Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Fokko Schut
Fokko Schut, geb. te Bellingwolde [Gr] in 1886.

tr. (resp. ongeveer 27 en ongeveer 19 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op zaterdag 6 sep 1913
met

Mina Alberdina Snijder, dr. van Jan Snijder en Antje Hilgenga, geb. te Bellingwolde [Gr] in 1894.


Foktje Hilgenga
Foktje Hilgenga, geb. te Midwolda [Gr] op zaterdag 28 dec 1844, Status, Status op zondag 1 nov 1931, Status op maandag 1 mei 1933, ovl. (89 jaar oud) te Hoogezand op dinsdag 4 dec 1934.

tr. (resp. 22 en 23 jaar oud) (1) te Midwolda [Gr] op vrijdag 11 jan 1867
met

Harmannus Meijer, zn. van Hindrik Meijer en Trijtje Scheltens Hillker, geb. te Winschoten [Gr] op zondag 12 feb 1843, Timmermansknecht.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elzo*1876 Midwolda [Gr] †1939 Hoogezand 63

tr. (resp. 26 en 28 jaar oud) (2) te Midwolda [Gr] op vrijdag 19 mei 1871
met

Tonnis Woldhuis, zn. van Derk Harms Woldhuis en Aaltje Roelfs Huizing, geb. te Noordbroek [Gr] op dinsdag 29 nov 1842, Molenaar, Status, Status op zondag 1 nov 1931, Status op maandag 1 mei 1933, ovl. (52 jaar oud) te Kielwindeweer op dinsdag 15 okt 1895.

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aaltje*1871 Borgercompanie †1976  104
Tetje*1875 Borgercompanie    
Dirk*1876 Windeweer [Gr]    
Hendrik*1878     
Harm*1880 Hoogezand    
Roelof*1883     
Aaldrik*1885 Annerveensekaal    
Jan*1890     


Foktje Olthof
Foktje Olthof, geb. te Noordbroek [Gr] op zaterdag 10 apr 1875.

tr. (resp. 28 en ongeveer 6 jaar oud) te Hengelo op zaterdag 16 mei 1903
met

Johannes Albertus Rosenthal, zn. van Petrus Lambertus Rosenthal en Johanna Albartina van Everdingen, geb. te Den Haag in 1897.


Foktjen Oolders
Foktjen Oolders, geb. circa 1838.

tr. (resp. ongeveer 21 en ongeveer 26 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op vrijdag 25 feb 1859
met

Evert van der Veen, zn. van Koert Harms van der Veen en Annechien Sijntjes (Annigjen) Smid, geb. te Beerta [Gr] circa 1833, Boerenknecht2, Dagloner.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Janna*1863 Finsterwolde [Gr]    



Bronnen:
1.TEXTakte 2, S47
2.Geneanet, S31


Folchert Stubbe
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Folchert Stubbe, geb. te Oostwold [Gr] in 1900.

tr. (resp. ongeveer 22 en 20 jaar oud) te Midwolda [Gr]1 op vrijdag 3 feb 19221
met

Attje Boelman2, dr. van Eildert Boelman en Teupke Hillenga, geb. te Nieuwolda [Gr]2 op vrijdag 22 nov 19012, ovl. (61 jaar oud) te Noordbroek [Gr]3 op vrijdag 8 feb 19633.


Bronnen:
1.BS Huwelijksregister Midwolda, RHC GA (vrijdag 3 feb 1922 akte 3)
2.BS Geboorteregister Nieuwolda, BSG Nieuwo (zaterdag 23 nov 1901 akte 56)
3.BS Overlijdensregister Noordbroek, BSO Nrdbr (maandag 11 feb 1963 akte 5)


Folchert Kuipers
Folchert Kuipers.

relatie
met

Antje Pestman.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje Heveskes, Gem. Delfzijl    


Folckermarus Onsatha
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
Parenteel van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.

Folckermarus (Folcmar) Onsatha, geb. in 1263, vertegenwoordigt Hunsingo tussen 1325 en 1326.


Aantekeningen bij Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
De naam wordt ook wel vertaald als Folkmarus Onstra.

De familienaam.
Folckmarus ONSATHA, geboren rond 1263: In "De Ommelander Borgen en Steenhuizen", van dr. W.J. Formsma e.a. (bladz. 340 vv.) staat o.a.: "Het geslacht Onsta (oudtijds Onseda, Onsitha, Onsatha etc.) behoort tot de oudste en voornaamste families in de Ommelanden . het is niet duidelijk hoe de genealogie Onsta in elkaar zit. Wapen: "In rood een goudgetongde en genagelde zwarte leeuw. Helmteken: een uitkomende leeuw." Hun borg heeft zich bij Sauwerd bevonden. De Onsta's worden, in tegenstelling tot de vele andere aanzienlijke geslachten, niet 'hoofdeling' of heerschap' genoemd, maar 'jonker', evenals de Ripperda's.

De eerste bijnaam betekent Folcmar, die in 1325 en 1326 Hunsingo vertegenwoordigt. Een Folcmar wordt ook in 1364 genoemd als hoofdeling te Sauwerd. Vervolgens is het Onno die als hoofdeling een rol speelt in 1371, 1384 en 1386. Hij zal in 1398 zijn gestorven. In dat jaar behoort zijn zoon Aylko, dan Verhildema genoemd, met andere hoofdelingen tot de partij der Vetkopers. Zij dragen de Ommelanden aan de graaf van Holland op, die zij als leenheer erkennen. Zij worden door de Groningers verslagen. Het huis te Sauwerd wordt in 1400 door hen belegerd en ingenomen. Sicke Benninge (van de kroniek) beschrijft deze gebeurtenis als volgt:.

"Up den bijnnenster hoeffstede stond een steenhuis, dat dicke was van muren XII olde murstenen, ende up de hoffstede stonden V starcke steenhusen, de elke dick weren VIII olde murstenen. Ende als dit ene huus seer toscoten was mijt bussen, soe liep Abeke, de de olde broder was unde om hadde beleggen laten up de husen, unde quam up de uterste hofstede, dear V stenen husen upstunden, so leten de borgers van Groningen enen groten (graft) graven uut Wetsinger sijlrijt ende uuth een diep geheten aen Onstenmanneborgh graven, doe weren de borgers van der steadt vorss,. mijt horen scepen in Onstenborchgraff. Ende de borgers wonnen thues mijt groter macht ende arbeit ende nemen de lueden gevangen. Ende Abeken Onsten wort gesloten in de stadt op de Botteringepoerte, daer he langen tijt up satt.".

Een broer van Abeke, Johannes, moet het zegel van Hunsingo dat op de borg berust teruggeven. Abeke is getrouwd met Ecke, die in of voor 1442 is overleden. Hij zelf leef nog in 1445, aangenomen dat hij identiek is met de Abeke van 1400. Het is namelijk niet duidelijk hoe de genealogie Onsta in elkaar zit. Onno, die in 1398 sterft, en zijn vrouw Yde hebben 7 zoons en een dochter, Evert. Deze dochter trouwt met Ewe van Ewsum. Maar van wie de latere Onsta's zonen zijn is niet bekend. Wel is zeker, dat ze betrokken blijven in de oorlogen na 1400 tegen Groningen. Ook blijft de verbinding met Verhildersum bestaan, maar of ze daar ook hebben gewoond is niet bekend. Wel kopen ze in de buurt land.
Met zekerheid treffen we als hoofdeling te Sauwerd aan Abel Onsta, getrouwd met Hille Jarges. Abel komt in 1456 met de stad Groningen tot een overeenkomst over de Herathemagoederen te Eenrum, waarvan hem een deel toekomt. Ook in 1475 komt hij als zodanig voor. Hij blijft anti-Gronings en geldt voor een vriend van de Bourgondiers die de traditie van de Hollandse graven voortzetten vaste voet te krijgen in Friesland. Zijn 'slot' wordt in 1468 zeer sterk genoemd. Verder weten we nog dat hij in 1477 8,5 van de 12 redgerschappen bezit in de rechtstoel Leens. Hij overlijdt in 1483, getuige zijn grafsteen, eerder in de kerk te Sauwerd en nu in het Groninger Museum. Hille Jarges sterft in 1498. Na de dood van Abel volgen zijn zonen Hiddo en Eylco als hoofdelingen te Sauwerd. Hiddo sterft in 1491. Eylco is getrouwd met Oede Rengers. Hij speelt een rol in de oorlogen die in 1498 beginnen. Ook hij is bij de atnti-Groningse partij. Onstaborg en Verhildersum worden dan ook door de Groningers aangevallen en beschadigd. In een brief van 1514 aan de graaf van Oost-Friesland kunnen we lezen:.
"dat huis tho Sawert, daar waren 4 goede stijnhuizen toe, die twee met leijden gedekt, ende die andere met dubbele pannen, ende de twe goede steijnkameren daar bij getimmert, des gelijke een kamer beneden ende boven. Alle deze huisen waren well gezierd en gestoffiert mit alle dingen daar zu behoorden unde welbeschoten mit wagenschotte, alle de kameren beneden unde boven. Daar waeren 10 slaapkameren mit beddesteden, daar waren 25 beschoten beddesteden, unde 3 schoersteenen op den huisen und alle die huisen eijne solder boven die kameren, unde eijn dijll twee solderen.-Alle die vensters met dikke iseren tralien, unde kelders ook met ondervensters. Alle dat ijseren werk, dat daaran was, hebben die Groningers met ijere hulpers te Groningen gevoerd. Daar bij eijn guet steijnhuis daar men in bruwet, 21 gebint lank, alle die balken niet zoo klein, hij was 5 vierendeel voet kant aan den einde unde dat huis solderen hoge boeven die balken, unde allen van gueden gekanten eijcken holt daar na hoogte und wijdt. Noch ein goede schuire van gueden holte, daarbij eijnen gueden peerde stalle, die stalle mit de schuure bijna zoo lank als dat bruwehuis, dit hebben zij alle verbrand met bruggen ende poorten unde eijn diel bomen afgehouwen in den hoeven, alzo dat zulkx niet gemaakt en was met 808 gulden, als zij daar gebrand en afgebroken hebben.".

De totale schade die hij aan de huizen te Sauwerd, Groningen en aan andere zaken geleden heeft, berekent hij op 13.400 goud gulden. Daar komt nog bij de schade aan Verhildersum voor 1250 goud gulden. Of hij daar iets voor vergoed gekregen heeft is wel zeer de vraag. In 1521 stierf Eylco.

Vervolgens treffen we zijn zonen Hidde, gestorven 1543, en Abel, gestorven 1558, en Abels zoon Aepke, gestorven 1564, als hoofdelingen te Sauwerd aan. Een andere zoon, Pieter, woont in 1533 op Schelligeheerd onder Wetsinge. In 1544 hebben Abel en Hidde, die volgens een ander bericht reeds in 1543 overleden zou zijn, een overeenkomst aangegaan over de rechten. Deze bleven gemeenschappelijk, maar de bediening zullen ze verdelen. Wanneer de een de rechten in de Marne zal bedienen, zal de ander dat doen buiten de Marne. Om de 6 jaar zal dat wisselen. De rechten buiten de Marne worden opgesomd. Zij liggen verspreid over een groot aantal kerspelen. In Sauwerd en Wetsinge bezitten de Onsta's twee van de vier ommegangen, in Obergum acht van de eenendertig, in Eenrum vier van de achttien, in Noordwolde drie van de dertien, in verschillende andere kerspelen een of twee. Van elders weten we, dat zij in dat jaar in de Marne de staande rechtstoel van Leens bezttten, in Warfhuizen, de Grote en de kleine redschap ongeveer de helft, terwijl aan het einde van de 16e eeuw ook de rechtstoel van Wehe en Zuurdijk staande is geworden. Door vererving en koop hebben zij deze rechten weten te verkrijgen.

Wie er eigenlijk eigenaar van de Onstaborg is, blijkt niet. Wel is zeker dat de zoon van Hidde, Eilco, later de borg bezit. Hidde pacht in 1525 van Gerlach de Bever de halve proosdij van Leens, die de bisschop van Munster hem voor zijn leven geschonken heeft, voor 21 hoornse guldens. In 1537 koopt hij de andere erbij van Alef van Munster. Na de dood van Hidde bevestigt Karel V in 1545 diens oudste zoon, wegens de diensten die zijn vader hem bewezen heeft bij de overgang van Groningen in 1536, in het bezit van de wereldlijke proosdij van Leens met de tienden en alle gerechtigheden die vanouds daarbij horen. Deze oudste zoon, uit Hidde's huwelijk met Johanna van Camphuysen, is dan nog minderjarig. Dit is Eylco, geboren in 1538, de oude genaamd ter onderscheiding van zijn gelijknamige neef, de zoon van Abeke Onsta. Het is niet geheel zeker of hij dezelfde is geweest als Eylco Onsta die de pastoor van Bedum, Regnerus Papinck, in 1570 vermoordt. Wel is zeker, dat Eylco de oude van 1573-1575 gevangen zit te Groningen, maar om welke reden is niet bekend. Hij sterft daar in 1575 aan de pest. Hij is getrouwd met met Elisabeth van der Eze, die zich van hem laat scheiden. Kinderen laat Eylco niet na, want zijn erfenis komt aan zijn zusters Ida en Adda, van wie de eerste getrouwd is met Roelof van Munster en de tweede met Claas van Burmania. Bij de boedelscheiding van 1576 verkrijgen Roelof van Munster, hoofdeling te Duursum, en Ida Onsta het huis te Sauwerd met alle gerechtigheden. Hij tracht ook voor zijn zoon Rudolf de proosdij Leens te verkrijgen in 1577.

Roelof van Munster en zijn vrouw verkopen in een niet bekend jaar Sauwerd aan Caspar van der Wenge, hoofdeling te Oldersum in Oost-Friesland, in 1582 getrouwd met Oede Onsta, een dochter van Aepco Onsta en Gela van Ewsum. Gedurende de 80-jarige oorlog heeft het huis veel te lijden. Door de Spaanse soldaten is het 'destruert und niedergelecht, das nur ein geringes ausserhalb ein hoff oder gartte davon ubrigh', zo schrijft in 1587 de graaf van Oost-Friesland in een brief aan de hoofdmannen van Stad en Lande waarin hij er ten behoeve van zijn onderdaan Caspar van der Wenge op aandringt, dat de soldaten het huis ontruimen.

Omstreeks 1628 is de behuizing nog 'ruineus' en bewoond door een arbeider. Het huis is dan eigendom van Boiocko (Boyo Ocko) van der Wenghe, in 1583 geboren als zoon van Caspar van der Wenghe en Oede Onsta. Deze komen in 1609 nog voor als hoofdeling en vrouwe te Sauwerd wanneer een klok gegoten wordt. Wanneer Caspar is overleden, is niet bekend (na 1598), zijn vrouw sterft niet lang voor mei 1615. Boyo Ocko sneuvelt als ritmeester in Staatse dienst in 1640 bij Hulst. Zijn erfgenamen verkopen de borg aan Bernard Coenders van Helpen, die op zijn beurt in 1658 hem overdraagt aan kapitein Hendrik Ruse. Het goed wordt dan aangeduid als een oud adellijk huis met staande hoge jurisdictie en gerechtigheden, het halve zijl- en dijkrecht met jacht en visserij, de enigste collatie van de pastorie en kosterie te Sauwerd alsmede gestoelten en graven met de blauwe stenen in de kerk, met de collatie van de prebende (fonds voor liefdadigheid), met hovingen en ruim 97 grazen land, het borgterrein inbegrepen. Het prebende-land is groot 15 en kwart gras en 31 jukken. In de borg woont dan de weduwe van een zekere Geert Lambers. De koopsom van het geheel bedraagt 40.600 gulden.

De koper, Hendrik Ruse, te Ruinen als zoon van een predikant geboren, wordt beroemd omdat hij goed vestingen kan bouwen. Bekend is hij met name geworden door de aanleg van de vesting Harburg, waarvoor hij werd vereerd met een gouden draagpenning, in 1660. Ook schrijft hij een boek over de vestingbouwkunde. De koning van Denemarken, in wiens dienst hij treedt, verheft hem tot baron van Rusensteen. Hij overlijdt in 1679 en wordt in de kerk van Sauwerd bijgezet. Ook zijn moeder en zijn vrouw Susanne Dubbengiesser liggen daar begraven. Zijn enige dochter en erfgename Johanna Maria is in tweede echt gehuwd in 1678 met de Deense officier Christian Juel (Juul). Na zijn dood hertrouwt zij met generaal Gregers Dae, die in 1712 sneuvelt bij Gadebusch. Zijn vrouw is drie dagen tevoren gestorven. Beide liggen in de dom te Viborg in koperen sarcofagen begraven. Zowel de baronie Rusensteen, noordelijk van Ringkoebing, als het huis Sauwerd vererven op Ove Henrik Juel. Deze verkoopt de borg aan Johan Herman Keiser, die nog in 1716 als zijn geconstitueerde redger optreedt. Keiser overlijdt in 1718, waarna zijn erfgenamen in 1725 een erfwissel aangaan met Alegonda Maria Tjarda van Starkenborgh, geboren Clant, waarbij deze de borg verkrijgt met de behangsels, stallingen, schathuizen, appel- en andere hoven, 11,5 gras groot, met grachten, singels, bomen en plantages; verder een staande jurisdictie, staande collatie, de halve schepperij van Sauwerd en Wetsinge, waarvan de vrouwe van Wetsinge de andere helft in bezit heeft, de staande zijlrechtereden van Sauwerd en Tijum en andere rechten en landerijen.

Wetsinge en Sauwerd zijn nu weer in een hand. Dat betekent het eind van de Onstaborg te Sauwerd. Het huis, dat in de 17e eeuw herbouwd is, wordt gesloopt, de rechten gevoegd bij het huis te Wetsinge. In 1765 en 1766 verkoopt douairiere Rengers met het huis te Wetsinge ook het schathuis te Sauwerd en het binnenhof met de daarom lopende gracht.

Huidige toestand.
Het borgterrein is diep afgegraven en de grachten gedempt. Daardoor is een steile wand ontstaan tussen het terrein en de wierde van Sauwerd waar vroeger de kerk stond. Het huisje op het terrein is uiteraard verdwenen. Bij de ingang van het terrein staat een nieuw huisje waarop 'schathuis' staat.

relatie (1)
met

NN Nn.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Onno*1327 Leens [Gr] †1398  71

relatie (2)
met

NN Nn.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bawe (Bouwe) Eduarda*1310     


Folef Alksen Von Inn- und Kniphausen
Folef Alksen Von Inn- und Kniphausen, geb. in 1468, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) in 1531.

tr. (resp. ongeveer 26 en ongeveer 15 jaar oud) in 1494
met

Hyma Bendelef Beninga Von Uppleward, dr. van Ubbe Tidena von Upleward en Hebrich Beninga, geb. in 1479, ovl. (ongeveer 24 jaar oud) in 1503.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Metta von Inn-     
Tiddo*1500  †1564  64


Folkert Onnekes van Mark
Folkert Onnekes van Mark, geb. in 1652.


Folpt Harringa
Folpt Harringa, geb. circa 1581, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) te Eskum op dinsdag 20 okt 1637 gesneuveld bij Eskum.

relatie
met

Jevste von Hatzum, zn. van Isemt Remtsna von Hatzum en Anna Mennens ter Haseborg, geb. te Hatzum in 1595, ovl. (minstens 42 jaar oud) na 1637.

Uit deze relatie 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Folxta*1625     
Anna Menver*1626  †1628  2
Anna Menver*1628  †1688  59
Folptina  †1637   
Isempt Harringa*1636  †1671  35
Eddo Wilhelm*1633  †1702  69


Folptina Harrina
Folptina Harrina, ovl. voor 1637.


Folxta Harringa
Folxta Harringa, geb. op donderdag 8 mei 1625.


Folxta Ubben Reiners Detlef
Folxta Ubben Reiners Detlef.

tr. (Hieronymus ongeveer 23 jaar oud) in 1540
met

Hieronymus Loringa, zn. van Adolf Loringa en Ennen Tho Osterhusen, geb. in 1517.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wiltet*1543     


Folxte Harringa
Folxte Harringa.

relatie
met

Eddo Wilhelm Willems, ovl. voor 1586.

Uit deze relatie 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Folpt*1581  †1637 Eskum 56
Ulrich  †1627   
Menver*1570  †1651  81


Fopcko Oomkes Brouwer
Fopcko Oomkes Brouwer, geb. circa 1611.

tr. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 37 jaar oud) te Winschoten [Gr] circa maandag 11 nov 1641
met

Frerick (Frerik) Doedens, geb. in 1604, ovl. (minstens 35 jaar oud) na zaterdag 5 feb 1639, tr. (1) met Aylcke (Aijlcken) Luppes, dr. van Luppo Tonckertsz en Martijen Tjarcks (Tyarcks). Uit dit huwelijk een zoon.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Martje     
Sijpke     


Foppo Wijpkens
Foppo (Foppe) Wijpkens (Wijpckens), geb. circa 1470 (1480)1.

relatie
met

Nn Nn.

Uit deze relatie 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wypko*1502  †1561 Noordbroek [Gr] 59
Tiacke*1502     
Auke*1504 Finsterwolde [Gr] †1571  6710 
Tyabbe*1530     
Wilcko     



Bronnen:
1.Staricovek; Febr.23, 2000, S654


Fosceta Mensenborch
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.

Fosceta (Fossetta) Mensenborch, geb. circa 1423.


Aantekeningen bij Fosceta Mensenborch.
Zij zal verwant zijn aan de broers Nonno, proost te Weener. 'Heer Nonno povest tho Weener tho Wynschoten' geboren, zoals in 1464 vermeld wordt, komt ook op 2 nov. 1476 als Nomno Folperti de Winschoten, proost en cureet in Hatzum en Weener voor. Hij schenkt dan aan het klooster te Ter Apel voor zijn zieleheil en dat van zijn ouders Folpertus en Dyure een jaarlijkse rente en aan Occo Mensenborch, priester te Termunten (overleden als pastoor te Groot Termunten in 1500).

tr. (resp. ongeveer 47 en ongeveer 40 jaar oud) circa 1470
met

Eppo Hemmens Huninga van Oostwold, zn. van Hemmo Upkes Huninga en Gedeka Weijnga, geb. te Oostwold (Old.) circa 1430, ovl. (ongeveer 75 jaar oud) in 15052.

 



Aantekeningen bij Eppo Hemmens Huninga van Oostwold.

Bij mandaat van 30 juni 1488 wordt met anderen (o.a. Luwert Tiddinga te Midwolda) door de stad Groningen tot betaling van een "restant" genoemd Eppe Hemmens. Verder is hij oorkondelijk niet aangetroffen.
Volgens Hommes is hij gehuwd met Fosseta Mensenborch.Volgens van Rhemen bracht Eppo een huwelijk tot stand tussen zijn zoon en de enige dochter van Doedo Tiddinga en maakt hij daardoor vrede, nadat over Doedo's voogdij jarenlang strijd was geweest. Kort daarop wordt hij, volgens dezelfde bron, gevangen genomen door graaf Gerhard van Oldenburg.


Het wapen van de Huninga's.
Eerst na lange tijd wordt hij op een groot rantsoen uit gevangenschap ontslagen en sterft hij in 1505. Wat hem betrekt bij een oorlog met Gerhard van Oldenburg (die echter reeds in 1483 door zijn zoon Johan als graaf wordt opgevolgd, maar eerst in 1500 sterft) is niets bekend. Deze Gerard moet in ieder geval de zoon zijn geweest van graaf Dirk van Oldenburg die huwt met Aldelheid van Oldenburg-Delmerhorst en in een tweede huwelijk met Hedwig van Holstein en is graaf sinds 1448.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonker Ayolt Eppens*1449 Dallingeweer, Gem. Termunten †1494  45



Bronnen:
1.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S678
2.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S674


Foske Wind
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Foske Wind, geb. te Winschoten [Gr] in 1851, Overlijdens aangifte op dinsdag 22 jun 18581, ovl. (ongeveer 7 jaar oud) te Scheemda [Gr] op maandag 21 jun 18581.



Bronnen:
1.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 46, gem. Scheemda., S345
2.Burgerlijke stand (Genlias): Groninger Archieven, aktenummer 31., S89
3.Burgerlijke stand, akte nr.88, gemeente Scheemda., S196


Foske Hillinga
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Foske Hillinga, geb. te Winschoten [Gr] in 1868, dienstbode, Overlijdens aangifte op dinsdag 25 feb 19301, ovl. (ongeveer 62 jaar oud) te Arnhem [Ge] op zondag 23 feb 19301.

tr. (resp. ongeveer 32 en ongeveer 30 jaar oud) te Arnhem [Ge] op woensdag 7 feb 1900
met

Hendrikus Albertus Hekkers, zn. van Gerrit Jan Hekkers en Johanna Roering, geb. te Arnhem [Ge] in 1870, Zonder, Overlijdens aangifte op dinsdag 11 okt 19215, ovl. (ongeveer 51 jaar oud) te Arnhem [Ge] op maandag 10 okt 19215.


Bronnen:
1.Genlias, Burgerlijke stand. Aktenummer: 142, S207
2.Huwelijksakten Dordrecht 1893 van Anna, S147
3.Algemene bron, S201
4.Genlias, Burgerlijke stand. Aktenummer: 29; toeg.Nr.: 0207; invl.Nr.: 183 ., S204
5.Genlias, Burgerlijke stand. Aktenummer: 690, toeg.Nr.: 0207, S208


Foske Nn
Foske Nn.



Bronnen:
1.NGV-Bbs, S749
2.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 104:256 (1987), S640
')}