijtwendinge lich t, dat is Exter hammerick, ende dat landt, dat aen die zuyderzyde der Zij twendige, is Westerleester hammerick, geleghen buyten den santwegh . Et e go, Bertoldus Baerlingius, clericus Trajectensis diocesis, publicus..".
Bron: Oorkondenboek Groningen en Drenthe; nr 814; Naar een afschrift uit de 2de helft der 16de eeuw in het ms. 4o no. 133 in het rijksarchief te G roningen, waar ook een aantal 17de eeuwse afschriften zijn. Gedrukt bij D riessen, blz. 423; Stratingh en Venema, De Dollard, blz. 304. Vgl. Friedl aender, Ostfr. Urk. I, no. 270 (oub0270); jaar 1391, datumcode 2106. Lite ratuur: P.J. Blok e.a, Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Gronin gen 1899), nr. 814.


NN Huninga
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

NN Huninga, geb. in 1523.

  • Vader:
    Aylcko (Aylckens) Eppens Huninga, zn. van Ayolt Eppens Huninga van Oostwold en Ebbe Doedes Tiddinga Tho Dallingeweer, geb. in 14941, hoofdeling te Oostwold [Gr], hoofdeling te Leermens [Gr], kerkvoogd te Oostwold [Gr], woont te Oostwold, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) in jan 15672, relatie (1) met Nn Cockinga Bunninga. Uit deze relatie een zoon., kerk.huw. (resp. ongeveer 6 en ongeveer 7 jaar oud) (2) in 1500.
 



Bronnen:
1.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S682
2.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S674


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Hndrik Elties, zn. van Eltyo Hendricks en Bawe Fockes, geb. te Nieuwolda [Gr] voor donderdag 24 jul 1631, ged. te Midwolda [Gr] op donderdag 24 jul 1631, ovl. (minstens 46 jaar oud) tussen zaterdag 19 mrt 1678 en 1678.


Aantekeningen bij Hndrik Elties.
Op 19 maart 1678 maken de erfgenamen van wijlen Hinrick Eltijes, als jonk er Bonno Huningha nom. ux, Focco Ulphers en Focco Waldrix, een erfscheid ing. Het betreft een stuk uiterdijks land zoals Hinrick Eltijes heeft geërfd. Ten noorden en zuiden Bontko Bennes, ten oosten Claes Nantkes te Dal lingeweer, ten westen Eppo Bontkes. Ieder krijgt een derde deel. Getuig en hiervan zijn Hinrick Jans en Peter Peters (Bron: Fol. 96 te Beerta).


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Herman Nn.

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Luppo*1440     
Autke     


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Luppo Hermans, zn. van Herman Nn en NN Nn, geb. circa 14402.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Meecko*1470     



Bronnen:
1.Boerderijenboek Wold-Oldambt, S584
2.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 107:87 (1990), S720


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Meecko Luppes, zn. van Luppo Hermans en NN Nn, geb. circa 14701.

Uit deze relatie 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hytko*1500     
Tammo  †1588   
Ymtet     
Wypko     
Herman*1500     



Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 107:87 (1990), S720


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Eggo Nn.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna     
Edske     


NN Nn
NN Nn.

tr. Het huwelijkscontract werd getekend tussen 25 februari 1695 en 1669, kerk.huw. te Beerta [Gr] op zondag 26 feb 1696
met

Riendelt Ockes.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ocke  †1697   
Harm     
Teetje     



Bronnen:
1.Rechterlijke Archieven 7072-7088 - Sebo Abels, S730
2.Rechterlijke Archieven 7072-7088, Sebo Abels, S731


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Jan Nn, 1.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerdt (Geert)  †1661   
Jantien     



Bronnen:
1.Rechterlijke Archieven 7072-7088 - Sebo Abels, S730


NN Juickens
NN Juickens.

')}