Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Popke Harms Poppen
Popke Harms (3010, Poppens).

tr. none
met

Derk Bos (3009).

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alke*1861 Vlagtwedde [Gr]    


Jutte Nn
Jutte Nn.

tr.
met

Nn Sticke, zn. van Arnold Sticke en NN Nn.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pelgrim     


Popko Hayens
Popko Hayens, Landbouwer te Scheemda, functie, ovl. te Scheemda [Gr] in 1617.

relatie
met

Anna Wildricks, dr. van Wildrick Eltjes en Eelcke Nn, geb. circa 1581, ovl. (ongeveer 72 jaar oud) op vrijdag 25 apr 1653 In ieder geval overleden tussen 2 jan. 1651/52 en 25 april 16531.


Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 105:28 (1988), S750


Popko Heres
Popko Heres.



Bronnen:
1.Boerderijenboek Wold-Oldambt; BWO 11, S752

Popko Tho Solwert
 
Popko Tho Solwert, geb. in 1390, overrichter van 1431 tot 1431.



Aantekeningen bij Popko Tho Solwert.
Overrichter 1431: "Even ten noordoosten van Appingedam ligt Solwerd, dat zijn bekendheid dankt aan de geschiedenis van 't zogenaamde 'Aauwelputje'. In de middeleeuwen is Solwerd een druk bezocht bedevaartplaatsje geweest, er staat dan een kapel, waar allerlei wonderen plaats zouden vinden. De Sacramentskapel dankt haar bestaan aan een vergrijp. Het verhaal behoort tot de groep van anti-joodse verhalen. De joden zouden zich regelmatig schuldig gemaakt hebben aan kerkdiefstal, ze worden nu eenmaal door sommigen nog steeds gezien als de 'vijanden van het ware geloof'. Die gedachte komt ook tot uitdrukking in het verhaal van het ouwelputje bij Solwerd. Dat wil dat in de kerk van Appingedam drie joden inbreken, omdat ze gehoord hebben dat zich daar vele zilveren en gouden voorwerpen bevinden. Zo nemen ze de gouden beker weg waarin drie ouwels of hosties zijn opgeborgen. Buiten Appingedam, bij Solwerd, "smetenze de ouwels" in de sloot. "Dou is ter 'n wonder gebeurd. Drij nachten achter nkander kwam der oet dij sloot 'n hailgroot, helder licht. Elk was der doodsbenauwd veur; gain ain wos ja wat dat bedude." En dus wordt de pastoor erbij gehaald, die ontdekt dat het licht afkomstig is van drie ouwels, die in het slootwater drijven. De ouwels worden uit het water gehaald en teruggebracht naar de kerk van Appingedam. Het slootwater blijkt echter een wonderdadige kracht te hebben gekregen: er vinden allerlei wonderbaarlijke genezingen plaats.
Velen gaan naar de plek waar inmiddels een kapelletje gebouwd is, net boven de sloot. Binnen is een put waaruit men water kan scheppen om ter plekke op te drinken of om mee naar huis te nemen. Maar een ding staat vast: " 't hailpallain as ie deraan leufden; aans hulp 't ook nog gain spier, net zo min as aander slootwotter." Het zal duidelijk zijn dat de kapel goede inkomsten opbrengt. De kerk van Appingedam en de Martinikerk van Groningen willen een deel van die inkomsten, wat na veel kerkelijk geharrewar ook gebeurt. Na de Reformatie wordt in 1602 besloten dat de kapel van Solwerd verkocht moet worden en het 'Aauwelputje' gedempt. Pas in 1682 gebeurt dat. (Uit "In de voetsporen van Emo en Menko," door Ada vanDeijk).

De kerk in Solwerd herinnert aan het gelijknamige buurtschap bij Appingedam. Het kerkgebouw dateert uit 1783 en is een mooi voorbeeld van classicistische bouwkunst. De kerk staat op de plaats waar eerder de middeleeuwse parochiekerk heeft gestaan.
• Hoe de verhouding Ewens en Tho Solwert in elkaar zit, is mij niet heel duidelijk. In het boek van A. Hoft: "Vissen rond de Floem" staat op bladzijde 37ev. het volgende: "In 1520 schrijft Focko Ewenstot Leermens, die dan tijdelijk te Hasselt verblijft, aan zijn 'Vriendtinne' Lutgert, 'verwaerersche' van het heilige putje te Solwerd, enkele mededelingen naar aanleiding van een door hem ontvangen bericht over de verkoop van een huis "op Hillige Sacramentsland, dages na onse liever Vrouwe Maria geboerte anno XX". Focko Ewens wordt genoemd in de lijst van Edele Heerden. Er is daar sprake van "Enno tho Solwerts hues, aan de zuidzijde van de Delf". Vermoedelijk heeft Focko het huis van zijn oom Enno geërfd. Daarna komt het in bezit van zijn zoon Popko. Een Enno tho Solwert komt óók voor in de "Geschiedenis van de Benedictijnenkloosters in de Provincie Groningen" door C. Damen O.S.B, waarin deze meedeelt dat Enno op 1 oktober 1523 een dochter aan het klooster Feldwert opdraagt. Hij heeft reeds een dochter afgestaan. Zij zullen "professiede sancksusters" zijn geweest. Bij de abtskeuze in 1559 zijn nog twee zusters genoemd: Hayo en Grete Tzolwerts. Enno kan een zoon zijn van Popko tho Solwert, die een broer Hayo heeft gehad en wiens vader eveneens Enno heet. Er bestaat namelijk een acte uit 1487, waarin in de week voor Johannes Baptiste, Haye van Solwert in de Meene Landeswarff, gehouden op het Raadhuis te Groningen, veroordeeld wordt wegens "nederslage van salige Ennens tho Solwert, sijns vaders" en buiten Groningen verbannen wordt. In april 1492 zit hij gevangen te Kampen. Het is zeer aannemelijk, dat zij kleinkinderen zijn van Popke tho Solwert, die in 1431 als 'overrichter' genoemd wordt. De jongste Enno wordt genoemd in het Clauwboek voor de Leermenster redgered voor Doek Abbekema, voor de Syeerdaheem en voor het Maarhuis, in het jaar 1596. In1608 eveneens voor het Maarhuis (..). Het steenhuis te Solwerd, waar Enno of zijn familie wonen, heeft ongetwijfeld gelegen op de zuidwestzijde van de terp, herkenbaar door de afgraving. Het steenhuis behoort in 1530 aan Eppo Bauckens, wiens familie woont op het huis Bauckens bij Heveskes. Hij is mogelijk verwant aan de familie tho Solwert en woont vermoedelijk te Holwierde. In dat jaar is het steenhuis volgens de rekeningen van de rentmeester van Karel van Gelre 'afgesleten' en de stenen zijn naar Delfzijl gevoerd, want stenen zijn in die tijd duur.

relatie
met

NN Sebes, dr. van Sebo Ennens van Midwolda en NN Nn, geb. te Midwolda [Gr] circa 1376, Nn Sebes wordt genoemd als hoofdeling te Borssum [Deu].

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Enno*1404  †1486  82
NN     


Dossier:


Popko Ewens Tho Solwert
Popko Ewens Tho Solwert, geb. voor 1510, redger te Siddeburen [Gr], Leermens [Gr] van 1515 tot 1515, ovl. (ongeveer 42 jaar oud) voor 1552.


Aantekeningen bij Popko Ewens Tho Solwert.
Popko is een van de verdedigers van Appingedam en woont in 1515 te Leermens. Op 20 november 1511 is hij één van de voogden van de kapel van het Heilig Sacrament te Solwerd en ook in 1520 is hij hier voogd.

relatie
met

Anna Writzers, ovl. na 1559.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Writzer*1544     


Nn
Nn .

tr.
met

Nn 1, zn. van Nn en Nn, geb. circa 5651,1, hij is waarschijnlijk iemand van adel.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sigrade*600  †677  77



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Popko Eeuwes
Popko Eeuwes, geb. te Leermens [Gr] circa 1609, ovl. (hoogstens 61 jaar oud) voor woensdag 22 jan 1670.

tr.
met

Grietje Brunnens, dr. van Bronne Peters Rempkes en Greitjen Brunts Sjabbes, geb. circa 1590, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) te Leermens [Gr] op woensdag 22 jan 1670.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Focke Fopkes*1625  †1674 Leermens [Gr] 49
Grietje Popkes*1635 Leermens [Gr] †1675 Oosterburen 40
Peter     
Bronno     
Wiske  †1672   


Popko Ennes Tho Solwert
Popko Ennes Tho Solwert, ovl. in 1455.

relatie
met

Ype Edsema, dr. van Haycko Edsema en NN Nn, geb. in 1400, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) in 1460.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margarethe*1485     
Popkes  †1470   


Theoderata Nn
Theoderata Nn1, geb. circa 7551,1, ze komt in bronnen voor tussen 766 en 777, ze is in ieder geval overleden in 789, ovl. (minstens 22 jaar oud) na 7771,1.

tr.
met

Rutpert II Im Wormsgau1, zn. van Thüringbert Im Ammergau Ook: Im Wormsgau en Nn, geb. circa 7501,1,1, graaf te Oberrhein [Dui] van 785 tot 807, graaf te Wormsgau [Fra] van 785 tot 807,
Heer te Dienheim [Dui] circa 795,
Dienheim is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Mainz-Bingen. Dienheim telt 2.117 inwoners.
Ovl. (Ongeveer 57 jaar oud) op vrijdag 12 jul 8071,1, tr. (2) met Isengarde Nn1. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rutpert Robert III*775  †830  55



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Poppe Aelders
Poppe Aelders, geb. te Meeden [Gr], ovl. na woensdag 12 apr 1662.

tr. (Lutgere ongeveer 13 jaar oud) circa 1600
met

Lutgere Tonckerts, dr. van Tonkert Tammens en Aijlcke Ockens, geb. circa 1587, ovl. (hoogstens 23 jaar oud) voor maandag 7 jun 16101, relatie (2) met Derck Hindricks. Uit deze relatie 3 zonen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Derck     
Tjaduwe     



Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling), S745


Poppe Nn
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Poppe Nn, ovl. na donderdag 12 jul 1612.

tr.
met

Sebo Lupkes Huninga, zn. van Lupko Aylkens Huninga en NN Nn, ovl. na donderdag 27 jun 1613.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frouwtet Sebes  †1639   
Moeder Sebes  †1612   
Benno Sebes  †1631   
Wye Sebes  †1624   


Poppo Tijapckens
Poppo Tijapckens, Status van 1571 tot 1606, landbouwer te Meeden [Gr] van 1571 tot 1605, ovl. voor woensdag 10 mrt 1604 In ieder geval overleden tussen 28-05-1603 en 10-03-1603/04.


Aantekeningen bij Poppo Tijapckens.
•.
Van 1571 tot 1606 bezit Poppo het westelijke gedeelte van een heerd aan de Hereweg 344 in Meeden (BWO 203). In 1571 wordt hij genoemd als de hoost aangeslagen persoon, maar hij komt schijnbaar in geldproblemen want op 8 apr 1607 wordt zijn huis en land gerechtelijk verkocht. Voor 1680 emder guldens wordt zijn zwager Matthias Hayens de nieuwe eigenaar.
•.

tr. (Reneke ongeveer 20 jaar oud) te Meeden [Gr] circa 1575
met

Reneke Hayens, dr. van Hayo Reints en Ycktien (Icka,Icke) Nn, geb. circa 1555, ovl. (hoogstens 49 jaar oud) voor woensdag 10 mrt 1604 In ieder geval overleden tussen 28-03-1603 en 10-03-1603 of 1604.

Uit dit huwelijk 4 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hayco     
Tyapcko     
Waldrick     
Ebelo     


Poppo Hillenius
Poppo Hillenius, geb. in 1672, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) in 1736.


Poppo von Stapelmoor
Poppo von Stapelmoor, geb. in 1346.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Udo     


Poppo Jans Hommes
Poppo Jans Hommes.

tr. te Winschoten [Gr] op vrijdag 20 dec 1867 Bron : Burgerlijke stand - Huwelijk. Archieflocatie Groninger Archieve n. Algemeen Gemeente: Winschoten
Soort akte: Huwelijksakte . Aktenummer: 52 . Datum: 20-12-1867
Bruidegom Geert Hommes
Geboorteplaats: Beerta
Bruid Foskea Hillinga
Geboorteplaats: Winschoten
Vader bruidegom Poppo Jans Hommes
Moeder bruidegom Tijlke Geerts Joostens
Vader bruid Sebo Jans Hillinga
Moeder bruid Foske Everts van der Geize
Nadere informatie beroep bruidegom: wagenmaker; beroep bruid: hoedenmaak ster; beroep vader bruid: pompmaker; bruidegom 28 jaar; bruid 24 jaar
met

Tijlke Geerts Joostens.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geert*1839 Beerta [Gr] †1876 Winschoten [Gr] 37



Bronnen:
1.Zie notitie, S49


Poppo Wibbes Wigboldi
Poppo Wibbes Wigboldi.

tr.
met

Syben Eppens, dr. van Eppo Elties en Meyske Edzens, geb. te Meeden [Gr] circa 1609, ovl. (minstens 59 jaar oud) na dinsdag 1 mei 1668.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hommeri Popkens*1640 Winschoten [Gr] †1713 Westeremden [Gr] 73


Pouwel Roelfsema
Pouwel Roelfsema, geb. te Kloosterburen [Gr] op zaterdag 7 feb 1863, Bakker te Noordbroek, Noordbroek [Gr], Status in 1913, ovl. (79 jaar oud) te Midwolda [Gr] op woensdag 24 jun 1942.

tr. (resp. 45 en 35 jaar oud) te Midwolda [Gr] op donderdag 23 apr 1908
met

Jantje Hilgenga, dr. van Hindrik Hilgenga en Jantje Scholte, geb. te Midwolda [Gr] op dinsdag 11 mrt 1873, Noordbroek [Gr], Status in 1913, ovl. (70 jaar oud) te Winschoten [Gr] op vrijdag 8 okt 1943.

Johannes Eppius van Oostwold
 
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
Genealogie van NN Hunigue.
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Johannes Eppius (Johan) Huninga van Oostwold (Huninga van Oostwold), geb. te Oostwold, Gem. Midwolda tussen apr 1584 en mei 1584 , hoogleraar, raadsheer, lid van Gedeputeerde Staten, lid van de Hoofdmannenkamer, curator der Universiteit te Groningen [Gr], burgemeester te Groningen [Gr] van 1627 tot 1638, ovl. (hoogstens 55 jaar oud) te Groningen [Gr] op zaterdag 9 jul 16391, begr. te Garsthuizen [Gr].



Aantekeningen bij Johannes Eppius Huninga van Oostwold.

Johannes Eppius Huninga van Oostwold (Bron: Gr.Alm.)
Uit "De Ommelander Borgen en Steenhuizen, door Wiebe Jannes Formsma, R. A. Luitjens-Dijkveld Stol, A. Pathuis, H.A. Heidinga. 1987. Van Corcum. Betreft een citaat van Emmius uit: "H. Brugmans en F. Wachter, Briefwechs el des Ubbo Emmius, Aurich 1911, II, blz. 160": "Uit het Oldambt bereikten de Huninga's de top. Johan Huninga behoorde tot de eerste professor en van de Groninger universiteit. In 1620 verwisselde hij het professora at voor het raadheerschap te Groningen. Daarnaast treffen we hem in 1628 aan als jonker en hoofdeling te Garsthuizen. Emmius typeert zijn familie goed, wanneer hij in 1613 schijft dat hij tot die geslachten behoort, waarvan de nakomelingen thans tot de adel behoren; zijn familie behoort echter tot de eigenerfden, die het land bebouwen. Blijkbaar werkte het oude aanzien als voormalig Oldambster hoofdeling nog zo na, dat Johan via professoraat, raadsheerschap, hoofdelingschap als jonker kon worden erkend en met een Tjarda van Starkenborgh kon Trouwen.".

Johan is burgemeester geweest van Groningen, professor aan de universiteit van Groningen, Raadsheer, is lid geweest van de Gedeputeerde Staten en de Hoofdmannenkamer en Curator aan de universiteit van Groningen. Ook komt hij voor als jonker en hoofdeling van Garsthuizen. Rond 1630 bezit hij het land naast de kerk van de "Huningaheerd" in Oostwold (BBB 115). Uit archeologische vondsten wordt verondersteld dat er mogelijk een borg op deze plaats heeft gestaan.


Ondertrouwboek Groningen, 18-01-1624. Johan Huninga van Oostwold, raadsheer en Anna Maria van Starckenborch, van Verhildersum en Garsthuizen (GA Coll. DTB, toeg.nr. 124, inv.nr. 160, folio 24).

De eerste studenten van de Groningse hogeschool kunnen uit een collegeaanbod kiezen dat gegeven wordt door zes hoogleraren: Ubbo Emmius (1547-1625), hoogleraar in de geschiedenis en de Griekse taal, Herman Ravensperger (1568-1625), hoogleraar in de godgeleerdheid, Cornelis Pijnacker (1570-1645), hoogleraar in de rechtsgeleerdheid, Johannes Huninga (1538-1639), buitengewoon hoogleraar in de rechtsgeleerdheid en Nicolaas Mulerius (1546-1630), hoogleraar in de geneeskunde, wiskunde en sterrenkunde.
Johan heeft een beroemd "In Memoriam" voor Eggeric Egges Phebens (geb. rond 1556) geschreven, een bekende Groninger geschiedschrijver uit Midwolda, provinciale raadsheer en hoofdman. In dit levensverhaal documenteert hij veel over de voorouders van Eggeric Phebens, waar hij de achterneef van is. Eggerick is ook rechtsgeleerde geweest en sterft op 12 november 1615 (Kronijk van Eggerik Egges Phebens van 1565-1594, uitgegeven door Mr. H.O. Fei th.).

Fol.15 - 1 5 mei 1639: De e.e. Johan Huninga van Oostwold, voor zich zelf en voor de andere geïnteresseerden van Finsterwolder en Oostwoldermeer, ter ener en Jawo Louwerts, Henrijck Dercx, Nantko Waldrijcx en Mello Feckens volmachten van die Beerta ter andere zijde. Bekennende, hoe dat se nu een tijtlanck quaestie hebben gehat over de wateringe vant voorgeschreven meijr, langs de Tjamme lopende ende versegelinge daervan in februa rio anno sestienhondert ses ende dertich gemaeckt ende deselve omme vre de ende voorkominge van vordere moeijte hebben veraccordiert.

1o - dat voorß volmachten haer conformieren mettet gene voor desen in februario an no destienhondert ses ende dertich is veraccordiert, welverstaende sove el aengaet de uutwateringe van 't meir alleene ende van 't gene tusschen de Hardenborger huisen ende Beerster pastorije-nije-wech is gelegen, sul cx dattet ander lant, ten noorden ende westen van Hardenborch ende suid en ende westen van voorß wech liggende, daervan sal bliven uut gesloten e nde tot dien einde van welgedachte Huninga in sijn qualiteit door grontpo mpen eerddammen sal worden affgependet.

2o - Dat daervoor welgemelte Huninga alß voorgeschreven tot sinen lasten neemt het verdiepen van 't diep offte Tjamme van Poppo Alerts lant tot aen 't Grote Diep ende sulcx aen de Beerster sijdt so veele hij tot de affwateringe van sine ende de naest gelegene Beerster landen affwateringe nodich sal bevinden.

3o - Als mede tot sinen lasten neemt het leggen van de pompe in de schuttenwech van Fin serwolt gaende als hij tot doorwateringe so van sijn als der voorß Beerst er landen goet sal vinden.

4o - Ende indien door dese affwateringe het meir sulcx konde afflopen dat men het voorß meir niet langer sulde moten of fte behoven te bemalen, sal alsdan welgemelte Huninga met consorten betal en behoorlijc sijlschot nae redlichheit ende qualiteit van 't lant ende l asten van dien, alles tot seggen van gode mannen elcke sijds te kiesen.

5o - Doch deses alles met dese conditie, dat door dit water die Beerster landen niet beschadiget offte met water overlopen worden, t welck indien boven verhoop mogte geschieden, sal dien van die Beerte vrij ende open bliven het selve recht van stouwinge offte oock dam in(?) snitinge tegens dit meirwater, als deselve tegens de van Winschote ende Blijham, duslange hebben gebruickt.

Graf in Garsthuizen.

Grafsteen van Johannes Eppius Huninga van Oostwold in de kerk van Garsthuizen.

Op zijn graf in Garsthuizen staat o.a. het volgende vermeld:.
Beatam resurrectionem hic expectant nobilissimus, amplissisimus Iohan Huninga ab Oostwold, Dominus in Hissema, in Dyckum et Garshusen Toparcha, Consul Groninganus, cum vixisset annos 55 et menses duos, pie obiit Groning ae anno 1639, 9 Iulii,et nobilissima castissimaque Anna Maria Tiarda Van Starckeborgh, Domicel la in Hissema, Dyckum et Garshuisen, coniunx exoptatissima, cum expleviss et annos 48 duosque menses, in Christo Groningae obdormivit anno 1638, 26 Iulii.

Protulit hunc prisca quae nobilitate refulsit.
E magni Hunonis nomine nata domus.
Quando tumens amasus Dullarti pepperit undas.
Terrasque infusa sorpsit avarus aqua.
Attamen ingenio genus exuperavit avorum.
Doctorumque fuit doctus Huninga stupor.
Starckenborghiacam nolo hic deducere gentem.
Vix finem longae nobilitatis habet.
Vivit post funera virtus.

otr. te Groningen [Gr] op woensdag 18 jan 1623 Bron: DTB kerk. gem. Gron, arch. nr. 124, deelnr. 160, code GRA002000719, pag. 24: Hierin wordt de bruidegeom genoemd als Johan Huninga van Oostwold, raadsheer en de bruid Anna Maria van Starckenborch van Verhildersum en Garsthuizen, tr. (resp. hoogstens 39 en 33 jaar oud) te Groningen [Gr] op maandag 18 mrt 1624 Bron: DRB kerk. gem. Gron. achr. nmr 124, dl.n.160, Code GRA002000719. pag 24, kerk.huw. 7,7
met

Anna Maria Tjarda van Starkenborgh van Verhildersum en Garsthuizen (van Starckenborch), dr. van Ludolph Tjarda van Starkenborgh en Hidda Onsta, geb. te Verhildersum in mei 1590, ovl. (48 jaar oud) te Garsthuizen, Gem. Stedum op maandag 26 jul 1638, begr. te Garsthuizen [Gr], tr. (2) met Rempt ten Ham. Uit dit huwelijk een zoon.

 



Aantekeningen bij Anna Maria Tjarda van Starkenborgh van Verhildersum en Garsthuizen.


Huwelijk Anna Maria Tjarda van Starkenborgh en Johan Huninga.

Anna Maria is de Erfdochter (Heir to) Dijkemaborg in Garsthuizen. In de OTB wordt zij genoemd als 'van Verhildersum en Garsthuizen'. In de periode 1381 - 1392 is in Garsthuizen reeds sprake van een castrum (steen huis). Rond 1400 wordt het huis genoemd als heerd op de borgstede met singels en grachten en een ossegang. In de loop van de 16e en 17e eeuw worden de rechten verkocht. In 1323 wordt een Junge Walekama als eerste genoemd en in 1394 Asego Walekama als laatste. Rond 1619 is Walkuma van Alert Gaykinga. Over Dijkumaborg is verder zeer weinig bekend. Het is ook niet duidelijk wanneer de borg is afgebroken.

Aantekeningen bij Prof. Dr. Johannes Eppius Huninga van Oostwold en Anna Maria Tjarda van Starkenborgh van Verhildersum en Garsthuizen

Beerta: Fol. 6 - 23 december 619: Johannes Huninga, der beiden recht en doctor und professor met volmacht van Eppo Aielke Huninga en Etjen Eng elkens, zijn ouders, verset de heerd land in de Beerta daar Ludo Ubbens op woont, aan Ludo Ubbens, caverende voor zijn vrouw Foelke. Ten oosten B otto Hinrichs= erfgenamen, ten westen Frans Edsens, strekkende van t Jamme an Ulsda. Tijd: 10 jaar. Prijs: 2000 Emder gld. Getuigen: Wapko Tamme ns en Edsart Tammens
Beerta: Fol.15 - 15 mei 1639: De e.e. Johan Huninga van Oostwold, vo or zich zelf en voor de andere geïnteresseerden van Finsterwolder en Oost wolder meer, ter ener en Jawo Louwerts, Henrijck Dercx, Nantko Waldrijcx en Mello Feckens volmachten van die Beerta ter andere zijde. Bekennende, hoe dat se nu een tijtlanck quaestie hebben gehat over de wateringe vant voorgeschreven meijr, langs de Tjamme lopende ende versegelinge daervan in februario anno sestienhondert ses ende dertich gemaeckt ende deselve o mme vrede ende voorkominge van vordere moeijte hebben veraccordiert. 1o - dat voorß volmachten haer conformieren mettet gene voor desen in febru ario anno destienhondert ses ende dertich is veraccordiert, welverstaen de soveel aengaet de uutwateringe van 't meir alleene ende van 't gene tu sschen de Hardenborger huisen ende Beerster pastorije-nije-wech is gelege n, sulcx dattet ander lant, ten noorden ende westen van Hardenborch ende suiden ende westen van voorß wech liggende, daervan sal bliven uut geslot en ende tot dien einde van welgedachte Huninga in sijn qualiteit door gro ntpompen eerddammen sal worden affgependet. 2o - Dat daervoor welgemelte Huninga alß voorgeschreven tot sinen lasten neemt het verdiepen van 't di ep offte Tjamme van Poppo Alerts lant tot aen 't Grote Diep ende sulcx a en de Beerster sijdt so veele hij tot de affwateringe van sine ende de na estgelegene Beerster landen affwateringe nodich sal bevinden. 3o - Als me de tot sinen lasten neemt het leggen van de pompe in de schuttenwech van Finserwolt gaende als hij tot doorwateringe so van sijn als der voorß Bee rster landen goet sal vinden. 4o - Ende indien door dese affwateringe h et meir sulcx konde afflopen dat men het voorß meir niet langer sulde mot en offte behoven te bemalen, sal alsdan welgemelte Huninga met consorten betalen behoorlijc sijlschot nae redlichheit ende qualiteit van 't lant e nde lasten van dien, alles tot seggen van gode mannen elcke sijds te kies en. 5o - Doch deses alles met dese conditie, dat door dit water die Beers ter landen niet beschadiget offte met water overlopen worden, t welck ind ien boven verhoop mogte geschieden, sal dien van die Beerte vrij ende op en bliven het selve recht van stouwinge offte oock dam in(?) snitinge teg ens dit meirwater, als deselve tegens de van Winschote ende Blijham, dusl ange hebben gebruickt.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eppo Ludolph  †1666   
Aylcko  †1666   
Hidda Onsta*1629  †1665  36
Etta     
Tiddo*1634  †1648  14
Teete*1628  †1652 Martinikerk te Groningen 24



Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:238 (1980), S694
2.Http://www.De-Wit.Net/genovs/DE JONGE.Html, S678
3.Website Geuko Hendrik Schuur, S562
4.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:16 (Table III) 1980, S699
5.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97: 229, 1980
6.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:230 (1980), S686
7.Ondertrouwboek Kerkelijke Gemeente Groningen, RHC GA, Groninger Archieven, Collectie DTB toegang 124, Groningen [Gr], van 1623 tot 1636

Dossier:


Quirina Jacoba van Persijn
in
Genealogie van Tobias van Iddekinge.
Parenteel van Hendrina (Hendrikje) Hiddingh.

Quirina Jacoba van Persijn, geb. in 1723, ovl. (ongeveer 74 jaar oud) in 1797.

tr. (resp. ongeveer 26 en 38 jaar oud) (1) te 's-Gravenhage [Zh] op zondag 14 sep 1749
met

Antony Adriaan van Iddekinge, zn. van Pieter Rembt van Iddekinge en Bartha Johanna Gerlacius, geb. te Groningen [Gr] op zondag 9 aug 1711, burgemeester van de stad Groningen, ovl. (77 jaar oud) te Grafzerk op zaterdag 28 feb 1789.


Aantekeningen bij Antony Adriaan van Iddekinge.
In 1734 begon de politieke loopbaan van de zoveelste VanIddekinge. Anthony Adriaan begon als Ambtman van het Gorecht, een rechtsgebied van de st ad Groningen. Al vanaf die tijd onderhield hij een correspondentie met de stadhouder Willem IV.
Prof. F.A. Van der Marck Tussen 1745 en 1757 woonde Van Iddekinge in Den Haag, waar hij eerste lid der Staten Generaal was. Later had hij een zetel in de Raad van State.
In De Haag ontmoette hij zijn vrouw Quirina Jacoba van Persijn[1723-1797 ], de weduwe van Maurits Adriaan De Savornin. Ze trouwden in 1749 en kregen vier kinderen: Anne Willem Carolus[1750-1786], Anne Wilhelmine [175?-1827], Pieter Govert[1755-1821] en Tjaard Anthony [1756-1837].
In 1747 werd Van Iddekinge benoemd tot Drossaard van Valkenburg.
Acht jaar later werd zijn goede contact met stadhouder Willem IV bekroond. Deze belastte Anthony Adriaan Van Iddekinge met de opvoeding van zijn zoon, de minderjarige Willem V. Deze taak deelde hij met zeven anderen, uit ieder gewest één [op Holland /Westfriesland na, van daar werden er twee benoemd].
Naast Van Iddekinge, voor het gewest Stad en Lande, werden benoemd:.
- Jonkheer And. Schimmelpenninck [Gelderland].
- Jonkheer F.H. van Wassenaar en mr. J. Abbekerk Crap [Holland/Westfriesland].
- Jonkheer J. Van Borssele [Zeeland].
- J. Van D'Ablaing [Utrecht].
- Epo Sjuk van Burmania [Friesland].
- Jonkheer F.J. Sigesmund Heiden [Overijsel].

Quirina Jacoba van Persijn, de echtgenote van A.A. Van Iddekinge.
Het gezin Van Iddekinge verhuisde in 1757 naar Groningen. De voornaamste reden was van financiele aard; het verblijf te Den Haag was te kostbaar.
Anthony Adriaan bekleedde in 1757 en 1758 een zetel in de Groninger Raad en vanaf 1760 werd hij er burgemeester. Vijfentwintig jaar lang is hij het gebleven.
Maar hij was niet alleen burgemeester. Vanaf 1758 was hij ook curator van de Groninger Hogeschool, in welke hoedanigheid hij betrokken raakte bij de zaak Van der Marck.

Andere functies die Van Iddekinge heeft vervuld:.
- Luitenant-houtvester van het Provinciale Jachtgericht.
- Leenheer van Wedde en Westerwolderingerland.
- Lid der admiraliteit van Amsterdam.

De woning van A.A. Van Iddekinge aan de Oosterstraat 46 te Groningen.
Van Iddekinge bewoonde het pand aan de Oosterstraat 46 te Groningen. Op eerste kerstdag 1775 brak er een brand uit die het grootste gedeelte van het pand volledig in de as legde. Volgens het verslag dat over de brand is gemaakt was het een hevige brand. Tot in Rolde zouden de vlammen tegen de hemel te zien zijn geweest.
Gezien de geringe populairiteit die Van Iddekinge bij de patriotten genoot, kan brandstichting heel goed een oorzaak van de brand zijn geweest. Te meer daar burgemeester Geertsema ook last heeft gehad van vernielingen van eigendommen.
Toch is de brand waarschijnlijk ontstaan door incorrect gebruik van een kerkstoof.
Anthony Adriaan Van Iddekinge overleed te Groningen op 28 februari 1789.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter Govert*1754 's-Gravenhage [Zh] †1821 Groningen [Gr] 66
Tjaerd Antony*1756 's-Gravenhage [Zh] †1837 Randenbroek, Amersfoort 81

tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 38 jaar oud) (2) in 1743
met

Maurits Adriaan De Savornin, geb. te Breda [Nb] op donderdag 13 nov 1704, titel, ovl. (42 jaar oud) te Tholen [Ze] op zaterdag 2 sep 1747.


Aantekeningen bij Maurits Adriaan De Savornin.
Mr. Maurits Adriaan de Savornin, * Breda 13-11-1704, ~ Breda19-11-1704, o verl. Tholen 2-9-1747, begr. Tholen 29-9-1747. tr.1: Goes 28-11-1735 Isab ella Rutteria Haijman, ~ Goes 3-11-1716,overl. Tholen 8-8-1741, dochter v an Petrus Haijman en IsabellaEversdijk. tr. 2: (otr. 's-Gravenhage 2-6-17 43) 's-Gravenhage20-6-1743 Quirina Jacoba van Persijn, ~ 's-Gravenhage 3- 2-1723,overl. Groningen 23-12-1797, dochter van Mr. Govert van Persijn en Johanna Louise Blanckert.
Uit het huwelijk 1:.
1 Isabella Anna de Savornin, * 24-6-1737, overl. Groningen20-11-1786. t r. (otr. 's-Gravenhage 25-5-1755) Zonnemaire12-6-1755 Mr. Tjaard van Berc huys, * ca. 1722, overl. Groningen16-7-1789, zoon van Albert Jan van Berc huys en Maria vanButtingha.
2 Adriana de Savornin, * 4-12-1738, overl. Tholen 6-5-1739.
3 Isabella Rutheria Anna de Savornin, * Tholen 17-3-1740, overl.Breda 30- 1-1741.
Uit het huwelijk 2:.
1 Anna Adriana de Savornin, * Tholen 27-10-1744, overl. Groningen17-7-178 8. tr. Groningen 7-7-1766 Mr. Wijtsius Hendrik Lohman, *Groningen 3-9-173 4, overl. Groningen 11-9-1810, zoon van Mr.Meynart Lohman en Henrica Adri ana Keiser.
2 Johanna Louise de Savornin, * Tholen 20-6-1746, overl. Tholen4-7-1746.
3 Daniel Govert de Savornin, ~ 's-Gravenhage 11-7-1747, begr.'s-Gravenha ge 24-10-1748.
')}