Genealogie van NazatenDeVries en anderen
NN Nn
NN Nn, geb. in 1331.

relatie
met

Haycko Edsema, zn. van Sebo Ennens van Midwolda en NN Nn, geb. in 1360.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ype*1400  †1460  60


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Tiddo Ewens 'de Lange', zn. van Lupko Ewens en NN Tho Solwert (Nn), geb. te Siddeburen [Gr] circa 1462, Tiddo komt voor als hoofdeling te Siddeburen [Gr], later wordt hij jonker genoemd te Siddeburen [Gr].

Uit deze relatie 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Theda Tiddens*1493 Beerta [Gr]    
Tiddens*1500     
NN     


NN Tiddens Ewens
NN Tiddens Ewens.

relatie
met

Eggerick Lupkes, geb. circa 1500, richter te Bellingwolde [Gr], ambtman.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN     


NN Eggericks
NN Eggericks.

relatie
met

Eggo Phebens, geb. in 1542, volmacht voor Midwolda, ovl. (ongeveer 18 jaar oud) in 1560.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eggerick Eggens*1556 Midwolda [Gr] †1615  59
Nn     


Nn Eggens Phebens
in
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Nn Eggens Phebens.

relatie
met

Eggerick Eggens Phebens, zn. van Eggo Phebens en NN Eggericks, geb. te Midwolda [Gr] circa 1556, hoofdman, raadsheer en kroniekschrijver, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) op donderdag 12 nov 1615, tr. (2) met Frouwtet Luwerts Bunninga, dr. van Luwert Sebens Bunninga en Tjabbe Nn. Uit dit huwelijk 2 kinderen.


Jan Epkes
in
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Jan Epkes.

relatie
met

Hissien Aitiens Sterenborch, dr. van Hero Aitiens Sterenborch en Allegonda Eggericks Tiddinga, ovl. in 1652, tr. (1) met Ayolt Ayolts. Uit dit huwelijk een dochter.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Epke     


NN Icke
NN Icke, ovl. na donderdag 1 aug 1596.

relatie
met

Meecko Hittiens, geb. in 1530, Landbouwer van 1556 tot 1609, Status van 1556 tot 1609 De boerderij is in zijn bezit. Status van 1556 tot 15561 Een deel van het land behoort tot de westelijke heerd. functie van 1578 tot 1578, ovl. (ongeveer 72 jaar oud) in 1602.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Syntke*1567 Midwolda [Gr] †2521   



Bronnen:
1.BWO 45, S724


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Luppo Ockens.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ocko Luppens*1542  †1638  96


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Eppo Remmens, zn. van Olde Remmens en NN Nn, geb. in 1510.

Uit deze relatie 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elteke*1529  †1578  49
Remdo*1530  †1576  46
Ipo*1532  †1563  31
Wija*1537 Zuidbroek †1582 Meeden [Gr] 45


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Olde Remmens, geb. circa 1478.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eppo*1510     


NN Nn
NN Nn.

relatie
met

Sybo Berents.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gepko     


NN Nn
NN Nn.

tr. na 1646
met

Lupko Aylkens Huninga, zn. van Aylcko (Aylckens) Eppens Huninga en Theda Tiddens Ewesma, geb. te Oostwold [Gr] circa 1517. Hij maakt veertien jaar lang de oorlogen in Saksen en Gelderland mee, ovl. (hoogstens 73 jaar oud) voor maandag 8 okt 1590 in ieder geval overleden tussen woensdag 28 juni 1581 en maandag 8 oktober 1590, tr. (1) met zijn achternicht Sebens Bunninga. Uit dit huwelijk een dochter.

 

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sebo Lupkes  †1613   
NN     
Sybe Lupkes     
Hapko Lupkes     
Sybelko Lupkes     
Tiddo Lupkes     


NN Huninga
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

NN Huninga.

  • Vader:
    Lupko Aylkens Huninga, zn. van Aylcko (Aylckens) Eppens Huninga en Theda Tiddens Ewesma, geb. te Oostwold [Gr] circa 1517. Hij maakt veertien jaar lang de oorlogen in Saksen en Gelderland mee, ovl. (hoogstens 73 jaar oud) voor maandag 8 okt 1590 in ieder geval overleden tussen woensdag 28 juni 1581 en maandag 8 oktober 1590, tr. (1) met zijn achternicht Sebens Bunninga. Uit dit huwelijk een dochter., tr. (2) na 1646.
 


NN Wiards
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.

NN Wiards, geb. circa 1326.

relatie
met

Ewo Tammena van Jemgum, zn. van Tammo Van Ewinga en NN, geb. te Jemgum, Oost-Friesland, Dld. circa 1356, hoofdeling te Jemgum, Oost-Friesland, Dld, ovl. (hoogstens 55 jaar oud) voor zondag 8 sep 1411, tr. (1) met Bawe (Bouwe) Eduarda Onsta. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (2) met NN Addinga, dr. van Adde I Addinga en Nn. Uit dit huwelijk 2 zonen, geen kinderen.


Aantekeningen bij Ewo Tammena van Jemgum.
Hij leeft omstreeks 1350 en wordt in 1401 genoemd in aktes. Het wapen van de familie wordt als volgt beschreven: ".. Es zeigt einen gespaltenen Schild, rechts im schwarzen Feldeein halber goldener Adler mit einem goldenen Pfennig oder kleiner Kugel unter der Klaue, links im roten Felde zweigoldene Lilien pfahlweise gestellt. Auf dem Helm ist eine goldene Lilie zwischen einem roten und einem schwarzen Adlerflügel .." Dit wapen behoort toe aan Ewo van Jemgum (1530-1587), die kerkvoogd in Norden is en de beschrijving met afbeelding is te vinden in: "Die rossdienstpflichtige bäuerlich-bürgerliche Stand..", door Gretje Schreiber. (blz. 27vv). Zie ook het artikel van de heer A. Hoft in Gruoninga 1971-1974: Amses, Jelmers, Eeuwes, Eltjes of "De Ridder en de halve leeuwen".

De oorspronkelijke wapenfiguur Ewens is het omgewende paaslam. De oorsprong ligt waarschijnlijk bij de patroonheilige van de kerk te Woltersum, de H. Johannes de Doper, van wie het paaslam een bekend attribuut is. Op het wapen van deze familie, die - volgens o.a. H. Feenstra (Adel in de Ommelanden, blz. 47 '..hij was zelf wellicht een telg uit het -oorspronkelijke- geslacht der Ewsums.) - ook heel direct verwant zou zijn aan de familie Van Ewsum (borg te Middelstum) vinden we bij latere vertegenwoordigers vaak twee leeuwen, oprijzend uit het water. Mogelijk een verwijzing naar het ambt van zijlvest, dat vaak door hen wordt beoefend. Drs. Roemelingh komt echter tot een andere slotsom, nl, dat de twee halve leeuwen afkomstig zijn van Anna Writsers, de vrouw van Popko Ewens en de moeder van Focko Ewens (1544-1603. Deze laatste ligt begraven in de kerk te Leermens. Zie daarvoor zijn artikelenreeks in "De Nederlandse Leeuw" (XCVIIe jaargang, blz. 13). Door verbinding met de familie Jelmers komt bij latere geslachten ook vaak de ridderfiguur voor. Volgens andere bronnen, bijv. dr. Formsma in "De Ommelander Borgen en Steenhuizen", kan hij ook dezelfde zijn als Ebbe Ackinga, hoewel de heer Roemeling in "De Nederlandsche Leeuw" dit weer verwerpt. Ebbe Ackinga heeft een steenhuis te Weiwerd, dat in het begin van de 15e eeuw wordt verwoest. Hij herbouwt ten oosten van Woltersum een nieuw huis, dat ook wordt verwoest. Ook is er een heem met grachten en landen, Ackingaheerd geheten, gelegen bij Oosterwierum (nu Akkemaheerd). De Ackinga's voeren drie lelien van goud op een veld van azuur. In "De Ommelander Borgen en Steenhuizen" door W.J. Formsma e.a, blz. 503 staat het volgende: "Het eerste bericht dat kan wijzen op het bestaan van een steenhuis te Woltersum dateert van 1385. Dan is er sprake van Nycolaus, hoofdeling te Woltersum. Deze komt in 1380 voor als Clawes Schulten (zie Scharmer). Vervolgens is er de mededeling van de kroniekschrijver Rengers ten Post, dat Ebbe Ackinga, wiens steenhuis te Weiwerd in de oorlog is verwoest, "up denoestersijde bij Woltersum dar de hoge heninge und wijde grafften sint", een huis timmert dat hem ook "um geworpen is". Dit is het begin van de 15e eeuw. In de tijd van Rengers (eind 16e eeuw) bestaat het dus blijkbaar niet meer..". In Heveskes heeft ook een steenhuis gestaand, waarvan de fundamenten teruggevonden zijn en dat waarschijnlijk ook aan de familie Ackinga zal hebben toebehoord. (Stad en Lande, 1994/1, blz.8 v.v.).

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tammo*1353 Petkum [Deu]    
Wiard*1350     


Gerhard Horenken
in
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Gerhard Horenken.

tr. in 1639
met

Bele Manninga (Beele) Tot Dijksterhuis (Manningha), dr. van Hayo Unico Manninga en Harmen(Tje) Sickinghe.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sibilla*1641  †1678  37


Ode Tamminga
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Ode Tamminga.

relatie
met

Luirt Rengers, zn. van Detmer Rengers van ten Post en Hille Onsta.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Detmara     
Anna     


Gerard van Warmelo Tot Westervelde
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Gerard van Warmelo Tot Westervelde.

relatie
met

Judith Rengers van ten Post, dr. van Johan Rengers van ten Post en Frouck Schulthinge.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Barbara van Warmelo     


Josyna van Roussel
in
Parenteel van Johan Rengers.

Josyna van Roussel.

relatie
met

Zeino Joachim van Weleveld, zn. van Johan van Weleveld Tot De Klencke En Westerveld en Barbara van Warmelo Tot Westervelde, ovl. te Woltersum, Gem. ten Boer in 1681.

 



Aantekeningen bij Zeino Joachim van Weleveld.
•.
WELEFELD.
Weleveld is een voormalige havezate ten noordoosten van Zenderen, in de Twentse gemeente Borne in de Nederlandse provincie Overijssel.
Het Hof to Welevelde, zoals het in 1353 wordt genoemd, is een van de machtigste havezaten van Twente. Het eerste huis of spieker wordt volgens een inmiddels verdwenen gedenksteen gebouwd in 1300. Daarom wordt 1300 aangehouden als stichtingsdatum van de havezate. Het hof wordt echter indirect al vermeld in een akte van Pontianusdag 1206. Bovendien wordt in 1244 een Godfried van Weleveld genoemd, wiens erfdochter vermoedelijk in het huwelijk treedt met de Heer van Ruinen. Zijn zoon Otto, die het Twentse grond bezit erft, bouwt het eerste huis op Weleveld, samen met zijn broers Bernardis en Johannis.

't Huys Welevelt opnieuw opgebouwd na de Tachtigjarige oorlog. Hendrik Spilman maakte de tekening in 1737.
Dit alles zal hebben gestaan op voorgenoemde gedenksteen, welke in 1907 nog als stoep heeft gediend bij een boer in Zenderen.
De havezate is strategisch gelegen op de kruising van de handelsweg Deve nter-Osnabrück en de Bornsebeek. Daardoor kan zowel tol worden opgelegd aan het verkeer over land als dat over water. Verdere inkomsten werden gegenereerd uit de bijbehorende watermolen. De naam Weleveld is een verbastering van Wolfsveld. De wolf is terug te vinden in het wapen van Weleveld. Dit wapen bestaat uit een bovenste helft met een rode wolfskop op een goudgele achtergrond en een onderste helft met drie zilveren rozen op een blauwe achtergrond.
Na vele generaties Weleveld komt Johan III van Weleveld in 1521 te overlijden. Zijn erfdochter Anna huwt Sweder Schele van Schelenburg, een burc ht bij Osnabrück. Zij beginnen in 1541 het oude huis uit 1300 te vervangen. Een van hun zonen, Christoffel Schele van Weleveld (1528-1606), is verantwoordelijk voor de introductie van de Nieuwe Religie in Borne. Hij en zijn echtgenote Judith Ripperda bouwen de havezate in 1563 verder opnieuw op en voegt in 1565 een kasteeltoren toe. Omdat Christoffel Schele van Weleveld door de Spaanse koning als vijand wordt gezien, valt de havezate in 1582 en 1583, ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog, ten prooi aan de Spaanse troepen. De havezate wordt daarbij ernstig beschadigd en het huisarchief gaat verloren. De bijbehorende wind- en watermolens worden verwoest, de omliggende landerijen brengen nauwelijks nog geld op. De familie Schele van Weleveld, die naar het huis Santfort bij Osnabrück is uitgeweken, keert niet eerder dan 1596 op het kasteel terug, waarop het ingestorte huis herbouwd wordt.

De plek van het voormalige huis Weleveld (onzichtbaar in het bos op het voorgrond) ligt strategisch op de kruising van de belangrijke handelsweg tussen Deventer en Osnabrück en de waterwegen: de Bornsebeek en Deurningerbeek, in het stroomgebied tussen Enschede/Hengelo en Almelo (Regge en Vecht). Tegenwoordig zijn de beken hier gescheiden in een vuilwater van de waterzuiveringen (links) en een schoon, hemelwater beek (rechts). Hier zijn fraaie wandel- en fietsroutes uitgezet. De foto is gemaakt in noordelijke richting.
Christoffels opvolger, zijn zoon Sweder Schel to Welveld end Welbergen (1569-1639), heeft over de periode 1591 tot en met 1637 een 1822 pagina's tellend dagboek bijgehouden. Deze huiskroniek kent een onderbreking van 1623 tot Pasen 1629. De nakomelingen van Sweder geraken in een kostbare juridische strijd over de erfenis, waarop de havezate als gevolg van de hoge schulden aan het begin van de 18e eeuw in de openbare verkoop gaat. Adolph, graaf van Rechteren van Huize Almelo wordt de nieuwe eigenaar.
•.
Verkoop van de havezate.
Bij de verkoop doen zich echter onregelmatigheden voor, waardoor ook Lambert Joost, baron van Hambroick, zich eigenaar van de havezate waant. Na een juridische strijd van enkele jaren wordt in 1720 het kasteel aan hem toegewezen. In 1748 verbouwt hij hetgeen Christoffel Schele van Weleveld heeft opgebouwd. De tot een bouwval vervallen toren wordt door hem in 1750 vervangen: "Anno 1750 is de oude toorn zinde geboud Anno 1565 afgebrooken en terwijl deselve zeer vervallen en in gevaar stond van in te storten en dien hoek Weder nieus is opgemetselt. Waer wij booven de Deur hebben laeten setten het hier gevonden Waepen van de Besitteren Des huijses Welvelde, Waer in te sien is Dat eenen Bernardis, Johannis en Otto van Ruijnen de eerste stigters van dit Huijs geweest zijn, Dewelke hetselve hebben beginnen te Bouwen Anno 1300 welke Heeren van Ruijnen in Drente de Naem van Welvelde hebben aangenomen." Vervolgens legt hij rond dezelfde tijd grote tuinen rondom het kasteel aan. Uit deze tijd zijn enkele tekeningen van de havezate bewaard gebleven.
Na de dood van Robert van Hambroick, de zoon van Lambert Joost, komt het huis leeg te staan. In 1804 wordt het kasteel voor afbraak verkocht. De omliggende kasteelgracht wordt daarop gedempt. Pas bij opgravingen in 1964 en 1994 komt een deel van het erfgoed weer boven water. Vondsten omvatten onder andere bouwfragmenten van Bentheimer steen (waaronder een fragment met de inscriptie FESTINA LENTE, haast u langzaam), aardewerken en glasscherven, dateremd uit de 14e tot en met de 19e eeuw. Na de laatste opgravingen wordt het grachtenstelsel in ere hersteld, waardoor de plek van het huis Weleveld weer zichtbaar is geworden.

Uit deze relatie 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Manasse     
Nn     
Nn     


Amele Pernei
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Amele Pernei.

relatie
met

Focke Rengers van Post, zn. van Ditmer Rengers van Post en Hisse Ewesma Ackinga, geb. in 1420, hoofdeling ten Poste.

 



Aantekeningen bij Focke Rengers van Post.
Bij de afbeelding document uit 1492: "Focke Rengers, 'hoofdeling ten Poste', en zijn vrouw Amele verklaren dat zij geschonken hebben aan het convent van Essen, als prebende voor hun vier dochters Lyse, Ghisele, Cyse en Amele en tot hun uitboedeling, een tiende in het land van Drenthe onder de klokslag van Vrees, groot dertig mudden rogge, die zij gekocht hebben van hun broer Bertolt Perney, verder een huis met erf, groot 45 grazen in de Oesterbawert in Woltersummer kerspel, waaruit het convent van Zybekeloe jaarlijks een rente, groot zes arnhemse guldens, ontvangt, welke rente afgekocht kan worden met honderd arnhemse guldens, voorts een huurverhoging van twee gouden rijnse guldens voor Remmeke Luersheert te Oldersum, die wijlen hun moeder Hysse Rengers het convent van Essen nagelaten heeft en die Focke en vrouw gebruiken voor acht gouden rijnse guldens per jaar, tenslotte een tiende te Druwen in het land van Drenthe, groot vijftien mudden rogge, terwijl nog enige testamentaire bepalingen gemaakt worden".

Document uit 1492: De verlaring van Focko en zijn vrouw Amele aangaande de schenking aan het convent van Essen in 1492 (Bron: Groninger Archieven, toeg.nr. 172, inv.nr. 149, reg.nr. 803, Arch. Klooster Essen, inv.nr. 14, reg. 104. Reg. Feith 1492.42.)
De complete tekst in het Middelnederduits luidt:.
"Wy Focke Rengers ende Amele myn echte huusvrouwe hoefflinge Ten Poste bekennen ende betughen myt dessen openen breve voer uns ende unse erffgenamen dat wy myt vryen wille ende myt guede beraden moede hebben ghegheven ende opghedraghen den convente van Essen myt unsen vier dochteren als Lysen, Ghiselen, Cysen ende Amelen in die ere Goedes voer een affscheit ende bodel van unsen guederen als hyr na bescreven is. Inden eersten gheve wy desse vorscreven convente myt unsen.
vier dochteren onsen tenden also guet als dertich mudde rogge den wy hebben inden lande van Drenthe onder die klocke van Vrees myt al synen toebehoer na uutwisinge des registers ende des breves als wy den ghecofft hebben van unsen salingen [sic] broder Bertolt Perney als hie den voer ende wy den na ghebruket hebben oren profyt ende hogheste nutticheit.
ende wille daer mede toe doen tot ewighen daghen. Daer toe hebben wy dessen vorscreven convent van unsen vier dochteren weghen toe ghestaen ende vry overghegheven voer een testament na unser beyder doet een erve landes van vyfendeviertich grase landes soe groet als dat gheleghen is toe werke ende toe schote myt den huse dat daer opstaet gheleghen in die Oester Bawert in Woltersummer kerspel daer Derck Peters nu ter tyt in woent uut welcken erve wy Focke.
ende Amele vorscreven hebben ghegheven dat convent van Zybekeloe ende oer nakomelinge tot een ewich testament voer uns ende unse olderen toe bidden ende jaerlix toe begaen als ghewoenlick is des kloesters ses arnems gulden jaerlicker rente.
tot ewighen daghen daermen mede werven sal in dat convent van Zybekeloe wijn off vremet beer in oren lateltyden wanneert hem best belevet toe ghegheven ende ist sake dattet convent in aldus danighen maneer niet en wort ghegheven soe salment den armen opter straten gheven offt unse vrenden moghent weder nemen ende ghevent in anderen armen cloesteren. Ende desse arens [sic] ses arens gulden moghen die van Essen off kopen tot allen tyden hoeveer hem des belevet voer hundert arens gulden. Ende dan sal dat convent van Zybekeloe dat gheelt weder beleggen in wisse rente waer hem des best belevet op dattet hoer pitancie daer van moghen krighen als vorscreven steet. Ende die eghendoem van dessen vorscreven erve myt synen.
brukinge sal bliven tot ewighen daghen in dessen vorscreven convente van Essen soe lange als unse dochteren lyven ende leven voert na oren doet tot ewighen tyt alsoe dat sie dat vorscreven lant nummer offstaen sollen. Ende weert oec sake dat unse.
vier kinderen int kloester voer uns storven, soe sal dat convent van Essen dat erve na unser beyder doet ontfangen, besitten ende ghebruken tot ewighen daghen voer onsen beyder zielen ende olderen ende kinderen zielen. Oec syn vorwerde dat wy dat land Remmeke Luers heert gheheten toe Oldersum gheleghen dat unse salighe moder vrou Hysse Rengers dessen vorscreven convente van Essen voer een testament ghegheven hefft dat wy dat sullen bruken onse leven lanck voer achte golden rinsen gulden van welcken lande vorscreven wy Focke ende Amele vorgenoemd den vorscreven convente van Essen myt vryen willen den eghendoem weder toestaen ende overgheven. Ende daer toe love wy dessen vorscreven convente die huer toe verbeteren myt twen golden rinsen gulden (van wel) op die vorscreven acht golden rinsen gulden. Hyr toe gheve wy desen vorscreven convent ewelicke ende erfflike toe bruken sunder emendes weder ropen onsen tenden toe Druwen in den lande van Drenthe gheleghen als vyfftyn mudde.
winter rogge welck vorscreven tenden unse uterste wille ende entlike meninge is dattet vorscreven convent nummemeer affstaen.
sal. Hyr is mede toe ghelovet weert sake dat unse kinderen Dethmer ende Nese sunder wittelicke buert storven,.
dat God verbeden moet, dat die dan die naesten als rechte erffgenamen van unsen gueden sollen wesen ende soe en gunde wyt anders nemant liever dan desse vorscreven convente myt unsen dochteren. Weert oec sake dat een van unsen tween warliken.
kinderen vorgenoemd storve sunder wittelike buerte, soe sullen unse gheestelicke kinder meede erffgenamen wesen tot unsen.
gueden, alsoe toe verstaenne dat unse gheestelicke kinder alle veer soelen hebben soe voele als een van unsen vertliken kinder. Meer waer onse dochteren in den vorscreven convente anders toe verervet worden van God ende die hillighe kerke.
dat moghen sie vul ende al heeliken boren ende ontfangen als unse ander warlicke kinderen ende ander waerachtighe erffghenamen. In oerkunde der waerheit dat wy al desse vorscreven artikel ende ghyfftinge vul ende al wal willen vultrecken ende vast holden, soe hebbe ic Focke vorscreven myn zeghel an dessen breeff ghehangen. Ende tot meerre vestenisse der waerheit hebben wy oec ghebeden den eersamen heren heren Johan Cempes abt toe Witte Werum dessen breef oec toe bezeghelen dat wi Johannes abt vorscreven gheerne hebbe ghedaen om bede wille Fockens ende Amele.
vorgenoemd ende hebbe myn zeghel beneden an dessen breeff ghehangen in den jaren uns heren dusent vierhundertende tweendetneghentich op sunte Bernabas dach des hillighen apostels". De zegel van de brief is verloren gegaan.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dutmer Rengers     
Lisse     


Lambert Tjarda van Starkenborgh
in
Genealogie van Hendrik Clant.
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Lambert Tjarda van Starkenborgh, ovl. Hij is jong overleden.

  • Vader:
    Allard Tjarda van Starkenborgh, zn. van Lambert Tjarda van Starkenborgh en Frederica Gaykinga, geb. op zaterdag 20 jun 1620, Allard is de oudste zoon en komt op Verhildersum, ovl. (ongeveer 52 jaar oud) in 1673, tr. (resp. 28 en 17 jaar oud) op donderdag 24 sep 1648.
 
  • Moeder:
    Gracia Susanna (Gratia) Clant, dr. van Edzart Jacob Clant Van Scheltema-Nijenstein en Bouwina Coenders van Helpen, geb. te Helpen [Gr.] op zondag 24 nov 1630, ovl. (59 jaar oud) op donderdag 21 sep 1690.
 

')}