Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Bauwe Mennes
Bauwe Mennes, geb. te Midwolda [Gr] voor 1622, ovl. (ongeveer 44 jaar oud) voor maandag 18 jan 1666 Bauwe is in ieder geval gestorven na 18 januari 1665 of 1666.

tr. (ongeveer 24 jaar oud) voor maandag 17 dec 1646
met

Eltio Popckens, zn. van Popcko Hayens en Anna Wildricks, landbouwer en landbezitter, bewoont en beheert Dollard's Heerd, Menterneweg 2, 9681 BR Midwolda [Gr] tussen 1663 en 16772, ovl. voor zondag 13 jan 1669 Eltio is in ieder geval overleden tussen 18 januari 1665/66 en 13 janua ri 1668/69.


Aantekeningen bij Eltio Popckens.
Bij de erfscheiding op 7-9-1663, gaan 53'/4 herendeimten naar ELTIO POPKENS, gehuwd met Menno's dochter BAEUWTIEN MENNES (zie ook nr. 39 BBWO). De zoon HINDRICK MENNES, zie nr. 39 BBWO, krijgt 50½, herendeimten in de heerd, "die zij bewonen en gebruiken, daer haer behuisingen op staen", en land bij nr. 39 BBWO.
Hindrick Mennes en Trijntien verkopen op 15-9-1663 te Groningen "bij keerskoop" hun behuizing en 50 deimt land gelegen bij de Oude Dijk in Midwolda, welke reeds 6 jaar door de kopers zijn gebruikt, voor 5720 gld. aan TONCKE ULJES, zie nr. 39 BBWO.
In 1677 wordt bij keerskoop land verkocht door Hindrick Mennes, voor 130 gld. per deimt, aan Jan Peters. Vermoedelijk betreft dit alleen het noordelijke deel. Jan Peters en Fopko Sibens, kerkvoogden te Scheemda. Ze verhuren op 5-1-1678 land te Eexta en 64 deimt te Midwolda, afkomstig van Hindrick Mennes, aan Jacob Cornelis, van Nieuwolda, gehuwd te Nieuwolda op 2-4-1671 (huwelijkscontract 25-2-1671) met Frouccke Egges. Laatstgenoemden wonen ook in Nieuwolda.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fockien     
Anne     
Popcko     



Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw 105:31, 1980., S718
2.Algemene bron, S616


Bauwe Tot Oosterwijtwerd
Bauwe Ripperda Tot Oosterwijtwerd. Bauwe is afkomstig van het Huis Witwerd (Wijtwerd), erfvrouwe te Oosterwijtwerd [Gr].

relatie
met

Caspar Ripperda Tot Farmsum en Loppersum, hoofdeling te Farmsum [Gr], hoofdeling te Loppersum [Gr].


Aantekeningen bij Caspar Ripperda Tot Farmsum en Loppersum.
De geschiedenis is het onduidelijk>/b>.
Caspar Rripperda tot Farmsum en Loppersum en de vader van Unico Ripperda tot Farmsum, Heer Focko Ukena Ukena zijn tijdgenoten geweest. Hoe zij met elkaar verwant zijn is echter onbekend. Het kunnen zowel broers als neven zijn. De vader van Bauwe Ripperda tot Oosterwijtwerd is Haico Riperda tot Oosterwijtwerd, die omstreeks 1300 genoemd wordt. De geschiedenis is hier enigszins onduidelijk.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ailske Ripperda (Ulske)*1333     


Bauwe Alberts
Bauwe Alberts.

relatie
met

Ocko Luppens Ockes, zn. van Luppo Ockens en NN Nn, geb. circa 1542, ovl. (ongeveer 96 jaar oud) circa 1638, relatie (1) met Bouwe Huninga. Uit deze relatie 4 kinderen.

Uit deze relatie 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Luppo  †1638   
Albert  †1667   
Nantke     
Frowke     


Bauwe Jarges
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Bauwe Jarges.

tr. (Haijo ongeveer 39 jaar oud) te Groningen [Gr] in 1619
met

Haijo Lewe, zn. van Jurgen Lewe Thoe Zandeweer en Teteke Jarges, geb. in 1580.


Bauwe Astdna
Bauwe Astdna.

relatie
met

Alert Agena van Upgant, geb. circa 1400, functie, ovl. (minstens 37 jaar oud) na 1437.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ast Agena     


Auka
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.

Auka , geb. circa 1340.

relatie
met

Ewo (Ewe) Ewesma Van Ewsum, zn. van Onno Onsta Ferhildema en Yde Nn Mogelijk is zij een Ferhildema geweest, geb. circa 1350, Komt voor als hoofdeling te Middelstum in 1390.

 



Aantekeningen bij Ewo (Ewe) Ewesma Van Ewsum.

HET GESLACHT VAN EWSUM.
Van Ewsum komt ook voor als Ewesma en is een geslacht van jonkers dat een grote rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de provincie Groningen. In de late Middeleeuwen zijn zij het belangrijkste geslacht in de Ommelanden. De oudste vermelding van een Ewesma dateert uit 1371. In dat jaar worden de regels gesteld voor de waardering van bepaalde munten. Bij het overleg is o.a. Eno of Evo Ewesma betrokken. De familie komt ook voor in zo wel Groningen als Drenthe.

Volgens een valse oorkonde van 1353 zou de familie aanvankelijk op de Oord (Oert) onder Toornwerd hebben gewoond, maar na de verwoesting van deze “keizerlijke burcht” in de oorlog, zou jonker Ewe de borg Ewsum hebben gesticht te Middelstum. In hoeverre in deze valse oorkonde nog juiste gegevens zijn verwerkt, is niet meer uit te maken.
De naam Ewo Ewesma komt ook voor in de jaren 1390, 1402 en 1406. Vermoedelijk hebben we met twee verschillende personen te maken, hoofdelingen te Middelstum. Terzelfder tijd wordt vermeld, 1397-1404, Auca (Aweke) Ewesma, “nobilis matrona in Middelstum”. Zij breidt het landbezit van de familie sterk uit, zo koopt zij de naburige borg (castrum) Gaycamahuis. Een andere vrouwennaam, Ewerde (Evert) Ewesma komt in 1421 en 1443 voor.
Vermoedelijk is Auka de vrouw van Ewe Ewesma senior en Ewerde de vrouw van Auka’s zoon Ewe. Deze Ewerde is een dochter van Onno Onsta. Ewe junior en Ewerde laten een kind na, Menneke. Deze trouwt met Hidde Tamminga van Hornhuizen, die daarna de naam Ewesma aanneemt. Volgens Ubbo Emmius heeft hij aan het hoofd van een Gronings-Ommelander legertje gestaan, dat in 1428 Fokko Ukena heeft bestreden. Hij wordt echter verslagen, gevangen genomen en door Ukena zelf gedood. Om te verzoenen zal daarna Ukena zijn dochter Bauwe aan Hiddo’s zoon Ewe ten huwelijk zijn gegeven. Wat hier van waar is, is niet bekend. In elk geval in 1431 leeft Hidde nog. Hij noemt zich dan Hidde Ewesma, maar voert het zegel van Hidde Tamminga. Sinds dien wordt hij echter niet meer vermeld.

.

Het wapen.
"Gedeeld : I gedeeld 1) van keel, 2) in goud een dwarsbalk van azuur, II in sinopel een smalle golvende dwarsbalk van zilver, vergezeld van boven van een klaverblad van zilver, beneden van een korenschoof van goud, in d en schildvoet van zilver een drieberg van sinopel Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2 paarlen.".

Oorsprong/verklaring.
Het wapen is een combinatie van het wapen van het geslacht Ewsum (I), de geografische ligging (II) en de schildvoet zou een afleiding zijn van e en gedeelte van de gemeente, Trimunt geheten (Tres Montes).
Het geslacht Ewsum verkreeg in 1531 de grietenij Marum. De familie woont op de burcht Nienoord te Midwolde, wat destijds ook onder Marum valt. Het wapen van het geslacht is identiek aan dat van Tamminga, zoals het voorkomt in het wapen van Roden.
De geografische ligging van de gemeente wordt afgebeeld door het Wolddiep (of Ouddiep) gaande door agrarisch gebied.
In Trimunt staat in die tijd een benedictinessenklooster, later een cistercienserklooster, maar dat heeft weinig invloed gehad op de geschiedenis van de gemeente. Of de naam echt van Tres Montes afgeleid is is ook niet zeker.


Bauwina Reit
in
Genealogie van Melchior Borchart.
Parenteel van Melchior Borchart.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Bauwina Harms Reit, geb. te Beerta [Gr] op zondag 18 okt 1807, ovl. (46 jaar oud) te Beerta [Gr] op woensdag 17 mei 1854.

tr. (ongeveer 27 jaar oud) in 1835
met

Eltjo Theissen Schrik.


Bronnen:
1.FamilySearch.Org - Church of Jesus Christ of Latter Day Saints, S585
2.Doop- en trouwboek Hervormde Gemeente Beerta, RHC GA, Groninger Archieven, Toeg.nr. 124, inv.nr. 30, folio 55, NH, Nederl. Herv., Beerta [Gr], van 1730 tot 1811 (zondag 11 jun 1775)
3.BS Overlijdensregister Beerta, RHC GA (zaterdag 16 jan 1858 akte 7)
4.BS Huwelijksregister Beerta, RHC GA (zaterdag 14 nov 1835 akte 19)
5.BS Overlijdensregister Beerta, RHC GA (zaterdag 3 feb 1855 akte 7)
6.Doopboek Finsterwolde, Kerkeboek Finsterwolde, Collectie DTB, toeg. 124, van 1763 tot 1811 (zondag 3 sep 1769)
7.BS Overlijdensregister Beerta, RHC GA (zaterdag 18 apr 1835 akte 21)


Bauwine Pathmann
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Bauwine Pathmann, geb. te Weenermoor op donderdag 17 sep 1925.

tr. (resp. 26 en 29 jaar oud) te Weenermoor (Dld) [Ni, Deu] op zaterdag 12 apr 1952
met

Berend Hillenga, zn. van Eltjo Hillenga en Geessien de Gries, geb. te Nieuwolda [Gr] op donderdag 20 apr 1922, ovl. (72 jaar oud) te Reiderland op woensdag 22 feb 1995.


Bauwe Haijckens
Bauwe Haijckens (Hayckens), geb. circa 1566, ovl. (minstens 68 jaar oud) tussen vrijdag 20 jan 1634 en 1643.

tr. (resp. minstens 36 en minstens 52 jaar oud) na feb 1602
met

Doedo (Luerts) Luwerts Augustinus Tiddinga (Van Midwolde), zn. van Luwert Doedes Tiddinga en N2 Tonckerts, geb. te Beerta, op Tiddinga circa 1550 elders wordt 1540 te Midwolda genoemd, alsmede ca 1530 te Muntendam, landbouwer te Muntendam [Gr], volmacht van het 'Karspel Beerta' op maandag 25 jun 1607, kerkvoogd te Beerta [Gr] van 1608 tot 1623, heer op de Tiddingaborg te Beerta [Gr] van 1608 tot 1623, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) te Beerta [Gr] op donderdag 31 aug 16234, begr. te Beerta [Gr] in de hervormde kerk 3, tr. (resp. ongeveer 15 en ongeveer 45 jaar oud) (2) in 1565 met Ilben Fockens, dr. van Focko Memmens en Bauwe Nn, geb. te Scheemda [Gr] circa 15205, ovl. (minstens 82 jaar oud) na 1602. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 



Aantekeningen bij Doedo Luwerts Augustinus Tiddinga (Van Midwolde).


Grafsteen van Doedo Luwerts Augustinus Tiddinga van Oostwold zoals aanwezig in de Ned. Herv. kerk te Beerta. Op zijn grafsteen in het koor staat: "Anno 1623 d en 31 aug. sterf den eedelen erentveste Doedo Tiddinga van Midwolde verwachtende een frolike uperstandinge dorch Christum." Op de vier hoeken en in het midden staat het wapen van de Huninga's afgebeeld.

Meestal wordt hij kortweg Doedo Tiddinga genoemd. Doedo is een - mogelijk veel - jongere broer van Menno; diens zoon Eggerick noemt hem oom, terwijl uit een akte dd.13 sept. 1615 blijkt dat hij een zoon is van Luwert Tiddinga, naar wiens vader hij is genoemd. Voor het eerst vinden wij hem genoemd op 29 mei 1582 wanneer sprake is van een ruil van 5 akkers, geruild met Luppe Herens. Onderzoeker Sebo Abels geeft aan dat deze Doedo Luwerts Tiddinga mogelijk dezelfde is als Doede Luwerts Augustinus. Verder geeft hij aan dat Doedo rond 1540 is geboren te Midwolda. Hiervan zijn echer geen bewijzen gevonden.
Zuidbroek, landhuren en leningen 1564-1587: In den eerste Ulcko Augustinus verhuert 3 ackeren land tho Muntendam gelegen, jaarlijks voor 3 daler. Met 4 deymat land, yder deymat jaarlijks 1 daler. Ulcko vs. heft myt belevent erb. Rades syne broeder Doe Augustinus dese vs. landen overgedragen. De jaermalen uth up vs. huere tho ghebruken, act. den 29 aprilis 1564. Doe vg. Gheft nu jaarlijks de vs. 6 jaren lanck 10 Embder gl.
In stede van Doe Augustinus is getreden Lubbert Harckens en geeft jaarlijks als voren gemeld.
In platse van Lubbert Harckens is getreden Moder Tyackens en geeft jaarlijks als voren gemeld.
Doe Augustinus gheft jaarlijks 3 Groninger Rinsgulden XXX st. voer de gl. gerekent, af te lossen up mey dach met 50 ghelycke gulden.
339-49 - fol. 35 - AHG Zuidbroek, 26 jan. 1564: Ulcko Augustinus gebruikt 3 akkers te Muntendam - huur 3 daler, 29 april 1564 gaan de 3 akkers over op zijn broer Doe Augustinus, deze betaalt aan huur 10 Emder guldens. Doe wordt opgevolgd door Lubbert Harckens, terwijl Lubbert Harckens wprdt opgevolgd door zModer Tyackens. Laatstgenoemd betaalt eveneens 10 Emder guldens huur aan de kerk van Zuidbroek.
GAG - IIIe -262: Wij borgemeesteren ende raedt der stadt Groningen doen kundt ende betugen midis desen, dat wij in der schelinge tusschen Doedo Augustinus contra Herman Lubberts den erntfesten amptman verordnet des appellants bescheijdt, soe he noch inbrengende worden sall t' ontfangen ende volgendts partijen gescheen tho laten als na rechte sall behoeren. Des sall oeck d' appellant sijn bewijss ende bescheijdt binnen een maendt tijdt in des amptamns handen overgheven, offte sall bij gebreke van dien des wederdeels ijdts gedane onkosten moeten upleggen ende betalen. Actum den Xllden januarij anno XVc veer ende tsoeventich. Dat oerkunde wij mit onsen upgedruckten signete.
Op 20 mrt 1595 leggen hij en zijn mede kerkvoogden rekening af van hun administratie als kerkvoogden te Beerta van 1588 tot en met 1594. Vanaf dan komt hij regelmatig als kerkvoogd voor. Als volmacht van het kerspel Beerta compareert hij 25 juni 1607.
Doedo treedt 14 jan. 1601 op 'wegens' de gezamenlijke erfgenamen van Sibelke Lupkens.
Op 15 okt. 1614 verkoopt hij land te Midwolder Hamrik zijnde 'alsodane uth strecke' van akkers te Midwolda, die Hindrick Eltyens (de 2e man van zijn schoonzuster, die tevens een tante van Doedo's vrouw is) toebehoren en geërfd van zijn ouders.
731-7419- fol. 8, Zuidbroek, 7 juli 1602: Luirdt Doens en Harmen Alberts, voorstanders over Augustinus Doens' oudste kinderen en Tiacko Doens en Luytien Benens, voorstanders over Augustinus Doens' jongste kinderen, accorderen met Aeijlcko Tijaedens en Wybbo Fockens, kerkvoogden in Zuidbroek dat desen iegen voor disen principaelen breffwaer in Doe Augustinus Hemmo Tijabbens ende Anna zyn huesfre. in anno dusent viff hundert negen ende tsestich den dre ende twintichsten aprill (23-4-1569 drecembder gl. jaerlix renten te betalen Jarlix ende alle Jaeren jaert up mey dach toe lossen met vifftich embder guldens. Welcke breff den gedachten Hemmo unde Anne de kerckvoegeden tot profijt der kercke in anno dusent viff hundert twe ende 't seventich den ersten dach augusti voermelt een erb. Raets voersegelinge daer desen transfix verste is dorch getoegen. Welcke voergeschreven voersegelden brieff in esse krafft ende werden sall blijven ende oeck in alles niet affgetreden ende voemeyet worden dan dat de selve jaerlicke rente voor sorget wort met een embder gulden inde jaerlicke rente Jaarlijks dient er betaa1d te worden 15 gld.


Een stuiver van 4 plakken uit 1609.

Beerta, Fol. 158 - 15 oktober 1614: Doedo Tiddinga, kerkvoogd, te Beerta, verkoopt aan Ussa Wijkeß, weduwe van Tijasse Hinderckx, ein seckere stucke landeß over Dullart in Mitwoltmerhamerick gelegen, daer Tijasse und Ussa vorgß ein tidtlanck upgewoenet mede ter sette hebben gehadt. Te weten een uitstrek van 82 akkers te Midwolda gelegen en toebehorend a an Hindrick Eltijenß. (nr.31 te Midwolda). Getuigen: Sibelke Haeiens en W illem Hindricks.
In het protocol van Beerta (Vee1 Beerta 13-9-1615) wordt vermeld dat Haeyke Luwerts, dochter van sal. Luwert en weduwe van Ocko Tammens, aan haar broer Doedo Tiddinga de door aanslibbing verkregen aanwas bij Midwolda overdraagt en noemt verder, dat er 2 broers van haar vader zijn, die gestorven zijn en wier erfenis op alle dan levende broers vererfd is. Een ervan zal waarschijnlijk Menno zijn, die de Tiddingaheerd te Midwolda bezit, zoals uit het protocol van Eexta (Vbb1 10-9-1616) blijkt, waar op 10 sept 1616 voor Sebastianus Harmanni pastor, Remmo Eltiens en Omcko Bouwens als kerkvoogden een verdeling gemaakt wordt van een tot dan onverdeelde boedel van hun vader door enerzijds Henrich Eggerick Tiddinga en anderzijds Tammo Tiddinga, Hinrich Eltiens en Rinnolt Diurcken als voormonders over sal. Boelo Tiddinga nagelaten kinderen.
Beerta: Fol. 61 - 7 mei 1621: Doedo Tiddinga, onze medekerkvoogd, en Bauwe (ehel.) maken een wisseling met Albart Corneliß en Elben (ehel.) m.b.t. 8 akker in Den Ham gelegen, ten oosten Gebo Willems met 3 akkers, ten westen Schip(?) Herman mit sijn landt in die ses ackeren. Terwijl Albert aan Doedo verwisselt 5 akker te Beerta, ten oosten Ubbo Tijackens en cons, ten westen Udo Bunnekes. Getuigen bij de wisseling zijn: Edtzart Tammens en Luko Albarts.
Beerta, Fol. 299 - 6 februari 1626: Wibbo Sickens verklaart dd. 2 januari 1609, met toestemming van zijn vrouw Frouwen, verkocht te hebben aan wijlen Doedo Tiddinga den anpart landes van dem acker sos. Tia sijne voorß huisfr. olde over beste moeder op se mede gearvet heefft gelegen in de Beerte in de heert den Boucko Aisens domahls unde noch is gebrui ckende. Daer beneffens oock de anparten landes van den selven voorß ack er Etten ende Wendelen sijner huisfr. Frouwen susteren competerende. Hij quiteert wijlen Doedo Tiddinga en diens erfgenamen. Getuigen: Harcko Tammens en Garbrandt Jacobs.
In het protocol van Beerta (Vee1 Beerta, 13-9-1615) wordt vermeld dat Haeyke Luwerts, dochter van sal. Luwert en weduwe van Ocko Tammens, aan haar broer Doedo Tiddinga de door aanslibbing verkregen aanwas bij Midwolda overdraagt en noemt verder, dat er 2 broers van haar vader waren, die gestorven zijn en wier erfenis op alle toen levende broers vererfd was. Een ervan zal waarschijnlijk Menno zijn, die de Tiddingaheerd te Midwolda bezit, zoals uit het protocol van Eexta (Vbb1 10-9-1616) blijkt, waar op 10 sept 1616 voor Sebastianus Harmanni pastor, Remmo Eltiens en Omcko Bouwens als kerkvoogden een verdeling gemaakt wordt van een tot dan onverdeelde boedel van hun vader door enerzijds fenrich Eggerick Tiddinga en anderzijds Tammo Tiddinga, Hinrich Eltiens en Rinnolt Diurcken als voormonders over sal. Boelo Tiddinga nagelaten kinderen.
Op 12 november 1634 toont Haicke Frerix, met Sebo Huninga een verzegeling van 20 maart 1608 waarin Frerick Frericks verklaart aan Doede Tiddinga te hebben verkocht een akker land, zoals 'up mijn zalige vader wegen mijn over zalige beste moder Tya wesende zal: Sibelke Lupkens moder is angearvet, mede in te staan voor mijn beide susteren als Tye Waldricx unde Lubbe mijn jungste suster' en bedankt hij Doedo voor de goede betaling van de koopsom aan hem en zijn zusters.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tyade (Tia) Doedens*1609 Beerta [Gr] †1682 Beerta [Gr] 73



Bronnen:
1.Website Geuko Hendrik Schuur; Westerwolde; 22:46, 2001, S634
2.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 100:407,411 (1983), S635
3.Westerwolde; 22:46, 2001, S697
4.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:11 1980, S696
5.The Boekholt and Saveijne Genealogy, S703


Nn
Nn .

tr.
met

Berthacharius (Berthachar) van Thüringen, zn. van Basin II (von Thüringen) en Menia, geb. in 497, ovl. (ongeveer 32 jaar oud) in 529.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Radegunde*518 Erfurt [Dui] †587 Poitiers [Fra] 69


Bawe Nn
Bawe Nn, geb. circa 1527.

relatie
met

Aeldrick Wyarts (Wyarths, Wijerts), zn. van Wyart Alrichs en N1 Tonkerts, geb. te Winschoten [Gr] circa 1505 (circa 1525, 1520), relatie (1) met zijn tante N2 Tonckerts. Uit deze relatie een zoon.

Uit deze relatie 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fossa*1560 Winschoten [Gr] †1622 Eexta, Gem. Scheemda 62
Sense  †1601   
Theeda*1573 Winschoten [Gr] †1620  47


Bawe Fockes
Bawe (Baue) Fockes, geb. te Hoysum, Warffum circa 15852, afkomstig van Warffum [Gr], ovl. (ongeveer 68 jaar oud) te Midwolda [Gr] in jun 1653, begr. te Midwolda [Gr] op vrijdag 27 jun 16531.

kopen een huis op 7 of 8 april te Midwolda [Gr] in 1611, kerk.huw. (resp. ongeveer 26 en minstens 23 jaar oud) te Midwolda [Gr] in apr 1611
met

Eltyo (Eltio) Hindricks Hendricks, zn. van Hendrick Eltekens en Wipcke Tammes, geb. te Nieuwolda [Gr] voor 1588, landbouwer4, zijlvest, ovl. (minstens 81 jaar oud) te Midwolda [Gr] in aug 1669, begr. te Midwolda [Gr] op dinsdag 27 aug 1669.


Aantekeningen bij Eltyo Hendricks.
Eltyo en Bawe, overdrachten, verkopen, leningen en meer...
Nieuwolda: Fol. 47 - 7 mei 1649: Eltio Hindricks en Bauwe (ehel.), te Midwolderhamrik, versetten aan Sander Roelffs en Jacobtien Jackops] (e hel.), te Borgsweer, zijn deel land zoals Eltio heeft geërfd van zijn vrouw's ouders en is gelegen in Sander Roelffs' heerd te Borgsweer. Sijn ses senviertichste halff grasen mit het heem daar Sander op woont. Huur: 12 daler per gras. Tijd: 9 jaar. Prijs: 3330 daler. Getuigen: Enno Auties en Otto Jans.
o.
Midwolda: Fol. 201 - 14 mei 1657: Menno Hindricks, Ubeko Haijckes, Eltio Hindricks, Tiacko Benes en Luwert Egberts, kerkvoogden van Midwo lda, en gecommitteerden over de pastorie en vicarie goederen van Midwolda, lenen van Lucas Bussart en Geertruijt Jacobs (ehel.) te Groningen in de Oosterstraat, 500 daler à 6%. Dit tot aflossing van een oude lening van de Eexter kerk eveneens ter grootte van 500 daler. Getuigen: Christoffer Wensinck en Albert Willems.
o.
Midwolda: Fol. 221 - 30 juli 1658: Menno Hindricks, Ubeko Haijckens, Eltio Hindrixs en Luwert Egberts, kerkvoogden en gecommitteerden over de pastorie en vicarie goederen in Midwolda, lenen van Tiacko Benes en Geesien (ehel.) 1033 daler 10 st. à 6%, tot aflossing van geleende 10 00 daler met 70 car. gld. rente en af te lossen 133 daler 10 st. van Eltio Nannes, aen Hondebeke tot Groningen. Tevens nog 100 rijksdaalder om contant te voldoen aan Gese, de weduwe van Hittio Arents, met de rente van 10 car. gld. Getuigen: Christoffer Wensinck en Sijntko Geerdes.
o.
Midwolda: Fol. 260 - 27 januari 1660: Menno Hindricks, Ubeko Haijckens en Eltio Hindricks, Tiacko Benes en Luwert Egberts, als kerkvoogd en en gecommitteerden van de pastorie en vicarie landen van Midwolda, lenen van Reinholdus Weemhof, pastor te Midwolda en Annetien (ehel.), 2000 car. gld. à 6%, ter aflossing van een schuld aan Egbert Cornellijs, in Midwolderhamrik. Getuigen: Christoffer Wensinck en pastor Johannes Takens.
o.
Midwolda: Fol. 269 - 14 mei 1660: Eltio Hindricks, te Midwolderhamrik, ter ener, en Engeltien Sibinga, Johannes van Walpart en Aeffien Winshemius (ehel.), te Groningen, Johanna Winshemius, samen erfgenamen van wijlen Renske Memmes, weduwe van Menno Hindricks, in Midwolda, ter andere zijde. Ze maken een erfwisseling. Eltio Hindricks staat toe aan de gezamenlijke erfgenamen 43 akker land zoals Eltjo kan verdedigen in de heerd welke door Memmo Eppes, in Midwolda wordt gebruikt, volgens scheidbrief, Midwolda, 3 juli 1644 tussen hem en zijn broer Menne Hindricks, strekkende van de Geute tot in het zuiden van de Tjamme, exempt de vier korte ackeren naest de Gaergroep, daar mag Eltio Hindricks eenmaal turf laten grave n. Eltio staat eveneens toe aan de erfgenamen zijn deel in 't suijdwendig erlandt, zo groot als hij kan verdedigen in de heerd van Memmo Eppes.
Hiertegenover staan de genoemde erfgenamen toe aan Eltio Hindricks 16 dei mt land te Midwolderhamrik, strekkende van het grote Zijldiep in het zuiden, ten oosten de erfgenamen van Jacob Reenders, ten westen de pastorie van Midwolda. Eltio doet ook afstand van het land tussen het Zijldiep en de AE ofte wech. Getuigen: mr. Enno Auties en Memmo Eppes.
o.
Midwolda: Fol. 385 - 12 februari 1661: Menno Hindricks, Ubeko Haijckes, Eltio Hindricks, Tiacko Benes en Lubbert Egberts, kerkvoogden en gecommitteerden van de pastorie en vicarie gronden van Midwolda ter ener en Harcko Ockens en Ocko Joling, te Midwolda en Winschoten, ter andere zijde. Ze maken een wisseling van landen. De kerkvoogden en gecommitteerd en dragen over aan Harcko Ockens en Ocko Joling en hun vrouwen 52 deimt l and gelegen op d= uijterdijck in 't pastorije landt, uit het zuiden van de oude of Grote Dijk, ten oosten de laan, ten westen Ubeko Ouwens. Nog een kamp ter grootte van 4 deimt, ten noorden van de Goete in Tammo Fockes uiterdijk, ten noorden Tammo Fockes met zijn pastorieland en de breede, ten oosten de laan, ten zuiden een kamp van 32 deimt en enige roeden, ten westen wijlen Nantko Hindricks' erfgenamen. Harcko Ockens en Ocko Joling staan toe aan de kerkvoogden en gecommitteerden hun gehele breede tegen de beide eerder genoemde kampen liggende, beginnende in het noorden van Tammo Fockes pastorie uiterdijks land strekkende in het zuiden tot het Koediep. Getuigen: Christoffer Wensinck en Berent Hindricks.
Midwolda: Fol. 477 - 12 mei 1665: Jr. Reinhold Clinge, met Eltio Hindricks en Hindrick Mennens, als gecommitteerden over de pastorie en vi carie goederen te Midwolda, hebben geleend van Reinhold Weemhof, pastor in Midwolda, 500 daler à 5%. Getuigen: Berent Hindricks en Hindrick Eeckenhorst.
o.
Midwolda: Fol. 496 - 18 juni 1666: Eltio Hindricks, Hindrick Menn es en Buntko Bennes, als gecommitteerden over de pastorie en vicarie goed eren te Midwolda versetten aan pastoor Reinoldem Weemhof en Annetien (ehe l.), ten eerste het vicarieland waarop de pastoor woont en zelf in gebru ik heeft, beginnende in het zuiden van het oude diep, in het noorden bet an de middelste olde kaijdijck, ten oosten Sijbel Meeckes met zijn provincieland, ten westen de Hilligen laene. Teven hebben ze verzet 4 kampen pastorieland strekkende uit het zuiden van het oude diep, in het noorden t ot de oude dijk. De ene wordt gebruikt door de pastoor, de tweede door Fo lckert Hindricks, de derde door Edzo Willems' weduwe, de vierde door Albe rt Willems koster. Ten oosten de hilligen Laene, ten westen wijlen Ubeko Ouwens met zijn oosterheerd. Prijs: 5000 car. gld. Tijd: 1 jaar. Getuige n: Jacob Folckerts en Tijes Lowerents.
o.
Midwolda: Fol. 498 - 18 juni 1666: Eltio Hindricks, Hindrick Mennes en Buntko Bennes, als gecommitteerden van de vicarie en pastoriegoederen van Midwolda, lenen van Harmen Jans Middendorp, burger te Groningen, en Aeltien Willems (ehel.) 1000 car. gld. à 5%. Getuigen: Jacob Folckerts en Tijes Louwerents.
Midwolda: Fol. 622 - 4 mei 1671: Kapitein Steven Clinge en Buntko Bennes, gecommitteerden van de pastorie en vicarie goederen van Midwolda, lenen van mr. Poul Onneken, schoolmeester in Midwolda, en Grietie (eh el.) 1000 car. gld. à 5%. Het geld wordt geleend ter aflossing van 1000 ca. r. gld zoals opgenomen door wijlen Eltio Hindricks, Hindrick Mennes en Buntko Bennes, als gecommitteerden van de pastorie en vicarie goederen van Midwolda, d.d. 18 juni 1666 van Harmen Jans Miedendorp, binnen Groningen, tot betaling van pastorieschulden. Getuigen: Otto Harmens en Reijndt Harms.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tammo  †1661   
Tyackko  †1656   
NN     
Tyacko  †1626 Midwolda [Gr]  
Wupke*1625  †1664 Beerta [Gr] 39
Hndrik*1631 Nieuwolda [Gr] †1678  46
Focko*1620 Scheemda [Gr] †1650 Scheemda [Gr] 30



Bronnen:
1.Menne GLAS - NGV-Bbs, S633
2.Van Bouwe naar Bouwina (Antonia Veldhuis); p.39; Westerwolde; 22:49, 2001, S671
3.Website Geuko Hendrik Schuur, S562
4.Henk Wolda, S558


Wisigarda
Wisigarda 1, geb. circa 5151,1, ovl. in 8371,1.

tr.
met

Theudebert I der Franken, zn. van Theuderich I der Franken en Nn, geb. circa 501, koning van Austrasië van 533 tot 548, ovl. (minstens 46 jaar oud) tussen 547 en 548, tr. (1) met Deoteria . Uit dit huwelijk een zoon.


Aantekeningen bij Theudebert I der Franken.
Theudebert I (ca. 501 - 547 of 548) was een koning der Franken.
*.
Hij werd geboren als de zoon van Theuderik I van Austrasië en werd na de dood van zijn vader in 533 koning van Austrasië. Dit ging niet zonder slag of stoot omdat zijn ooms Childebert I en Chlotar I ook hun oog op Austrasië hadden laten vallen. Door echter een verbond met de zoon Childebert I te sluiten kon Theudebert I toch zijn heerschappij over Austrasië veiligstellen.
Hij leidde in 539 een veldtocht naar het noorden van Italië tegen de Byzantijnen en de Ostrogoten. Hij zou zelfs Pavia veroverd hebben. Doordat zijn leger echter geteisterd werd door epidemieën werd hij gedwongen zich terug te trekken. Hierna sloot hij een verbond met de Longobarden en trouwde met Wisigarda, de dochter van de Longobardische koning. Zodoende kreeg hij steeds meer controle over het gebied dat tegenwoordig Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Noord-Italië omvat (de Romeinse provincies Vindelicia (Raetia II) met als hoofdstad Augsburg en de provincie Noricum (ongeveer het huidige Karinthië). In 545 bezette hij grote gebieden rond Venetië hoewel hij een directe confrontatie met de Byzantijnse keizer uit de weg ging. Na een zeer lang ziekbed overleed hij in 547 of 548.
Hij werd opgevolgd door zijn zoon Theudowald, een zoon uit een eerdere verhouding met een vrouw genaamd Deoteria.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Bauwe Fryling
in
Genealogie van Hendrik Clant.
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Bauwe Fryling, ovl. te Hinte, Ost-Friesland op vrijdag 30 okt 1570, begr. te Hinte, Ost-Friesland.


Aantekeningen bij Bauwe Fryling.
Ook Bawe Cater, Friling, Frijlinga en Bawe Vrilinges.
Begraven met zoon Willem te Hinte: Exacti patria verae religionis ergo h ic qviescvnt.

tr.
met

Barthold Tjaerda van Starkenborgh, zn. van Botte Tjaerda van Starkenborgh en Ave Clant Clant, geb. in 1495, ovl. (hoogstens 71 jaar oud) te Groningen [Gr] voor 1566.

 



Aantekeningen bij Barthold Tjaerda van Starkenborgh.
Boven de noorddeur van de kerk bevindt zich het wapen van de familie Tjarda van Starkenborg gesneden door Casper Struiwig.
Een opschrift ter nagedachtenis aan de reparatie van de kerk door Ludolf Tjarda van Starkenborgh siert de buitengevel. De laatste Tjarda van Starkenborgh van Wehe heette Edzard; hij was van 1829-1839 burgemeester van Leens. De grafkelder van deze familie bevindt zich onder het koor van de kerk in Wehe:.
Na Gedane Reparatie Der Kercke Al.
Hyr is Dese Tooren niews getimmerd ende.
vollentrocken in den Jare Christus MDLVI van de Edele Hr Ludolf Tjarda van Stackenborgh.
Hr ende allene collator tot Wehe alsde…….
Welgelh Edzo………….ende E. Cor.
Nelus Gaichens kerckvoogt waren en op den 14 april………
.


Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lambert Tjarda  †1581 Groningen [Gr]  
Cleas Tjarda     
Boite Tjarda     
Tero     
Tyteke     
Barthold  †1573 Marienberg, Ost-Friesland, Dld.  
Willem Tjarda  †1575 Hinte, Ost-Friesland  
Johan Tjarda van Starkenborgh  †1608   


Bauwe Cater
in
Genealogie van Hendrik Clant.
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Bauwe Cater, geb. te Westerwolde circa 1530, H.

tr. (beiden ongeveer 30 jaar oud) in 1560
met

Asinge Ripperda, zn. van Focko Hayo Ripperda van Peyse en Anna van Ewsum van Peize, geb. circa 1530, H, heer te Winsum, ovl. (hoogstens 44 jaar oud) te Winsum voor okt 1574.


Aantekeningen bij Asinge Ripperda.
ASINGE RIPPERDA,.
heer tot Winsum, zoon van Focko Ripperda en Anna van Ewsum, gehuwd met Bauwe Cater, vermoedelijk de dochter van Luert en van Margaretha Addinga van Westerwolde. Hij is een broer van Wigbolt (zie aldaar) en Pieter (kol. 1190), en is door zijn moeder met de Rengersen verwant.
Ripperda is hervormd, maar heeft in 1566 niet het Compromis getekend, is er ook nooit toe aangezocht. Op Kruisdag 1566 heeft hij met zijn broeders het volk aangezet tot plundering van de kerk van Winsum; zij verwoesten zelfs het sacramentshuis, terwijl zijn vrouw geuzenliedjes op het orgel speelt. Op 8 Dec. 1566 wil Johan de Mepsche in Winsum de oude kerkdienst herstellen, maar Ripperda laat hem antwoorden, dat hij zelf zijn kerk wil besturen. In voorjaar 1567 moet hij vluchten, en is einde 1567 in Emden, waar de drost Unico Manninga, van wien hij familie is, hem toelaat. Later woont Ripperda ook wel te Petkum in Oostfriesland.
Op 23 Mei 1568 vecht hij bij Heiligerlee. Op 9 Juli 1569 komt zijn naam voor op de lijst der gevluchten, die door de Spaanse regering verdacht worden zowel in Groningen als op het platteland; 10 jan. 1570 wordt hij door Alva verbannen, met verbeurdverklaring van zijn goederen. Op 1 febr. 1570 biedt hij zich met zijn broer Pieter bij Sonoy in Emden aan met 300 man; door geldgebrek moet de Prins van Oranje dit afslaan. Hij tekent het verzoekschrift, dat op 17 oct. 1570 bij den rijksdag te Spiers wordt ingediend. Ripperda voegt zich bij de Watergeuzen; 1 April 1572 is hij bij de inneming van den Briel, en keert in den zomer 1572 in het land terug. In aug. 1572 belegert hij vergeefs het kasteel van Stavoren. In dec. 1572 is hij in Haarlem en maakt een gedeelte van het beleg mee, maar in 1573 komt hij door omkoping van een Spaanse soldaat buiten de stad. Zijn naam wordt daarna niet meer genoemd.
Hij heeft o.a. twee zoons Focco, kapitein, en Luirdt, ritmeester; de laatste, gehuwd met Ida Lewe, heeft tot achterkleinzoon de bekende Johan Willem Ripperda.
(Bronnen: de Haan Hettema, Stamboek Friesche Adel II, 140, 165; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 60, 65; Franz, Ostfriesland und die Niederl. 13, 171; Konst- en Letterbode 1840, deel 2, 185; Westendorp, Hervorming in Groningen 22; Eppens, Kroniek 182, 198; Marcus, Sententiën, 224; van Hasselt, Stukken I, 371; Rutgers, Het geslacht Ripperda in Wapenheraut V (1901), 175; Brucherus, Gesch. Kerkherv. te Groningen 190; Harkenroht, Oostfr. Oorspr. I, 369; Navorscher VII, 304).

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Focko  †1619   
Luirdt (Luurt)*1560  †1617  57
Anna  †1650 Obergum [Ge]  


Bawe Benena
Bawe Benena.


Bawe Eppens
Bawe Eppens.

relatie
met

Udo Menses, zn. van Mentzo Udens en Yde Jans.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edso*1636  †1668  32


Bawe Nn
Bawe Nn.

relatie
met

Reyner Eisinga.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aeilco Onnema*1376  †1444  68


Bawe Nn
Bawe Nn.

tr. (Diurcko hoogstens 33 jaar oud) voor zaterdag 25 nov 1578
met

Diurcko Rinnolts, zn. van Rijnnolt Tho Lutke Munten en NN Nn, geb. in 1545, Kerkvoogd van Midwolda, ovl. (hoogstens 58 jaar oud) voor zaterdag 1 nov 1603.


Aantekeningen bij Diurcko Rinnolts.
Deze familie blijkt eind 16e en begin 17e eeuw op de Ennemaborg te Midwol da gewoond te hebben. In 1526 komt een Luppe Diurcken (de Blëcourt blz.10 8) als richter in de Beerta voor. Latere afstammelingen vinden we in Oost friesland zoals Dr. Helmerus Diurcken, die in 1571-73 burgemeester van Em den was, en Remet Diurcken, die ook ald. 1595-1598 burgemeester was.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinholt*1570 Emden (Dld) †1645  75


Bawe Wigboldi
Bawe Wigboldi.

')}