Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Johannes Leonardus Struijk
Johannes Leonardus Struijk.

relatie
met

Anna Jilleba.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje Jacoba*1857 Vlissingen [Ze] †1926 Vlissingen [Ze] 69


Johannes Theodorus van der Meer
Johannes Theodorus van der Meer.

relatie
met

Adriana Maria Offermans.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna Petronella Margaretha Jospha Antonia*1898 Naaldwijk [Zh] †1980 Leidschendam [Zh] 82


Johannes Wilbrordus Walker
Johannes Wilbrordus Walker, geb. te Groningen [Gr] in apr 1832, Overlijdens aangifte op maandag 31 dec 18321, ovl. (8 maanden oud) te Groningen [Gr] op zaterdag 29 dec 1832 Overleden leeftijd: 8 maand.



Bronnen:
1.Burgerlijke stand (Genlias): Groninger Archieven, aktenummer 944., S124
2.Genlias, zie notitie overlijden., S55
3.Algemene bron, S61


Johannes Wilhelmus Servatius Micheal Ripperda
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Johannes Wilhelmus Servatius Micheal Ripperda, geb. te 's-Gravenhage [Zh] voor zondag 14 mei 1730, ged. te 's-Gravenhage [Zh] in de Spaansche kapel op zondag 14 mei 1730, prof. in de filosofie op het jezuïetencollege Colonia Claudia Ara Agrippinen te Colonia Claudia Ara Agrippinensium [Dui], ovl. (minstens 25 jaar oud) te Keulen in 1756 kinderloos.


Aantekeningen bij Johannes Wilhelmus Servatius Micheal Ripperda.
Daar hij en zijn halfbroer beide kinderloos sterven is de Winsumer hoofdtak van het geslacht Ripperda in de mannelijke lijn met hen uitgestorven.

  • Moeder:
    Margaretha Johanna Francisca van Cobenzel, dr. van Johann Caspar Graf von Cobenzl Etc. en Juliana Perpetua Grafin Bucelleni von Reichenberg Und Sava, geb. te Wenen, Oostenrijk op zaterdag 11 jan 1698, douairière Gräfin Ursini von Blagay, ovl. (32 jaar oud) te Den Haag op woensdag 24 mei 1730.
 



Bronnen:
1.Algemeen Doopboek Kerkelijke gemeente Groningen, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inventarisnr.: 149, Groningen [Gr], van 1706 tot 1732 (zondag 24 jul 1707)
2.Doop- en Trouwboek Oldehove, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, inv.nr. 345, folio 48v, van 1661 tot 1811 (zaterdag 5 mrt 1735)
3.DTB boek Kerkelijke gemeente Bedum, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Deelnr.: 17, Rooms Katholiek, Bedum [Gr], van 1680 tot 1811 (dinsdag 19 mei 1716)


John Hunnef
in
Genealogie van Hendrik van der Kruijs.
Genealogie van Melchior Borchart.
Parenteel van Hendrik van der Kruijs.
Parenteel van Melchior Borchart.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

John Hunnef, geb. op maandag 18 mei 1931, ovl. te Barrie, Ontario, Canada.

tr.
met

Johanna Gerarda (Jo) van der Kruijs, dr. van Petrus (Piet) van der Kruijs en Moetje (Moutje) de Vries, geb. op donderdag 12 mei 1932.

 



Aantekeningen bij Johanna Gerarda (Jo) van der Kruijs.


Johnnes Wildeboer
Johnnes Wildeboer, geb. te Groningen [Gr] op donderdag 3 dec 1846, Kuiper.

tr. (beiden 28 jaar oud) te Groningen [Gr] op zondag 16 mei 1875
met

Pieterje Plat, dr. van Lammert Aaldriks Plat en Hindertje Pieters Holthuis, geb. te Nieuweschans [Gr] op woensdag 1 jul 1846, Dienstmeid, ovl. (49 jaar oud) te Groningen [Gr] op vrijdag 20 sep 1895.


Imel De Jonge von Embden
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Imel De Jonge Abdena von Embden, geb. te Emden (Dld) circa 1385, Emden (Dld), ovl. (ongeveer 70 jaar oud) te Hamburg circa 1455.

relatie
met

Fossa Ukena von Brokum, dr. van Focko Ukena en Theda von Rheide, geb. circa 1386.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinsta Abdena*1348     


Ayolt Huninga van Oostwold
 
in
Genealogie van NN Hunigue.
Genealogie van Tyacko Tiddinga.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Ayolt Eppens Huninga van Oostwold, geb. te Dallingeweer, Gem. Termunten circa 1449, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 1494.



Aantekeningen bij Ayolt Eppens Huninga van Oostwold.
Door Van Rhemen wordt hij 'enige hoofdeling' te Oostwold genoemd. De benaming 'hoofdeling' kan echter niet juist zijn omdat de daarvoor noodzakelijke eigendom van heerlijke rechten -in casu althans een deel in het oorspronkelijk ommegaande rechterschap- ontbreekt in het Oldambt. De stad Groningen oefent in die tijd namelijk de heerlijke rechten uit. Desondanks blijft men -en dus ook wij- de titel 'jonker' gebruiken. Hij huwt met Ebbe, enige erfdochter van Doedo Tiddinga. Ze overlijdt na een huwelijk van een half jaar in 1494. De alliantie Huninga-Tiddinga wordt bevestigd door kwartieren van zijn kleinzoon en diens kinderen. Aylcko sterft een half jaar na zijn huwelijk en heeft zijn zoon dus nooit gezien.
Van Rhemen vermeldt voorts het huwelijk van Ebbe, 'enige erfdochter' van Doedo Tiddinga in 1493/94 met Ailco Huninga. Door dit huwelijk komt - aldus de mededeling bij van Rhemen - een einde aan de strijd, destijds ontstaan over de momberschap door Doedo. In Ebbe Tiddinga ziet men, gezien het feit dat de Huninga 's behalve te Oostwold ook gegoed zijn in de omgeving van Termunten, waartoe Dallingeweer behoort, een dochter van Doedo Boeles Tiddinga. Ze zal ca. 1470 zijn geboren. Een van de achterkleinzoons Huninga draagt de voornaam Doedo.

  • Vader:
    Eppo Hemmens Huninga van Oostwold, zn. van Hemmo Upkes Huninga en Gedeka Weijnga, geb. te Oostwold (Old.) circa 1430, ovl. (ongeveer 75 jaar oud) in 15051, tr. (resp. ongeveer 40 en ongeveer 47 jaar oud) circa 1470.
 

tr. (resp. hoogstens 45 en hoogstens 24 jaar oud) voor 1494 Het huwelijk heeft in ieder geval plaats gevonden tussen 1493 en 1494. Ayolt huwt de enige erfdochter van Doedo Tiddinga. Ze overlijdt na een huwelijk van een half jaar in 1494. Dealliantie Huninga-Tiddinga wordt bevestigd door kwartieren van zijn kleinzoon en diens kinderen. Het huwelijk tussen Aylcko en Ebbe maakt een einde aan de vijandschap tussen de Huninga 's en de Tiddinga's. Van Rhemen vermeldt het huwelijk van Ebbe, "enige erfdochter" van Doedo Tiddinga in 1493/94 met Ailco Huninga. Door dit huwelijk komt - aldus een mededeling bij van Rhemen - een einde aan de strijd, destijds ontstaan over de momberschap door Doedo. In Ebbe Tiddinga ziet men, gezien het feit dat de Huninga 's behalve te Oostwold ook gegoed zijn geweest in de omgeving van Termunten, waartoe Dallingeweer behoort (elders wordt hier Woldendorp genoemd), een dochter van Doedo Boeles Tiddinga. Ze zal ca.1470 zijn geboren. Een van de achterkleinzoons Huninga draagt de voornaam Doedo, kerk.huw. in 1494
met

Ebbe Doedes Tiddinga Tho Dallingeweer, dr. van Doedo Boelens Tiddinga en NN Nn, geb. te Dallingeweer, Gem. Termunten circa 14704, ovl. (hoogstens 24 jaar oud) voor 1494.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonker Aylcko (Aylckens) Eppens*1494  †1567  73



Bronnen:
1.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S674
2.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S678
3.Http://www.De-Wit.Net/genovs/dejonge.Html, S794
4.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S681

Dossier:

Bonno Huninga van Oostwold
 
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Bonno (Bonne) Sebens (Sebes) Huninga van Oostwold, geb. te Beerta [Gr] circa 1630 (elders wordt circa 1625 genoemd)2, landbouwer op de Huningaheerd te Beerta [Gr]3, woont op de Huningaborg te Beerta Status van 1667 tot 1692, jonker, Heer van de Huningaborg te Beerta [Gr] van 1693 tot 1693, ovl. (minstens 66 jaar oud) te Beerta [Gr] tussen woensdag 7 mrt 1696 en dinsdag 22 feb 1689 1.



Aantekeningen bij Bonno Sebens Huninga van Oostwold.

Relatie steenhuis Ulda en steenhuis Beerta.
Ulsda is een gehucht in de gemeente Reiderland in de provincie Groning en (Nederland). Het ligt tussen de spoorlijn Groningen - Nieuweschans en de autoweg A7. Direct aan de andere kant van de A7 ligt Klein Ulsda dat echter niet in Reiderland ligt, maar in de gemeente Bellingwedde.
Ulsda ligt op een zandafzetting in het kleigebied van het Oldambt. Door die ondergrond bleef het ook tijdens de grootste uitbreiding van de Dollard droog, het was in die tijden, de periode 1450 tot 1600 een eiland in de Dollard.
Volgens de overlevering heeft op het eiland ook een klooster gestaan. Dit berust echter op een misverstand. De stenen van dit vermeende klooster zouden zijn gebruikt zijn bij de bouw van de kerk van Beerta, maar de de stenen waren echter afkomstig van de kerk van Ulsda, die in 1462 werd afgebroken. Ulsda was ook de zetel van een steenhuis, waarvan men in de negentiende eeuw de resten had gevonden tussen Ulsda en de Bult. In het waterstaatsverdrag met het jaartal 1420 wordt Wyawert Hayens genoemd als hoofdeling in Ulsda. Waarschijnlijk is hij dezelfde als Liwert Hayens in het verdrag met het jaartal 1391, die dan als zetel 'Berda', Beerta heeft. Het steenhuis in Beerta ofwel het steenhuis in Ulsda heeft Exterhuis of Oud-Exterhuis geheten. Er is namelijk een relatie tussen beide steenhuizen en de Eexter hoofdelingenfamilie Tiddinga. Voordat de Huninga's in Beerta kwamen was hun steenhuis bewoond door Tiddinga. 'Exterhuis' wordt veelal genoemd onder de verdronken dorpen in de Dollard, maar ook dit berust waarschijnlijk op een misverstand.
Ulsda is samen met Wedde, Vlagtwedde, Onstwedde, Winschoten en Bunde één van de oudste nederzettingen in het gebied. De oudst bekende schrijfvorm van Ulsda is 'Olswida', dat gezien de suffix -wida ouder is dan de toponymen met suffices -lee/-loo en -wolda.


Bonno Huninga en Sijpke Fockens.

- Van 1666 tot 1668, mogelijk tot 1672, bezit Jonker Bonno Huninga van Oostwold een boerderij aan de Molenstraat 66 te Scheemda (BWO 21). Hij verhuist vervolgens naar Beerta, waar hij als Heer op de Huningaborg heeft gewoond van 1667 tot 1692 (BBB 21). Hij wordt hier 'jonker' genoemd.
In Groningen was "Joncker" de titel van een hoveling. In Friesland en Groningen was het de bezitter van een borg, die zich in de loop der tijd en allerlei heerlijke rechten wist toe te eigenen. Oorspronkelijk woonden ze in een boerderij, later werd dit een borg, of zoals elders een adelijk kasteel. Tot de 16e eeuw komt alleen de titel "hoofdling" voor, daarna noemden ze zich liever "Jonker". De hovelingen hebben geleidelijk de macht en heerschappij in de Ommelanden aan zich getrokken, maar zij verloren veel van hun gezag onder de Centrale Regering van Karel V.
(Bron: Boerderijenboek Wold-Oldambt).

woont Huningaheerd, Beerta [Gr] van 1667 tot 1692, tr. (resp. ongeveer 37 en minstens 19 jaar oud) te Beerta [Gr] op zaterdag 2 apr 1667, kerk.huw. te Beerta [Gr] op zaterdag 2 apr 1667
met

Sypke (Sijpke) Fockens Meininga, dr. van Focko Elties en Censkes Wyardts, geb. te Eexta, Gem. Scheeemda voor apr 1648, ged. te Eexta, Gem. Scheeemda op vrijdag 3 apr 16487, ovl. (ongeveer 44 jaar oud) voor woensdag 29 okt 1692 (7 mrt 1697)5.

Aantekeningen bij Jonker Bonno Sebens Huninga van Oostwold en Sypke Fockens Meininga


Over hun kinderen
Sommige onderzoekers noemen slechts 7 van hun kinderen, namelijk Censke (1673), Zebo (1673, Focco (1675), Bouwina (1677), Jan (1680), Anna (1684) en Sebo (1686). Daarbij zouden Censke en Zebo een tweeling kunnen zijn, maar dit kan niet worden aangetoond. Ook komen soms alleen Bouwina, Anna, Focco en Zebo voor.
Bij nader inzien vinden we echter nog twee kinderen, namelijk een Ailko (1688) en een derde Sebo (1683). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat met Zebo een Sebo wordt bedoeld. Deze namen komen namelijk voor in de doopregisters van Beerta.
Het kan ook zijn dat Sebo (1673) door sommigen domweg wordt overgeslagen, omdat deze mogelijke tweelingbroer van Censke bij de geboorte overleden zal zijn, terwijl broer Ailko slechts 16 jaar oud is geworden. Ook vinden we de toevoeging 'Bonnes' bij een groot aantal onderzoekers niet terug.
In ons geval hebben we er voor gekozen alle namen zoveel mogelijk voluit aan te geven.

Huwelijksvoorwaarden en overdrachten
Huwelijkscontract 02-04-1667, Eexta, gem. Scheemda: Genoemd worden hun kinderen: Censke Huninga ; Sebo Huninga ; Focco Huninga ; Bouwina Huninga ; Jan Huninga ; Sebo Huninga ; Anna Huninga ; Sebo Huninga ; Ailko Huninga.
Bij het aangaan van huwelijksvoorwaarden ontvangt hij van zijn moeder 80 a 90 deimt land te Blijham, geëërfd van haar ouders. Aan zijn zijde compareren zijn moeder en beide zwagers, aan de hare de zijlvest Eltio Hind rix als grootvader, Ds Henricus Walrix als oom, Hindrick Mennens, Dr Abraham Huisman en Aelrich Heerens als neven.
Fol.528 - 21 juli 1670: Vrou Tija Tiddinga, weduwe Huninga leentvan Eggo Hommens en Ettjen Phoebens (ehel.) 400 car.gld. à 5%. Borgen: jr. Bon no Huninga en vrou Sijpke Fockens (ehel.) en de edele manhafte Bernhardt Heckman, lieutenant, Getuigen: mr. Jan Wijllems en mr. Pieter Mattheus Beerta
Fol.106 - 9 april 1678: Vrouw Tia Tiddingha, weduwe Huningha, jr. Philips Daniel Finck en Ettien Huningha (ehel.), geassisteerd door jr.Dodo Allardt Huningha, jr. Bonno Huningha en zijn vrouw, Joannes v. Lünen der beijden rechten doctor als voogd over de nagelaten kinderen van wijlen capitein Bernhardt Heckman bij juffrouw Bouwina Huningha, jr. Eppo Huningha, ca. 29 jaar, mede geassisteerd door jr. Dodo Allardt Huningha, ze hebben hun onderlinge ruzie tot een einde gebracht m.b.t. de koop vanhet sterfhuis schuur etc. Jr. Finck zal behouden het land zoals hij bezit ter grootte van 67 deimt. De kinderen van kapitein Heckman zullen aan zich behouden 60 deimt land in Midwolderhamrik, zoals hun moeder tot bruidsschat heeft meegekregen. Jr. Bonno Huningha en zijn vrouw verkrijgen degehele huisheerd, ten noorden tot aan het ruige veen, ten oosten Tonnis Hermans en Geert Hermans, ten zuiden tot aan de Heeresloot, ten westen Eghbert Swijcke ns als meier van raadsheer van Gockinga. M.u.v. 24 deimt waar van artikel 4 nader sal worden gementioneert met de gehele behuizingen schuur met het duivehuis, tevens het kerckgestoelte en begraffenisse soo sijn ouder en hebben gebruickt, waarvan de eigendom zal blijven bij jr. Bonno Huning ha en Sijpke Fockens (ehel.). De heerd te Blijham zal van jr. Bonno Huningha naar Tia Tiddingha weduwe Huningha gaan ter afdoeningvan gezamenlijke schulden. Jr. Eppo Huningha zal in de huisheerd genieten 24 deimt bruikbaar land, welke door jr. Bonno Huningha en zijn vrouw meierwijze zullen worden gebruikt, per deimt jaarlijks 4 daler huur. Bovendien zal jr. Eppo Huningha genieten het Hamsterhof, zoals door de erfgenamen van Lui Peters wordt gebruikt, geschat op 42 deimt. Bepaald wordt dat Tia Tiddingha, weduwe Huningha, 2 kamers zal mogen bewonen samen met haar ongetrouwde zoon jr. Eppo Huningha bij haar zoon jr. Bonno Huningha,met vrije brandt. Het veen is buiten de verdeling gebleven. Getuigen: Peter Peters en Hinrick Ockes.
Beerta: Fol.159 - 2 augustus 1693: jr. Bonno Huninga, voor zich zelf en als leg.tut. over zijn minderjarige kinderen, verkoopt aan koopman Geert Hermans Hesse sijn sekere stuck boven of uitgegraven veenlandt soo geleg en is in de oude Beerta in de noorteinde van dien heerdt soo de coper voor desen van de vercoperen heeft gecoft. Ten noorden Finsterwolder swett en oosten Ocko Jans, ten zuiden de koper, ten westen de verkoper met zijn laan. Prijs: 300 car.gld. Getuigen: Mentko Wijpkes en Gerrit ter Brüggen.
Beerta: Fol. 442 - 24 november 1698: Luitenant jr. Jacob Heckman, Focko Waldrix en Hero Hommes voogden over de minderjarige kinderen van wijlen jr. Bon no Huninga en vrouw Sijpke Fockens, anders Huninga (gew.ehel.) met Geert Tonnis Hesse en Censke Huninga (ehel.) vanwege geleverde waren aanhet huis van jr.Bonno Huninga schuldig te zijn aan koopman Reindt Gerrits en Ja ntjen Claessen (ehel.) in de Beerta 600 car.gld. à 4:%. Getuigen: Tonnis Evers en Riendelt Ockes.
Beerta: Fol. 79 - 7 december 1691: Jr. Bonno Huninga, geassisteerd door zijn neef jr. Philips Reinhardt Finck, maken een akkoord met Tjaetjen Remkes, weduwe van Otto Holst, geassisteerd door haar schoonzoon Reentko Reens. Jr. Bonno Huninga is schuldig aan Tjaetjen Remkes 1200 car.gld, dit bedrag komt voort uit de volgende posten 450 car.gld, zoals voorkomt in het rekenboek van wijlen Andries Holst, dd. 13 september 1682. Een obligatie van 15 maart 1688 ter grootte van 150 car.gld. nog wegens achterstallige schatting 229 car.gld. Wijders noch wegens een obligatie van 200 carol.gl. Soo Otto Holst sal. voor de heer Huninga wegens Pieter Pieters van Stapelmoer an Jan Post hadde betaelt. Verder 60 car.gld. rechtskosten. Achterstallige rente, 75 gld, en boekschulden 36 car.gld. Om te begin nen zal de jonkheer over het bedrag 5% rente betalen. Getuigen: Corneli us Vegter en Gerrit ter Brüggen.
Beerta: Fol.128 - 29 oktober 1692: Geert Tonnis Hesse nom.ux. in qlt. mede-erfgenaam van wijlen Sijpke Fockens, gewezen huisvrouw van jr. Bonno Huininga, geeft een volmacht aan dr. F.Sijbinga om uit zijn naam tot een akkoord te komen met jr. Bonno Huninga m.b.t. de nalatenschap van Sijpke Fockens.
Beerta: Fol.159 - 2 augustus 1693: Jr. Bonno Huninga, voor zich zelf en als leg.tut. over zijn minderjarige kinderen, verkoopt aan koopman Geert Hermans Hesse sijn sekere stuck boven of uitgegraven veenlandt soo gel egen is in de oude Beerta in de noorteinde van dien heerdt soo de coper v oor desen van de vercoperen heeft gecoft. Ten noorden Finsterwolder swet, ten oosten Ocko Jans, ten zuiden de koper, ten westen de verkoper met zijn laan. Prijs: 300 car.gld. Getuigen: Mentko Wijpkes en Gerrit ter Brüggen.
Beerta: Fol. 275 - 19 juni 1695: Jr. Bonno Huninga leent van Reindt Ebe ls, Cornelius Jans en Tiapko Poppens, voogden over de kinderen van wijl en Meerten Ebels en Trijnje Jans (gew.ehel.), 250 car.gld. à 5%. Borg: jr. Eppo Huninga. Getuigen: jr. Ph.Reinhardt Finck en Haiko Thomas.
Beerta: Fol. 284 - 20 november 1695: Jr. Bonno Huninga is schuldig aan Tjaedtjen Remkes, weduwe van Otto Holst 300 car.gld. à 5%, vanwege geleverde waren, zoals reeds geleverd tijdens het leven van jr. Bonno Huninga´s vrouw Sijpke Huninga´s leven. Getuigen: jr. Phil.Reinhardt Finck en Haicko Thomas.
Beerta: Fol. 285 - 20 november 1695: Jr. Bonno Huninga en Eppo Huninga met juffer Tijtsia Heckmans, mede voor haer beide broers Jacob en Sebo Hermans. Verklaren ieder voor een derde deel schuldig te zijn aan Tjaedtje Remkes, weduwe van Otto Holst, 260 car.gld. à 5%. Afkomstig van niet berekende schuld van wijlen Tjade Tiddinga, weduwe Huninga, moeder en grootmo eder van de comparanten. Zie: 13 september 1682. Getuigen: jr. Phil.Reinh ardt Finck en Haicko Thomas.
Beerta: Fol. 410 - 4 maart 1698: jr. Bonno Huninga, voor zichzelf en als leg.tut. voor zijn onmondige kinderen, leent van Focko Waldrix en Hindrick Jans, opsienderen van de kerk in de Beerta 100 daler à 5%. Getuigen: Marten Beerents en Tonnis Evers.
Beerta: Fol. 442 - 24 november 1698: Luitenant jr. Jacob Heckman, Foc ko Waldrix en Hero Hommes voogden over de minderjarige kinderen van wijl en jr. Bonno Huninga en vrouw Sijpke Fockens, anders Huninga (gew. ehel.) met Geert Tonnis Hesse en Censke Huninga (ehel.) vanwege geleverde waren aan het huis van jr.Bonno Huninga schuldig te zijn aan koopman Reindt Gerrits en Jantjen Claessen (ehel.) in de Beerta 600 car.gld. à 4:%. Getuigen: Tonnis Evers en Riendelt Ockes.

Verdere info:
Op 25 sept. 2015 lees ik in de stamboom van Swijgman en Feiken(s) nog de volgende informatie, welke nog nagetrokken moet worden op juistheid:
From 1666 to 1668 and possibly 1672, Jonker Bonno Huninga van Oostwold occupied the farm at Molenstraat 66 in Scheemda (BWO 21) and then moved to Beerta where he lived as Lord on the Huningaborg from 1667 to 1692 (BBB 21).
In Groningen was "Joncker" de titel van een hoveling. In Friesland en Groningen was het de bezitter van een borg, die zich in de loop der tijden allerlei heerlijke rechten wist toe te eigenen. Oorspronkelijk woonden ze in een boerderij, later werd dit een borg, of zoals elders een adellijk kasteel. Tot de 16e eeuw komt alleen de titel "hoofdling" voor, daarna noemden ze zich liever "Jonker".De hovelingen hebben geleidelijk de macht en heerschappij in de Ommelanden aan zich getrokken, maar zij verloren veel van hun gezag onder de Centrale Regering van Karel V.
More About Jonker Bonno Huninga van Oostwold:
Occupation: Landbouwer.

Uit dit huwelijk 9 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Censke Bonnes*1673 Beerta [Gr] †1722  49
Sebo Bonnes*1673 Beerta [Gr] †1686 Beerta [Gr] 12
Focco Bonnes*1675 Beerta [Gr] †1705  30
Bouwina (Bouwe) Sebens*1677 Beerta [Gr] †1722 Beerta [Gr] 4514 
Jan Bonnes*1680 Beerta [Gr] †1705 Beerta [Gr] 25
Sebo Bonnes*1683 Beerta [Gr] †1705  21
Anna Sebes*1684 Beerta [Gr]    
Sebo Bonnes*1686 Beerta [Gr] †1705 Beerta [Gr] 18
Ailko Sebes*1688 Beerta [Gr] †1705 Beerta [Gr] 16



Bronnen:
1.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S679
2.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S678
3.Boerderijenboek Wold-Oldambt, S560
4.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm; Boerderijenboek Be erta, S698
5.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S674
6.Van Bouwe naar Bouwina (Antonia Veldhuis - p.33); Boerderijenboek Wold-Ol dambt, S792
7.Menne GLAS - NGV-Bbs, S633

Dossier:


Eppo Huninga van Oostwold
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Eppo Aylckens Huninga van Oostwold, geb. te Oostwold, Gem. Midwolda circa 15603, is bewoner van 'het Olde Steenhuis' te Oostwold. Woldendorp [Gr], ovl. (ongeveer 77 jaar oud) te Beerta [Gr] op zondag 6 sep 16371, begr. te Woldendorp, Gem. Termunten 2.


Aantekeningen bij Eppo Aylckens Huninga van Oostwold.
Ook Eppo Aylckens Huninga komt meestal slechts onder patroniem voor. De naam Huninga vinden we bij hem voor het eerst wanneer professor Johan Huninga, zijn zoon, op 23 dec 1619 optreedt als volmacht voor zijn ouders Eppo Ailke Huninga en Etjen Engelken.
Eppo die ca 43 jaar jonger is dan zijn broer Lupko, komt voor het eerst als Eppe Aylckens voor op 1 okt 1585, wanneer zijn eis tegen Tyacko Wypkens ten landrechte wordt verwezen.
Hij woont te Woldendorp, waar hij 5 mrt 1596 als kerkvoogd aanzweert. Hij is het ook die daar de borg heeft bewoond, waarvan de plaats is gelocaliseerd.
Met Eltye Johan Coerdts komt hij in 1608 en 1609 als kerkvoogd te Woldendorp voor. Niettemin heeft hij ook relaties met Oostwold, voor welk kerspel hij op 28 nov 1601 als volmacht optreedt. Kerkvoogd te Woldendorp is hij op 15 mrt 1616; als we hem daar woonachtig vinden op 10 febr. 1613 en 1 mrt 1617. In 1620 blijkt Eppo Aylckes Huninga land te bezitten te Midwolderhamrik, op 10 juli 1624 ook te Oostwolderhamrik. Op 23 jan 1630 komt hij voor als Eppo Aeilkens Huninga van Oostwold. De toevoeging van 'Oostwold', ook bij zijn nakomelingen veelvuldig voorkomend, kan niet steunen op de heerlijke rechten te Oostwold. Een dergelijke toevoeging is uniek onder Oldambtster geslachten in de 17e eeuw.
Of Eppo van Woldendorp naar de Huningaborg te Oostwold is verhuisd, is onbekend. Hij en zijn vrouw worden beide wel te Woldendorp begraven. Hun zerken zijn nog steeds te vinden in de toren van de kerk te Woldendorp.
Op 21 mei 1603 wordt Eppo Aylckens genoemd als voormond over de kinderen van wijlen Lupko Aylckens, in 1607 Eppo Aylckens te Woldendorp als voormond over "Sybelken onnoesel broeder". Sybelko was -waarschijnlijk de oudste- zoon van voornoemde Lupko.
Op 28 april 1604 wordt behandeld een appel van de sententie dd 19 jan. 1604 van de drost te Wedde tussen Eppe Aylckens namens zijn vrouw Etke ener- en Luppe Geerts en Edzard Jeyens te Bellingwolde en Sypko Boeles te Blijham, voorstanders over Esse, jongste kind van wijlen Menso Johan Engelkens en Anna te andere zijde. Menso woont te Blijham en is op 7 okt. 1601 nog in leven.

  • Vader:
    Aylcko (Aylckens) Eppens Huninga, zn. van Ayolt Eppens Huninga van Oostwold en Ebbe Doedes Tiddinga Tho Dallingeweer, geb. in 14944, hoofdeling te Oostwold [Gr], hoofdeling te Leermens [Gr], kerkvoogd te Oostwold [Gr], woont te Oostwold, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) in jan 15675, tr. (2) met Theda Tiddens Ewesma. Uit dit huwelijk 4 kinderen, relatie (1).
 

tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 21 jaar oud) circa 1582
met

Etke (Etta, Ettien) Johans Engelkens, dr. van Johan Engelken en Else Bunninga, geb. te Vriescheloo [Gr] circa 15611, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te Beerta [Gr] op vrijdag 12 sep 16251, begr. te Woldendorp, Gem. Termunten 7, tr. (2) met Sebo Luwerts Bunninga. Uit dit huwelijk een dochter.


Aantekeningen bij Etke (Etta, Ettien) Johans Engelkens.
Op haar graf in Woldendorp wordt ze Etke Engelken Van Vriescheloo genoemd.
Haar grafsteen bevindt zich in de kerk van Woldendorp.
Etta of Etke Engelken van Vriescheloo (aldus genoemd op haar grafzerk te Woldendorp, is eerst gehuwd geweest met Sebo Luwers (Bunninga), waarvan een dochter Wije Sebes, die o.m. "Ettien Engelken Huininga venne" te Blijham bezit. Etke zal ca 1582 zijn hertrouwd. De aanduiding "van Vriescheloo" zal naar analogie zijn van "Oostwold", net als bij haar man en betekent niets meer dan dat zij afkomstig is uit Vriescheloo.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aylcko Eppens*1583  †1641  58
Prof. Dr. Johannes Eppius Huninga*1584 Oostwold, Gem. Midwolda †1639 Groningen [Gr] 55
Auke Aurelia*1587 Oostwold [Gr]    
Tiddo (Tidde) Eppens*1590 Oostwold [Gr] †1667 Delfzijl [Gr] 77
Jonker Bonno Eppens*1600 Oostwold [Gr] †1640 Woldendorp [Gr] 40
Doedo Eppens*1580  †1626 Groningen, Martinikerk 46
Jonker Sebo Eppens*1605 Oostwold, Gem. Midwolda †1661 Beerta [Gr] 56



Bronnen:
1.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S678
2.Website Geuko Hendrik Schuur, S562
3.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:16 (Table III) 1980, S699
4.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S682
5.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S674
6.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97: 229, 1980
7.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:230 (1980), S686

Eppo Huninga van Oostwold
 
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.

Eppo Hemmens Huninga van Oostwold, geb. te Oostwold (Old.) circa 1430, ovl. (ongeveer 75 jaar oud) in 15051.



Aantekeningen bij Eppo Hemmens Huninga van Oostwold.

Bij mandaat van 30 juni 1488 wordt met anderen (o.a. Luwert Tiddinga te Midwolda) door de stad Groningen tot betaling van een "restant" genoemd Eppe Hemmens. Verder is hij oorkondelijk niet aangetroffen.
Volgens Hommes is hij gehuwd met Fosseta Mensenborch.Volgens van Rhemen bracht Eppo een huwelijk tot stand tussen zijn zoon en de enige dochter van Doedo Tiddinga en maakt hij daardoor vrede, nadat over Doedo's voogdij jarenlang strijd was geweest. Kort daarop wordt hij, volgens dezelfde bron, gevangen genomen door graaf Gerhard van Oldenburg.


Het wapen van de Huninga's.
Eerst na lange tijd wordt hij op een groot rantsoen uit gevangenschap ontslagen en sterft hij in 1505. Wat hem betrekt bij een oorlog met Gerhard van Oldenburg (die echter reeds in 1483 door zijn zoon Johan als graaf wordt opgevolgd, maar eerst in 1500 sterft) is niets bekend. Deze Gerard moet in ieder geval de zoon zijn geweest van graaf Dirk van Oldenburg die huwt met Aldelheid van Oldenburg-Delmerhorst en in een tweede huwelijk met Hedwig van Holstein en is graaf sinds 1448.

tr. (resp. ongeveer 40 en ongeveer 47 jaar oud) circa 1470
met

Fosceta (Fossetta) Mensenborch, dr. van NN Nn en NN Nn, geb. circa 1423.


Aantekeningen bij Fosceta Mensenborch.
Zij zal verwant zijn aan de broers Nonno, proost te Weener. 'Heer Nonno povest tho Weener tho Wynschoten' geboren, zoals in 1464 vermeld wordt, komt ook op 2 nov. 1476 als Nomno Folperti de Winschoten, proost en cureet in Hatzum en Weener voor. Hij schenkt dan aan het klooster te Ter Apel voor zijn zieleheil en dat van zijn ouders Folpertus en Dyure een jaarlijkse rente en aan Occo Mensenborch, priester te Termunten (overleden als pastoor te Groot Termunten in 1500).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonker Ayolt Eppens*1449 Dallingeweer, Gem. Termunten †1494  45



Bronnen:
1.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S674
2.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S678

Dossier:


Hemmo Huninga van Oostwold
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Hemmo Doedes Huninga van Oostwold, geb. te Deventer [Ov] op zaterdag 22 mrt 1625, heer van Engelum en Jellema1, student te Groningen [Gr] vanaf maandag 9 sep 1641, ovl. (ongeveer 22 jaar oud) circa mrt 1648.

tr. (beiden hoogstens 21 jaar oud) te Groningen [Gr] voor dinsdag 22 mei 1646
met

Justina Allartsdr Gayckinga, dr. van Allard Gayckinga van Ter Borch en Jellema en Catharina Ringels, geb. te Warfhuizen [Gr] in 1625, erfdochter van Jellema Borg, te Zuidhorn [Gr], ovl. (ongeveer 47 jaar oud) in 1672, tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 23 jaar oud) (2) te Oldehove [Gr] op woensdag 17 sep 1653 met Asinga Christoffersz van Ewsum, zn. van Christoffel Baltharsz van Ewsum en Nn, geb. te Zuidhorn [Gr] in 1630, compareert voor Oldehove op de landdag vanaf 1650, hij wordt Asinga tot Engelum genoemd in 1657, komt voor als heer van Englumborg (Tot Engelum) Englumborg, Oldehove [Gr] in 1662, hij is heer Jellema Borg, in 1672 (verkoopt de borg in 1672 aan Derck Clant), ovl. (ongeveer 39 jaar oud) in 1669. Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Aantekeningen bij Justina Allartsdr Gayckinga.
Uit de 16e eeuw (voor 1576) is een akte bewaard, die waarschijnlijk betrekking heeft op een borg. Ze bevat eenruilovereenkomst tussen Tako Aykema en zijn vrouw Anna ter ene en Johan Sickinghe en zijn vrouw Anna Ghijsens ter andere zijde, waarbij het tweede echtpaar verkrijgt een heerd land te Engelum met 'alle gebouwvan husynghekleen ende groet', grachten, geboomten, 'myt dye langhetafell endekaste int zaell', poorten en brug, gerechtigheden, 'groeveendestoelte' in de kerk en op het kerkhof en meer. Al wordt de naam van de heerd niet genoemd, dan mogen we uit de omschrijving toch afleiden, dat we met meer dan een gewone boerderij te doen hebben.
Hoe lang Johan Sickinghe in het bezit van de heerd is gebleven, is onbekend. Wel weten we, dat hij in 1560 de Warffumborg gekocht heeft. Omstreeks 1556 komt hij voor onder de rechthebbenden in dekluft Engelum, maar van hem is dan de grietenij (gemeente) op Bennema,niet op Ulsema. Geheel duidelijk is de zaak dus niet. Opmerkelijk in dit verband is, dat in de boerderij Bennemaheerd kloostermoppen in de muur voorkomen, terwijl ten westen ervan op de oude minuut kadasterkaart grachten getekend staan.
Ulsema komt ook voor als Otsma. In 1576 woonde er een zekere Menolt. Ineen dijkrol van 1620 komen als eigenaar van de Otsmaheerd voor de erfgenamen van Joachim Ubbena en in die van 1657 Asinga van Ewsum. In hetzelfde jaar wordt deze Asinga 'tot Engelum' genoemd, terwijl hij in 1662 voorkomt als heer van Englumborg. Sinds 1650 compareerde hij voor Oldehove op de landdag. Hij was een zoon van Christoffel van Ewsum, heer van Tammingahuizen en Ten Post. In 1653 trouwde hij met Justina Gaykinge, door welk huwelijk hij misschien de borg heeft verkregen. Zij was een dochter van Allart Gaykinga van Ter Borch en Jellema en eerst getrouwd geweest met Hemmo Huninga.
De Englumheerd als borg wordt voor het eerst genoemd in 1656, tenzij de vermelding in 1634 van Luitien Gerryts, herbergier in Engelenborch, betrekking heeft op Oldehove.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Susanna Maria*1648     
Jonker Doedo Alhard*1647  †1685  38



Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw, 97:241, 1980, S690
2.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:240 (1980), S691
3.Ondertrouwboek Kerkelijke Gemeente Groningen, RHC GA, Groninger Archieven, Collectie DTB toegang 124, Groningen [Gr], van 1623 tot 1636 (begin maandag 18 sep 1623)


Hemmo Huninga
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.

Hemmo Upkes Huninga, geb. te Oostwold, Gem. Midwolda circa 1347.


Aantekeningen bij Hemmo Upkes Huninga.
Volgens Van Rhemen heeft Hemmo meegeholpen een dijk door de Dollard aan te leggen tussen Finsterwolde en het voormalige Palmar. Als volmacht van Oostwold komt in een dijkbrief van het Oldambt van 16 febr. 1441 Hemme Ubekens voor. Als Hemmo Ubekens compareert hij als volmacht voor het Oldambt op 20 mei 1454. De oratio die de betrokken overeenkomst aanhaalt noemt hem Hemmo Huninga, terwijl met hem dan voorkomen o.m. Ailco Weynga, Febo en Tyacko Poptada en Dodo Tiddinga.
In 1441 worden genoemd o.m. Remco Gogkynghen (Gockinga) te Noordbroek, Ebele Huwerdes (Houwerda?); elders wordt Luwerdes gelezen, te Meeden, Ailke Ungyngha (= Weynga) te Eexta, Ype Kampinga (=Camminga?) te Scheemda en Tyacke Popta (=Poptada) te Scheemda.
In het midden van de 15e eeuw blijken de Huninga 's, evenals reeds ca 1400, dus gegoed te zijn in Oostwold. Volgens van Rhemen huwt hij met Ideke, dochter van de van 1398 tot 1428 vermelde Menno Houwerda; Hommes daarentegen noemt als zijn vrouw Gedeke Weynga. Mogelijk ook is Hemmo tweemaal gehuwd geweest.

  • Vader:
    Upko N. Huninga (Huyningha Huningha), zn. van NN Hunigue en NN Nn, geb. te Huningue (Huningen), Alsace ten Noorden van Bazel circa 1290 In ieder geval geboren tussen 1264 en 1302, tr. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 25 jaar oud) circa 1320.
 
  • Moeder:
    Juffer Hunens, dr. van Nn Uckoborg en NN Uckoborg, geb. te Uckoborg, Jemgum, Oost-Friesland, Dld. circa 1295.
 

tr. (resp. minstens 13 en ongeveer 63 jaar oud) na 1360
met

Ideke Houwerda, dr. van Menno Houwerda en NN Nn, geb. te Oostwold [Gr] tussen 1297 en 1328.


Aantekeningen bij Ideke Houwerda.
Van Ideke Houwerda is verder niets bekend. Er bestaat rond Ideke Houwerda wel enige verwarring, omdat zijn kleinzoon later ook trouwt met een persoon met dezelfde naam.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonker Upko Hemmens*1372 Oostwold, Gem. Midwolda    
Sybke Hemmens     


Hemmo Huninga
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.

Hemmo Upkes Huninga, geb. circa 1390.

tr. (resp. ongeveer 12 en hoogstens 27 jaar oud) (1) in 1402
met

Ideke Houwerda, geb. tussen 1375 en 1420.

Aantekeningen bij Jonker Hemmo Upkes Huninga en Ideke Houwerda

Dit is een andere Ideke Houwerda geweest zijn dan de persoon waarmee zijn grootvader is getrouwd.

tr. (resp. ongeveer 35 en ongeveer 45 jaar oud) (2) circa 1425
met

Gedeka Weijnga, dr. van NN Nn en NN Nn, geb. te Eexta, Gem. Scheemda circa 1380.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonker Eppo Hemmens*1430 Oostwold (Old.) †1505  75



Bronnen:
1.Huwelijk: http://www.De-Wit.Net/genovs/de jonge.Html, S680


Sebo Huninga van Oostwold
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Sebo Eppens Huninga van Oostwold, geb. te Oostwold, Gem. Midwolda in 16051, landbouwer te Beerta, woont Huningaheerd, Beerta [Gr] van 1630 tot 1667, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) te Beerta [Gr] op vrijdag 15 apr 1661 (Sebo wordt begraven in de Hervormde Kerk van Beerta. De letterlijke tekst op zijn graf (BWO p.309):
"Anno 1661 den 15 aprillis is de Weledelgeboren en Gestrenge Joncker Sebo Huninga van Oostwolt out 56 jaeren in den Heeren Christelyck ontslaepen."
Het vertelt ons verder:
Ick heb op deser aard gestreeden
in ongemack en moeilickheeden
Ick heb geyvert voor 't gemeen
nu rust ick onder desen steen)3, begr. te Beerta, in de Kerk Aldaar op vrijdag 15 apr 16612.


Aantekeningen bij Sebo Eppens Huninga van Oostwold.
Sebo Eppens Huninga, boer Waalkens van de 17e eeuw..
Sebo is jonker en van 14 oktober 1630 tot 27 febr.1658 is hij kerkvoogd in Beerta. He is Groot Volmacht van het Oldambt en heer van de Tiddingaborg (later Huningaborg) in Beerta.
In 1651 koopt Sebo samen met luitenant Hero Idema een boerderij in Beesterhoogeen (BBB 41) van Tiako Ubbens.
In 1660 bezit Sebo 12 1/2 deimt land en een boerderij aan de Ekamperweg 5 in Finsterwolde (BWO 65). In 1706 wordt een zekere Anna, wed. van Jan Autiens genoemd als eigenares. Jan Autiens, wedman van Finsterwolde, ged. te Midwolda op 09-10-1653, is een zoon van Autie Ebens en Elske Reijnders (BBO nr. 38), geh. te Beerta op 01-04-1677, h.c. 14-03-1677 met Anna Jans van Beerta, dochter van Jan Luitkens en Haicke. Het land ligt in de uitstrek naar het zuiden van BBB 129.
Sebo zou ook een borg in Meerland bezitten. Deze borg is omgeven door een systeem van grachten. Dit bezit wordt door verschillende genealogen aangegeven, maar wordt nergens bewezen.

In 1623 wordt Sebo de bezitter van de 'Tiddingaborg' (later Huningaborg) te Beerta door de enige legitieme dochter van Doedo Tiddinga te trouwen. Hij woont daar tussen 1630 en 1667 (BBB 21). De borg is in 1857 verwoest en veranderd in een boerderij (Huningaheerd, Hoofdstraat 153 te Beerta).
Ze wonen omstreeks 1630 op de boerderij "Huningaheerd" te Oostwold, die dan nog een burcht is. Vóór die tijd is het in bezit van de Tiddinga's. Door zijn huwelijk met Tyade Doedes Tiddinga wordt hij ook bezitter van de Tiddingaborg te Beerta. Hij is daar kerkvoogd van 11 apr. 1630 tot 27 febr. 1658, waarin hij het laatst in het protocol voorkomt. Op 11 juni 1658 gelast hij de predikant te Beerta een nieuwe kerkvoogd te doen aanstellen.
Met zijn vrouw verkoopt hij een stukje land te Beerta op 19 mrt 1632 en op 28 mrt 1635, verhuurt hij land te Midwolderhamrik (geërfd van wijlen hopman Haeicko Tammens en Ike (grootouders van zijn vrouw) volgens scheidi ng tussen erfgenamen van Tammo Hayens) op 8 mei 1642, koopt land te Oostwold 16 juni 1648, verkoopt een deel in land (gekocht 26 mrt 1650) op 10 sept. 1651, verkoopt 5 deimten 12 juni 1657 en een huisplaats 24 jan. 1658 .
Hij wordt tot volmacht benoemd met Wirtio Matthiae te Eexta en Doedo Edzes te Noordbroek, als op 10 aug. 1639 een verbond gesloten wordt door de bevolking van het Oldambt tegen de aanmatiging van de Stad. Hij is in een strijd verwikkeld geweest met de stad Groningen door de zijde van de Oldambsters te kiezen tegen het graven van de Koediep. Hij komt sterk in verzet tegen de Stad Groningen, krijgt van de Ommelander Landdag te Appingedam volmacht en brengt de zaak in 1640 voor stadhouder Frederik Hendrik; de eind uitspraak valt gunstig uit voor de Stad (Groninger Encyclopedie blz.328).

In de Groninger Volksalmanak van 1901, wordt geschreven:.
"In de geschillen tusschen het Oldambt en de Stad Groningen in 1639, hebben de Oldambsters zich onder Sebo Huninga, het hoofd der alliantie, met een request gewend tot de Staten Generaal, en ervoer hij daarbij, dat het toenmalige gezegde: "Soo Emandt muchte reysen nae den Haghe om te klage, hij soude verliesen sijne krage", geen ijdele bedreiging bleek te zijn. Hij is heer op Tiddingaborg te Beerta. Deze wordt midden in den nacht door gewapende benden van den stadsdrost omsingeld. De poorten en deuren worden opengebroken en alles doorzocht, doch de bewoner wordt niet gevonden. Het doel is hem op te lichten en gevankelijk naar Groningen te brengen. Bij verstek ter dood veroordeeld, moet hijeenige tijd als balling rond zwerven, totdat eerst de Heeren der Ommelanden en vervolgens de Algemeene Staten hem 'in hunne hooge bescherming' nemen..
"In De Geschiedenis van Oost-Groningen van B.W.Blaauw lezen we op blz.98 :"Bij besluit van 22 nov. 1639 wordt Sebo door de Stad beboet met 100 mark en veroordeeld tot het verlies van de twee voorste vingers en tot onthoofding.">/i>.
Sebo Huninga Vee 6: 4 april 1678:.
zijn gecompareerd en persoonliek gecomen, de E.E. vrouw Tia Tiddingha weduwe Huningha geadsisteert van de Hooch Edel Geboorn Jr.Dodo Allardt Huningha, Jr.Philips Daniel Finck en sijn Huisvrouw Ettien Huningha voor sich selven, en mede in qlit, als vremde vooghdt over de Heer Capitein Heckmans kinderen, Jr. Bonno Huningha en vrouw Sijpke Fockens anders Huningha sijn E.E, Huisvrouw, Joannes v. Lunen der bei jden Rechten Docter in qlit, als vooghdt over de naegelaten kinderen van wijlen de manhaften en Wel-Edelen Capitein Bernhardt Heckman bij Juffrouw Bouwina Huningha geprocreert en naegelaten, zijnde nevens Jr. Finck hiertoe specialick geauthoriseert, Jr. Eppo Huningha, zijnde tegenwoordich oudt circum circa negen en twintich jaren, mede geadsiseert van den Hooch Edel Gebooren Jr. Dodo Allardt Huningha, bekennende en belijdende, dat is aengaende hare onderlinge quastie over de deilinge en wisselinge van hare Landerijen, alsmede Coop van het sterfhuis, Schuir en Duivenhuis mitsgaders plantagien in de Beerta en minnelijck en lieflijck accoordt hadden ingegaen, gedediget ende beslooten, en sulx in manieren nabeschreven Etc." is begraven in de kerk van Beerta. Op zijn graf staat (vertaald) te lezen:.
"Ik heb op dezer aard gestreden.
in ongemak en moeilijkheden.
Ik heb geijverd voor 't gemeen,.
Nu rust ik onder dezen steen".

SEBO HUNENGOA.
Omstreekst 2006 komen wij het volgende gedicht tegen, geschreven door een zekere D.S.H..
Doar ree n ridder biederhaand.
Al deur het Woldoldambsterlaand.
In vol gelop dreef e zien peerd,.
Op zied haar e zien blaanke sweerd.
Elk dei hom zag dei keek hom noa,.
De ridder Sebo Hunengoa.
In 't olle loug bie Lesterhoes.
Doar ruip e: is de smid in hoes ?.
Besloag de houven van mien peerd,.
Moar leg de iezers net verkeerd.
Van dei van grunnen, van de stad,.
Dei wazzen op het oorlogspad.
In 't vrij Oldambt, en zöchten noa.
De ridder Sebo Hunengoa.
De smid, dei sluig dou Sebo's peerd.
De iezers onder - net verkeerd.
Dou ree de ridder biederhaand.
Al deur het Woldoldambsterlaand.
In vol gelop dreef e zien peerd,.
Op zied haar e zien blaanke sweerd.
Elk dei hom zag dei keek hom noa,.
De ridder Sebo Hunengoa.
Dou stadjers kwammen op zien spoor,.
Dei zok in 't wiede veld verloor.
Dou ruipen ze: "Hom noa,Hom noa:.
De ridder Sebo Hunenhoa".
En juigen deur 't Oldambsterlaand.
Moar net noar de verkeerde kaant.

D.S.H..
Sebo Hunengoa, dei ridder biederhaand, leefde van 1603-1661. Hai was aigeoar van de Tiddingabörg in Oostwold, moar doar luit e 't nait bei. Hai kwam in verzet tegen de stad Grunnen (dei ook dou al de boas speulen wol) en kreeg doarbei steun van de Ommelander Landdag in Appingedam. In 1640 brocht hai de zoak veur Stadholder Frederik Hendrik, moar de oetsproak vuil gunsteg oet veur de stad. Dat staait aalmoal te lezen in de Grunner Encyclopedie van K. ter Laan. En ook dat Sebo Hunengoa in 1639 oet de pervinsie verbannen wuir, noadat de stadjeders vergees perbaaierd haren om de ridder gevangen te nemen (zoals in 't gedicht te lezen staait). In 1640 stuurden de Stoaten-Generoal afgevoardegden, dei de stad bevestigden in 't bestuur over 't Oldambt. De praktiek was nait zo makkelk, want in 16 43 stelde 't Oldambt n aigen regeren in. Der wuiren 300 gewoapende mann en in dainst nomen en de drost en siktoares wuiren votjagd. In 1648 gelas tten de Soaten-Generoal, dat 't Oldambt de ambtenoaren van de stad erkennen mos.
- In 1639 waren er geschillentussen het Oldambt en de stad Groningen. De Oldambsters onder leiding van Sebo als hoofd van de alliantie had zich me teen request tot de Staten Generaal gewend. Dit nam de stad niet. De Tidd ingaborg werd midden in de nacht door gewapendebendes van de stadsdrost omsingeld. De poorten en deuren werden opengebroken maar Sebo werd niet gevonden. Bij verstek ter dood veroordeeld, moest Sebo enige tijd als balling rondzwerven, totdat de heren van de Ommelanden en later de Algemene Staten hem in hoge bescherming namen. Hij is in 1661 overleden te Beerta. De grafsteen in de NederlandsHervormde Kerk te Beerta vermeldt aan weerszijden 4 wapens.
Bronnen: Ommelander Geslachten, het Geslacht Jacob Sijbolts, nr.VII-240, blz.8 18 (CBG Den Haag); Groninger Encyclopedie blz.328; Nederlandse Leeuw 19 63 jrg.80 blz.83 e.v.; Nederlandse Leeuw 1980, jrg.97 vanaf blz.243. GVA 1901.

otr. te Beerta [Gr] in 1625, tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 16 jaar oud) te Beerta [Gr] circa 1625
met

Tyade (Tia) Doedens Tiddinga, dr. van Doedo Luwerts Augustinus Tiddinga (Van Midwolde) en Bauwe Haijckens (Hayckens), geb. te Beerta [Gr] circa 1609, ovl. (minstens 73 jaar oud) te Beerta [Gr] na vrijdag 15 mei 16823.


Aantekeningen bij Tyade (Tia) Doedens Tiddinga.
Tyade Tiddinga brengt de Tiddingaborg van Beerta, de latere Huningaborg ten huwelijk mee.
Vee 6, 4 april 1678: 'zijn gecompareerd en persoonliek gecomen, de E.E. vrouw Tia Tiddingha weduwe Huningha geadsisteert van de Hooch Edel Geboorn Jr.Dodo Allardt Huningha, Jr.Philips Daniel Finck en sijn Huisvrouw Ettien Huningha voor sich selven, en mede in qlit, als vremde vooghdt over de Heer Capitein Heckmans kinderen, Jr. Bonno Huningha en vrouw Sijpke Fockens anders Huningha sijn E.E, Huisvrouw, Joannes v. Lunen der beijden Rechten Docter in qlit, als vooghdt over de naegelaten kinderen van wijlen de manhaften en Wel-Edelen Capitein Bernhardt Heckman bij Juffrouw Bouwina Huningha geprocreert en naegelaten, zijnde nevens Jr. Finck hiertoe specialick geauthoriseert, Jr. Eppo Huningha, zijnde tegenwoordich oudt circum circa negen en twintich jaren, mede geadsiseert van den Hooch Edel Gebooren Jr. Dodo Allardt Huningha, bekennende en belijdende, dat is aengaende hare onderlinge quastie over de deilinge en wisselinge van hare Landerijen, alsmede Coop van het sterfhuis, Schuir en Duivenhuis mitsgaders plantagien in de Beerta en minnelijck en lieflijck accoordt hadden ingegaen, gedediget ende beslooten, en sulx in manieren nabeschreven etc.'.

Aantekeningen bij Jonker Sebo Eppens Huninga van Oostwold en Tyade (Tia) Doedens Tiddinga


Overdrachten, verkopen, leningen en meer..
Beerta: Fol.304 - 9 mei 1635: Wesselus Dorgelo, pastoor, Sebo Huninga van Oostwold en Tiddo Reents, kerkvoogden in de Beerta, verklaren dat Evert Jans, te Norden in Oost-Friesland voor Rene, zijn vrouw, verkoopt aan WiltoIpes, principaal voormond en Swiko Eppes, vreemde voogd over Lenert Jans= ouderloze kinderen derde half voot landes liggende in Lenert Jan s' land, ten oosten Wirtjo Matthias, ten westen Poppo Aelerts en Aißo Pop kes. Prijs: 10 daler Getuigen: Jurgen Vijth en Peter van Lingen.
Beerta: Fol.325 - 6 april 1660: - copie - Jacob Jans van Cleve, impetrant, tegen Egbert Swijkens, volmacht van Beerta, en Sebo Huninga gedaagde tot condemnatie voor 50 daeler vermooge obligatie. De gedagde absolutie van impt. eijsch versoekende sustineerende dat dewijle de obligatie en respectieve assignatie waer spruitende uijt seeker donatie, so de heer graf Winkel om lutenant Meijer sulde hebben gedaen, ende deselve donatie nader hant bij rechter invalijd en crachteloos was verklaert.
Beerta: Fol.328 - 13 februari 1636: - copie - Voor B. en R. zijn verschenen Johan Huninga, onze mede-burgemeester, voor zich zelf, Johan d' Mepsche, onze stadsrentmeester, Johan Coenders, drost te Wedde, voor zich zelf, Sebo Huninga, voor zich zelf, en met last van Aijlko Huninga, ambtman in het Oldambt, Tiddo Huninga, kapitein, zijn broer, als ook volmachten van het kerspel Beerta. Asswerus Croon en Hindricus Addens, richter tot Bellingwolde, beide voor zichzelf en volmachten van Beerta en Ulsda, en Wi jnegaham van Bellingwolde, en Heuwingaham van Blijham en van Winschoten, maken een akkoord:
1- Dat om de Beerta, Bleihamster en Bellingwoltster uijterdijcken, een dijck sal worden gelecht, beginnende van Doele Richts huis schuichwaerts, na de slijck ende voorts op groene lant, oover de Beerster, Ulsder ende Bellegewolster uijterdijcken tot an Haijo Fockens huis inde Ham ofte daer omtrent, hoog ende dick na vereijes ende tot ordere den gecommitteerden. etc. etc.
5- Sullen voor onlanden worden geholden in Winschoten alle het weidelant in het Paelke, St.Vitus holt, de hooge Kleij, tot an kampen der Apeler lant, ende de noortsijt van Hero Haijkes lant booven de wech, ende de gee ne tusschen Haico Jans ende Grete Bronts snijders swette is booven de we ch in Bleiham al het geene is ten suiden van Harmen Hindrix ende in Belli ngawolde de leechlanden booven de beute.
6- Ende voor slechte landen geholden worden Boovenbuiren van Boele Roele fs suidwester swette tot an de wech bij langes het diep twe deimt teegens een, ende op suiderveen van Haico Jans snijder swette tot an Grete Brons voors. snijder swette beneden de wech ende in Bleiham van Harmen Hindr icks snijder sloot tot Feiko Snijders sloot so verre het groen ofte wei de lant is, drie deimt teegens een, ook alle hetgeene in de Beerte is boo ven de Beersterwech tot ant veen an Finsterwolder wech voor boulant word en gereekent. etc. etc. burgemeesters van Groningen: Johan Huninga, Hindr ick Schonenborch, Peter Eijsinge, Gosen Schaffer (13-2-1636).
Beerta: Fol.332 - geen datum - copie: - Wiert Tiarx, Tiarck Tiarx en Hero Haikes, volmachten van Winschoten, Oomke Aijses en Boele Sijpkes, volmachten van Blijham, imptr. en Sebo Huninga, Haico Louwerts, Swijko Eppe ns volmachten van Beerta er wordt een compromis gesloten dd. 9 augustus jongest waarbij geregeld wordt hoe de verschillende kerspels hun water kunnen afvoeren na de nieuwe indijking.
Beerta: Fol.821 - 26 maart 1638: - Het begin van de akte ontbreekt, maar staat vermeld op Fol.822 onderaan: Er vindt een verwisseling plaats tussen Sebo Huninga en Tjaetjen (ehel.) en Tjacko Tjarcx en Trine. Sebo verwisselt aan Tjacko 5 akker westerd in de Beerta, ten oosten Abell Wijpkes, ten westen Grete Meints. Tjacko Tjarcx en Trine (ehel.) verwisselen aan Sebo Huninga en Tjaetjen (ehel.) 5 akker ook westerd in de Beerta, ten oosten Liawe Luwerts, ten westen Ubbo Tjackens. Getuigen: Haico Grer ix en Reemt Willems.
Beerta: Fol.21 - 22 juli 1639: - Jan Eltiens en Tette (ehel.), in Woldendorperhamrik, dragen over aan Eppo Haeijens en Geertjen (ehel.) de brief van de e.e. Aeilke Huninga van Oostwold, Ambtman in het Klei-Oldambt d d. 3 mei 1638. Getuigen: Jurjen Vijt en Edsert Henrijcx.
Beerta: Fol.121 - 17 april 1641: - Henrijck Wallens voor Baewe, zijn vrouw, Tiddo Jans, voor Wijpke Hittiens, zijn vrouw, en Frerijck Frans als erfgenaam van zijn overleden vader Frans Remkens en moeder Anneke Frans, ook namens zijn beide zusters, verkopen aan jonker Sebo Huninga van Oostwold en Tiaetjen (ehel.) een stuk land in het lege Veen, ten oosten Sebo Huninga, ten westen Wildrick Herens als gebruiker. Strekkende van het Oostwolder meer, in het veen. Getuigen: Willem Henrijcx en Willem Jans.
Beerta: Fol.145 - 28 augustus 1641: - Jan Ottens en Elske (ehel.), te Finsterwolde, verkopen aan Sebo Huninga van Oostwold en Tiaetjen (ehel.) 42 akker liggende in het Lege Veen in Finsterwolde bi de twee ackeren die Jan ende Elske tevooren vercoft hebben aan welgemelde Huninga. Prijs: 95 car.gld. per akker. Getuigen: Willem Jans en Jurjen Vijt.
Beerta: Fol.206 - 5 mei 1642: - Sebo Huninga, voor Tiaetjen Tamminga, zijn vrouw, leent van Cornelis Frerix, pr. vmd, Frans Tiackens, te Finsterwo lde, en Hebel Jans voogden over Ebbo Eppens ouderloze kinderen 450 daler à 5%. Getuigen: Udo Bontkens en Enno Autiens
Beerta: Fol.212 - 8 mei 1642: - Sebo Huninga en Tiaetjen Tiddinga (ehel .) verkopen aan Henrijck Rotmers en Anna (ehel.) en aan Harko Henrijcx en Grete (ehel.) een stuk land in Midwolderhamrik, zoals Tiaetjen heeft geërfd van wijlen hopman Haeiko Tammens en Ike (ehel.) van de uutstreck van de kleine heerdt aenvangende van het gemeine diep in Midwolderhammerick ten noorden, voor Vss Henrijck Rotmers ten oosten, Ouwo Rinnolds in de mande in dit selve stuck ende Upko Haeikens ten suiden geswettet, streckende op nae Midwolda aen de olde verlaten Somerdijck door de Dollart, volgens scheidebrief van de arffgenamen van Tammo Haeijens. Prijs: n.v. Getuigen: Lubbert Janßen en Jaije Sijbels.
Beerta: Fol.286 - 1 mei 1643: - Joncker Huninga en Tiaetjen Tiddinga (eh. el.) lenen van Frouwke Hebens, weduwe van Hebo Frerijcx, 1000 daler à 5 %. Getuigen: Willem Jans en Jurjen Vijt.
Beerta: Fol.287 - 1 mei 1643 - Joncker Huninga en Tiaetjen Tiddinga (eh. el.) zijn schuldig aan de jongedochter Hemme Baeuwkens 1000 rijksdaler à 5%, afkomstig van de aankoop van 1/3 deel van 9 akker land in de Beerta, zoals Huninga en vrouw hebben gekocht van Hemme Baeuwkens, te Noordbroek 5 februari 1642. Getuigen: Jurjen Vijdt en Willem Jans.
Beerta: Fol.354 - 11 maart 1644: - Joncker Sebo Huninga van Oostwold, a ls last hebbende van zijn broer, de ook e.e. kapitein Tiddo Huninga, verkoopt aan Renske Memmens in Midwolda seecker aendeel van meentelandt liggende in Midwolda in voorß Renske Memmes heerdt, so groot ende klein als het vallen kan op de heerdt, dien Sijpke Ellens bewoont. Prijs: n.v. Getui gen: Reemt Willems en Gerriet Luitjens.
Beerta: Fol.554 - 22 mei 1646: - Jonker Hemmo Huninga van Oostwoldt, voor de e.e. vrouw Justina Gaikinga, verkopen aan jonker Sebo Huninga van Oostwoldt en e.e.vrouw Tiaetjen Tiddinga (ehel.) 52 deimt 56 roeden rouwve en oostwaarts in de Beerta in de heerd zoals Evert Ipens meierwijze heeft gebruikt, ten noorden Jan Abels, ten oosten Poppo Aelders, ten zuiden Swiko Edsens, ten westen de scheiding tussen Beerta en Finsterwolde. Prijs: 813 car. gld. Getuigen: Simeon Wijchgel en Theunis Willems.
Beerta: Fol.671 - 11 oktober 1647: - Jonker Sebo Huninga van Oostwoldt, voor Tiaetjen Tiddinga, zijn vrouw, draagt over aan Pieter van Lingen en Remen Waldrijcx (ehel.) een verzegelde brief dd. 22 mei 1646 betreffende 42 deimt 56 roeden rauw veen voor 810 car.gld. en 12 st. Het wordt nu verkocht voor 963 car.gld. 12 st. Getuigen: Willem Jans en Joannes à Bredero de
Beerta: Fol.674 - 19 oktober 1647: - Marten Sibrands en Dancke (ehel.) v ersetten aan jonker Sebo Huninga en vrouw Tiaetjen Tiddinga (ehel.) alle mobilia als Marten en Dancke binnen ende buiten haer huis hebben ende ha er toebehoren voor 50 daler à 6% Getuigen: Willem Jans en Joannes à Brede rode.
Beerta: Fol.110 - 13 november 1649: - Jonker Sebo Huninga van Oostwoldt en Tjaetjen Tiddinga (ehel.) verkopen aan Berendt Jans, te Blijham, en Nantje (ehel.) 3 akkers land te Blijham, zoals Berendt meierwijze heeft geb ruikt, strekkende van de Pekel Ae tot in 't veen. Getuigen: Reemt Willems en Haeiko Tiddens.
Beerta: Fol.302 - 16 juni 1652: - Jonker Sebo Huninga van Oostwoldt laat zich in als borg voor Justina Gaikinga, weduwe Huninga, t.o.v. Udo Bon tkens en Wendel (ehel.) m.b.t. de landen, welke Jonker Hemmo Huninga hen heeft verkocht.
Beerta: Fol.393 - 18 november 1654: - Jr. Sebo Huninga en vrou Tia Tiddi nga (ehel.) verkopen aan jr. Doedo Huninga 15 koijen, twaalff-moerpeerden, alle mobilia soo in het binnenhuis als in het achterhuis is reppelijck voor d' somma van twee dusent carol. gl. Getuigen: 18 november 1654.
Beerta: Fol.598 - 12 juni 1657: - Jr. Sebo Huninga en vrou Tjaetjen (ehel.) verkopen aan Ocko Harckens en Geesken (ehel.) en Harman Edes en Gri et (ehel.) 5 deimt land in Sijben Baukes gebruik op d' uiterdijck volge ns keerskoopbrief, ten noorden Haicko Tiddens, ten oosten de pastorie, t en zuiden Ulsda, ten westen Berent Berents. Getuigen: Willem Jans en Jann es Brederode.
Beerta: Fol.645 - 24 januari 1658: - Jr. Sebo Huninga van Oostwoldt en vrou Tjaetjen Tiddinga, anders Huninga, (ehel.) verkopen aan Wolbrich Evers en Marrichjen (ehel.) een huisplaats en tuin zoals door Wolbrich Evers wordt bewoond, ten noorden die gemeine wech, ten oosten de laan, ten zuiden jr. Huninga zelf, ten westen Jan Meertens. Prijs: 200 car.gld. Getuigen: Focco Hoving en Jan Harmans.
Beerta: Fol.777 - 24 april 1660: - Arent Dercks en Eelije Pieters (ehel.) verpachten aan Goert Pieters en IJtjen (ehel.) sijn huis oft diens haer arven die gherechte vierde part soo zal. Tonnisjen Freericks gewesene huisv. van Pieter Olijslager heeft naegelaeten ende aen opgemelte comparanten verarvet. Gelegen in een venne van 8 ackeren in onsse Beerssterhamrick, waer aen Sebo Huninga ten oosten, ten zuiden die Aa, ten westen Goert Pieters voors. ende die gemeine Hoijwechten noorden. Tijd: 9 jaar. Pr ijs: 115 daler. Getuigen: Albert Arents en Matthias Tobiae.
Beerta: Fol.880 - 3 december 1661 - Harman Roelfs en Wendel (ehel.) ver pachten en versetten aan Menno Coehorn van Houwerda 3 deimt land en 20 roeden in Beersterhamrik in de heerd welke Juicke Geerts meierwijze van luitenant Menno Coehorn gebruikt, ten noorden Harman Roelefs, ten oosten en zuiden Menno Coehorn van Houwerda, ten westen de erfgenamen van wijlen Sebo Huninga. Tijd: 9 jaar. Prijs: 60 car.gld. Getuigen: Jan Wijllems en Juicke Geerts.
Beerta: Fol.887 - 23 december 1661: - Vrouw Tija Tiddinga, weduwe van jr. Sebo Huninga als moeder en als leg.tutrix voor haar beide jongste kind eren, geassisteerd met haar oudste zonen jr. Doedo en Bonno Huninga ter ener zijde en jr. Phijliphs Daniel Finck, als zwager, met vrouw juffer Ettjen Huninga (ehel.) ter andere zijde. Maken erfwisseling van landen. Jr.Phijl. Daniel Finck en Ettjen Huninga (ehel.) krijgen een heerd land ca. 92 akker groot, is 28 deimt kleiland, westerd in de Beerta, ten noorden Wormolt Hijndricks en enige kleinere eigenaren, ten oosten Haijo Sijbrants, ten zuiden en westen hopman Heero Idema. Bovendien krijgen ze eigendom lijk vrijland 5 akker in Beerster nijland, is 25 deimt kleiland, met het veen groot 11 deimt, ten noorden strekkende van de Heereweg tot aan de Heerensloot aen pastorijen landt, ten oosten Hindrick Berents, ten westen S wijko Edzes. Jr. Finck dient de schulden te betalen. Hiertegen dragen jr. Finck en Ettjen Huninga het land in Midwolderhamrik over, zoals Tammo Nannens en Albert Menckes tot nu meierwijze hebben gebruikt. Tammo Nannens mag zijn huurjaren uitzitten. Dd. S.Peter zal het Midwolderhamrikkerland weer in de totale erfenis komen. Het huis van Tammo Nannens op Midtwolderhamrijcker Gaere zal geschat worden. Getuigen: Adam Geerts en Eppo Harmans.
Beerta: Fol.403 - 15 mei 1668: - Vrou Tija Tiddinga, weduwe Huninga, geassisteerd met haar zwager en zoon de jonkers Phijlips Daniel Dinck en Bonno Huninga, verset aan Luij Pieters haar heerd land in Beersterhamrik, genoemd Hamsterhoff, mit een scaere op de Ham. Zij ontvangt op de betreffende heerd van Luij 4000 car.gld. Tijd: 6 jaar. Bovendien moet door Luijja arlijks 50 car.gld. huur worden betaald. De behuizing, die op de heerd staat behoort Luij Pieters. Getuigen: Eltio Swijckes en Jan Wijnolts.
Beerta: Fol.528 - 21 juli 1670: - vrou Tija Tiddinga, weduwe Huninga leent van Eggo Hommens en Ettjen Phoebens (ehel.) 400 car.gld. à 5%. Borgen: jr. Bonno Huninga en vrou Sijpke Fockens (ehel.) en de edele manhafte Bernhardt Heckman, lieutenant, Getuigen: mr. Jan Wijllems en mr. Pieter Mattheus.
Beerta: Fol.633 - 4 augustus 1673: - Tija Tiddingha, weduwe Huninga, leent van Luitjen Willems en Gretien (ehel.) 235 daler, rente 17 daler. Getuigen: schoolmeester Peter Matthias en Menso Wiltes.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Doede (Dodo)*1627 Beerta [Gr] †1655 Beerta [Gr] 28
Jonker Bonno Sebens*1630 Beerta [Gr] †1696 Beerta [Gr] 66
Etta (Ettien, Eltjen, Etje) Sebes*1630 Beerta [Gr] †1688  58
Bouwina Sebens  †1678   
Eppo Sebens*1649  †1699  50



Bronnen:
1.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm; Boerderijenboek Be erta, S698
2.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S678
3.Http://people.A2000.Nl/hselling/strating/kwartier.Htm, S674
4.Website Geuko Hendrik Schuur, S562
5.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:16 (Table III) 1980, S699
6.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97: 229, 1980
7.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:230 (1980), S686


Upko Hemmens Huninga
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.

Upko Hemmens Huninga, geb. te Oostwold, Gem. Midwolda circa 13721.


Aantekeningen bij Upko Hemmens Huninga.
Van Rhenen noemt Upko hoofdeling in Oostwold in 1398. Zijn vader leeft nog in 1420, dus waarschijnlijk heeft hij goederen geërfd van zijn moeder. Hommes noemt als zijn vrouw een Poptada, waarvan de voornaam niet bekend is.

tr. (resp. ongeveer 23 en ongeveer 40 jaar oud) circa 1395
met

Weya Wija Poptada, geb. in 1355, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) in 1412.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tiacke Upkes     
Wypke Upkes     
Jonker Hemmo Upkes*1390     
Alydt*1390  †1475  85



Bronnen:
1.Huwelijk: http://www.De-Wit.Net/genovs/de jonge.Html, S680

Upko N. Huninga
 
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.

Upko N. Huninga (Huyningha Huningha), geb. te Huningue (Huningen), Alsace ten Noorden van Bazel circa 1290 In ieder geval geboren tussen 1264 en 1302.



Aantekeningen bij Upko N. Huninga.

HUNINGE EN DE HUNINGA's.
Volgens diverse genealogieën heten de Huninga's afkomstig te zijn van Hüningen ook Hunningen (Hunique in het Frans) net ten noorden van Bazel, als aan het eind van de 13e eeuw een zekere Upko Huninga met een juffer Hunens in Oostfriesland trouwt en zijn nageslacht vervolgens in het Oldambt terechtkomt.

.

Hoewel verschillende berichten elkaar tegenspreken ligt Hüningen in feite in Frankrijk, terwijl ten zuid-oosten daarvan Klein-Hüningen in Zwitserland ligt.
Het is geenszins zeker dat deze Upko ook inderdaad 'Huninga' of mogelijk 'Hunningen' o.i.d. als achternaam heeft gehad. Het kan ook zijn dat Huninga niets meer en niets minder betekent als 'afkomstig zijn uit ..'. Wellicht komt er door onderzoek ooit nog eens aan het licht dat er een geslacht Huninga rond Hunique heeft bestaan. Volgens de burgemeester van Hunique is dit echter niet het geval. Dit zou echter wel mogelijk kunnen zijn, omdat daar wel burchten en vestingen zijn geweest.

.

Tussen Basel en Mulhause loopt ook het 'Canal du Huninque'. Terwijl het 'drielandenpunt' aldaar (Frankrijk, Zwitserland, Duitsland) een trekpleister is.
In een verklaring van 19 februari 1689, opgemaakt door Scato Cockinga, raadsman in de stad Groningen en 'drossaal' voor de beide Oldambten staat te lezen: "Haar familie kwam oorspronkelijk uit Hüningen bij Basel, van waaruit ze vluchtten voor de oorlog (vertaald)". Upko Huninga schrijft zelf in de 14e eeuw: "In ballingschap en ellende verjaagd, eintlijk weer zu staat en ere gebracht".

.

In elk geval is er in 1391 een Hemmo Huninga als hoofdeling betrokken bij een grensscheiding met Reiderland. Het wapen van de Huninga 's is blauw met een roodgetongde zilveren leeuw in het midden. Het is opvallend dat dit wapen overeen komt met die van Hunique. Het helmteken is een uitkomende leeuw.
Door zijn huwelijk wordt zoon Hemmo tevens Heer van Uckoborg.

Op verzoek van een onderzoeker uit Altdorf naar familienamen bevestigt de Mairie de la Ville de Hunungue in een brief van 10 december 1971 dat er in Huningue geen families bestaan met de deze naam en ook niet met een vergelijkbare naam en "Es war für uns sebst etwas Neues zu erfahren, dass eine Person aus Ihrem Bekanntenkreis den namen "Huninga" trägt'.


tr. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 25 jaar oud) circa 1320
met

Juffer Hunens, dr. van Nn Uckoborg en NN Uckoborg, geb. te Uckoborg, Jemgum, Oost-Friesland, Dld. circa 1295.

 



Aantekeningen bij Juffer Hunens.
Omdat haar voornaam niet bekend is, wordt zij door onderzoekers 'Juffer' genoemd, vooral ook omdat het een persoon geweest zal zijn van een 'min of meer voorname' afkomst. De achternaam heeft ze meegekregen door haar huwelijk met Jonker Upko N. Huninga, waaruit de familienaam Huninga is ontstaan. Van Juffer Hunes is verder niets bekend.
Het is niet zeker dat de vader van 'Juffer' Hunens bv. Uckoborg heeft geheten. De naam is ontstaan naar de Uckoborg die in Jemgum heeft gestaan.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hayo Upkes*1336     
Jonker Hemmo Upkes*1347 Oostwold, Gem. Midwolda    
Wemele Upkes     


Dossier:
')}