Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Magdalena Bosman
Magdalena (Helena) Bosman, geb. te Arnhem [Ge] in 1890, Koopvrouw, Bezat pension voor Indië gangers in de Langstraat te Arnhem.

  • Moeder:
    Anna Helena Bekker, dr. van Hermannus Bekker en Petronella Arnoud, geb. te Arnhem [Ge] op woensdag 4 aug 1858, ovl. (87 jaar oud) te Arnhem [Ge] op maandag 8 apr 1946.
 

tr. (resp. ongeveer 24 en één dag oud) te Arnhem [Ge] op woensdag 17 jun 1914
met

Johannes van den Brink, geb. te Arnhem [Ge] op woensdag 17 jun 1914.


Bronnen:
1.Geneanet, S31


Magdalena van Nassau-Siegen
Magdalena van Nassau-Siegen.

tr. (Philipp Wilhelm 51 jaar oud) op maandag 25 aug 1642
met

Philipp Wilhelm Von Inn- und Kniphausen, zn. van Iko von Inn- und Kniphausen en Anna Maria Oriana von Elteren, geb. op zondag 10 mrt 1591, ovl. (61 jaar oud) te Bremen, Dld. op zondag 5 mei 1652, tr. (1) met Anna Elisabeth von Würben Freudenthal. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Katharina van Werseb. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Magdalena Schenck Van Tautenburg
in
Parenteel van Ewe Ewesma.

Magdalena Schenck Van Tautenburg.

tr. Uit dit huwelijk komen geen wettige nakomelingen
met

Onno Van Ewsum, zn. van Relof Van Ewsum en Luytge Harinxma Van Sneek, geb. in 1490, ovl. (ongeveer 47 jaar oud) in 1537.


Magdalena Sophia von Bernsau
in
Parenteel van Rypert Ripperda.

Magdalena Sophia von Bernsau, ovl. in 1641.

relatie
met

Degenhard Van Eyll.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha     


Magdalena Sophia Van Reasfelt
in
Parenteel van Rypert Ripperda.

Magdalena Sophia Van Reasfelt, geb. in 1658, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) in 1704.

tr. (ongeveer 34 jaar oud) in 1692
met

Georg Heinrich Von Münster, zn. van Langen Von Münster en Catharina Walpurg Von Haren, ovl. in 1709.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johann Henrich Christian Ludwig*1694  †1735  41


Manasse van Weleveld
in
Parenteel van Johan Rengers.

Manasse van Weleveld.

  • Vader:
    Zeino Joachim van Weleveld, zn. van Johan van Weleveld Tot De Klencke En Westerveld en Barbara van Warmelo Tot Westervelde, ovl. te Woltersum, Gem. ten Boer in 1681, relatie.
 

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Zeino Joachim     
Otto     


Manso Jans de Boer
Manso Jans de Boer.

tr. none
met

Anna Jans Spel.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1820     


Mapcke Maartens
Mapcke Maartens.

relatie
met

Willem Berents Vooght.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berent*1640 Vlagtwedde [Gr] †1713 Vlagtwedde [Gr] 73


Marcelis van Rooyen
Marcelis van Rooyen.

relatie
met

Berendina Baauw.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
David*1867 Maarssen [Ut] †1936 Maarssen [Ut] 69


Marchien Huizingh
Marchien Huizingh.

tr. none
met

Willem Sloots.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lammechien*1832 Anloo [Dr] †1915 Coehoorn 83


Marchien Aaldring
Marchien Aaldring.

relatie
met

Jan Zuiderhoek.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertje*1866 Groningen [Gr]    


Margaretha Pikral
Margaretha Pikral.

relatie
met

Alexius Derks, Arbeider in 18391.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna Magdalena*1790 Zutphen [Ge]    



Bronnen:
1.Genlias, S567


Margaretha Addinga van Westerwolde
in
Genealogie van Hendrik Clant.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Margaretha Addinga van Westerwolde, geb. circa 1515, ovl. (ongeveer 53 jaar oud) op zondag 3 mrt 1568.

tr. (beiden minstens 19 jaar oud) (1) na zondag 14 jan 1534
met

Eilco Clant van Nittersum, zn. van Egbert Clant van Scharmer en Teteke van Nittersum, geb. circa 1515.

 



Aantekeningen bij Eilco Clant van Nittersum.
Nittersum en de familie Clant.
Nittersum wordt wel een der mooiste borgen van Groningen genoemd. Het is echter opmerkelijk, dat er door historici zo weinig aandacht aan is geschonken. In het bekende boek "De Ommelander Borgen" van Mr. J.A. Feith wordt slechts een enkele bladzijde aan Nittersum gewijd. Volgens Feith zou de juiste plaats van de borg moeilijk meer aan te wijzen zijn, maar dat is niet juist. Behalve het huis en de bomen is in 1930 alles van de oude burchtstee nog aanwezig. Zelfs nog een van de bijgebouwen. En verder de binnen- en buitengrachten, de grote vijver en de singels. Er hebben hier op deze burchtstee drie borgen gestaan, mogelijk zelfs vier: de borg van Eppo Nittersum, die in 1579 verwoest is en misschien wel een voorganger heeft gehad; de borg van Eilco Clant, gebouwd na 1594 en in 1669 weer afgebroken en de borg van Johan Clant, gebouwd tussen 1669 en 1671 en afgebroken in 1818.

De borg Nittersum Tot Stedum. Bron: De Ommelander Borgen en Steenhuizen.
De heren van Stedum.
Heren van Stedum komen al heel vroeg voor, maar we weten niet of die ook op Nittersum hebben gewoond. In brieven en mededelingen uit de 13e en 14e eeuw komen de volgende namen voor: Eppo Eelwarduszoon van de Were (De Weer onder Stedum); Ailvart Ripperda van Stedum (ook Ripperta gespeld) en Eppo Boelesmona van Stedum. Van Eppo Eelwardus zoon is bekend, dat hij in De Weer woont, de twee anderen kùnnen bewoners van de burcht Nittersum geweest zijn, maar er zijn meer borgen in Stedum geweest, dus is dat niet zeker. Volgens overlevering zal er op de Wierde van Lutjewijtwerd (onder Stedum) een kapel of borg hebben gestaan. Ook zijn er borgen geweest aan de Drieborgenlaan en in De Weer. In 1396 komt opeens de naam van Eppo van Nittersum naar voren, als medeondertekenaar van een stuk, waarin bepalingen tot bewaring van orde en vrede. Deze Eppo heeft in 1398 een belangrijke rol gespeeld in de strijd tussen de Schieringers en Vetkoopers. Verschillende geschiedschrijvers, die over deze strijd hebben geschreven, noemen nadrukkelijk de naam van Eppo van Nittersum. Wij kunnen dus met zekerheid aannemen, dat de borg Nittersum in 1398 al heeft bestaan.
Het valt moeilijk te zeggen of het huis daarna nog lang heeft bestaan. Wel weten wij, dat Eppo drie jaar later, in 1401, bezig is land te kopen naast het borgterrein. Van de borg zelf horen wij nu geruime tijd niets meer. Hoe de borg er uit gezien heeft, is niet bekend. Het zal een goed stenen huis geweest zijn, omringd door een gracht. De oude burcht wordt in 1579 door het Spaanse garnizoen van Groningen verwoest. Bewoner in die dagen is Egbert Clant, een aanhanger der hervorming, die omwille van het geloof naar Oost-Friesland moet vluchten. Hij sterft in ballingschap. Waarschijnlijk is de borg weer opgebouwd voor 1594. Eilco, een zoon van Egbert, zal het huis zo spoedig mogelijk hebben herbouwd. Boven de ingang van het nieuwe huis komt een opschrift, waarin melding wordt gemaakt van de verwoesting van de oude borg.
De borg blijft nu staan tot 1669. In dat jaar laat de toenmalige eigenaar, Johan Clant, de borg slopen en vervangen door het deftige herenhuis, dat wij van afbeeldingen kennen. In dat jaar 1669 koopt Johan Clant de Dijkumborg te Garsthuizen. Waarschijnlijk laat hij Dijkum afbreken om de stenen voor zijn nieuwe Nittersum te gebruiken. Het nieuwe Nittersum is geheel door water omringd, net als Menkema. Het is een huis geweest van twee verdiepingen met daaronder de kelders en keukens.
De borg Nittersum (1669) bij Stedum van de Amsterdamse architect Vingboons, is de laatste "echte" borg die in Groningen gebouwd wordt. Daarna worden in Groningen alleen nog landhuizen gebouwd, waarvan sommige nog als borgen beschouwd worden. De meeste van die landhuizen staan in de veenkoloniën, als buitenplaats voor de kapitaalkrachtigen. Ekenstein (1648) is een van de twee landhuizen die in de Ommelanden bij Tjamsweer verrijzen. Het andere is het naast Ekenstein gelegen Rusthoven (1668).
In 1344 wordt in een oorkonde genoemd Eppo Nithardesma. De handeling in deze oorkonde vermeld, vIndt plaats in de Marne, zodat nog geen contact aanwijsbaar is met Stedum. Dat is wel het geval kort voor 1400. Dan speelt in de gebeurtenissen van 1398 en volgende jaren Eppe Nittersum een belangrijke rol. Hij staat blijkbaar aan het hoofd van de Ommelander Schieringers tegenover de Onsta's. Als zodanig trekt hij met zijn aanhangers naar Westeremden, waar ze Hayo Wibben, een partijganger van Albrecht van Beieren, graaf van Holland, aantreffen. In de daarop volgende vechtpartij wordt Hayo op het kerkhof gedood. Ook in 1401 wordt Eppo Nittersum nog genoemd. Hij wordt wel vereenzelvigd met Eppo, proost te Stedum, die in dezelfde tijd voorkomt. Deze heet evenwel Eppo Heslingha en hij voert het zegel van een geestelijke. De Heslingha's komen in die tijd voor te Stedum.
De geschiedenis van de 15e eeuw is duister. In het midden van die eeuw treffen we wederom een Eppo Nittersum(ma) aan, in 1464 en in 1470, en daarnaast Ondel of Andelof Nittersum in 1458 en 1464. Deze Andelof is in 1471 gestorven en op het koor in de grafkelder van de kerk te Stedum begraven. Men neemt wel aan, dat hij of zijn zoon Eppo getrouwd is geweest met Bywe Schultinga. Bewijzen daarvoor hebben we niet. Wel is in 1463 sprake van Bywe, een nicht van Oda ten Dijke, getrouwd met Azeghe van Harsens, die ook elders voorkomt. Verder wordt een vrouw Bywe to Stedum genoemd in 1484, getrouwd met Jarig ter Borch, en in 1489. Zij bezit dan het redgerrecht op Menkemahuis en andere rechten onder Uithuizen. Dat zij in dat jaar Menkema gekocht zou hebben, blijkt nergens. Aangenomen wordt, dat door het huwelijk met de erfdochter van Nittesum, Teteke, dochter van Andelof, met Egbert Clant Nittersum aan de familie Clant gekomen is. In elk geval blijkt een alliantie Clant-Nittersum uit de kwartierstaat van Adriaan Clant op zijn monument en rouwbord.
Egbert Clant komt herhaaldelijk voor tussen 1495 en 1521, maar nergens wordt hij hoofdeling te Stedum genoemd. Evenmin wordt de naam van zijn vrouw vermeld. Wel komt hij van 1503-1512 voor in de klauwboeken van Stedum. Zijn tweede zoon, Eilco, zal hem opgevolgd zijn te Stedum. Deze is in 1534 getrouwd met Margaretha Addinga. Bij zijn huwelijk wordt hij inderdaad hoofdeling te Stedum. Door haar erven de Clants pretenties op Westerwolde, die wel aanleiding hebben gegeven tot processen, maar niet gerealiseerd kunnen worden.
Van hun zoon Egbert is meer bekend. Hij speelt een belangrijke rol onder de Ommelander adel. Hij wordt dan ook door de stad gevangen genomen in 1577 en gaat in 1580 in ballingschap. In 1579 ondertekent hij met enige afgevaardigden van de Ommelanden de Unie van Utrecht. Hoewel hij achter de Hervorming staat, vindt in Stedum geen beeldenstorm plaats. Hij komt dan ook niet voor op de lijst van hen wier goederen geconfiskeerd worden. Wel maakt na zijn uitwijking Lucas van Lingen in 1582 aanspraak op zijn landen en borg - van een verwoesting in 1579 is niets bekend -, maar in 1587 wordt deze confiscatie weer ongedaan gemaakt. Hij bezoekt de landraad en de hertog van Anjou namens de Ommelanden.
Aanvankelijk kan hij niet goed overweg met de Van Ewsums (Middelstum), maar het huwelijk van zijn dochter Sophia met Ulrich van Ewsum in 1584 brengt daarin verbetering. In 1590 sterft hij te Bremen. Hij is tweemaal getrouwd geweest, met Anna Manninga en Gratia Rengers. Zijn zoon uit zijn eerste huweijk, Eilco, kan na 1594 in Stedum terugkeren. Deze is getrouwd met Willemina Hinckaert. Bij diens dood in 1614 is zijn oudste zoon Adriaan nog maar 15 jaar oud. In 1623 huwt hij Hille Clant, die reeds in 1626 sterft. Hij hertrouwt in 1639 Anna Tamminga van Bellingeweer. Adriaan Clant is vooral bekend geworden als afgevaardigde van de Staten-Generaal naar de vredesonderhandelingen te Munster. In de Friedensaal in het stadhuis te Munster hangt zijn portret. Hij overlijdt in 1665.
Johan Clant en de graftombe van Stedum.
De enige zoon die hem overleeft is Johan (1624-1694). Deze erft Nittersum. Hij is zeer prachtlievend. In de eerste plaats laat hij Nittersum herbouwen door Vingboons in 1669. Ter nagedachtenis van zijn vader laat hij in de kerk te Stedum een graftombe oprichten door Rombout Verhulst in 1672. Ook de kerk heeft hij verfraaid, de vloer in 1668, banken in 1669, de preekstoel in 1671, het orgel in 1680. Er wordt een nieuw herengestoelte geplaatst en een avondmaalsbeker geschonken (deze is zoek).
Onder hem wordt Lellens van Stedum gescheiden in 1666. Hij sterft in 1694. Een rouwbord in de kerk herinnert nog aan hem, evenals een portret in de pastorie. Ook van zijn vrouw Anna Coenders, met wie hij in 1653 in het huwelijk treedt, is een rouwbord aanwezig van 1665. Bij zijn dood laat hij drie dochters na. De oudste, Elisabeth (1656-1696) erft de borg met 44 grazen land, waarin de uitweg met geboomte naar de delweg, en alle rechten. Zij is in eerste echt getrouwd geweest met Albert Lewe van Kantens. In 1696 sterft zij, twee jaar na haar vader. Ook van haar is een rouwbord in de kerk. Haar dochter Petronella Lewe (1684-1761) erft de borg op tienjarige leeftijd. Zij huwt met Everhard Frederik baron van Lintelo (1681-1761). Deze komt lange jaren voor als heer van Stedum.
Het echtpaar sterft kinderloos in 1761. Ook van hen zijn rouwborden aanwezig. Hun erfgenamen bieden het volgende jaar Nittersum te koop aan, eerst in juli, later in september. De omschrijving luidt: het adellijke huis Nittersum, uit het water opgebouwd, voorzien met twee ruime zalen en verscheiden royale boven- en benedenkamers, fontein-zomerhuis, hoven, alleen over de dorpen Stedum, Westeremden en Garsthuizen, de staande schepperij of opzicht over de wegen en wateren van Stedum alsmede de collatie aldaar; de zijlrechten te Westeremden en Garsthuizen, uitmakende de meerderheid van stemmen tot de verkiezing van een schepper aldaar, het huis Ringenum te Uitwierda met landerijen en rechten verbonden aan dat huis.
Koper wordt Joahn Herman Gerlacius (1717-1774), raadsheer in de raad van Brabant, van een stad-Gronings geslacht. Hij is getrouwd met Anna Clasina Bout, die in 1765 sterft. Na de dood van Gerlacius laten zijn erven in 1778 het hoogadellijk huis publiek verkopen. Het heet dan een kapitale, moderne herenbehuizing met schathuizen, spatieuse tuinen, singels, lanen en vijvers. Het huis is blijkbaar niet verkocht want bij de boedelscheiding van 1780 wordt het toegewezen aan de zoon van Johan Herman, Tjaard Adriaan.
Tjaard Adriaan Gerlacius (1752-1817) is getrouwd met Tateke Helena Henderica Gockinga. Hij schijnt prinsgezind te zijn geweest. In de kerk van Stedum hangt nog een bij de restauratie in de grafkelder gevonden vlag met het opschrift: "1788 Vivat Prins van Oranien" en het wapen Gerlacius. In oktober 1787 geeft hij opdracht tot het herstel van het orgel. Van 1791-1793 ligt hij overhoop met de kerkeraad over het nazien van de diaconierekening en later met de Representanten van het Volk van Stad en Lande over de betaling van kerkelijke lasten en de opgave van kerkelijke goederen, waarbij hij ten slotte 1200 gulden boete moet betalen. Ook overigens blijkt, dat kerkelijke zaken hem ter harte gaan. Aan Solwerd geeft hij in 1783 een nieuw kerkje en na het beleg van Delfzijl laat hij in 1814 het herstellen. Na zijn dood wordt het huis publiek verkocht in 1818 en gesloopt. Een kaart van het huis en terrein bevindt zich in de notariele archieven.
Huidige situatie.
Op het borgterrein heeft altijd nog een huisje gestaan, maar die is nu ook verdwenen. De binnengrachten zijn weer uitgegraven en de oprijlaan naar de Delleweg is bouwland geworden. Het terrein is weer goed zichtbaar gemaakt.
De graftombe.
Het geslacht Clant is belangrijk geweest voor de borg Nittersum en ook voor het dorp Stedum. Beroemd is de graftombe van de familie Clant in de kerk van Stedum, op last van Johan Clant door de bekende beeldhouwer Romboudt Verhulst vervaardigd in 1672. Deze Verhulst was ook de maker van het praalgraf in de kerk te Midwolde. Boven op de tombe ligt de beroemde Adriaan Clant, uit marmer gehouwen. Aan het hoofdeinde vinden we aan weerskanten onder meer een engelenfiguur en tegen de muur een groot aantal familiewapens van wit marmer, gegroepeerd rondom een donkere ovale steen, waarop met gouden letters het volgende opschrift staat, uit het Latijn vertaald: "Ter eeuwige gedachtenis aan de beroemde nakomeling, vermaard door een lange reeks van zeer edele voorvaderen, Adriaan Clant van Stedum, Heer van Nittersum, vanwege zijn uitnemende bekwaamheden meermalen benoemd onder de grootmachtige afgevaardigden der provincie waarin hij geboren was, en om zijn grote verdiensten, gedurende 9 jaar, namens die provincie tot meerder heil van de staat, tot de hoge vergadering der Algemene Staten van de Verenigde Nederlanden afgevaardigd; ter bewerking van de eeuwigdurende vrede tussen de Spanjaarden en de Verenigde Nederlanden naar Munster in Westfalen gezonden; wiens dierbaar stoffelijk overschot nadat hij 66 jaar geleefd had, in deze tombe eerbiedig is bijgezet door diens zoon Johan Clant van Stedum, heer van Nittersum, Stedum, Ringenum, Uitwierda, toparch van Loppersum, Eestrum, Tenbuir enz, afgevaardigde naar de Vergadering der Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden, en juist op deze plaats, waar rust temidden van een lange reeks van voorvaderen de as van zijn edele grootvader, Eilco Clant van Stedum, heer van Nittersum, tijdens zijn leven de invloedrijkste onder de afgevaardigden der Verenigde Nederlanden en de beroemdste onder de Gedeputeerden van deze provincie. Aan zijn overgrootvader, die geacht mag worden van een even schitterende afkomst te zijn, n.l. Egbert Clant van Stedum, heer van Nittersum, een man van gezag onder de voornaamste Ommelanders, die eenmaal in hun naam de luisterrijke Unie van Utrecht getekend heeft, heeft de woeste Bellona deze rustplaats benijd, welke hij, die dit gedenkteken voor zijn edele vader heeft opgericht in het jaar van Christus 1672, hoopt, dat voor hem en zijn late nageslacht tot op de jongste dag mag bewaard blijven". (Bron: De Ommelander borgen en steenhuizen, ISBN 90 232 2314 4).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Egbert  †1590 Bremen, Dld.  

tr. (resp. ongeveer 18 en ongeveer 33 jaar oud) (2) op maandag 9 jan 1533
met

Ewko De Mepsche Tho Meyma, geb. circa 1500.

relatie (3)
met

Luert Cater, heer van Fraem (Fraam), Huizinge [Gr].

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bauwe*1530 Westerwolde    


Margaretha von Wisch
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Margaretha von Wisch, geb. in 1530, ovl. (ongeveer 53 jaar oud) op vrijdag 30 dec 1583.


Aantekeningen bij Margaretha von Wisch.
Zij is een buitenechtelijke dochter van ene Graf von Limburg-Stirum und Wisch en N.N. von Münster, een voorvader van koningin Beatrix der Nederlanden.

relatie
met

Jacob Ripperda, zn. van Hayo III Ripperda en Henrica Van Hackfort, geb. in 1540, voor de helft hoofdeling te Farmsum [Gr], voor de helft hoofdeling te Appingedam [Gr], voor de helft hoofdeling te Petkum [Deu], voor de helft hoofdeling te Dornum, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) te Rysum, Ost-Friesland op zondag 27 sep 1581.


Aantekeningen bij Jacob Ripperda.
JACOB RIPPERDA.
Jacob schijnt aanvankelijk geen openlijk aanhanger van de prins van Oranje te zijn geweest. Hij biedt echter graaf Lodewijk van Oranje-Nassau onderdak in Petkum en helpt hem aan de vijand te ontkomen, nadat Lodewijk is verslagen tijdens de Slag bij Gemmingen. Hij treedt 25 februari 1577 tot de vaderlandse verdedigingscommissie toe, en wordt dientengevolge uit de Ommelanden verjaagd in 1580.

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joachim*1566  †1621  55
Jacob  †1662   


Margaretha Van Aeswijn
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Margaretha Van Aeswijn.

tr. (Hendrik ongeveer 61 jaar oud) in 1625
met

Hendrik Van Munster, zn. van Heinrich Freiherr von Münster Tot Meinhòvel en Elsabe Ripperda, geb. in 1564, ovl. (ongeveer 71 jaar oud) te Huize Oldenhof te Ruinen op zaterdag 27 jan 1635, tr. (2) met Sophia van den Grimberg Aldenbockum. Uit dit huwelijk 2 dochters.


Margaretha Van Munster
in
Parenteel van Rypert Ripperda.

Margaretha Van Munster, ovl. in 1657.

tr. in 1614
met

Wyrich von Bernsau, ovl. in 1656.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Magdalena Sophia  †1641   


Margaretha Van Eyll
in
Parenteel van Rypert Ripperda.

Margaretha Van Eyll.

relatie
met

Hendrik Van Reasfelt.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Magdalena Sophia*1658  †1704  46
Agnes Sophia*1663 Huis Heydeck †1705  42


Margaretha Barones van Pallandt Tot Keppel
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Margaretha Barones van Pallandt Tot Keppel, ovl. na zaterdag 22 mei 1688.

kerk.huw. (Heer Carl Wilhelm ongeveer 37 jaar oud) in 1665
met

Carl Wilhelm von Ripperda, zn. van Carel Victor Ripperda en Petronella Elisabeth von Schade Zu Ihorst (von Schade), geb. in 1628, heer van Venhaus, Lingen, heer van De Leemcule, Dalfsen [Ov], lid van de Ridderschap van Münster in 1640, ovl. (ongeveer 38 jaar oud) op vrijdag 4 jun 1666, tr. (1) met Ida Catharina Von Loë. Uit dit huwelijk een zoon.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heer Willem Hendrik Carel*1666  †1717 Vorden [Ge] 50


Margaretha van Twickelo
Margaretha van Twickelo.

')}