Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Luirdt Doedens
Luirdt Doedens (Doens), geb. te Meeden [Gr] circa 1565, landbouwer te Meeden De Meeden, West 20 Meeden [Gr], ovl. (minstens 77 jaar oud) te Meeden [Gr] tussen zaterdag 4 jan 1642 en maandag 5 jan 1643 .


Aantekeningen bij Luirdt Doedens.
•.
Inkwartiering van Brunswijkse troepen in Meeden.
GAG-985 nr - 26 October 1623: Inkwartiering in verband met het doortrekken van Brunswijkse troepen te Meeden '3 personen en 3 paarden' (1 - 21 33 - Staten Archief - Meeden -verponding (property tax) anno 1630 - LuwertDoedens - 3 ackers = 5 3/4 deimt; 9 deimt kleiland).
•.
Leninger, verkopen, overdrachten e.d.
R.A. Beerta 14-05-1629 Fol.478: Ubbo Tiartz te Beerta, heeft rekenschap gedaan aan Berent Ties te Noordbroek, pr.vmd, Luert Does te Meeden, als sibbevoogd, en Luitjen Willemß te Noordbroek, vreemde voogd over hun pupil Tiabbe Geerds vanwege alle nagelaten goederen van Ubbes overleden moeder, broer en zuster. Erfscheiding. De voogden is ten deel gevallen 2 handschriften, de ene op Remmert Geerds te Midwolda sprekende van 50 Emder gld, de andere op Ebbo Bouwes' erfgenamen m.b.t. 44 Emder gld.en 162 st. Ulben verkrijgt de roerende goederen. Getuigen: Nomno Sibrantz en Berent Hinrix.
731-7106- Meeden -10 april1635: Luwert Doens en zijn zoon Doe Luirdts, getrouwd met Jantien, maken een wisseling van landen. Doe krijgt 1114 van een stuk meedland op de Meeden, ten noorden de Olde Ehe, ten oosten de pastorie op de Meeden, ten zuiden de Nutweg, ten westen Ello Tiddems. Luwerdt krijgt van Doe een stuk land in 't westereinde van de Meeden, ten noorden Comelis Edskens, ten oosten Johan Wilkes als gebruiker, ten zu iden de Olde Weg, ten westen Johan Gaerlander.
731-7106 - Meeden -12 mei 1636: - Luwert Doedens verkoopt aan zijn zoon Tiaerdt Luirdtsde helft van het huis en de schuur a1s Luwert Doens en zijn overleden Vrouw Nancke samen hebben bewoond en bezeten gelegen op hun heerd op de Meeden'.
731- 7106 - Meeden - 4 februari 1639: Doe Luirdts, mede voor Jantien, zijn vrouw, verkoopt aan zijn zwager Haije Jans en Doe (ehel.) een stuk land op de Mieden in de heerd welke Luirdt Doedens en Nancke (gew. ehel.) hebben bezeten en bewoond, gelegen tussen beide wegen, ten noorden de olde ofte leeghe wegh, ten oosten Bastiaen Menses, ten zuiden Haije en Doe, ten westen Pieter Harkens. Dit alles volgens een contract van uitwijing van land in deze heerd, 16 ju1i 1638 exempt nochtans Tonckert Hemmes en Haeicken kindtspart (wel te verstaan de gerechte vierde part van dit boven gelimiteerde landt binnen de wegh so onvercoft blijft ende in desen niet mede begrepen is); Tot betaling is o.a. overgedragen aan Doe Luirdts en Jantien een stuk land gelegen in 4 deimt, ten noorden Comellis Edzkens, ten oosten Frans Jans' erfgenamen, ten zuiden de leghe wegh, ten west en Jan Jans Gaarlander, het betreft 1/12 deel van deze 4 deimt.
•.
Erfenissen.
731 - 7106 (RA Meeden) 20 oktober 1634, 10 april 1635, 4 mei 1635, 12 mei 1936, 4 februari 1639.
731 - 1707 (RA Meeden) 4 mei 1640, 20 augustus 1640, 4 januari 1640, 4 januari 1642, 20 augustus 1644 (4x).
731 - 7107 -Meeden - 4 mei 1640: Luwert Doedens met zijn kinderen, als Doe Luirdts, voor zich zelf en zijn vrouw Jantien, ook als voormond over Tonckert Hemmes en zal. Haicke (gew. ehel.) onmondige kind, item Hemmo Luirts, mede voor Tiasse zijn vrouw, Tiaerdt Luirdts, Haijo Jans en Doe (ehel.) maken een deling van het mande landt gelegen op de Meeden tussen het pastorie meedland ten oosten en Elle Tiddens' meedland ten westen, ten noorden de Olde Ehe, ten zuiden de Hoey wegh. Doe Luirts krijgt het noordelijk deel de andere familieleden het zuidelijk deel gezamenlijk.
731 - 7107 -Meeden - 20 augustus 1640: De erfgenamen van Luwert Doedens verkopen 3 deimt land op de Meeden aan Tiaerdts Luirdts en Reenje (ehel.). Prijs: 325 car.gld.
731 - 7107- Meeden - 4 januari 1642: Luwert Doens ter ener en Doe Luijrdts en Jantien (ehel.) ter andere zijde. Luwert draagt over aan zijn zoon Doe een stuk meedland op de Meeden tussen het pastorie meedland ten oosten, en ten westen Ello Tiddens meedland. Ten noorden Doe Luijrdts en ten zuiden Haijo Jans. Doe Luirdts draagt over aan zijn vader Luwert Doens drie delen van de venne over de Lege Wegh, tussen Bastijan Mensens ten oost en en Pieter Muller ten westen. Ten noorden de vicarie kamp, ten zuiden de lege Wegh; Bovendien draagt Doe nog over een akker bouwte met het uits trekkende veen. Zoals Doe en Jantien deze akker van Jan Martens hebben gekocht. Doe betaalt Luwert een toehake van lOO Emder Guldens.
731-7107- Meeden - 20 augustus 1644: Verschenen de erfgenamen van Luirdt Doedens, als Doe Luijrdts, voor Jantien, zijn vrouw, item Doe Luijrdts, als principaal voormond over Hemmo Luirdts en Tialde's ouderloze kinderen, met Tjapko Hijndrijcks, als vreemde voogd en samen caverende voor Tj abbo Hindriks, sibbevoogd over voorschreven kinderen. Ook Doe Luijrdts als principaal voormond over Tonckert Hemmens en Haeicke Luirdts' ouderloze kind met name Haicko Tonckerts, en Ubbo Wijpkens, vreemde voogd, met hun beiden optredende namens Jacob Dercks, sibbevoogd over Haicko Tonckerts voomoemd. Egge Hermens, voor Yke, zijn vrouw, met Haijo Jans en Doe, zijn vrouw, verkopen gezamenlijk aan Tiaerdt Luirdts en Reenje (ehel.) een kamp land op de Meeden 3 deimt, ten noorden Comelis Edzkens, ten oosten Jan Wilckens als gebruiker, ten zuiden Berent Cuper en de erfgenamen van Luirdt Doedens, ten westen Jan Jans Gaerlander. Prijs: 325 daler.
731 - 7107 - Meeden - 20 augustus 1644: Dezelfde erfgenamen samen met Tiaerdt Luirdts en Reenje (ehel.) verkopen aan Harmen Geerts en Jantien (ehel.) een kampke land op de Meeden, ten noorden Tiaerdts Luirdts, ten oosten Berent Cuper, ten zuiden de Olde Leghe Wech, ten westen Jan Jans Gaerlander. Prijs: 234 daler.
731-7107- Meeden - 20 augustus 1644: Dezelfde erfgenamen verkopen aan Jan Ridderinge en Lutgart (ehel.) drie gerechte parten van een venne land es, waarvan het vierde part behoort aan Haicke Tonkerts. Ten noorden Lutien Jans, vicariemeier, ten oosten Bastiaen Menses, ten zuiden de Leghe Wech, ten westen Jan Peters. Prijs: 255 daler. In de marge wordt vermeld dat het land door Jan Ridderinge en Lutgart (ehel.) wordt doorverkocht aan Doe Luirdts en Jantien (ehel.) op 14 februari 1645.
731 - 7107- Meeden - 20 augustus 1644: De erfgenamen van Luirdt Doedens ter ener en Haijo Jans en Doe. (ehel.) ter andere zijde. Ze maken een akkoord. Haijo Jans en Doe (ehel.) doen afstand van alle goederen zoals Luwert Doens heeft nagelaten. Hen wordt toegestaan een acker boven de wech streckende uijt het noorden van Wildrick Dercks tuine suidwart met het veen inclus nabuirswetten gelijck, liggende int midden van Luirdt Doedens heerdt groot drie atkeren. Ten oosten Bastiaen Menses, ten westen Jan Peters. Bovendien krijgen Haijo en Doe 10 car.gld.
731-7419 (RA Zuidbroek), fol. 20v, 31 december 1602.
GAG, 985 rnr, 26 oktober 1623. Inkwartiiering i.v.m. doortrekken van Brunswijkse Troepen - Meeden.
Toegang 1-2133 (Staten Archief): Meeden, verponding 1630, Luwert Doedens.

tr. (resp. hoogstens 35 en hoogstens 32 jaar oud) te Meeden [Gr] voor 1600
met

Nancke Hemmes, geb. circa 15683, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te Meeden [Gr] op vrijdag 9 jul 16322.


Aantekeningen bij Nancke Hemmes.
731-7106- Meeden -20 oktober 1634: De erfgenamen of kinderen van Nancke, gew. huisvrouw van Luwerdt Doens, a1s: Doe Luijrdts, Hemmo Luirdts, Tiaerdt Luirdts, broers, met Eggo Harmens, voor Ike, zijn vrouw, en de voor monden over wijlen Haijcke's onmondige kind, a1s Ubbo Tiards, Jacob Dercks en Johan Jaspers, en Hayo Janssens voor Doe, zijn vrouw, maken een afhandeling. AIleen de manier waarop verdeeld wordt, wordt beschreven.
731-7106- Meeden - 4 mei 1635: De kinderen van Luirdt Doedes, a1s Doe Luijrdts, Tiaerdt Luirdts en Haijo Jansen, caverende voor Doe Luijrdts, zijn vrouw. Ieder krijgt een deel van het deel van wijlen Nancke Luirdts, alles gelegen in de heerd waarop Luirdt Doedes nog woont. 'In den eers ten sal Doe Luirdts anveerden ende arflijken possideren so voor sijn part alse ooc voor sijn broeders ende susters Hemme ende Juke Luirdts haer parten so Doedo ende Jantien voormaels van haer gecoft heeft; itim ooc voor sijn pupillen pardt so hijrinne mede gerekent ende tot des pupillen be sten tot aller tijden sal verblijven de oosterste ende westerste ackers boven de wegh in dese heerdt. Buiten de wegh averst sal Doedo genieten de beide oosterste ackers in dese selve heerdt. Hijr tegens sullen Tiardt en de Haijo Doe zijn huisfr. voor haer pardt genieten ten eigendoom ende ooc arflijcken beholden boven de wegh de middelste acker ende buiten de we gh de westerste acker ofte de gerechte derde part so boven als buiten de wegh. Ende van dese acker sal Tiardt de oostsijdt ende Haijo ende Doe de westzijdt beholden. Edoch sal Tiardt boven de wegh beholden ten eigendom de gehele breete van dese acker beginnende van het padt ende streckende bet an de boute. Hijrtegens sullen Haoijo ende Doe hebben te genieten buit en de weghen ooc de gehele breete van dese acker beginnende van de wegh ende dat streckende int noorden so langhe alse Tiardts part boven de wegh is streckende.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nantke*1588 Meeden [Gr] †1619 Meeden [Gr] 31
Doe*1590 Meeden [Gr] †1653 Meeden [Gr] 63
Haeicke*1598 Groningen [Gr] †1635  37
Doedo*1600 Meeden [Gr] †1678 Meeden [Gr] 7810 
Tiaerdt*1605  †1660  55
Hemmo     
Yke     



Bronnen:
1.Pauwel Jager website. Gruoninga -, S612
2.Harm Selling; Abels, Sebo - Doopsgezinde Families in het Oldambt; 192, S613
3.Pauwel Jager website, S611


Luirdt Ripperda
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Luirdt (Luurt) Ripperda, geb. circa 1560, heer te Winsum, ritmeester in Hollandse dienst onder Eilco Onsta van Sauwerd, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) in 1617.


Aantekeningen bij Luirdt (Luurt) Ripperda.
Luurt heeft in 1610 de borg Ewsum te Middelstum gekocht van Caspar van Ewsum. Na zijn dood verkoopt zijn vrouw, Ida Lewe in 1616 Ewsum met 104 grazen land aan Abel Coenders, burgemeester van de stad Groningen.

relatie
met

Ida Lewe van Zandeweer, dr. van Jurgen Lewe Thoe Zandeweer en Teteke Jarges, geb. circa 1584.

Uit deze relatie 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heer Wigbolt*1613  †1699  85
Georg Jurrien*1617  †1687  70
Elisabeth  †1638   
Jurjen*1638     
Asinga  †1651   
Maria Johanna  †1691   
Focco     


Luirt Rengers
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Luirt Rengers.

relatie
met

Ode Tamminga.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Detmara     
Anna     



Bronnen:
1.De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Dr. W.J Formsma, Stol en Pathuis, Van Corcum & Comp. B.V., ISBN 90 232 1047 6, Assen [Dr], 1973

Luert Manninga Tot Dijksterhuis
 
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Luert Manninga Tot Dijksterhuis1, geb. circa 1568, zijn schoonvader Diederik Sony, komt ook op Dijksterhuis wonen te Pieterburen [Gr], heer op de borg borg Dijksterhuis, Appingedam [Gr], de borg Dijksterhuis komt in het bezit van Luurt in 1578, ovl. (ongeveer 31 jaar oud) circa 1599.



Aantekeningen bij Luert Manninga Tot Dijksterhuis.
DE BORG DIJKSTERHUIS.
De borg Dijksterhuis staat tot 1903 even ten noorden van het dorp Pieterburen in de gemeente De Marne. Een restant van het oorspronkelijke borgterrein is nog steeds in het landschap terug te vinden.
Geschiedenis.

Afbeelding van de voormalige borg Dijksterhuis bij Pieterburen
Aangenomen wordt dat de oorspronkelijke borg wordt gebouwd in de 14e eeuw. De borg, vroeger aangeduid als Huis ten Dijke wordt gebouwd op een zandplaat op het Wad. Hij staat daarom oorspronkelijk buitendijks. Mede daarom wordt aangenomen dat de eerste bewoners de kost verdienen met zeeroof en tot de zogenaamde likedelers gerekend moeten worden. Nadat het Klooster van Aduard zijn voorwerk op het eiland Bosch heeft opgegeven oefent de borgheer van Dijksterhuis het recht van strandvondst uit voor het klooster.
Na het aanleggen van een nieuwe dijk komt de borg binnendijks te liggen. Vanwege de oorspronkelijke zandplaat ligt het huis hoger dan zijn omgeving van jonge zeeklei. Die ligging zorgt er voor dat de borg zowel de stormvloed van 1570 als die van 1717 ongehavend doorstaat.
Bijzonder aan Dijksterhuis is dat deze borg een van de weinige borgen is die nimmer verkocht is, maar steeds door overerving in andere handen is gekomen. De laatste eigenaar is Gerhard Alberda van Menkema en Dijksterhuis geweest. Zoals zijn naam aangeeft, is deze ook eigenaar van de Menkemaborg in Uithuizen. Op die borg woont hij, Dijksterhuis houdt hij echter tot aan zijn dood, in 1902, wel in stand. Een jaar later wordt de borg echter toch gesloopt.

Anno 2007 resteert nog de gracht om de voormalige borg Dijksterhuis
De bloedvlek.
Dijksterhuis komt in 1578 in het bezit van Luurt Maninga. Deze huwt met Emmerentiana Sonoy, enig kind van de watergeus Diederik Sonoy. Als Diederik in 1594 het krijgsleven vaarwel zegt, trekt hij in bij zijn dochter. Drie jaar later overlijdt hij, en wordt begraven in de kerk van Pieterburen.
De korte periode dat Sonoy op Dijksterhuis heeft gewoond is vooral bekend geworden door een crime passionel. Aan zijn vele reizen heeft Sonoy een Moorse bediende (die volgens de overlevering Zwarte Pier heette) overgehouden, die hem ook volgt naar Dijksterhuis. Deze bediende vat een vurige liefde op voor een van de dienstmaagden van Dijksterhuis. Zij geeft echter de voorkeur aan een blanke vrijer, wat de afgewezene niet kan verkroppen. Hij doorsteekt haar met een mes, wat zij niet overleeft. Zelf wordt de Moor van Dijksterhuis enige dagen later even ten noorden van de borg onthoofd.
Het verhaal wil, dat op de plek van de misdaad (bekend als de 'Moriaanse kamer') een grote bloedvlek is ontstaan. Hoe men ook heeft geboend, de vlek komt steeds terug. Nog in 20e eeuw zijn er in Pieterburen getuigen te vinden die beweren met eigen ogen de bloedvlek te hebben gezien.

Deze leeuw behoort oorspronkelijk tot de borg Dijksterhuizen te Pieterburen.

relatie
met

Emerantia van Sonoy, dr. van Diederik (van Sonoy) en Maria van Maisen, geb. circa 1568, ovl. (ongeveer 53 jaar oud) in 1621.

Uit deze relatie 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Josina*1590 Ten Dijke †1622  32
Hayo Unico*1590  †1652  62
Maria     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:


Luirt Manninga Tot Dijksterhuis
in
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Luirt Manninga Tot Dijksterhuis, heer op de borg Dijksterhuis, Appingedam [Gr], ovl. in 1668.


Luise Henriëtte Caroline Von Kettelhodt
Luise Henriëtte Caroline Von Kettelhodt.

relatie
met

Friedrich Justinian Von Günderrode.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sophia Mariana Adelheid*1803 Darmstadt, Dld. †1876 Kampen 73


Luitgarde van Merode
Luitgarde van Merode, geb. in 1270.

tr. (beiden ongeveer 30 jaar oud) in 1300
met

Arnold van Wachtendonk, geb. in 1270.


Luitgardis van Alemanië
Luitgardis van Alemanië, geb. circa 775, ovl. (ongeveer 25 jaar oud) te Tours op donderdag 4 jun 800, begr. te Tours Hij is begraven in de kerk van Saint-Martin.

tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 52 jaar oud) circa 795
met

Karel de Grote, zn. van Pippijn III de Korte en Bertrade (Bertha) van Laon, geb. te Ingelheim op dinsdag 2 apr 742 volgens Jansen is Karel geboren op 2 april 747 in Prum, ze wordt naar Aken gebracht en gegijseld in 785, ovl. (71 jaar oud) te Aken op donderdag 28 jan 814, begr. te Aken Dom van Aken
In het jaar 805 werd in Aken een bijzonder gebouw, de 33 meter hoge Pfalzkapel van Karel de Grote (747- 814), voltooid. Het gebouw moest plek bieden aan zijn troon en aan zijn reliquien. De inwijding ervan vond plaats op 6 januari 805 door Paus Leo III en de kapel werd gewijd aan Maria.
Karel de Grote was een bijzonder mens. Hij trouwde in zijn leven vier keer en had 11 echtelijke en 7 onechtelijke kinderen. Hij verbond zijn Christelijke geloof met het antieke denken en de Germaanse erfenis. Zijn leven wordt door zijn chronist Einhardt beschreven in zijn Vita Caroli Magni. De Germanen mochten de stad Aken niet. Karel wel, hij besloot de stad uit te bouwen tot hoofdplaats van zijn rijk. Zijn besluit verkondigde hij in juni 787 in Worms. Hij koos voor Aken omdat deze plaats het middelpunt vormde van het Karolingische rijk, omgeven was door rijke jachtgebieden en over de warmste bronnen van Europa beschikte.
De Dom van Aken werd door Karel de Grote gebouwd op de plek waar vroeger reeds een Keltisch bronheiligdom en de latere Merovingische reliekenkapel met een klein landgoed van Pepijn de Korte (715- 768) had gestaan. Het was de plek waar in de Romeinse tijd vermoeide krijgers baadden in borrelend, heet en onaangenaam riekende bronnen en hier hun wonden heelden. In dit voormalige kuuroord van het romeinse leger, dat rond het jaar 100 na Christus tot een grote militaire badplaats, was uitgebouwd, wilde hij zijn paleis bouwen. De stad had een typisch romeins, rechthoekig stratenpatroon. In de kerstnacht van het jaar 800 werd hij hier tot eerste Europese keizer getroond. Ze was niet alleen als kroningkapel voor Karel de Grote zelf, maar ook voor 26 andere Duitse koningen en keizers, van Otto I (in 936) tot Ferdinand I (in 1531). Allen namen ze in de troon van Karel de Grote plaats, die ook tegenwoordig nog in de bovenste omgang van de Dom staat. Gezeten in de marmeren troon ontvingen ze na de kroning voor het Maria- altaar de eerste huldigingen van de grootten van het rijk. Deze troon uit marmer is extra bijzonder aangezien het marmer uit Jeruzalem geimporteerd werd.
In 768 begon de bouw. Als eerste liet Karel een altaar op 38º precies op de west- oost- as draaien. Hij week ook totaal af van de symetrische structuur van het Romeinse stratenpatroon. Hij hield ook niet, zoals de Romeinen, rekening met de structuur van het terrein, maar bouwde naar voorgegeven maten. De kapel had een goede maat van 144 voet, 12 maal 12 latten (destijds werd in voet en lat gemeten) lang. Twaalf is het heilige getal van de Apokalypse en de maat van de engel. Alle andere maten in de dom zijn ook door 12 te delen.
Op 28 januari 814 stierf Karel de Grote en werd op dezelfde dag in zijn kapel bijgezet. Hij werd begraven in een kist die al 600 jaar oud was en van een Romeins kerkhof stamde. Na dood van Karel werd hij idool van zijn navolgers. Keizer Otto III gaf in 1000 enkele botten van Karel de Grote als relikwie aan zijn relaties. Freidrich I. Barbarossa liet Karel op 29 december 1165 heilig verklaren en de overige botten in een eikenhouten kist overbrengen. Hieromheen kwam de zogenaamde Karlsschrein, een prachtig versierde grafkist met daarop de zestien voor Aken belangrijke koningen in plaats van de Apostelen. Deze grafkist staat tegenwoordig in het koor van de Dom. Sinds 1200 pelgrimeren uit heel Europa vrome pelgrims naar het graf van Karel de Grote. Sinds 1349 werden bij de Aken- Fahrten de kostbaarste heiligdommen getoond die ten noorden van de Alpen bestaan. Dit zijn de bijbelse heiligdommen, de luiers van Jezus, het kleed dat Maria droeg in de Kerstnacht, het onthoofdingsdoek van de heilige Johannes en de lendedoeken van Jezus. Deze worden alle zeven jaar getoond, de volgende keer is in 2014.
De bouwer van de kerk, Odo van Metz, probeerde in de maten van de Dom ook de maten van de geheime Openbaringen (21e hoofdstuk) van Johannes, in het bijzonder die van het heilige Jeruzalem, te gebruiken. In het 7e Visioen toont een engel Johannes namelijk het hemelse Jeruzalem, dit fonkelde als een edelsteen, als een kristal en had grote hoge muren met twaalf stadspoorten en boven de poorten twaalf engelen. De stadsmuur had twaalf grondstenen waarop de namen van de twaalf Apostelen te lezen waren. De stad was een vierkant en har lengte, breedte en hoogte waren van gelijke omvang. De stad werd met een gouden maatstok opgemeten en bleek 12000 stadien groot te zijn. De muur had een lengte van 144 ellen. In een wij- inscriptie van de bouwer staat te lezen „ Zijn de levende stenen tot een vredige eenheid verbonden en stemmen ze in ieder deel in aantal en grootte overeen, dan zal het werk van de Heer, die de hal geschapen heeft, stralen“.
En inderdaad, de bouwmeester van de dom heeft het klaargespeeld de ideale maten van het heilige Jeruzalem in een kerkgebouw te verwezelijken. De plattegrond van de dom is een octogoon (achthoek) met daarin de getallen uit het 7e Visioen van de openbaring. De el werd in de Karolingingische voet verandert (een Karolingische voet is circa 30 centimeter) en in een schema ingebracht waarin de getallen 7, 12 en 144 een grote rol spelen. De Karolingische voet maal twaalf geeft een grondoppervlak van 4 meter.
In de jaren 70 van de 20e eeuw stelde de fotograaf Herman Weisweiler bovendien ook nog vast dat de dom een geweldig astrologisch monument is. In zijn boek „Das Geheimnis Karls des Großen- Astronomie in Stein: Der Aachener Dom“ legt hij verbindingen tussen het oktogoon in Aken, de Duitse Externsteine en het Britse Stonehenge, die allen op de 51e breedtegraad liggen. Zo is het grondplan en de straal van het Akense oktogoon gelijk aan die van de heidense cultusplek in Stonehenge. Beiden vormen ze een oktogoon. Niet zo vreemd, want zijn beste vrienden waren Ieren en zijn chef- raadgever Alkuin was Angelsaksisch en astronoom. Zij moeten Stonehenge gekend hebben. Ook de maten van de Pyramide van Cheops zijn in de Dom terug te vinden. En daarnaast verschijnen al deze maten gespiegeld in het Lotharkruis in de Domschat.
Dit alles zou door Karel de Grote geplant zijn om een monument te plaatsen voor de astrologische kennis in zijn tijd. Het was een soort astrologische klok. Zijn dienaren konden bijvoorbeeld het precieze tijdstip van het Paasfeest en daarmee de afloop van de rest van het jaar berekenen. Dit is ook tegenwoordig nog te zien. Op de dag van de Zomerzonnewende treffen de invallende zonnestralen de marmeren keizerstroon. Dit gebeurt bij zonsopgang, als de zon haar meest oostelijke punt bereikt. Op deze dag treffen de stralen ook het midden van de door Friedrich I Barbarossa geschonken kroonluchter. Op de dag van de Winterzonnewende vallen de stralen op het Christussymbool. Helaas bestaan de beide ramen waardoor het licht zou moeten invallen niet meer.
In 1802 werd de dom op wens van Napoleon moederkerk van een groter bisdom. Dit bisdom wordt weer opgeheven na het vertrek van Napoleon en het toevallen van Aken aan Pruisen.
In 1930 wordt het tweede Akens bisdom opgericht.
Origineel in de dom is nu nog de troon van Karel de Grote, 20 antieke zuilen uit Italie, vier bronzen deuren, 8 bronzen hekken (van rond 800). Het gouden altaar (rond 1000), de door Friedrich I Barbarossa geschonken kroonluchter met een doorsnede van 4,20 meter, ontstaan in 1165, welke ook nog eens de maten van het hemelse Jeruzalem toont. En de bonte ramen in het schip uit 1414.
Albrecht Dürer was in 1525 heel enthousiast over Aken, hij berichtte: „ Da hab ich gesehe alle herrlichen Köstlichkeiten, des gleichen keiner, der bei uns lebt, köstlicher Dinge gesehen hat“.
Wolfsdeuren.
De Karolingische Wolfsdeuren van het hoofdportaal van de Dom van Aken zijn iets bijzonders. Deze bronzen deuren herinneren aan Romeinse bronzen deuren en zijn niet alleen de eerste Middeleeuwse deuren, maar ook de eerste die gegoten zijn ten noorden van de Alpen. Ze werden gegoten te Aken. Elke deurvleugel is uit één stuk gegoten, de leeuwenkoppen zijn erop geklonken. De thans verdwenen ringen in de leeuwenkoppen speelden eertijds een rol bij de rechtsspraak. In de rechter leeuwenkop bevindt zich de zogenaamde duivelduim, een stut voor de ring die voortkomt uit de Domsage, waarbij de duivel het geld voor de bouw van de Dom zou hebben gegeven in ruil voor de eerste ziel die het godshuis betrad. Toen de Akenaren vervolgens een wolf de Dom binnenleiden en de Duivel diens ziel reeds had gegrepen sloeg hij woedend de deuren dicht waarbij zijn duim achterbleef (Naar: Olaf en Lisa Op den Kamp, "Eifelnatur". Stephany, 1984), tr. (1) met Himiltrudis. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (2) met Desiderate van Lombardije1. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Hildegard (Houdiard) in de Vinzgouw1,3. Uit dit huwelijk 8 kinderen, tr. (4) met Fastrade van Franconie. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (6) met Madelgard(Is). Uit dit huwelijk een dochter, tr. (7) met Reginopycrha (Regina) Jansen noemt haar Renina N . Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (8) met Sigrada. Uit dit huwelijk een zoon, relatie (9) met Adelindis. Uit deze relatie een zoon, tr. (10) met Nn . Uit dit huwelijk een dochter.

 



Aantekeningen bij Karel de Grote.
Karel de Grote (Duits: Karl der Große en Karl I von Franken; Frans en Engels Charlemagne; Latijn Carolus Magnus; Jupille, (waarschijnlijk) 2 april 742 - Aken, 28 janua ri 814) was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel was de zoon van P epijn de Korte en Bertrada van Laon bijgenaamd "Bertrada met de grote voe ten". Er zijn geen portretten van Karel bekend maar wij weten van zijn bi ograaf Einhard en omdat zijn skelet in Aken bewaard bleef dat hij met e en lengte van 1 meter en 93 centimeter bijzonder groot van stuk was. Kar el was rossig, droeg een snor en had een "vooruitstekende buik". Karel we rd in de 12e eeuw heiligverklaard maar wordt alleen in Aken vereerd.
Pepijn de Korte, de zoon van Karel Martel, was de eerste koning van het H uis der Karolingen, de dynastie die van 751 tot 987 zou heersen. Na de do od van Pepijn in 768 werd zijn koninkrijk verdeeld onder Karel en diens b roer Carloman. Carloman stierf op 5 december 771, waarna Karel koning we rd van het gehele Frankische rijk.
*.
Uitbreiding van zijn rijk.
In de in totaal 46 jaren van zijn heerschappij voerde Karel meer dan 50 o orlogen, wat voor een middeleeuwse vorst meer dan gemiddeld is. Zijn voor naamste vijanden waren de Saksen, de Friezen en de *.
Longobarden.
Wat als een strafexpeditie tegen de heidense Saksen en Friezen begon, we rd al gauw een uitgebreide veroverings- en geloofsoorlog die 32 jaar la ng zou aanslepen, tot aan de uiteindelijke onderwerping van dit oosteli jk buurvolk in het jaar 804. Tijdens deze Saksenoorlogen ontstond het kwa de gezegde van de "bekering met ijzeren tongen", waarmee de gedwongen ker stening met de zwaarden der Franken bedoeld werd. Hiertoe vaardigde Kar el een decreet uit, de Capitulatio de partibus Saxoniae, waarin voor het eerst in de westerse geschiedenis een gewelddadige bekeringspolitiek we rd bedreven. In 797 vaardigde Karel een nieuw decreet uit onder invloed v an zijn raadgever Alcuinus dat een ietwat zachtere bekeringspolitiek voor schreef. Dit decreet was de Capitulare Saxonum. In 782 kwam het tot het r oemruchte bloedbad van Verden, waar volgens niet volledig betrouwbare bro nnen 4500 Saksische opstandelingen onthoofd zouden zijn. In 785 bekeerde de hertog van de Saksen, Widukind, zich tot het christelijk geloof. Hierm ee waren de Saksen overwonnen.
Aan de oorlog tegen de tweede vijand, de Langobarden, ging een politiek c onflict vooraf: toen de usurpator Pepijn de Korte de laatste Merovingisc he koning had afgezet en in 756 door paus Stefanus tot koning der Frank en werd gezalfd, beloofde hij in ruil de kerkvorst alle gebieden te schen ken die hij op het Byzantijnse rijk zou veroveren. Dit is de zogenaamde P epijnse Schenking, hoewel de man in werkelijkheid nooit verder ging dan e en belofte. Concreet ging het om het Exarchaat van Ravenna (de exarch w as de Byzantijnse militaire bevelhebber in Italië), de Pentapolis (letter lijk De Vijf Steden, nl. Ancona, Fano, Pesaro, Rimini en Sinigaglia) en h et ducaat Rome (zo genoemd naar de dux, de Byzantijnse provinciegouverne ur in Italië). Toen dat gebied in 773 door de Langobardenkoning Desideri us ingenomen werd, riep paus Adrianus I in 773 Karel te hulp. Daarop ruk te de Frankenkoning naar Italië op, belegerde en veroverde er de Langobar dische hoofdstad Pavia, zette Desiderius af en vernieuwde de schenkingsbe lofte van zijn vader aan de paus. Het desbetreffende gebied tussen Rome en Ravenna stelde Karel expliciet onder Frankische bescherming. Op Paasd ag 774 trok hij Rome binnen en werd er als een keizer onthaald en geëer d. Met toestemming van de paus noemde Karel zich voortaan "koning der Fra nken en der Langobarden".
In 788 werd met Beieren het laatste stamhertogdom bij het Frankische ri jk ingelijfd. De opstandige hertog Tassilo III werd voorgoed onderworpe n, nadat hij tweemaal in opstand kwam tegen Karel. In 795-796 volgde de o nderwerping van het Avarenrijk (op de plaats van het huidige Kroatië, Tsj echië, Slowakije en West-Hongarije) aan de Oostgrens. In 810 moest Karel naar Friesland oprukken om daar de Deense Vikingen tot staan te brengen. In 811 dwong Karel de Denen het riviertje de Eider als oostgrens te aanva arden om zo de invallen van de Vikingen te voorkomen. En ook al bleef in 778 zijn veldtocht tegen de Moren in Spanje zonder groot gevolg, toch k on hij nog het gebied onmiddellijk ten zuiden van de Pyreneeën veroveren en het als de Spaanse Mark bij het Rijk voegen. Meteen was ook de opmars van de islam tot staan bracht. Hier vond zijn neef Roland de dood door de Basken. Door zijn oom Karel de Grote was hij belast met de verdedigi ng van de achterhoede. In een ravijn, die de Roncesvalles-Pas wordt genoe md, werd hij ingesloten. Hij blies op zijn hoorn, genaamd "Olifant" en sl oeg zijn zwaard "Indural" stuk op een steen. Olifant werd gehoord door Ka rel de Grote, maar zijn hulp kwam (net) te laat. In 792 werd er door Hish am I, de Emir van Córdoba opgeroepen tot een jihad tegen de Franken. De ze jihad vond plaats in 793 en werd verslagen door een neef van Karel in Orange.
Zo had Karel een groot gedeelte van het vroegere West-Romeinse Rijk (en g rote gebieden die erbuiten lagen) verenigd onder zijn heerschappij. Op h et toppunt van zijn macht heerste hij over een gebied dat reikte van de E lbe en de Oder tot aan de Pyreneeën, en zo uitgestrekt was dat het een ge duchte concurrent voor de wereldmacht Byzantium ging vormen. Wat ooit e en kleine Germaanse inplanting op vroeger Romeins territorium was, bleek nu Byzantiums gelijke als legitieme opvolger van het Romeinse rijk.
*.
Het kiezerrijk.
In 799 volgde een gebeurtenis die de politiek van Karel de Grote in nieu we banen zou leiden: in april van dat jaar stonden enkele vooraanstaande leden van de pauselijke curie tegen paus Leo III op en verdreven hem uit Rome. Over de achtergrond van deze zaak is niets bekend; vast staat alle en dat de vlucht Leo tot bij Karel in Paderborn voerde. Er bestaan welisw aar geen geschreven verslagen van het beraad tussen paus en koning, maar de uitkomst ervan is duidelijk: in zijn hoedanigheid van beschermheer v an Rome liet Karel de weggejaagde kerkvorst naar de Eeuwige Stad teruglei den om hem daar opnieuw in zijn waardigheid te bevestigen. De keizerkroni ng die zou volgen, moet van meet af aan in de overeenkomst opgenomen zi jn geweest. En dus trok Karel in 800 naar Rome, waar hij door het begeest erde volk en de paus bij de Sint-Pietersbasiliek werd ontvangen. In het b ijzijn van de Romeinse senaat, de bisschoppen, de abten en de edelen verh inderde de machtige Frankenkoning er vervolgens een synode die de aantijg ingen tegen Leo III diende op te helderen. Uiteindelijk moest de (gedwong en) bereidheid van de paus om een reinigingseed af te leggen volstaan om hem opnieuw volledig te rehabiliteren.
Op 25 december van het jaar 800 werd Karel door paus Leo III gekroond t ot keizer van het 'West-Romeinse Rijk', een titel die sinds 476 niet me er in West-Europa gebruikt was. Volgens de “Vita Leonis” (Het leven van L eo) zette Leo III op Kerstdag in Sint-Pieters eigenhandig de keizerskro on op Karels hoofd. Het hele gebeuren kan niet langer dan vijf minuten he bben geduurd; haar betekenis voor Europa is echter van een buitengewone d raagwijdte: van toen af aan droeg Karel de Grote naast zijn titels van ko ning der Franken en Longobarden, beschermheer en verdediger van de Kerk, patroon en behoeder van de christelijke plaatsen in het Heilige Land ook die van Imperator en Augustus van de Romeinen. Men moet er ongetwijfeld v an uitgaan dat hij zich niet zozeer als keizer der Romeinen dan wel keiz er over de Romeinen zag, als een christelijke wereldheerser van Frankisc he nationaliteit, in opvolging van Constantijn de Grote, die in 313 de ch ristenen vrijheid van godsdienst in het Romeinse Rijk had geschonken. De aanspraak steeg dus ver boven het feitelijke keizerschap uit.
Bij Eginhard, biograaf en tijdgenoot van Karel de Grote, luidt het: "Vand aar begaf Karel zich naar Rome, om orde op zaken te stellen in de Kerk. D at nam de hele winter in beslag. Bij deze gelegenheid verwierf hij de kei zers- en augustustitel, wat hem aanvankelijk zo tegenstond dat hij verkla arde de kerk op die feestelijke hoogdag nooit vrijwillig betreden te hebb en indien hij enig vermoeden had gehad van de bedoelingen van de paus". D at Karel inderdaad door de kroning verrast werd, is onwaarschijnlijk. To ch lijkt hij zich te hebben geërgerd aan de aard en de manier waarop het gebeurde; de uitroeping tot keizer door de paus demonstreerde immers een superioriteit van het pausdom over het keizerschap. En die ogenschijnlij ke superioriteit kwam niet met de werkelijkheid overeen, want het was de paus die op zijn zoektocht naar hulp bij de Frankische koning had aangekl opt. Niettemin kunnen we er van uitgaan dat hij zijn nieuwe waardigheid in de grond verwelkomde; ze verschafte Karel immers een goddelijke goedke uring van zijn daden.
Het zal ook wel kloppen dat Leo III bij Karel sterk op de keizerkroning h eeft aangedrongen. Het betekende immers dat hij onafhankelijker werd van de Oost-Romeinse keizer, die tot dan toe de officiële wereldlijke heers er over de gelovigen van het vroegere Romeinse West-Europa was geweest.
Hiermee ontstond wel het zogenaamde tweekeizersprobleem. Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk had Byzantium als legitieme opvolger aanspra ak gemaakt op de universele erkenning van de door haar geërfde keizerstit el. Het Oost-Romeinse Rijk, verzwakt door interne strubbelingen (het icon oclasme) was echter toch niet sterk genoeg om zich te verweren; en bovend ien deed Karel in de periode daarna inspanningen in de richting van een v riendschappelijk vergelijk, zodat Byzantium in 812 met tegenzin officie el het Frankische keizerschap erkende.
Karel knoopte ook diplomatieke betrekkingen aan met de islamitische werel d, in de persoon van Haroen al-Rashid, kalief van Bagdad, van wie hij e en olifant ten geschenke kreeg.
*.
Politiek.
Om zijn rijk makkelijker te kunnen besturen voerde Karel de Grote een cen tralisatiepolitiek die tot uiting kwam in:.
• Het aanstellen van rondreizende ambtenaren (missi dominici of afgevaard igden van de heer, de koning), om de controle uit te oefenen op het grafe lijk bestuur;.
• Het uitvaardigen van algemene wetten; de capitularia, voor alle onderda nen van het Frankische rijk;.
• De veralgemening van de vazalliteit waarbij een vazal zijn bestuurlij ke en militaire diensten aanbood in ruil voor grond.
• De ontwikkeling van een soort eenheidscultuur om via missioneringswerk de banden tussen zijn onderdanen te vestigen of te versterken;.
• De introductie van het pond of livre (van het Latijn libra of weegschaa l) als standaardmaat voor zowel gewicht als geld. Deze standaard vond ing ang in een groot deel van Europa en raakte ook in Groot-Brittannië in geb ruik. Karel zette hiermee overigens de monetaire hervorming van zijn vad er voort.
• Het ontwikkelen van een hofcultuur, die zich spiegelde aan de Byzantijn se.
Het leenstelsel.
Karel maakte in zijn politiek systeem gebruik van de feodaliteit, waarb ij hij bijstand kreeg van de kroonvazallen, de achtervazallen en de achter- achtervazallen in ruil voor onderhoud en bescherming. De kroonvazallen zijn de enige leenmannen die rechtstreeks in dienst van de koning stonden.
De laagste in rang waren de graven, die voor Karel het plaatselijk bestu ur uitoefenden. Als ambtenaren bleven ze hem verantwoording schuldig en de functie was niet erfelijk. Door het verval van het centrale gezag zoud en deze plaatselijke bestuurders steeds meer macht en gezag aan zich trek ken, waardoor het systeem zich kon ontwikkelen - of ontaarden zo je wil - tot de middeleeuwse feodaliteit, die grotendeels tot in de Nieuwe Ti jd gehandhaafd bleef.
Feodaal is afgeleid van het Latijn feodum of leengoed; het is afgeleid v an een Germaans woord dat bezit betekende en verwant is met ons vee. Een vazal was een trouwe dienaar, gwas in het Germaans.
*.
Godsdienstig werk.
Het voornaamste streven van Karel de Grote was de christelijke godsdien st diep in het hart van zijn onderdanen te planten en deze tot grondslag van staat en maatschappij te maken.
Zowel zijn onderwijsbemoeiingen als zijn wetten (capitulariën) tonen dit overtuigend aan. Hij gaf voorschriften voor bisschoppen en priesters omtr ent hun plichten als zielzorgers; voor de leken omtrent het onderhouden v an kerkelijke wetten en godsdienstplichten. Koninklijke zendboden, gewoon lijk voorname leken en bisschoppen, werden regelmatig naar alle delen v an het rijk gezonden om over de uitvoering van de bepalingen te waken.
Ook met de zuiver leerstellige kwesties van de Kerk bemoeide hij zich en verschillende synoden werden op zijn last en in zijn tegenwoordigheid geh ouden. Op enkele daarvan bevorderde hij zelfs uitspraken of eisen die teg en de Algemene Concilies (bijvoorbeeld inzake de beeldenverering) en teg en de Pausen (zoals inzake het Filioque) ingingen.
Inmenging in kerkelijke aangelegenheden door een wereldlijk vorst was in Karels tijd gebruikelijk; met name zijn 'keizerlijke collega' in Constant inopel bemoeide zich intensief met de kerkelijke dogma's en theologie en in sommige gevallen stelde deze zelfs patriarchen aan of zette ze af als hem dit beter uit kwam. Staatkundige ideeën als scheiding van kerk en sta at kwamen pas zo'n duizend jaar later tot ontwikkeling, ten tijde van de Franse Revolutie van 1789.
*.
Cultureel beleid.
Op zijn reizen naar Italië had Karel de Grote een heel andere wereld ler en kennen; hij zag de monumenten van Rome en maakte in Ravenna kennis m et de verfijnde Byzantijnse cultuur. Dat alles wilde hij ook in het noord en introduceren, dus werden de kunst en de wetenschap bevorderd.
Hoewel zijn leven lang ongeletterd - hij en zijn opvolgers konden nauweli jks hun naam schrijven - was Karel bedreven in de rekenkunde en de sterre nkunde, en sprak hij verschillende talen. Zijn eigen taal -die men naar b elieven een Frankisch dialect van het Westgermaans of als een vroege vo rm van Oudnederlands mag beschouwen- was hij niet vergeten. Er is bijvoor beeld bekend dat hij volksverhalen in het Frankisch liet optekenen. Het b oek is echter verloren gegaan.
Omdat hij besefte dat regeren kennis vereiste, richtte hij scholen op, wa ar de zonen van de adel konden worden opgeleid voor de staatsdienst. De ze werkwijze heeft het niet lang volgehouden; de edelen waren veel meer g eïnteresseerd in bezit, wapens en paarden. Lange tijd waren het daarom in West-Europa enkel de geestelijken die het schrift beheersten; alles w at we uit deze periode kennen, komt uit hun pen en is daarom ook sterk do or hun inzichten gekleurd.
De vereenvoudiging van het Merovingische schrift, in de vorm van de veel beter leesbare Karolingische minuskel, legde de basis voor het schrift v an de Germaanse en Romaanse talen. Een prachtig resultaat hiervan is de C odex Aureus, een godsdienstig boek dat hij in een abdij liet vervaardigen .
Op architectonisch vlak realiseerde hij de kapel van zijn palts te Aken, een achthoekig bouwwerk dat lange tijd als inspiratiebron voor de bouw v an kerken heeft gediend. Naar verluidt zouden de zuilen en enkele stenen fragmenten uit Italië zijn aangevoerd.
Dit alles leidde tot de opleving van het culturele leven, de Karolingisc he Renaissance.
*.
Dood en opvolging.
Nadat Karel de Grote op 28 januari 814 was overleden, werd hij begraven in zijn eigen kapel te Aken, die de kern van de huidige kathedraal vorm t. Zijn nakomelingen worden Karolingen genoemd.
Zijn enige nog levende zoon, Lodewijk de Vrome volgde hem op, waardoor h et wederopgestane "West-Romeinse rijk" nog een generatie lang ongedeeld z ou blijven. Na Lodewijk de Vrome werd het rijk naar Frankisch recht ond er diens drie zonen verdeeld, waarmee ruwweg de basis werd gelegd voor w at later Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk zouden worden. Om het Midde nrijk van Lotharius I die geen opvolger had, draaide en draait echter t ot in de 21e eeuw menig Europees conflict. Het was een constant gevecht t ussen de 'Romaanse' en 'Germaanse' cultuur in Vlaanderen, Elzas-Lotharing en en Noord-Italië.
In 1165 werd hij heilig verklaard door de aartsbisschop van Keulen en m et steun van tegenpaus Paschalis III, maar tegen de wil van paus Alexand er III. Zijn verering wordt gedoogd sinds 1176, maar is niet officieel er kend. Zijn feestdag is op 28 januari. Karel de Grote is de patroonheili ge van de leraren, de makelaars en tingieters.
*.
Stamvader.
Onder genealogen wordt, op rekenkundige gronden, wel eens beweerd dat vri jwel alle Europeanen van Karel de Grote zouden afstammen. Karel de Grote zou weliswaar vele kinderen hebben verwekt, doch daartegenover staat dat vele van zijn historisch betuigde afstammelingen slechts een beperkt nako melingsschap hebben gekend. Van de huidige Europese vorsten is bekend d at zij allen van Karel de Grote afstammen. Lord Mountbatten was trots op een zelfgemaakte stamboom die aantoonde dat hij, in de 35e generatie, v an de grote keizer afstamde. Ook Floris I van Holland is een afstammeli ng van Karel de Grote.
Huwelijk en kinderen.
Uit zijn huwelijk met Himiltrude:.
• Pepijn met de Bult.
Uit zijn huwelijk met Desiderata van Lombardije (755-): geen kinderen.
Uit zijn huwelijk met Hildegard (758-783) van Zwaben:.
• Pepijn (773-810), koning van Italië (heerste van 781 tot 810).
• Adaltrudis, abdis, gehuwd met graaf Bego van Parijs.
• Karel van Ingelheim (772-811), koning van Neustrië.
• Rotrudis (775-839), gehuwd met graaf Rorico van Maine.
• Bertha (775-825), gehuwd met Angilbert, abt van Sint-Riquier.
• Lodewijk de Vrome (778-841), koning van Aquitanië, keizer (heerste van 814 tot 840).
• Lotharius (780-).
Uit zijn huwelijk met Fastrade van Franconie:.
• Theodrada (785-), abdis van Argenteuil.
• Hiltrudis (787-).
Uit zijn huwelijk met Luitgarde van Alemanië: geen kinderen.
Uit zijn verhouding met Sigrada:.
• Rothaid (784-).
Uit zijn verhouding met Reginopycrha (770-):.
• Drogo (792-), bisschop van Metz, abt van Luxeuil.
• Hugo (794-844), abt.
Uit zijn verhouding met Adelinde:.
• Theodorik (807-819).
Uit zijn verhouding met Madelgardis:.
• Routhildis (807-), abdis van Faremoutiers.
*.
Karel als mens.
Zoveel macht en grootheid laat een strenge, onbuigzame heerser vermoeden, maar dit werd echter weerlegd door de karakterbeschrijving van Einhard. Einhard werd in 770 als zoon van een rijke grondbezitter geboren en was biograaf van Karel de Grote. Hij beschrijft Karel als een inschikkelijke, grootmoedige en tolerante persoon, die echter ook impulsief en overhaast handelde.
Hij was een imposante verschijning, want de grootte van de blonde reus (ca. 1,90m) werd ondersteund door een aanzienlijke buik en een opgeheven, rechte houding. Deze sterke, mannelijke kracht uitstralende mens, ten slotte verwekte hij 19 kinderen, verenigde alle kenmerken van een heerser in zich. Hij sprak naast zijn moedertaal (Frankisch) ook Latijn en Grieks. Bovendien ontwikkelde hij een Frankische grammatica en voerde samen met zijn adviseur Alkuin, een Angelsaksiër die in 735 als zoon van adellijke ouders werd geboren en Karels persoonlijke adviseur was, de algemene schoolopleiding in, waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen knechten en vrije mensen.
Ondanks zijn succes bleef Karel met beide benen op de grond. Zijn kleding verschilde niet veel van die van zijn volk. Van alcohol genoot hij met mate en formele banketten meed hij waar hij kon. Veel liever organiseerde hij zogenaamde „karolingische zaalavonden“, die echt gezellig en los waren, er werd veel en goed gegeten, gemusiceerd en gediscussieerd. Karel was sowieso niet afkerig van echt goed eten, tot ongenoegen van zijn artsen. Bij dergelijke gelegenheden bewees hij ook zijn familiegevoel, want tot de familie behoorde het volledige huishouden inclusief alle bedienden en adviseurs. A propos familie,.
dit was een bijzonder hoofdstuk volgens de huidige maatstaven. Zijn familieleven was zeer uitgesproken, hij overleefde vier echtgenotes en had talrijke onofficiële vrouwen, die destijds “Friedelfrauen” (concubines) werden genoemd. Op deze manier ontstonden 11 echtelijke en 8 buitenechtelijke kinderen. Karel hield ervan te baden in de warme bronnen. Dagelijks ging hij.
twee uur zwemmen en omdat hij zo buitengewoon sociaal was, baadden meestal honderden mensen samen met hem. Een andere voorliefde was de jacht. Vreemden en vrienden waren altijd welkom op Karels hof en hij spande zich steeds in om hen op gepaste wijze te ontvangen.
Kort voor zijn dood, Karel de Grote was 72 jaar, werd het bestuur van zijn rijk moeilijk. Opstanden en rebellie in het binnenland, bedreiging door Frankrijk en Denemarken. Na een jachtongeval kreeg Karel de Grote een borstvliesontsteking, waaraan hij op 28 januari 814 bezweek. Nog diezelfde dag werd hij in.
Aken in de paltskapel (huidige Dom) bijgezet.
*.
Referenties en bronnen:.
- www.aachen-tourist.de.
- C. Ilaender, Karl der Grosse (742-814), layline.de (1997).
- C. Lohmer, art. Karl I. der Grosse, in BBKL III (1992), pp. 1125-1130.
- K-H. Schreiber (ed.), art. Karl I. der Grosse, Genealogie-Mittelalter.de (2002).
- R.E. Sullivan , art. Charlemagne, in Encyclopedia Britannica. Online edition (2007).
- Afstammelingen van Karel de Grote.
- H.Carolus Magnus, keizer (HeiligenNet).
- Karel de Grote (Heiligen-3s).
- (en) Charlemagne (Patron Saint Index) Einhard, Vita Caroli Magni.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.ES NF Band I.1 Tafel 4, S807
3.Afgeschermd, Wikipedia


Luitje Heikens
Luitje Heikens, geb. in 1846, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) in 1910.

tr. none
met

Janna Remeijer, geb. in 1852, ovl. (ongeveer 61 jaar oud) in 1913.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geziena Gerhardina*1885 Midwolda [Gr]    


Luitje Heikens
Luitje Heikens, geb. te Vlagtwedde [Gr] in 1886.

tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 21 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op zaterdag 4 aug 1906
met

Jantina Hillechiena Snijder, dr. van Jan Snijder en Antje Hilgenga, geb. te Bellingwolde [Gr] in 1885, ovl. (ongeveer 48 jaar oud) te Groningen [Gr] op dinsdag 20 jun 1933.


Luitje Tooren
Luitje Tooren, geb. te Finsterwolde [Gr] circa 1902.

tr. (beiden ongeveer 20 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op zaterdag 27 mei 1922
met

Hemmechien Kuil, geb. te Finsterwolde [Gr] circa 1902.


Luitjen Bonder
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.
Parenteel van Melchior Borchart.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Luitjen Bonder, geb. te Beerta [Gr] op woensdag 14 jul 1897, Finsterwolde [Gr], Status op dinsdag 23 mei 1922, Status op dinsdag 23 mei 1922, Status op maandag 27 okt 1941, Status op maandag 27 okt 1941, Status op dinsdag 11 dec 1951, Status op dinsdag 11 dec 1951, ovl. (58 jaar oud) te Beerta [Gr] op woensdag 27 jul 1955, begr. te Nieuw Beerta.

tr. (beiden 22 jaar oud) te Beerta [Gr]2 op zaterdag 2 aug 19192 Luitjen en Zwaantje zijn 36 jaar getrouwd geweest bij het overlijden van Zwaantje2
met

Zwaantje Hillinga5, dr. van Eggo Hillinga en Harmanna Reit, geb. te Nieuw Beerta, Gem. Beerta5 op vrijdag 4 sep 18965,5, ovl. (58 jaar oud) te Beerta [Gr] op woensdag 27 jul 1955 Zij die de overledene de laatste eer wensen te bewijzen, werden verwacht op zaterdag 30 juli des namiddags om 14.00 uur aan het sterfhuis. In een advertentie worden de doktoren Burema en De Rook en de zuster Akkerman vo or de zorgvuldige behandeling tijdens de ziekte van Zwaantje Hillinga bed ankt4, begr. te Nieuw Beerta op zaterdag 30 jul 19553.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geert*1919  †1920 Nieuw Beerta, Gem. Beerta 0



Bronnen:
1.Genlias, Burgerlijke stand. Aktenummer: 31., S178
2.BS Huwelijksregister Beerta, RHC GA (zaterdag 2 aug 1919 akte 31)
3.Grafzerk, Rouwkaart en advertenties, S537
4.Grafzerk. Grafzerk, Rouwkaart en advertenties, S538
5.BS Geboorteregister Beerta, RHC GA, Collectie DTB (vrijdag 4 sep 1896 akte 115)


Luitjen Tooren
Luitjen Tooren.

relatie
met

Lukje Plat, geb. te Finsterwolde [Gr] op maandag 13 feb 1882, Dienstmeid, ovl. (36 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op zaterdag 2 nov 1918, begr. te Finsterwolde [Gr].

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hindrik*1879 Finsterwolde [Gr]    


Luitjen Bonnes Huninga
in
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Luitjen Bonnes Bonnes (Luitjen Bonne) Huninga1,2, geb. te Finsterwolde [Gr] in dec 1772, landbouwer op vrijdag 13 jul 1838, landbouwer te Finsterwolde [Gr] op zondag 14 dec 1828, woont huis nr. 23 te Finsterwolde op zondag 14 dec 1828, landbouwer op vrijdag 13 jul 1838, ovl. (56 jaar oud) te Finsterwolde [Gr]1 op zondag 14 dec 18281 Klaas Jacobs Aukes, 42 jaar, dagloner, Willem Derks Molanus, 52 jaar, dagloner, beide wonende te Finsterwolde, als naburen van de overledene1.

bij zijn dood heeft hij drie kinderen
met

Anje Ebels (Anje Ebels, Eber) Roemeling3,2, geb. te Finsterwolde [Gr] in 1776, ovl. (ongeveer 62 jaar oud) te Finsterwolde [Gr]3 op woensdag 17 jan 18383,3.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Weia Luitjens*1806 Ganzedijk Finsterwolde †1892 Ganzedijk Finsterwolde 86
Lammert Luitjens Luitjens*1799 Ganzedijk Finsterwolde †1883 Ganzedijk Finsterwolde 84



Bronnen:
1.BS Overlijdensregister Finsterwolde, RHC GA (zondag 14 dec 1828 akte 39)
2.BS Huwelijksregister Finsterwolde, RHC GA (vrijdag 13 jul 1838 akte 9)
3.BS Overlijdensregister Finsterwolde, RHC GA (woensdag 17 jan 1838 akte 1)


Lukinus Elsienus Klooster
Lukinus Elsienus Klooster.


Lukje Nn
Lukje Nn.

tr. none
met

Jan Harms.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacobjen Heiligerlee [Gr]    


Lukje Lingbeek
Lukje Lingbeek, geb. te Beerta [Gr] op maandag 30 okt 1815, Dienstmeid, ovl. (74 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op zaterdag 6 sep 1890.

tr. (beiden 28 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op dinsdag 21 mei 1844
met

Derk Aaldriks Plat, zn. van Aaldrik Wessels Plat en Epke Derks Hekman, geb. op zondag 3 sep 1815, Boerenknecht, ovl. (72 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op vrijdag 23 mrt 1888.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Epke*1846 Finsterwolde [Gr] †1853 Finsterwolde [Gr] 7
Jogchem*1848 Finsterwolde [Gr] †1929 Finsterwolde [Gr] 80
Grietje*1853 Finsterwolde [Gr] †1875 Finsterwolde [Gr] 22
Epke*1857 Finsterwolde [Gr] †1941 Uithuizermeeden [Gr] 83


Lukje Plat
Lukje Plat, geb. te Finsterwolde [Gr] op maandag 13 feb 1882, Dienstmeid, ovl. (36 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op zaterdag 2 nov 1918, begr. te Finsterwolde [Gr].

relatie
met

Luitjen Tooren.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hindrik*1879 Finsterwolde [Gr]    


Lukkien Jans Dijk
Lukkien Jans Dijk, geb. te Oterdum [Gr] op woensdag 28 apr 1824.

tr. (resp. 26 en 24 jaar oud) te Delfzijl [Gr] op zaterdag 29 jun 1850
met

Harm de Voogd, zn. van Niels Derks de Voogd en Geeske Wessels Plat, geb. te Midwolda [Gr] op vrijdag 30 sep 1825, Dagloner1, ovl. (38 jaar oud) te Midwolda [Gr] op dinsdag 9 feb 1864.


Bronnen:
1.Geneanet, S31
')}