Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Paulus Josephus Antonius van Oldeneel Tot den Heerenbrinck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Paulus Josephus Antonius van Oldeneel Tot den Heerenbrinck.

tr. (Anna Maria Elisabeth Jacoba ongeveer 25 jaar oud) in 1774
met

Anna Maria Elisabeth Jacoba van Ewsum, zn. van Willem Anthonius baron van Ewsum en Maria Isabella baronesse van Ewsum Tot Mensinge, geb. in 1749, ovl. (ongeveer 61 jaar oud) circa 1810.


Aantekeningen bij Anna Maria Elisabeth Jacoba van Ewsum.
Anna Maria Elisabeth Jacoba legt als vijfjarig meisje de eerste steen samen met Balthasar van Asbeck voor een Rooms-katholiek kerkgebouw in Den Hoorn. Met haar sterft het geslacht van Ewsum in 1810 te Vorden uit.
De val van Groningen.
Na de val van Groningen in 1594 krijgt het protestantisme definitief zijn beslag in het gebied van de Stad en de Ommelanden. Na de aanvankelijk heftige repressie wordt het in het begin van de 17e eeuw weer mogelijk dat missionarissen in noordelijk Nederland onder zeer moeilijke omstandigheden actief zijn. In de plaatsen Wehe, Den Hoorn en Warfhuizen zijn in het begin van de 17e eeuw ongeveer 100 katholieken. In Den Hoorn wordt een statie ingesteld. Dit is een plek waar geregeld vieringen werden gehouden. Met steun van de landadel in Warfhuizen wordt door de missionaris Ignatius Martens rond 1730 een eenvoudige kerk gebouwd in Den Hoorn op de plaats waar nu de bushalte is op de hoek Mernaweg/Martensstraat. Dit is een schuilkerk die van buiten moet hebben geoogd als een schuur. Deze schuurkerk wordt in 1754 verbouwd en vergroot. De eerste steen hiervoor werd gelegd door twee kinderen: jonker Balthasar van Asbeck van de borg in Warfhuizen en freule Anna Maria Elizabeth Jacoba van Ewsum van de Saaksumborg. Deze eerste steen is ingemetseld aan de binnenkant van de kerktoren. Een aardig detail: Ignatius Martens is bedacht met een straatnaam. Bij het vaststellen van deze straatnaam wordt een schrijffout gemaakt en heet deze straat J. Martensstraat.
Nadat de Franse bezetters in Nederland een eind maken aan de hegemonie van de hervormde kerk en de vrijheid van godsdienst invoeren, wordt het voor de rooms-katholieken mogelijk openlijk hun godsdienst te belijden. Dit resulteert in de bouw van een stenen kerk aan de Mernaweg in 1803. Deze kerk wordt aan St. Bonifatius gewijd, de verkondiger van het Evangelie in noordelijk Europa. Op dat tijdstip zijn er ongeveer 300 katholieken in dit gebied. De laatste resten van deze kerk vindt men nu boven de hoofdingang. De daar ingemetselde herdenkingssteen met een herder die een lam op zijn schouders draagt, is van de oude kerk afkomstig. De tekst hICCoLL Igam dispersos betekent: 'hier zal ik de verspreiden' verzamelen en duidt op de Goede Herder die zijn kudde met zorgt behandelt. Er zit een Latijnse aardigheid in deze tekst. Het is een Romeins gebruik om in plechtige woorden ook jaartallen te verwerken. Immers, een aantal letters heeft ook een cijferwaarde. De hoofdletters ICCLLI duiden in het Latijn het jaartal 1803 aan, het bouwjaar van de oude kerk.
In 1927 wordt de huidige kerk gebouwd door de Roermondse architecten Jos en Pierre Cuypers, zoon en kleinzoon van de beroemde Cuypers die in Nederland de neo-gotiek geeft geïntroduceerd. Het Rijksmuseum in Amsterdam is van zijn hand. Typisch aan de architectuur van de kerk is de stijl van de zogenaamde heroriëntatie. In deze stijl wordt op traditionele wijze historische stijlmotieven toegepast. De driebeukige kerk heeft een smaller recht gesloten koor, de zijbeuken hebben de vorm van zijkapellen met dwarsgeplaatste zadeldaken. De muren aan de buitenkant zijn opgetrokken in een donkere baksteen en zijn versierd met nog donkere klinkers. De steunberen horen niet bij het oorspronkelijke ontwerp. Zij zijn later aangebracht ter versterking van de draagkracht van het gebouw omdat er 'beweging' in de kerk begint te komen.
De muren binnen en de graatgewelven zijn in schoon metselwerk uitgevoerd met gebruikmaking van verschillende kleuren baksteen. Het hoofdaltaar is versierd met drie panelen die uitbeelden vanaf links: Abraham die zijn zoon offert, de Wederopstanding van Christus en het offer van Melchisedech. Het glas-in-lood raam aan de oostzijde toont de wederopgestane Christus omringd door 6 engelen die Hem bewieroken en loven, bijgestaan door Willibrordus (patroon van het aartsbisdom) en Bonifatius. De overlevering wil, dat de man en de vrouw aan de uiteinden van het raam de ouders zouden zijn van de pastoor die de kerk heeft gebouwd.
Preekstoel.
De preekstoel in onze kerk heeft heel fascinerende afbeeldingen. In het midden staat Jezus Christus en daar kan ook geen misverstand over bestaan: hij houdt een boek vast met daarop de letters X en P in elkaar gevlochten, de chien de ro. Het zijn de beginletters van het Griekse woord Christos, de Gezalfde. Het is eretitel die uit de Israëlitische traditie komt. Het is in het oude Israël gewoon geweest dat een koning bij het aannemen van het koningschap met olie wordt gezalfd, als teken van zijn verhevenheid. Hij verkrijgt daardoor de bijnaam Messias. In de periode vanaf 150 voor Christus ontstaat het idee dat spoedig een geheiligde koningachtige persoonlijkheid zal opstaan om een eind te maken aan de sociale, politieke en religieuze verdeeldheid en het volk van Israël weer naar glorieuze tijden zal leiden. Deze opvatting over de gezalfde is vooral gebaseerd op het beeld van Koning David en vinden we in het Oude Testament terug in de boek en van Koningen en Daniël.
De andere Gezalfde is die van het Marcus-evangelie. Daar legt Johannes de Doper het helder uit: 'Ik doopte jullie met water maar Hij zal jullie dopen in de heilige Geest.' Vervolgens manifesteert de Geest zich als Jezus door Johannes wordt gedoopt.
De apostelen zijn afgebeeld met telkens een schrijfveer in de hand. Op de gesloten boeken staan de symbolen van de apostelen afgebeeld. Marcus heeft de leeuw bij zich. Dit dier verwijst naar het begin van het Marcusevangelie waar Johannes de Doper in de woestijn verblijft 'temidden van de wilde dieren en zich voedend met honing.' De leeuw wordt geacht in de woestijn zijn woonplaats te hebben.
Mattheus wordt vergezeld door een engelachtige mens. Hij begint zijn Evangelie met Christus als geboren uit de geslachten der mensen, vandaar het mens-symbool. De marteldood van Lucas bezorgde hem de stier als beeld. De stier werd dikwijls als offerdier gebruikt. Johannes kreeg de adelaar bij zich vanwege zijn algehele hoogverhevenheid van spreken. Deze symbol en verwijzen naar het visioen van de profeet Ezechiël waarin deze dieren de uitvoerders van Gods Wil zijn. Ze hebben ook te maken met de dierenriem (Perzische invloed in het Oude Testament); ze vertegenwoordigen de vi er windstreken van het heelal en de wereld en symboliseren zo met zijn vi eren de volheid van het Evangelie. Vanaf ongeveer 300 na Christus verschijnen de vier dieren op afbeeldingen van de apostelen.
Met deze ogenschijnlijk eenvoudige preekstoel heeft de architect iets tot stand gebracht. De preekstoel is niet meer en niet minder dan waar hij voor bedoeld is: het verkonding van de boodschap van Jezus Christus zo als de evangelisten die hebben vastgelegd. Kijkend naar de preekstoel zi jn de beelden die hij oproept, louter en alleen gericht op deze boodschap en de dragers ervan.
Wie nu de godslamp - het eeuwige licht dat voor de mensheid kwam - nader bekijkt, zal zien dat op deze lamp de vier symbolen van de Evangelisten z ijn afgebeeld met de tekst: EGO SUM LUX MUNDI. Ik ben het licht voor de wereld. De zin komt uit het begin van het Johannesevangelie waarin wordt aangeduid dat Jezus het licht voor de mensheid is, de verlossing uit de duisternis. De koperen godslamp is afkomstig uit de oude kerk. Curieus is nu dat de architect met de beelden op de preekstoel een brug heeft geslagen naar de beelden op de godslamp.
Er is nog een bruggetje. Het kruisbeeld op het tabernakel heeft aan de balkeinden weer de vier symbolen van de Evangelisten. Ook dit crucifix van gegoten koper komt uit de oude kerk.
De communiebank kan men 'lezen'. Uiterst links staat een man met een bijl die een open boek omhoog houdt. Dit is de evangelist Mattheus. Het tafereel met de slapende oude man en de kleine struik, verbeeldt de profeet Elia. In grote moeilijkheden gekomen, legt hij zich neer bij een struik in de woestijn en vraagt God om te mogen sterven. Dan verschijnt een engel die hem voedsel en drinken brengt en hem gebiedt op te staan en zijn profetentaak verder te vervullen.
De vrouw met de palmtak en de toren in de linker hand is de heilige Barbara. Het tafereel van de man met de staf die aan twee mannen brood uitde lt, geeft het pascha-maal vlak voor de uittocht uit Egypte weer. De mannelijke heilige met het zwaard is Paulus. Het beeld van een zegenende bisschop is St. Bonifatius. De monnik-abt met het open boek in beide handen beeldt St. Benedictus uit, de stichter van het monnikendom in westelijk Eu opa. Het volgende tafereel verbeeldt het Laatste Avondmaal. Het volgende beeld is van een religieuze. Op grond van het kruis dat zij in handen hee ft, moet men opmaken dat het St. Theresa is. Het tafereel van de mannen aan de maaltijd duidt het verhaal van de Emmaüsgangers aan. De man met de boekrollen is Mozes met de Wet. De communiebank is afkomstig uit de oude kerk.
De vier taferelen (Elia, het pascha-maal, het Laatste Avondmaal en de Emm aüsgangers) geven precies aan waar het met deze banken om gaat: zij verwijzen naar het goddelijk voedsel voor de mens, dat in de mis present gesteld wordt.
Achter in de kerk staat de Mater Dolorosa van Wehe-den Hoorn. Dit beeld van Maria is afkomstig uit de abdij van Aduard. Het beeld heeft daar in de kloostertuin gestaan en maakte deel uit van een calvarie-groep (de gekruisigde Jezus, bijgestaan door Maria en de apostel Johannes). Na de afbraak van de abdij in 1580 tijdens de reformatie verdween het beeld. Rond 1870 wordt het in een sloot terug gevonden tussen bouwpuin.
Het wordt geplaatst in de pastorietuin in Wehe-den Hoorn. Bij de bouw van de huidige kerk krijgt het een plaats in de nis in de kerktoren. Vandalisme noopte er toe het beeld in de toren te vervangen door een replica.
De Wenende Moeder van Wehe-den Hoorn is een rijksmonument. Het is vervaa digd uit Bentheimer zandsteen die in de 14e en 15e eeuw op grote schaal wordt ingevoerd in noordelijk Nederland. Het gemakkelijk te bewerken materiaal wordt op grote schaal toegepast in beeldhouwwerk en versieringen. Dit beeld is een van de weinige gave exemplaren die de 16e eeuw hebben overleefd.
Het orgel is afkomstig uit het Maagdenhuis, tegenwoordig het bestuursgebouw van de Universiteit van Amsterdam (het gebouw is vooral bekend vanwege de bezetting van het Maagdenhuis in 1969 waarmee in Nederland de studentenopstanden is begonnen). Het orgel is in 1957 in deze kerk geplaatst. Het is oorspronkelijk gebouwd door J. Mittereihter in 1788; in 1891 wordt het omgebouwd door P.J. Adema. In 1898 plaatste M. Maarschalkerweerd het instrument in de kapel van het Maagdenhuis. Het pijpwerk is in dat jaar ook neo-gotisch beschilderd. Bij de plaatsing ervan in Wehe-den Hoorn is de oorspronkelijke kast niet meegekomen omdat die teveel door houtworm is aangetast. [Bron v.d. tekst: Berto Merx, Bonitatiusparochie Wehe den Hoorn.]


Pippijn Met de Bulte
Pippijn Met de Bulte1,2 Ook: Pippijn der Franken, geb. in 7702,2,2, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) 2 Waarschijnlijk overleden in het klooster Prüm in 8112,2, begr. 2.


Aantekeningen bij Pippijn Met de Bulte Ook: Pippijn der Franken..
Pepijn met de Bult (770 - 811) was een zoon van Karel de Grote en diens eerste echtgenote Himiltrude.. Pepijn was de eerstgeboren zoon van Karel de Grote, maar zou nooit een rol spelen in de erfopvolging. Wanneer in 7 81 Karel de Grotes zoon, Karloman, ook Pepijn genoemd wordt verliest Pepi jn met de Bult zijn rechten en wordt hij als bastaard aangemerkt, omdat h et huwelijk van zijn moeder met Karel de Grote in twijfel getrokken wer d. Pepijn bleef echter aan het hof van zijn vader en maakte zich daar pop ulair bij een deel van de adel. Nadat hij in 791-792 met de adellijke opp ositie gecomplotteerd had tegen Karel de Grote om zijn opvolgingsrechten veilig te stellen, wordt Pepijn voor de rest van zijn dagen in het kloost er van Prüm opgesloten. Pepijn bleef ongehuwd.

  • Vader:
    Karel de Grote, zn. van Pippijn III de Korte en Bertrade (Bertha) van Laon, geb. te Ingelheim op dinsdag 2 apr 742 volgens Jansen is Karel geboren op 2 april 747 in Prum, ze wordt naar Aken gebracht en gegijseld in 785, ovl. (71 jaar oud) te Aken op donderdag 28 jan 814, begr. te Aken Dom van Aken
    In het jaar 805 werd in Aken een bijzonder gebouw, de 33 meter hoge Pfalzkapel van Karel de Grote (747- 814), voltooid. Het gebouw moest plek bieden aan zijn troon en aan zijn reliquien. De inwijding ervan vond plaats op 6 januari 805 door Paus Leo III en de kapel werd gewijd aan Maria.
    Karel de Grote was een bijzonder mens. Hij trouwde in zijn leven vier keer en had 11 echtelijke en 7 onechtelijke kinderen. Hij verbond zijn Christelijke geloof met het antieke denken en de Germaanse erfenis. Zijn leven wordt door zijn chronist Einhardt beschreven in zijn Vita Caroli Magni. De Germanen mochten de stad Aken niet. Karel wel, hij besloot de stad uit te bouwen tot hoofdplaats van zijn rijk. Zijn besluit verkondigde hij in juni 787 in Worms. Hij koos voor Aken omdat deze plaats het middelpunt vormde van het Karolingische rijk, omgeven was door rijke jachtgebieden en over de warmste bronnen van Europa beschikte.
    De Dom van Aken werd door Karel de Grote gebouwd op de plek waar vroeger reeds een Keltisch bronheiligdom en de latere Merovingische reliekenkapel met een klein landgoed van Pepijn de Korte (715- 768) had gestaan. Het was de plek waar in de Romeinse tijd vermoeide krijgers baadden in borrelend, heet en onaangenaam riekende bronnen en hier hun wonden heelden. In dit voormalige kuuroord van het romeinse leger, dat rond het jaar 100 na Christus tot een grote militaire badplaats, was uitgebouwd, wilde hij zijn paleis bouwen. De stad had een typisch romeins, rechthoekig stratenpatroon. In de kerstnacht van het jaar 800 werd hij hier tot eerste Europese keizer getroond. Ze was niet alleen als kroningkapel voor Karel de Grote zelf, maar ook voor 26 andere Duitse koningen en keizers, van Otto I (in 936) tot Ferdinand I (in 1531). Allen namen ze in de troon van Karel de Grote plaats, die ook tegenwoordig nog in de bovenste omgang van de Dom staat. Gezeten in de marmeren troon ontvingen ze na de kroning voor het Maria- altaar de eerste huldigingen van de grootten van het rijk. Deze troon uit marmer is extra bijzonder aangezien het marmer uit Jeruzalem geimporteerd werd.
    In 768 begon de bouw. Als eerste liet Karel een altaar op 38º precies op de west- oost- as draaien. Hij week ook totaal af van de symetrische structuur van het Romeinse stratenpatroon. Hij hield ook niet, zoals de Romeinen, rekening met de structuur van het terrein, maar bouwde naar voorgegeven maten. De kapel had een goede maat van 144 voet, 12 maal 12 latten (destijds werd in voet en lat gemeten) lang. Twaalf is het heilige getal van de Apokalypse en de maat van de engel. Alle andere maten in de dom zijn ook door 12 te delen.
    Op 28 januari 814 stierf Karel de Grote en werd op dezelfde dag in zijn kapel bijgezet. Hij werd begraven in een kist die al 600 jaar oud was en van een Romeins kerkhof stamde. Na dood van Karel werd hij idool van zijn navolgers. Keizer Otto III gaf in 1000 enkele botten van Karel de Grote als relikwie aan zijn relaties. Freidrich I. Barbarossa liet Karel op 29 december 1165 heilig verklaren en de overige botten in een eikenhouten kist overbrengen. Hieromheen kwam de zogenaamde Karlsschrein, een prachtig versierde grafkist met daarop de zestien voor Aken belangrijke koningen in plaats van de Apostelen. Deze grafkist staat tegenwoordig in het koor van de Dom. Sinds 1200 pelgrimeren uit heel Europa vrome pelgrims naar het graf van Karel de Grote. Sinds 1349 werden bij de Aken- Fahrten de kostbaarste heiligdommen getoond die ten noorden van de Alpen bestaan. Dit zijn de bijbelse heiligdommen, de luiers van Jezus, het kleed dat Maria droeg in de Kerstnacht, het onthoofdingsdoek van de heilige Johannes en de lendedoeken van Jezus. Deze worden alle zeven jaar getoond, de volgende keer is in 2014.
    De bouwer van de kerk, Odo van Metz, probeerde in de maten van de Dom ook de maten van de geheime Openbaringen (21e hoofdstuk) van Johannes, in het bijzonder die van het heilige Jeruzalem, te gebruiken. In het 7e Visioen toont een engel Johannes namelijk het hemelse Jeruzalem, dit fonkelde als een edelsteen, als een kristal en had grote hoge muren met twaalf stadspoorten en boven de poorten twaalf engelen. De stadsmuur had twaalf grondstenen waarop de namen van de twaalf Apostelen te lezen waren. De stad was een vierkant en har lengte, breedte en hoogte waren van gelijke omvang. De stad werd met een gouden maatstok opgemeten en bleek 12000 stadien groot te zijn. De muur had een lengte van 144 ellen. In een wij- inscriptie van de bouwer staat te lezen „ Zijn de levende stenen tot een vredige eenheid verbonden en stemmen ze in ieder deel in aantal en grootte overeen, dan zal het werk van de Heer, die de hal geschapen heeft, stralen“.
    En inderdaad, de bouwmeester van de dom heeft het klaargespeeld de ideale maten van het heilige Jeruzalem in een kerkgebouw te verwezelijken. De plattegrond van de dom is een octogoon (achthoek) met daarin de getallen uit het 7e Visioen van de openbaring. De el werd in de Karolingingische voet verandert (een Karolingische voet is circa 30 centimeter) en in een schema ingebracht waarin de getallen 7, 12 en 144 een grote rol spelen. De Karolingische voet maal twaalf geeft een grondoppervlak van 4 meter.
    In de jaren 70 van de 20e eeuw stelde de fotograaf Herman Weisweiler bovendien ook nog vast dat de dom een geweldig astrologisch monument is. In zijn boek „Das Geheimnis Karls des Großen- Astronomie in Stein: Der Aachener Dom“ legt hij verbindingen tussen het oktogoon in Aken, de Duitse Externsteine en het Britse Stonehenge, die allen op de 51e breedtegraad liggen. Zo is het grondplan en de straal van het Akense oktogoon gelijk aan die van de heidense cultusplek in Stonehenge. Beiden vormen ze een oktogoon. Niet zo vreemd, want zijn beste vrienden waren Ieren en zijn chef- raadgever Alkuin was Angelsaksisch en astronoom. Zij moeten Stonehenge gekend hebben. Ook de maten van de Pyramide van Cheops zijn in de Dom terug te vinden. En daarnaast verschijnen al deze maten gespiegeld in het Lotharkruis in de Domschat.
    Dit alles zou door Karel de Grote geplant zijn om een monument te plaatsen voor de astrologische kennis in zijn tijd. Het was een soort astrologische klok. Zijn dienaren konden bijvoorbeeld het precieze tijdstip van het Paasfeest en daarmee de afloop van de rest van het jaar berekenen. Dit is ook tegenwoordig nog te zien. Op de dag van de Zomerzonnewende treffen de invallende zonnestralen de marmeren keizerstroon. Dit gebeurt bij zonsopgang, als de zon haar meest oostelijke punt bereikt. Op deze dag treffen de stralen ook het midden van de door Friedrich I Barbarossa geschonken kroonluchter. Op de dag van de Winterzonnewende vallen de stralen op het Christussymbool. Helaas bestaan de beide ramen waardoor het licht zou moeten invallen niet meer.
    In 1802 werd de dom op wens van Napoleon moederkerk van een groter bisdom. Dit bisdom wordt weer opgeheven na het vertrek van Napoleon en het toevallen van Aken aan Pruisen.
    In 1930 wordt het tweede Akens bisdom opgericht.
    Origineel in de dom is nu nog de troon van Karel de Grote, 20 antieke zuilen uit Italie, vier bronzen deuren, 8 bronzen hekken (van rond 800). Het gouden altaar (rond 1000), de door Friedrich I Barbarossa geschonken kroonluchter met een doorsnede van 4,20 meter, ontstaan in 1165, welke ook nog eens de maten van het hemelse Jeruzalem toont. En de bonte ramen in het schip uit 1414.
    Albrecht Dürer was in 1525 heel enthousiast over Aken, hij berichtte: „ Da hab ich gesehe alle herrlichen Köstlichkeiten, des gleichen keiner, der bei uns lebt, köstlicher Dinge gesehen hat“.
    Wolfsdeuren.
    De Karolingische Wolfsdeuren van het hoofdportaal van de Dom van Aken zijn iets bijzonders. Deze bronzen deuren herinneren aan Romeinse bronzen deuren en zijn niet alleen de eerste Middeleeuwse deuren, maar ook de eerste die gegoten zijn ten noorden van de Alpen. Ze werden gegoten te Aken. Elke deurvleugel is uit één stuk gegoten, de leeuwenkoppen zijn erop geklonken. De thans verdwenen ringen in de leeuwenkoppen speelden eertijds een rol bij de rechtsspraak. In de rechter leeuwenkop bevindt zich de zogenaamde duivelduim, een stut voor de ring die voortkomt uit de Domsage, waarbij de duivel het geld voor de bouw van de Dom zou hebben gegeven in ruil voor de eerste ziel die het godshuis betrad. Toen de Akenaren vervolgens een wolf de Dom binnenleiden en de Duivel diens ziel reeds had gegrepen sloeg hij woedend de deuren dicht waarbij zijn duim achterbleef (Naar: Olaf en Lisa Op den Kamp, "Eifelnatur". Stephany, 1984), tr. (2) met Desiderate van Lombardije1. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Hildegard (Houdiard) in de Vinzgouw1,2. Uit dit huwelijk 8 kinderen., tr. (4) met Fastrade van Franconie. Uit dit huwelijk 2 dochters., tr. (5) met Luitgardis van Alemanië. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (6) met Madelgard(Is). Uit dit huwelijk een dochter., tr. (7) met Reginopycrha (Regina) Jansen noemt haar Renina N . Uit dit huwelijk 2 zonen., tr. (8) met Sigrada. Uit dit huwelijk een zoon., relatie (9) met Adelindis. Uit deze relatie een zoon., tr. (10) met Nn . Uit dit huwelijk een dochter., tr. (ongeveer 25 jaar oud) (1) in 768.
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia
3.ES NF Band I.1 Tafel 4, S807


Pippijn I der Franeken van Italië
Pippijn I (Karloman) der Franeken van Italië, geb. in 773, ged. te Rome op zondag 15 apr 781, Koning der Lombarden vanaf zondag 15 apr 781, ovl. (ongeveer 37 jaar oud) te Milaan op zaterdag 8 jul 810, begr. te Verona op zaterdag 11 jul 810.


Aantekeningen bij Pippijn I (Karloman) der Franeken van Italië.
Hij wordt ook wel Karloman Pippijn der Franken genoemd. 'King of the Lang obardians'. Hij heette eerst Karlmann en werd op 15 april 784 in Rome do or paus Hadrianus Pippijn gedoopt. Hij werd in 781 koning van Italië.
Pepijn van Italië, oorspr. Karloman, (april 773 - 8 juli 810) was (na zi jn bastaardzoon Pepijn met de Bult) de oudste wettige zoon van Karel de G rote. Zijn moeder was Karels derde vrouw Hildegard.
In 781 bezocht Karel Italië, officieel als bedevaartganger, maar mede om er orde op zaken te stellen en het land beter onder Karolingisch gezag te brengen. Hij stelde er zijn zoon Pepijn aan als koning. Hij brak met o pzet met de traditie door hem tot koning van Italië en niet van het nog m aar net veroverde Lombardije te maken, hoewel Pepijn zich wel vestigde in de oude hoofdstad van de Langobarden, Pavia. Karel was bezorgd dat h ij wanneer hij elders nodig was er weer opstanden zouden komen in dit geb ied. Deze vrees bleek niet ongegrond.
In 793 vielen moslimtroepen uit Spanje het gebied rond Narbonne aan en Be nevento -van oudsher een Langobardisch hertogdom- nam de gelegenheid te b aat om in opstand te komen. Pepijn wist echter de opstand de kop in te dr ukken. Ook in de oorlog met de Avaren werd Karels aandacht afgeleid door een opstand in Saksen. Het was Pepijn, gesteund door hertog Eric van Friu li en de Kroatische leider Vojnomir die in 795 en 796 door wist te dring en in het gebied tussen Tisa en Donau (nu Hongarije) waar het Avaarse hoo fdkwartier de Ring gelegen was. Het werd verwoest. Pepijn keerde terug m et zo veel goud en zilver dat Einhard beweert dat dit de meest winstgeven de onderneming van de Franken ooit was.
In 806 verdeelde Karel de Grote zijn rijk onder zijn zoons in de Divisio regnorum om na zijn dood onenigheid onder zijn erfgenamen te voorkomen. A an het al bestaande gebied van het Italiaanse koninkrijk voegde hij Beier en, Karinthië en de helft van Alemannië toe. Vreemd genoeg werd er niet g ezegd wat er met de keizerstitel ging gebeuren, mogelijk omdat er daarov er met Byzantium nog steeds onenigheid was. Het zou echter allemaal ande rs lopen.
Pepijn stierf voortijdig in 810. Met instemming van Karel de Grote volg de zijn bastaardzoon Bernard hem op als koning van Italië. Ook Pepijns jo ngere broer Karel stierf voortijdig. De keizer maakte daarom zijn derde w ettige zoon Lodewijk tot zijn enige erfgenaam, met inbegrip van keizersti tel. De bedoeling was dat Bernard van Italië -die dus als opvolger voor de keizerstitel gepasseerd werd- zijn oom net zo trouw zou dienen als Pep ijn zijn vader gediend had, maar dat bleek al snel een vrome wens.

  • Vader:
    Karel de Grote, zn. van Pippijn III de Korte en Bertrade (Bertha) van Laon, geb. te Ingelheim op dinsdag 2 apr 742 volgens Jansen is Karel geboren op 2 april 747 in Prum, ze wordt naar Aken gebracht en gegijseld in 785, ovl. (71 jaar oud) te Aken op donderdag 28 jan 814, begr. te Aken Dom van Aken
    In het jaar 805 werd in Aken een bijzonder gebouw, de 33 meter hoge Pfalzkapel van Karel de Grote (747- 814), voltooid. Het gebouw moest plek bieden aan zijn troon en aan zijn reliquien. De inwijding ervan vond plaats op 6 januari 805 door Paus Leo III en de kapel werd gewijd aan Maria.
    Karel de Grote was een bijzonder mens. Hij trouwde in zijn leven vier keer en had 11 echtelijke en 7 onechtelijke kinderen. Hij verbond zijn Christelijke geloof met het antieke denken en de Germaanse erfenis. Zijn leven wordt door zijn chronist Einhardt beschreven in zijn Vita Caroli Magni. De Germanen mochten de stad Aken niet. Karel wel, hij besloot de stad uit te bouwen tot hoofdplaats van zijn rijk. Zijn besluit verkondigde hij in juni 787 in Worms. Hij koos voor Aken omdat deze plaats het middelpunt vormde van het Karolingische rijk, omgeven was door rijke jachtgebieden en over de warmste bronnen van Europa beschikte.
    De Dom van Aken werd door Karel de Grote gebouwd op de plek waar vroeger reeds een Keltisch bronheiligdom en de latere Merovingische reliekenkapel met een klein landgoed van Pepijn de Korte (715- 768) had gestaan. Het was de plek waar in de Romeinse tijd vermoeide krijgers baadden in borrelend, heet en onaangenaam riekende bronnen en hier hun wonden heelden. In dit voormalige kuuroord van het romeinse leger, dat rond het jaar 100 na Christus tot een grote militaire badplaats, was uitgebouwd, wilde hij zijn paleis bouwen. De stad had een typisch romeins, rechthoekig stratenpatroon. In de kerstnacht van het jaar 800 werd hij hier tot eerste Europese keizer getroond. Ze was niet alleen als kroningkapel voor Karel de Grote zelf, maar ook voor 26 andere Duitse koningen en keizers, van Otto I (in 936) tot Ferdinand I (in 1531). Allen namen ze in de troon van Karel de Grote plaats, die ook tegenwoordig nog in de bovenste omgang van de Dom staat. Gezeten in de marmeren troon ontvingen ze na de kroning voor het Maria- altaar de eerste huldigingen van de grootten van het rijk. Deze troon uit marmer is extra bijzonder aangezien het marmer uit Jeruzalem geimporteerd werd.
    In 768 begon de bouw. Als eerste liet Karel een altaar op 38º precies op de west- oost- as draaien. Hij week ook totaal af van de symetrische structuur van het Romeinse stratenpatroon. Hij hield ook niet, zoals de Romeinen, rekening met de structuur van het terrein, maar bouwde naar voorgegeven maten. De kapel had een goede maat van 144 voet, 12 maal 12 latten (destijds werd in voet en lat gemeten) lang. Twaalf is het heilige getal van de Apokalypse en de maat van de engel. Alle andere maten in de dom zijn ook door 12 te delen.
    Op 28 januari 814 stierf Karel de Grote en werd op dezelfde dag in zijn kapel bijgezet. Hij werd begraven in een kist die al 600 jaar oud was en van een Romeins kerkhof stamde. Na dood van Karel werd hij idool van zijn navolgers. Keizer Otto III gaf in 1000 enkele botten van Karel de Grote als relikwie aan zijn relaties. Freidrich I. Barbarossa liet Karel op 29 december 1165 heilig verklaren en de overige botten in een eikenhouten kist overbrengen. Hieromheen kwam de zogenaamde Karlsschrein, een prachtig versierde grafkist met daarop de zestien voor Aken belangrijke koningen in plaats van de Apostelen. Deze grafkist staat tegenwoordig in het koor van de Dom. Sinds 1200 pelgrimeren uit heel Europa vrome pelgrims naar het graf van Karel de Grote. Sinds 1349 werden bij de Aken- Fahrten de kostbaarste heiligdommen getoond die ten noorden van de Alpen bestaan. Dit zijn de bijbelse heiligdommen, de luiers van Jezus, het kleed dat Maria droeg in de Kerstnacht, het onthoofdingsdoek van de heilige Johannes en de lendedoeken van Jezus. Deze worden alle zeven jaar getoond, de volgende keer is in 2014.
    De bouwer van de kerk, Odo van Metz, probeerde in de maten van de Dom ook de maten van de geheime Openbaringen (21e hoofdstuk) van Johannes, in het bijzonder die van het heilige Jeruzalem, te gebruiken. In het 7e Visioen toont een engel Johannes namelijk het hemelse Jeruzalem, dit fonkelde als een edelsteen, als een kristal en had grote hoge muren met twaalf stadspoorten en boven de poorten twaalf engelen. De stadsmuur had twaalf grondstenen waarop de namen van de twaalf Apostelen te lezen waren. De stad was een vierkant en har lengte, breedte en hoogte waren van gelijke omvang. De stad werd met een gouden maatstok opgemeten en bleek 12000 stadien groot te zijn. De muur had een lengte van 144 ellen. In een wij- inscriptie van de bouwer staat te lezen „ Zijn de levende stenen tot een vredige eenheid verbonden en stemmen ze in ieder deel in aantal en grootte overeen, dan zal het werk van de Heer, die de hal geschapen heeft, stralen“.
    En inderdaad, de bouwmeester van de dom heeft het klaargespeeld de ideale maten van het heilige Jeruzalem in een kerkgebouw te verwezelijken. De plattegrond van de dom is een octogoon (achthoek) met daarin de getallen uit het 7e Visioen van de openbaring. De el werd in de Karolingingische voet verandert (een Karolingische voet is circa 30 centimeter) en in een schema ingebracht waarin de getallen 7, 12 en 144 een grote rol spelen. De Karolingische voet maal twaalf geeft een grondoppervlak van 4 meter.
    In de jaren 70 van de 20e eeuw stelde de fotograaf Herman Weisweiler bovendien ook nog vast dat de dom een geweldig astrologisch monument is. In zijn boek „Das Geheimnis Karls des Großen- Astronomie in Stein: Der Aachener Dom“ legt hij verbindingen tussen het oktogoon in Aken, de Duitse Externsteine en het Britse Stonehenge, die allen op de 51e breedtegraad liggen. Zo is het grondplan en de straal van het Akense oktogoon gelijk aan die van de heidense cultusplek in Stonehenge. Beiden vormen ze een oktogoon. Niet zo vreemd, want zijn beste vrienden waren Ieren en zijn chef- raadgever Alkuin was Angelsaksisch en astronoom. Zij moeten Stonehenge gekend hebben. Ook de maten van de Pyramide van Cheops zijn in de Dom terug te vinden. En daarnaast verschijnen al deze maten gespiegeld in het Lotharkruis in de Domschat.
    Dit alles zou door Karel de Grote geplant zijn om een monument te plaatsen voor de astrologische kennis in zijn tijd. Het was een soort astrologische klok. Zijn dienaren konden bijvoorbeeld het precieze tijdstip van het Paasfeest en daarmee de afloop van de rest van het jaar berekenen. Dit is ook tegenwoordig nog te zien. Op de dag van de Zomerzonnewende treffen de invallende zonnestralen de marmeren keizerstroon. Dit gebeurt bij zonsopgang, als de zon haar meest oostelijke punt bereikt. Op deze dag treffen de stralen ook het midden van de door Friedrich I Barbarossa geschonken kroonluchter. Op de dag van de Winterzonnewende vallen de stralen op het Christussymbool. Helaas bestaan de beide ramen waardoor het licht zou moeten invallen niet meer.
    In 1802 werd de dom op wens van Napoleon moederkerk van een groter bisdom. Dit bisdom wordt weer opgeheven na het vertrek van Napoleon en het toevallen van Aken aan Pruisen.
    In 1930 wordt het tweede Akens bisdom opgericht.
    Origineel in de dom is nu nog de troon van Karel de Grote, 20 antieke zuilen uit Italie, vier bronzen deuren, 8 bronzen hekken (van rond 800). Het gouden altaar (rond 1000), de door Friedrich I Barbarossa geschonken kroonluchter met een doorsnede van 4,20 meter, ontstaan in 1165, welke ook nog eens de maten van het hemelse Jeruzalem toont. En de bonte ramen in het schip uit 1414.
    Albrecht Dürer was in 1525 heel enthousiast over Aken, hij berichtte: „ Da hab ich gesehe alle herrlichen Köstlichkeiten, des gleichen keiner, der bei uns lebt, köstlicher Dinge gesehen hat“.
    Wolfsdeuren.
    De Karolingische Wolfsdeuren van het hoofdportaal van de Dom van Aken zijn iets bijzonders. Deze bronzen deuren herinneren aan Romeinse bronzen deuren en zijn niet alleen de eerste Middeleeuwse deuren, maar ook de eerste die gegoten zijn ten noorden van de Alpen. Ze werden gegoten te Aken. Elke deurvleugel is uit één stuk gegoten, de leeuwenkoppen zijn erop geklonken. De thans verdwenen ringen in de leeuwenkoppen speelden eertijds een rol bij de rechtsspraak. In de rechter leeuwenkop bevindt zich de zogenaamde duivelduim, een stut voor de ring die voortkomt uit de Domsage, waarbij de duivel het geld voor de bouw van de Dom zou hebben gegeven in ruil voor de eerste ziel die het godshuis betrad. Toen de Akenaren vervolgens een wolf de Dom binnenleiden en de Duivel diens ziel reeds had gegrepen sloeg hij woedend de deuren dicht waarbij zijn duim achterbleef (Naar: Olaf en Lisa Op den Kamp, "Eifelnatur". Stephany, 1984), tr. (1) met Himiltrudis. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (2) met Desiderate van Lombardije1. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) met Fastrade van Franconie. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (5) met Luitgardis van Alemanië. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (6) met Madelgard(Is). Uit dit huwelijk een dochter, tr. (7) met Reginopycrha (Regina) Jansen noemt haar Renina N . Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (8) met Sigrada. Uit dit huwelijk een zoon, relatie (9) met Adelindis. Uit deze relatie een zoon, tr. (10) met Nn . Uit dit huwelijk een dochter, tr. (resp. 29 en ongeveer 14 jaar oud) (3) te Aken op 30 apr 771.
 

tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 15 jaar oud) in 795
met

Chrothais van Italië van Toulouse, geb. circa 780. Over deze vrouw is niets bekend, ovl. (ongeveer 30 jaar oud) circa 810.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bernard I Koning*797  †818 St. Amrosius 21
Koning Bernard (Karloman)*797  †818 Aken 21
Adelais*798  †810  12
Adula*805  †810  5
Gundrada*805  †810  5
Berta*805  †810  5
Theodrada*805  †810  5



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.ES NF Band I.1 Tafel 4, S807
3.Afgeschermd, Wikipedia


Pepijn Der Franken
Pepijn Der Franken.

  • Vader:
    Lodewijk I de Vrome1,2 (van Frankrijk), zn. van Karel de Grote en Hildegard (Houdiard) in de Vinzgouw, geb. te Chasseneuil2 op zondag 16 apr 7782,1,2,1,2, koning der Franken, ovl. (62 jaar oud) te Ingelheim1,2 op 20 jun 8401,2,1,2, begr. te Metz1,2,1,2, relatie (1) met NN Nn. Uit deze relatie 2 kinderen., tr. (3) met Judith Welf van Bavaria2. Uit dit huwelijk 2 kinderen., tr. (resp. ongeveer 16 en ongeveer 17 jaar oud) (2) in 795.
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Pepijn de Oude van Franken
Pepijn de Oude van Franken, ovl. in 640.


Aantekeningen bij Pepijn de Oude van Franken.
Pippijn (Pepijn) I van Landen of de Oudere (Landen, 580 (?) – 640 (?) w as van 623 tot 639 een Frankische hofmeier van Austrasië onder de Merovin gische koningen Chlotharius II, Dagobert I en Sigibert III. Hij was een z oon van Carloman.
In het jaar 613 zorgde hij er samen met Arnulf van Metz voor dat de Neust rische koning Chlotharius II ook koning van Austrasië en Bourgondië wer d. Hij werd in 623 samen met zijn broer Arnulf benoemd tot adviseur en ra adgever van de in dat jaar tot (onder)koning benoemde Dagobert I. In 629 stierf koning Chlotharius II en werd Dagobert I koning over het gehele Me rovingische rijk. In 631 werd de zoon van Dagobert I (Sigibert III) benoe md tot onderkoning van Austrasië. Pippijn schijnt in deze periode het hof meierambt te zijn verloren aan Adalgisl. Pas na de dood van Dagobert I ( 19 januari 638/639) werd Pepijn wederom benoemd tot hofmeier. Hij stierf echter niet lang daarna (in 639 of 640).
Pepijn van Landen was gehuwd met Ida van Nijvel (592–652) en had een doch ter Begga, die trouwde met Ansegisel, de zoon van Arnulf van Metz. De zo on van dit huwelijk, Pepijn van Herstal, was de overgrootvader van Karel de Grote.
Verder hadden Pippijn en Ida van Nijvel een dochter, Gertrudis van Nijve l, die abdis van de abdij van Nijvel werd en een zoon Grimoald die net a ls zijn vader hofmeier van Austrasië is geweest. In de loop van de 7e ee uw verviel de Merovingische dynastie, de afstammelingen van Clovis I, in machteloosheid. Het was een periode van de "Vadsige of Luie koningen". Z ij lieten zich rondvoeren in hun regeringsgebied en profiteerden van de l evensgeneugten van het platteland. Zij trokken zich niets van het bestu ur aan en lieten dit over aan hun hofmeiers. Je zou het bijna kunnen stel len als nu de premier, bondskanselier en eerste minister, die in feite h un land besturen. De koning of koningin komen op de "tweede plaats". De f eitelijke macht werd weer opgenomen door de hofmeier (Maior Domus), een f unctionaris aan het koninklijke hof. Nadat Pepijn I de Oude van Landen er in geslaagd was deze betrekking erfelijk te maken konden hij en zijn nako melingen een sterke gezagspositie uitbouwen. Pepijn van Landen zelf wor dt als zalige beschouwd. Zijn feestdag is 21 februari.

relatie
met

De Heilige Iduberga, geb. in 592, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Nijvel in 652.


Aantekeningen bij De Heilige Iduberga.
De Heilige Ida van Nijvel (592 - 652), ook Itta of Iduberga genoemd, was de echtgenote van de Zalige Pepijn van Landen en de moeder van de Heilig en Gertrudis van Nijvel, Begga en Bavo (Allowin van Haspengouw). Een ande re zoon Grimoald werd net als zijn vader hofmeier van Austrasië. Zij bouw de kloosters in Nijvel en in Fosses-la-Ville, na het overlijden van haar man. Zij wordt aanroepen tegen de huidziekte erysipelas en tegen tandpijn .
Haar feestdag is op 8 mei.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heilige Begga (Abdes)*615  †639  24


Peter Hofman
Peter Hofman, geb. te Groningen [Gr] circa 1872.

tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 26 jaar oud) te Winschoten [Gr] op donderdag 10 jun 1897
met

Fennechien Spa, dr. van Jacob Spa en Trijntje Hulsing, geb. te Wedde [Gr] circa 1871.


Peter Lamberts
Peter Lamberts, geb. te Leermens [Gr] in 1590.

tr. (resp. minder dan één en ongeveer 19 jaar oud) circa 1590
met

Wiske Fockes Eeuwes, dr. van Focko Ewens Tho Solwert (6290, Ewens) en Enneke Itens, geb. te Leermens [Gr] in 1571, ovl. (ongeveer 42 jaar oud) te Leermens [Gr] op woensdag 15 mei 1613.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Popko*1609 Leermens [Gr] †1670  61
Reneko*1595  †1619  24
Lambert Peters  †1595   
NN     
Hille  †1669   


Peter Janssen
Peter Janssen.


Peter Heinrich August Von Salvati
Peter Heinrich August Von Salvati, geb. te Berlijn, Dld. op zondag 26 mrt 1786, ovl. (69 jaar oud) te Weimar, Dld. op donderdag 14 feb 1856.

tr. (resp. 36 en 20 jaar oud) te Brussel op zaterdag 22 feb 1823
met

Marie Dorothee Caroline Rahlenbeck, geb. te Brussel, België op zaterdag 8 mei 1802, ovl. (68 jaar oud) te Dresden [Dld] op zondag 7 mei 1871.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Juliane Auguste Henriette Caroline Mathilde*1832 Stuttgart, Dld. †1892 Stuttgart, Dld. 59


Peter II Ripperda
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Peter II (Pieter) Ripperda, geb. circa 1535, G, heer te Winsum, hij bekeert zich tot het protestantisme, schepper in het Winsumse en Schaphalster zijlvest, roept de bevolking op tot de beeldenstorm te Winsum in 1566, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) te Ost-Friesland, Dld. voor 1574.


Aantekeningen bij Peter II Ripperda.
Peter Ripperda, geboren circa 1535, overl. voor 1574, zoon van Focko Hayo Ripperda en Anna van Ewsum, gehuwd op 12 Oct. 1554 met Evertie van Tamminga, begr. te Waaxens, dochter van Onno van Tamminga en Hille Schaffer), later hertrouwt hij met Frouce van Burmania (overl. kort na de geboorte van haar kind), dochter van Joost van Burmania en Baef Tissesdr. Caters) en in derde huwelijk met Teth Wilcoosdr. Frese (dochter van Wilco Frese, hoofdeling te Rysum, Loquardt en Campen, en Catharina van Kniphuizen). Pieter Ripperda is een broer van den voorgaande en door zijn moeder is hij met de Rengersen verwant. In 1561 is hij de schepper van het Winsumer en Schaphalster Zijlvest. Hij is Hervormd, maar tekent in 1566 niet het Compromis, waartoe hij ook niet is aangezocht.
Op Kruisdag 1566 heeft hij met zijn broers het volk aangezet tot de plundering van de kerk van Winsum, maar hij doet niet mee, loopt alleen in de kerk op en neer, terwijl zijn vrouw en schoonzuster geuzenliedjes op het orgel spelen. In voorjaar 1567 moet hij vluchten en gaat naar Emden, waar hij door den drost Unico Manninga, die familie van hem is, wordt toegelaten. Op 23 mei 1568 vecht hij bij Heiligerlee en weldra laat Alva zijn goederen in beslag nemen.
Op 9 Juli 1569 komt zijn naam voor op de lijst van gevluchten, die door de spaansche regeering verdacht zijn, zowel in Groningen als op het platteland. Pieter Ripperda heeft zich intussen bij de Watergeuzen gevoegd en begin okt. 1569 wordt hij in Knocke bespied, als hij daar met de Watergeus jonker Albrecht van Egmond uit avondmaalskelken wijn drinkt. Op 10 Jan. 1570 wordt hij door Alva verbannen. Op 1 febr. 1570 biedt hij zich met zijn broeder Asinge Ripperda bij Sonoy in Emden aan, met 300 man, maar de Prins van Oranje moet wegens geldgebrek het aanbod afwijzen. Op 10 Juli 1570 verzoekt Hercules van Ewsum aan koning Filips om van de rentmeester van Friesland terug te mogen ontvangen ƒ 1000 door hem voorgeschoten aan Ripperda. Hij tekent het verzoekschrift, dat op 17 oct. 1570 bij den rijksdag te Spiers wordt ingediend. Op 1 April 1572 is hij niet bij de inneming van den Briel, maar in Emden voor de Watergeuzen werkzaam. Later wordt zijn naam niet meer gehoord.
De borg te Wnsum.
Deze Peter heeft zo het zich laat aanzien de borg te Winsum van zijn vader Focko en zijn moeder Anna geërfd. Peter sluit zich echter aan bij de Geuzen en voor hun vlucht uit Winsum heeft Peter in 1568 het huis te Wins um waarschijnlijk al verkocht of verhuurd aan Hercules van Ewsum, met 120 grazen land daarbij behorende. Bij de borg wordt dan ook een zomerhuis genoemd. Peter sterft in 1574 in Oost-Friesland en vier jaar later in 1578 weet de Stad Groniningen het goed te kopen.
De kerk van Winsum en de Beeldenstorm.
Peter II Ripperda is degene die toestaat dat de kerk van Winsum in1565 tijdens de Beeldenstorm wordt bestormd, terwijl zijn vrouw Evertje en zijn schoonzuster Bauwe Cater Geuzenliederen op de orgelzolder zingen. Er wordt verteld dat hij dat beteurt en zelfs wanhopig door het middenschip van de kerk heeft gelopen.
Dan ontvlucht hij echter Winsum en strijdt mee in Heiligerlee en neemt dienst bij de Watergeuzen. Bij Knocke drinkt hij samen met andere Geuzen als afwijzing van de transsubstantiatie, wijn uit de Avondmaalsbeker.
In het jaar 1570 stelt hij samen met zijn broer Asinge, 300 manschappen beschikbaar ter dienste van de Prins van Oranje, of liever gezegd aan dienst van luitenant Sonoy.
(Bronnen: Zie: de Haan Hettema, Stamboek Friesche Adel I, 57, 58, 163, II, 42, 94; Alg. Nederl. Fam. Blad, 1885, 202; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 152; van Hasselt, Stukken I, 371; Franz, Ostfriesland und die Niederl. 171; Feith, Archief van Groningen II, 320; Marcus, Sententiën 224; Harkenroht, Oostfr. Oorspr. I, 369; Rutgers, Het geslacht Ripperda in Wapenheraut V (1901), 175, 214).

tr. (resp. ongeveer 19 en ongeveer 27 jaar oud) (1) op dinsdag 12 okt 1554
met

Evertie Tamminga van Bellingeweer, dr. van Onno Schaffer en Hilla Schaffer, geb. in 1527.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Onno*1555  †1568 Oldersum 13
Helena*1557  †1610  53
Anna     

tr. (2) kinderloos
met

Frouke van Burmania, dr. van Joost Cater en Beaf Cater Tot Reitsemaborg, ovl. in 1565.

tr. (hoogstens 37 jaar oud) (3) voor 1572 overlijdt jong
met

Tetta von Frese, dr. van Wilcko en Catharina Reichsfreiin Zu Inn- Und Knyphausen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wilcko     


Peter Julian Hillenga
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Peter Julian Hillenga, geb. te Beerta [Gr] op maandag 9 nov 1953, ovl. (47 jaar oud) te Saint Christophe en Oisans op woensdag 11 jul 2001.

tr. (25 jaar oud) (1) te Assen [Dr] op maandag 28 mei 1979, (gesch. te Assen [Dr] op woensdag 16 jul 1980)

Aantekeningen bij Peter Julian Hillenga

scheiding type: uitgesproken.

tr. (29 jaar oud) (2) te Groningen [Gr] op maandag 20 dec 1982


Pieter Vincent Ripperda Tot Vorden
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Pieter Vincent Ripperda Tot Vorden, geb. circa 1567, heer te Vorden [Ge], heer van Beurse, heer te Vorden [Ge], heer, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) te Vorden [Ge] op vrijdag 13 nov 1637 op kasteel Vorden.

  • Vader:
    Maurits Ripperda, zn. van Hayo III Ripperda en Henrica Van Hackfort, geb. in 1536, heer te Vorden [Ge], voor de helft hoofdeling te Farmsum [Gr], voor de helft hoofdeling te Appingedam [Gr], voor de helft hoofdeling te Petkum [Deu], voor de helft hoofdeling te Dornum, gravelijke hofrechter te Aurich [Deu], lid van de ridderschap van de graafschap te Zutphen [Ge] in 1564, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) te Petkum [Deu] op zondag 2 okt 1616, tr. (beiden ongeveer 25 jaar oud) in 1561.
 

relatie
met

Anna van Eerde Tot Beurse, dr. van Herman van Beurse en Hadewich van Bevervoorde Tot Oldemeule, erfvrouwe, ovl. op dinsdag 9 mrt 1655, begr. te Warnsveld [Ge].

Uit deze relatie 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heer Maurits Herman*1624  †1698 Vorden [Ge] 74
Heer Adolph Henrick*1625  †1672 Heerjansdam [Zh] 47
Heer George*1630  †1702 Arnhem [Deu] 72
Anna Maria  †1708   


Peterken Coenders Tot Klinkenborg
 
in
Genealogie van Hendrik Clant.
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Peterken (Peter(Nella)) Coenders Tot Klinkenborg, geb. in 1635, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) op dinsdag 26 jul 1678, begr. te Kantens [Gr].



Aantekeningen bij Peterken Coenders Tot Klinkenborg.


Petronella Coenders.

tr. (resp. ongeveer 14 en ongeveer 22 jaar oud) in 1649
met

Joost Lewe ter Hansouwe, zn. van Evert Lewe Tho Asinge en Ewsum en Anna Coenders van Helpen, geb. te Eelde [Dr] op huize Hansouwe op maandag 1 jun 1626, Heer van de Klinkenborg, te Kantens [Gr], lid Gedeputeerde Staten van Groningen en Ommelanden, hij erft het huis Ter Hansouw te Peize en het Bonte huis a.d. Vismarkt Groningen, curator van de Groninger Hogeschool, ovl. (50 jaar oud) te Kantens [Gr] op dinsdag 2 feb 1677.

 



Aantekeningen bij Joost Lewe ter Hansouwe.


Joost Lewe.


Het Bontehuis aan de Vismarkt in Groningen, waar de familie Lewe woonde. (aquarel van A.J. van Prooijen).

Uit dit huwelijk 11 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna Lewe*1658  †1702 Zandeweer [Gr] 44
Willemina Lewe~1665 Groningen [Gr] †1697  31
Albert  †1691   
Jonker Evert*1664 Groningen [Gr] †1676  11


Dossier:


Petertien Garbrants
Petertien Garbrants.

relatie
met

Eppo Eppinus, zn. van Eppo Ebele(n)s (Ebelen) en Rem(p)cke Hommens, geb. te Meeden [Gr] in 1594, ovl. (ongeveer 78 jaar oud) te Noordbroek [Gr] op dinsdag 2 feb 1672, relatie (1) met Frouwe Oompkes. Uit deze relatie geen kinderen.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Remke*1635 Noordbroek [Gr] †1678 Blijham [Gr] 42


Petronella Arnoud
Petronella Arnoud, geb. te Arnhem [Ge] op zondag 8 mei 1825, ovl. (73 jaar oud) te Arnhem [Ge] op zaterdag 3 dec 1898.

relatie
met

Hermannus Bekker.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna Helena*1858 Arnhem [Ge] †1946 Arnhem [Ge] 8712 


Petronella Alberdina Venema
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Petronella Alberdina Venema, geb. te Veendam [Gr] in 1858.

tr. te Veendam [Gr] op zaterdag 3 mrt 1984
met

Detmer Jan Hillinga, zn. van Harm Hillinga en Alagonda Geertruida Houwerzijl, geb. te Bellingwolde [Gr] circa 1858, gezondheidsofficier.


Bronnen:
1.Burgerlijke stand (Genlias): Groninger Archieven, aktenummer 9., S92


Petronella Anna van Lewe van Aduard
in
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Petronella Anna van Lewe van Aduard, geb. te Groningen [Gr] op vrijdag 3 mrt 1702, ovl. (68 jaar oud) te Groningen [Gr] in jan 1771.

relatie
met

Haro Caspar Von Inn- und Kniphausen, zn. van Hendrik Ferdinand Von Inn- und Kniphausen en Aurelia Jarges, geb. te Ulrum op de Asinghaborg op zondag 8 jun 1698, ovl. (43 jaar oud) te Ulrum op de Asinghaborg op donderdag 14 sep 1741, relatie (2) met zijn achternicht Josina Geertruid Von Inn- und Kniphausen, dr. van Carel Ferdinand Von Inn- Von Inn- und Kniphausen en Francoise de Soete de Laecke De Villiers. Uit deze relatie geen kinderen.

Uit deze relatie 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ferdinand Folef Von Inn-*1735 Groningen [Gr] †1795 Asinga 59
Evert Joost Von Inn-*1732  †1804 Groningen [Gr] 72
Haro Caspar Von Inn-*1733 Midwolde, Huize Nienoord †1809 Huize de Klencke 76


Petronella Catharina Bosman
Petronella Catharina (Kaatje) Bosman, geb. te Arnhem [Ge] op maandag 13 nov 1882. Kaatje had één glazen oog, een kwaal binnen de fam. Bosman, Schoonmaakster bij diverse werkhuizen tot op hoge leeftijd, Status, ovl. (85 jaar oud) te Arnhem [Ge] op zaterdag 28 sep 1968, begr. te Begraafplaats Moscowa te Arnhem.

  • Moeder:
    Anna Helena Bekker, dr. van Hermannus Bekker en Petronella Arnoud, geb. te Arnhem [Ge] op woensdag 4 aug 1858, ovl. (87 jaar oud) te Arnhem [Ge] op maandag 8 apr 1946.
 

tr. (resp. 19 en 23 jaar oud) te Arnhem [Ge] op woensdag 5 nov 1902
met

Jans Plat, zn. van Jan Plat en Klaassien Jansen, geb. te Finsterwolde [Gr] op donderdag 24 apr 1879. Het gezin telt in totaal: 16 kinderen, Trompetter en chauffeur bij de Gele Rijders te Arnhem, ovl. (67 jaar oud) te Arnhem [Ge] op dinsdag 11 feb 1947.

 

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jansje Petronella*1901 Arnhem [Ge] †1995 Almere [Fl] 94
Jan Jacobus*1903 Arnhem [Ge]    
Clasina Antonia*1904 Arnhem [Ge]    
Jurriën Albert*1906 Arnhem [Ge] †1992 Arnhem [Ge] 85
Anneke     



Bronnen:
1.Geneanet, S31
')}