Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Boelo Sijpkens
Boelo Sijpkens, geb. circa 1542, ovl. (hoogstens 102 jaar oud) voor woensdag 14 sep 1644.


Aantekeningen bij Boelo Sijpkens.
Gruoninga 15:128, 1970 (#2898): Aeilko Boelens vader is mogelijk Boelo Ro elfs geweest.

tr. (hoogstens 18 jaar oud) voor 1560
met

Wipke Tyarcks, dr. van Tjark Memmes en NN Nn, ovl. na vrijdag 21 feb 15972, relatie (2) met Ude Nn. Uit deze relatie geen kinderen.


Aantekeningen bij Wipke Tyarcks.
- Bij het heksenprocess in Westerwolde in 1597/9 was de hoofdbeschuldig de Hemme, vrouw van Alrich Lipkens. Blijkens een 29 november 1597 geprodu ceerd stuk was haar gevraagd of andere "vrome lieden" ook geen tovenaars waren. De richter van Westerwolde Schinckel wordt 2 en 4 april 1599 onder vraagd of hij - op beschuldiging van tovenarij - gevangen heeft gezet en door hem "kroepel ende lam was gepijniget" te Wedde op 21 februari 1597 " richter Dode Tjarx suster Wipke Boeles". De richter ontkent de pijningen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ocko*1560 Blijham, Wedde †1631  71
Sijpke*1568     



Bronnen:
1.Beckering kwartierstaat, S510
2.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 101:134 (1984), S509


Boelo Roelfs
Boelo Roelfs.

relatie
met

NN Nn.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Boelo*1542  †1644  102


Nn
Nn .

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sigilinda     


Boelo Jans
Boelo Jans.


Bolo Addinga
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Bolo (Boele) Addinga, ovl. na vrijdag 8 aug 1400.

  • Vader:
    Eggerik I (Egge) Addinga van Wedde en Westerwolde, zn. van Adde I Addinga en Nn, geb. op de Wedderborg circa 1330, woont te Wedde op de Wedderborg, Wedde [Gr], heer te Wedde [Gr], heer te Westerwolde, wordt door woedende Westerwolders doodgeslagen in 1391, ovl. (ongeveer 61 jaar oud) op woensdag 1 jun 1391 bij Wessinghuizen, relatie (2) met Fossa Kenesna (Focke) Tom Brok Komt ook voor als 'Focke Kekesma'. Uit deze relatie geen kinderen, kerk.huw. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 23 jaar oud) (1) in 1360.
 


Boelo Tiddinga
in
Genealogie van Tyacko Tiddinga.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Boelo Doedens Tiddinga, geb. circa 1420.


Aantekeningen bij Boelo Doedens Tiddinga.
In 1271/76 wordt Ebbo Tiddinga genoemd en in het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe komt op 1391 Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420. In 1454 komt Dodo Tiddinga voor. Door de ondergeschiktheid van het Oldambt aan de stad Groningen is het hoofdelingenschap in het Oldambt verdwenen zodat de Tiddinga 's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie zich boven de anderen verhieven, waardoor zij Jonker genoemd worden.

relatie
met

Nn Eggeriks Drost, dr. van Eggerik Lupkes Drost en Nn.


Aantekeningen bij Nn Eggeriks Drost.
De vermelding Nn Drost komen we bij verschillende onderzoekers tegen. Wie deze vrouw is geweest en ook over haar voorouders, worden nergens vermeldingen opgetekend.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Doedo Boelens*1440  †1454  14


Boelo Doedes Tiddinga
Boelo Doedes Tiddinga, geb. circa 1420 In ieder geval geboren tussen 1421 en 1430.


Aantekeningen bij Boelo Doedes Tiddinga.
VERHAAL BIJ Tyacko Tiddinga [4848].
In 1271/76 wordt Ebbo Tiddinga genoemd en in het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe. Waarschijnlijk is dit de eerste persoon die zich opvoert met de naam Tidding. In 1391 komt Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420. In 1454 komt Dodo Tiddinga voor.
Door de ondergeschiktheid van het Oldambt aan de stad Groningen is het hoofdelingenschap in het Oldambt verdwenen zodat de Tiddinga 's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie zich boven de anderen verheffen, waardoor zij Jonker genoemd worden.
In of ca 1528 vordert de drost van het Oldambt 2 gld. breuke met geweld in van 'Doe Tyddinghe', wat een van de aantekeningen is waaruit blijkt dat de Tiddinga's dan al sterk veramd zijn. Veel van hunbezittingen zijn namelijk door herhaalde dijkdoorbraken verloren gegaan.
In het protocol van Beerta (Vee1 Beerta 13-9-1615) wordt vermeld dat Haeyke Luwerts, dochter van sal. Luwert en weduwe van Ocko Tammens, aan haar broer Doedo Tiddinga de door aanslibbing verkregen aanwas bij Midwolda overdraagt en noemt verder, dat er 2 broers van haar vader zijn, die gestorven zijn en wier erfenis op alle dan nog levende broers vererfd is. Een er van zal waarschijnlijk Menno zijngeweest, die de Tiddingaheerd te Midwolda bezit, zoals uit het protocol van Eexta (Vbb1 10-9-1616) blijkt, waar 10 sept 1616 voor Sebastianus Harmanni pastor, Remmo Eltiens en Omcko Bouwens als kerkvoogden een verdeling gemaakt wordt van een tot dan onverdeelde boedel van hun vader door enerzijds Enrich Eggerick Tiddinga en anderzij ds Tammo Tiddinga, Hinrich Eltiens en Rinnolt Diurcken als voormonders over sal. Boelo Tiddinga nagelaten kinderen.
Uit deze relatie een zoon:.
1. Boelo Doedens [3875], geb. circa 1420, relatie met Nn Drost [4847]. Uit deze relatie een zoon.
VERHAAL BIJ Boelo Doedens Tiddinga [3875].
In 1271/76 wordt Ebbo Tiddinga genoemd en in het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe komt op 1391 Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420. In 1454 komt Dodo Tiddinga voor. Door de ondergeschiktheid van het Oldambt aan de stad Groningen is het hoofdelingenschap in het Oldambt verdwenen zodat de Tiddinga 's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie Jonker genoemd worden.
Gerelateerde artikelen 01. Tyacko Tiddinga (dit artikel).
02. Boelo Doedens Tiddinga.
03. Doedo Boelens Tiddinga.
Bronnen:.
1. DTB boek van Beerta.
3 Protocollen van Beerta.
2. Oorkondenboek van Groningen en Drenthe.
Gezinsblad van Nn en Boelo Doedens Tiddinga.
Boelo Doedens Tiddinga [3875], zn. van Tyacko Tiddinga [4848] en NN Nn [3788], geb. circa 1420.
relatie.
met Nn Drost [4847].
VERHAAL BIJ Boelo Doedens Tiddinga [3875].
In 1271/76 wordt Ebbo Tiddinga genoemd en in het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe komt op 1391 Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420. In 1454 komt Dodo Tiddinga voor. Door de ondergeschiktheid van het Oldambt aan de stad Groningen is het hoofdelingenschap in het Oldambt verdwenen zodat de Tiddinga 's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie zich boven de anderen verhieven, waardoor zij Jonker genoemd worden.
VERHAAL BIJ Nn Drost [4847].
De vermelding Nn Drost komen we bij verschillende onderzoekers tegen. Wie deze vrouw is geweest en ook over haar voorouders, worden nergens vermeldingen opgetekend.
Uit deze relatie een zoon:.
1. Doedo Boelens [4850], geb. circa 1440, ovl. (minstens 14 jaar oud) na 1454, tr. met NN Nn [4851]. Uit dit huwelijk 5 kinderen.
VERHAAL BIJ Doedo Boelens Tiddinga [4850].
Als eerste dragers van de naam Tiddinga worden genoemd Ebbo Tiddinga (1271-76) en Tyacko Tiddinga te Eexta. Hij komt daar voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en he Oldambt (1391-1420) (volgens Hommes).
In het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe komt op 1391 Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420.
Doedo wordt vermeld in een akte van 20 mei 1454 en wordt genoemd als voogd over een broer van de vrouw van Hayo Huninga (tevens NL.1963, kol. 83-116).
Ailko Houwerda op de "Holm" (Termunten) bezit reeds een "staandrecht", dat wil zeggen, dat alleen Houwerda over dit gebied recht kan spreken. Zijn gebied strekt zich uit over het Klei-Oldambt. Zijn collega in Zuidbroek, Gockinga, doet dit over het Wold-Oldambt. Al de Hoofdelingen die in het Wold- en Klei-Oldambt wonen zoals de Huninga's te Woldendorp en Oostwold en de Tiddinga's uit Beerta, hebbnniets meer te zeggen en zijn aan hen ondergeschikt. Ze vervallen weer in de 'gewone' boerenstand. Door deze ondergeschiktheid kunnen de Tiddinga's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie zich boven de anderen verheffen, waardoor zij Jonker genoemd worden.
Op 22 apr. 1503 wijst de kastelein te Winschoten vonnis in een geschil tussen Doedo Bols en Hayo Diutsens. Bij de behandeling in appel van deze zaak op 21 jan.1504 heet hij Dodo Tyddinghe tho Dalleweer (bij Termunten).
Gezinsblad van NN en Doedo Boelens Tiddinga.
Doedo Boelens Tiddinga [4850], zn. van Boelo Doedens Tiddinga [3875] en Nn Drost [4847], geb. circa 1440, ovl. (minstens 14 jaar oud) na 1454.
tr.
met NN Nn [4851].
VERHAAL BIJ Doedo Boelens Tiddinga [4850].
Als eerste dragers van de naam Tiddinga worden genoemd Ebbo Tiddinga (1271-76) en Tyacko Tiddinga te Eexta. Hij komt daar voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en he Oldambt (1391-1420) (volgens Hommes). Doedo wordt vermeld in een akte van 20 mei 1454 en wordt genoemd als voogd over een broer van de vrouw van Hayo Huninga.
In het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe komt op 1391 Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420.
Doedo wordt vermeld in een akte van 20 mei 1454 en wordt genoemd als voogd over een broer van de vrouw van Hayo Huninga (tevens NL.1963, kol. 83-116).
Ailko Houwerda op de "Holm" (Termunten) bezit reeds een "staandrecht", dat wil zeggen, dat alleen Houwerda over dit gebied recht kan spreken. Zijn gebied strekt zich uit over het Klei-Oldambt. Zijn collega in Zuidbroek, Gockinga, doet dit over het Wold-Oldambt. Al de Hoofdelingen die in het Wold- en Klei-Oldambt wonen zoals de Huninga's te Woldendorp en Oostwold en de Tiddinga's uit Beerta, hebbnniets meer te zeggen en zijn aan hen ondergeschikt. Ze vervallen weer in de 'gewone' boerenstand. Door deze ondergeschiktheid kunnen de Tiddinga's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie zich boven de anderen verheffen, waardoor zij Jonker genoemd worden.
Op 22 apr. 1503 wijst de kastelein te Winschoten vonnis in een geschil tussen Doedo Bols en Hayo Diutsens. Bij de behandeling in appel van deze zaak op 21 jan.1504 heet hij Dodo Tyddinghe tho Dalleweer (bij Termunten).
Uit dit huwelijk 5 kinderen:.
1. Ebbe Doedes Tiddinga Tho Dallingeweer [4126], geb. te Dallingeweer, gem. Termunten circa 14701, ovl. (hoogstens 24 jaar oud) voor 1494, tr. (resp. hoogstens 24 en hoogstens 45 jaar oud) voor 1494 Het huwelijk heeft in ieder geval plaats gevonden tussen 1493 en 1494. Ayolt huwt de enige erfdochter van Doedo Tiddinga. Ze overlijdt na een huwelijk van een half jaar in 1494. Dealliantie Huninga-Tiddinga wordt bevestigd door kwartieren van zijn kleinzoon en diens kinderen. Het huwelijk tussen Aylcko en Ebbe maakt een einde aan de vijandschap tussen de Huninga 's en de Tiddinga's. Van Rhemen vermeldt het huwelijk van Ebbe, "enige erfdochter" van Doedo Tiddinga in 1493/94 met Ailco Huninga. Door dit huwelijk komt - aldus een mededeling bij van Rhemen - een einde aan de strijd, destijds ontstaan over de momberschap door Doedo. In Ebbe Tiddinga ziet men, gezien het feit dat de Huninga 's behalve te Oostwold ook gegoed zijn geweest in de omgeving van Termunten, waartoe Dallingeweer behoort (elders wordt hier Woldendorp genoemd), een dochter van Doedo Boeles Tiddinga. Ze zal ca.1470 zijn geboren. Een van de achterkleinzoons Huninga draagt de voornaam Doedo, kerk.huw. in 1494 met Ayolt Eppens Huninga van Oostwold [4125], zn. van Eppo Hemmens Huninga van Oostwold [4127] en Fosceta Mensenborch [4128], geb. te Dallingeweer, gem. Termunten circa 1449, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 1494. Uit dit huwelijk een zoon.
2. Doedo Luwerts [3879], geb. te Midwolda circa 14804, ovl. (ongeveer 92 jaar oud) te Midwolda in 15723, relatie met Haycka Bartels [3882], geb. circa 1480, ovl. (hoogstens 107 jaaroud) voor 4 mei 1587 (ma), (Haycka tr.(2) met Hndrick Lengers [4872].). Uit deze relatie 7 kinderen.
VERHAAL BIJ Doedo Luwerts Tiddinga [3879].
In 1271/76 wordt Ebbo Tiddinga genoemd en in het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe komt in 1391 Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420. In 1454 komt Dodo Tiddinga voor. Door de ondergeschiktheid van het Oldambt aan de stad Groningen is het hoofdelingenschap in het Oldambt verdwenen zodat de Tiddinga 's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie zich boven de anderen verhieven, waardoor zij jonker genoemd werden.
In of ca 1528 vordert de drost van het Oldambt 2 gld. breuke met geweld in van Doe Tyddinghe.
Veel van hun bezittingen zijn door herhaalde dijkdoorbraken verloren gegaan.
Protocol van Beerta.
In het protocol van Beerta (Vee1 Beerta 13-9-1615) wordt vermeld dat Haeyke Luwerts, dochter van sal. Luwert en weduwe van Ocko Tammens, aan haar broer Doedo Tiddinga de door aanslibbing verkregen aanwas bij Midwolda overdraagt en noemt verder, dat er 2 broers van haar vader waren, die gestorven zijn en wier erfenis op alle toen levende broers vererfd was. Een ervan zal waarschijnlijk Menno zijn,die de Tiddingaheerd te Midwolda bezit, zoals uit het protocol van Eexta (Vbb1 10-9-1616) blijkt, waar 10 sept 1616 voor Sebastianus Harmanni pastor, Remmo Eltiens en Omcko Bouwens als kerkvoogden eenverdeling gemaakt wordt van een tot dan onverdeel de boedel van hun vader door enerzijds Fenrich Eggerick Tiddinga en anderzijds Tammo Tiddinga, Hinrich Eltiens en Rinnolt Diurcken als voormonders over sal. Boelo Tiddinga nagelaten kinderen. (Bron: Menne GLAS - NGV-b bs). GAG -llIe* -fol.18 -Oldambster Warfsminuten 1563-1592- 5 februari 1570- [234].
Wij --- ut supra in der schelinge tusschen Menno, salige Luwerth Doedens soene, als rechtlick exhiberende ende overghevende seecker clage, daermit sijn voerschreven vader uuth cracht sijnner procuratie vanwegen Boel Sijnkens ende Aijsso Foppens arffgenamen ende Tijabbens Wabbens, eertijdts voer den erbaren borgermester Johan Wijfringk, onse amptman gewest der beijden Olden Ampten, ageert ende gesproecken up Gheerdt Visscher als gebruecker der landen van soeven veemdel oldtlandes gelegen in den heerdt daer Gheerdt Visscher doemaels up gewoent etcetera. Daerentegens Hero Iggens mit sijn broedersnagelaten kijnderen ende arffgenamen sijnen vorantwoerdinge up gedaen etcetera. Ende de emtfeste ende erbare borgermester Herman Clandt oeck unse amptman der beijden Olden Ampten gewest \ upten XXIXsten decembris anno 1569 / daer eenen doem van ghegeven, den Hero Iggens voergenoemd an ons beroepen. Hebben wij borgermesteren ende raedt upgemeldt na guedtlick verhoer beijder parten denselven voerschreven doem in den eersten artijckel den eedt belangende mitter beroepinge guedt ende angaende den volgenden artijckell quaeth gekant. Actum den viiftten dach februarij anno Xvc een ende tsoeventich.Dat oerkunde wij mit onsen upgedruckten signete.
Luwert woont te Midwolda. In 1566 komen aldaar als kerkvoogden voor Leuwaerdt Dodens en Eggo Phebens. Eerstgenoemde komt afwisselend voor als Luwert Doedens en Luwert Tiddinga; de identiteit staat vast: 27 juli 1565 Luert Doedens als één van de vier kerkvoogden, 25 mei 1566 evenzo; 24 nov. 1566 Luwert Tiddinga als één van de kerkvoogden, 23 jan. 1567 evenzo; 24 aug. 1570 doen zijn erfgenamen rekening van zijn administratie alszodanig vanaf nov. 1566.
In 1566 gebruikt Luwardt Tyddinga te Midwolda verschillende stukken bouw- en weiland, zowel binnen- en buitendijks.
3. Boelo Luwerts [3881], geb. te Beerta in 1485.
4. Menno [3871], geb. te Midwolda5.
VERHAAL BIJ Menno Tiddinga [3871].
Menno is bezitter van de Tiddingaheerd, volmacht van het Wold Oldambt en wordt genoemd in 11-6-1579, "ener der principalen commissarien in Oltampt, inclinierde wol na der Staten sidt.".
5. Luwert Doedens (Luwert Doedes), geb. circa 1460, relatie met NN Nn [4854]. Uit deze relatie 2 kinderen.

relatie
met

NN Eggeriks Drost.


Boelo Bauckens
in
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Boelo Hilbrants Bauckens.


Boelo Jans Joostens
Boelo Jans Joostens.

relatie
met

Fentje Jans.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje*1794 Bellingwolde [Gr]    


Boelo Luwerts Tiddinga
in
Genealogie van Tyacko Tiddinga.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Boelo Luwerts Tiddinga, geb. te Beerta [Gr] in 1485.


Boelo Tiddinga
in
Genealogie van Tyacko Tiddinga.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Boelo Luwerts Tiddinga, geb. circa 1494, ovl. (hoogstens 81 jaar oud) te Winschoten [Gr] voor vrijdag 6 jun 1575.


Aantekeningen bij Boelo Luwerts Tiddinga.
Een Boelo Tiddinga wordt ca 1494 geboren. Boel Tyddinge is compromisman op 23 febr. 1536. Op 22 juni 1539 verkopen Mener en Tiade, broers, en Olde Adde tho Longher Voirwerck aan Bolo Tiddinghe en Sebe Walrichs te Winschoten 9 grazen land te Pewsumerhamrik, die Habke zelf placht te gebruiken, als 'Mener unnd Tiade ouck Adde dit land bemelter bolen tegen oeren erf guedennso hem van zalige Haitetzen Tammen tho Wynschote gotliken anghe ërvet weren ghewesselt hadden.' Boelo blijkt hier dus erfgenaam te zijn van een Haitets Tammen (over wie verder niets bekend is); de met hem optredende Sebe Walrichs was, naar wij aannemen, met een zuster van Boelo gehu wd.
Boelo Tiddinghe komt 6 aug. 1558 als aangrenzend landeigenaar te Zuiderveen onder Winschoten voor.
Als 70 jarige legt hij in 1564 een verklaring af over het eiland Ulsda.
Op 23 okt. 1561 is hij in geschil met Jacobus Engelkens (zie ook bij Et ta Engelkens en Eppo Huninga) over land bij de Pekelborch (onder Winschoten), door hen beiden bij executie gekocht. Voorts komt hij voor als getuige in een ongedateerde verklaring van de ambtman van het Oldambt Berneer Jarges op last van de Groninger burgemeester Johan Sickinghe (en daardoor te dateren op 1554.
In 1562 wordt genoemd te Winschoten een kamp land van 'Luert Tyddinga, den nu sijn soen Boel weer bruekende.' Het moet hier wel om dezelfde gaan; in een jongere generatie is een Boelo Luwerts niet bekend. Hij overleed vóór 6 juni 1575, waarna zijn erfgenamen in proces geraken met zijn weduwe Ocka.
Op 6 juni 1576 wordt een appel van de erfgenamen van wijlen Bole Tidding he in de zaak tegen Ocke Bolens inzake een vonnis van de ambtman van het Oldambt dd. 23 febr. 1574 toegewezen.
Op 3 apr. 1577 procederen Luwert Sebens c.s. erfgenamen van Boelo Tiddinga, tegen diens weduwe Ocke Boelens. Zij wil eerst haar bij huwelijk ingebrachte goederen uitgeboedeld zien. De erfgenamen worden echter in het bezit van Boelo 's gehele boedel gesteld, onverkort Ocke 's recht in reconventie. Wie de erfgenamen zijn geweest en in welke relatie zij stonden tot Boelo Tiddinga, is niet bekend. Slechts Luwert Sebens komt als erfgenaam met name voor. Hij behoort tot het geslacht Bunninga en is naar wij aannemen, een zoon van de in 1539 met Boelo Tiddinga genoemde Sebe Walrichs. Hij zou dan genoemd kunnen zijn naar de vader van Boelo Tiddinga, die Luwert blijkt te heten.

relatie
met

Ocka Nn, geb. circa 1494, ovl. (minstens 83 jaar oud) na 1577.


Boelo Luwerts Tiddinga
Boelo Luwerts Tiddinga, geb. circa 1608, ovl. (minstens 27 jaar oud) na vrijdag 9 mrt 1635.


Boelo Mennes Tiddinga
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Boelo Mennes Luwerts Tiddinga, geb. circa 1569, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) voor 1608.

  • Vader:
    Menno Luwerts Tiddinga Tho Midwolda, zn. van Luwert Doedes Tiddinga en N2 Tonckerts, geb. na 15471, ged. in 1550,
    Landbouwer3,
    Zijn "huissaet" bestaat uit 7 akkers; hij heeft ook 2 akkers van Berent Renckens' oude heerd.
    kerkvoogd te Midwolda, hopman en volmacht,
    Woont Dollard's Heerd, Menterneweg 2, 9681 BR Midwolda [Gr] tussen 1565 en 1586,
    Tussen 1586 en 1611 is de Dollard's heerd in het bezit van HENDRICK ELTKENS, kerkvoogd, zijlvest en hopman, geboren ca. 1558, begraven te Midwolda op 17-9-1631, zoon van Elteko Eltekens te Midwolda, nr. 47, gehuwd kort na 1585 met WIPCKE TAMMENS, overleden tussen 1617 en 1623, weduwe van Menno Tiddinga. In 1586 huurt Hendrick land van de kerk van Midwolda, hetzelfde land als zijn vader in 1576 en 1581 reeds in huur heeft.
    Zij huren op 18-1-1594 land van Auteko Hemmens en Lawe, nr. 38 en bezittten in 1610 ook mandelig land, o.a. onder Winschoten, afkomstig van Tyarck Doedens.
    Zij verkopen op 7 of 8 april 1611 hun huis aan hun zoon Menno voor 1000 Emder gld. en verhuren hem het bijbehorende land voor 50 daler per jaar.
    Ovl. (Ongeveer 23 jaar oud) tussen 1570 en 15842, tr. (38 jaar oud) (1) kort na 1585 met NN Nn. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (resp. hoogstens 18 en minder dan één jaar oud) (2) circa 1565.
 

tr. (resp. ongeveer 31 en ongeveer 19 jaar oud) circa 1600 (1600)
met

Wya Sebes (Mennes) Bunninga, dr. van Sebo Luwerts Bunninga en Etke (Etta, Ettien) Johans Engelkens, geb. te Midwolda [Gr] op de Ennemaborg in 1581, ovl. (ongeveer 72 jaar oud) op zondag 12 jan 1653 op de Ennemaborg, begr. te Midwolda [Gr] op zondag 12 jan 1653, tr. (2) met Reinholt Diurcken. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bawe Boeles Boeles*1601  †1629  28
Tyabbe Boeles*1603  †1660 Groningen [Gr] 57



Bronnen:
1.Website Geuko Hendrik Schuur, S562
2.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:7 1980, S624
3.Boerderijenboek Wold-Oldambt, S560
4.Boerderijenboek Wold-Oldambt, S623
5.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:7 1980; Menne GLAS - NGV-Bbs, S625


Boite Tjarda van Starkenborgh
in
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Boite Tjarda van Starkenborgh.

  • Vader:
    Barthold Tjaerda van Starkenborgh, zn. van Botte Tjaerda van Starkenborgh en Ave Clant Clant, geb. in 1495, ovl. (hoogstens 71 jaar oud) te Groningen [Gr] voor 1566, tr.
 


Boelo Ripperda
 
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Boelo (Bolo) Ripperda, geb. circa 1473, heer te Farmsum [Gr], proost te Farmsum [Gr], hoofdeling te Farmsum [Gr], heer te Petkum [Deu], proost te Appingedam [Gr], hoofdeling te Appingedam [Gr], ovl. (ongeveer 79 jaar oud) in 1552.



Aantekeningen bij Boelo Ripperda.
Door zijn huwelijk verkrijgt hij Petkum en de Westerburg te Dornum.
Hij huldigt hertog Albrecht van Saksen als rijksstadhouder van Friesland en krijgt als dank hiervoor de Westerburg te Dornum in leen.
In de regestenlijst van het Farmsumerzijlvest (1567-1871) treffen we in regest 9 de naam van Boelo Ripperda aan op 5 september 1550. 'de vridage voer nativitatis Marie': 'Boelo Ripperda, Egbertus Lewyink, commandeur van Oesterwerum, Johan Horenken de oldenseen, mede voor zijn zwagers doctor Ufke en Haeye Ufkens en Eewke Ufkens, Wolter Schatter, de gemene buren van Oterdum en enige andere buren verklaren dat er een overeenkomst is gesloten tussen het Farmsummer- en het Oterdummerzyelvest over de voorwaarden, waarop de landen en hamrikken van Oterdum, Oesterwerum en Hevensches door de Farmsummerzyel mogen uitwateren' (RHA GA, inv. nr. 11, fol. 11, afschrift in inv. nr. 12, fol. 16).

Zegel van Bolo Ripperda.
In 'Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246-1594 komt Boelo op de regestenlijst opnieuw voor en wel op 26 juni 1508: 'Boelo Ripperda, proost en hoofdeling te Fermszum en ten Damme oorkondt, dat Albert Jansz. toe Leermense en Aijke, echtel. voor hem en getuigen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan de voorstanders van de kapel des Hilligen Sacramentes te Zolwert, 5 grazen land, gelegen in Tyamsweerster kerspel.
it is ghescheen in bijwesen der tughe als Mencko Zijghers unde Jacob de Wende.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Boelo Ripperda in groene was. Inv. nr. 74.
In dorso: Albert Jansen to Tyamser vijf grase landes; m.a.h.: 2; m.a.h.: Albert Johansz. vijff grasen to Tyamswer' (RHC GA, toeg.nr. 1539, inv.nr. 74).
Later, op 4 oktober 1508 vinden we in hetzelfde archief onder inv.nr. 0074, reg. 570 weer een regest met de volgende inhoud: Boelo Ripperda provest hoeftlinck to Fermszum unde ten Damme doe kundt unde openbaer in unde mit dessen jegenwordigen breve voer allswem dat vor my synt gekomen Heko Holdinge to Loppersum unde Hisse syn echte huusfronwe, Ake toe Lopperszum unde Hemme Oestkens toe Tukenwerth Hissen vorscr. susters unde bekanden dat se mit vryen willen unde gueden voerberadenen moede voer em unde oeren erfgenamen in enen steden vasten ewigen erfkope hebben verkoft upgedragen unde overgheven den Er samen voerstanders der Capellen des weerdigen hilligensacramentes toe Zolwert tot behoeff unde profyt der vorscr. Capellen de helfte desser abeschreven lande unverschey scheyden als den drien susters Hissen Aken van Hemmen angheervet van seligen Hoyko Edzamma kyndes kynt genampt Hoyko milder decht nisse In den eersten ses grace venne landes in Heneschinster hammerick by de Lutteke Lane Ubbo Ottens an der suder sydt unde des vicarius lant toe Hevensches an der noerder sydt naest ter swette bet een gras bowlandes in Oesterwerummer hammerick Amszo to Weywert an de oester zijdt unde Menske Koninges an de wester zijdt ter swette Item bet een deymat meedlands in Hevenschinser hammerick in de Schape venne Aytko Edzama toe Hevensches unde Popko an de noerder sijt unde dat weerde hillige sacrament toe Solwert selves an de suder sijdt in den selven kamp naest gheswettet vry veerdich unde schadeloes toe leveren unde toe waren voer alle ansprake de yemant anders daer up mochte hebben nu unde toe allen tyden den voerscr. voerstanders der Capellen vorbenoempt tot profijt der suster Capellen all eren vryen willen daer mede toe doene voer een summe gheldes de Heko Hisse Ake unde Hemme bekanden em degher unde all toe vuller noeghe betaelt toe wesen van den ergemelten voer standers Alle argelist unde behendicheyt de dessen breeff krencken moeghen uutgesproken Hiir hebben mede by an unde over gewest tughe daer toe gheropen unde gebeden de Ersamen Heer Hinrick kercheer to Tyamsweer und Enno tho Zolwert. In orkunde der waerheyt hebbe.
ick Bolo Ripperda provest voer genompt myn zegel witliken beneden an dessen breeff heten hanghen Gheven in den jare uns heren dusent vyffhundert unde achte des dages Francisci confessoris
.
In het kort komt het er op neer dat Boelo Ripperda, proost en hoofdeling te Fermszum en ten Damme, oorkondt, dat Heko Holdinge van Lopperszum en Hisse, echtel. en Ake van Loppserszum en Hemme Oestkens van Tukawerth, Hidse 's zuster voor hem verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan de voorstanders van de kapel des Hilligen Sacramentes te Zolwert, de helft van eenige nader aangeduide landerijen in Heven schinster en Oesterwerumer hammerick, die de 3 zusters geerfd hebben van Hoyko, den kleinzoon van Hoyko Edzama.

  • Vader:
    Hayo II Ripperda, zn. van Unico II Ripperda Tot Farmsum en Ulske Ukena von Brokum (komt ook voor als Fockena), geb. te Farmsum [Gr] (op de Ripperdaborg) tussen 1452 en 1453, hoofdeling en proost te Farmsum [Gr], ovl. (hoogstens 52 jaar oud) te Farmsum [Gr] op dinsdag 6 dec 1504, begr. te Farmsum [Gr] in de kerk aldaar, tr. Eylcke is erfgename van de heerlijkheid Dam.
 

relatie
met

Hiska (Hiske) von Kankena Zu Dornum, dr. van Icko Mauritz en Nn, ovl. in 1535.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hayo III*1495  †1558 Vorden [Ge] 63
Allegunda  †1583 Aurich [Deu]  


Dossier:


Bonifacius Hendrik van der Haer
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Genealogie van Reint Alberda.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Bonifacius Hendrik van der Haer, geb. in 1810, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) in 1860.

tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 22 jaar oud) in 1835
met

Anna Gerhardina Lewe Van Nijenstein, dr. van Edzard Willem Lewe van Nijenstein en Anna Alberda Van Bloemersma, geb. in 1813, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) in 1863.


Bonne Ockens
Bonne Ockens, 1.



Bronnen:
1.Beerta - Rechterlijke Archieven 7072-7088 - Sebo Abels., S513


Bonno Berents
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Bonno (Bonne) Berents1 Deze komt ook voor als Bonne Huninga, geb. te Beerta [Gr]1 voor zondag 26 aug 17081, ged. te Beerta [Gr] op zondag 26 aug 1708.

  • Vader:
    Berend (Beerent) Melchers von Völlen (Melcherts), zn. van Melchert Nn en Nn Nn, geb. te Völlen, Niedersachsen, Dld. in 1675, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) circa maandag 3 mrt 1704, tr. (resp. hoogstens 24 en ongeveer 21 jaar oud) te Beerta [Gr] voor zondag 22 feb 1699.
 
  • Moeder:
    Bouwina (Bouwe, Bouwijna) Sebens Huninga4, dr. van Bonno Sebens Huninga van Oostwold en Sypke Fockens Meininga, geb. te Beerta [Gr] voor donderdag 29 jul 1677, ged. te Beerta [Gr] op donderdag 29 jul 1677, ze wordt omschreven als 'huisvrouw' van Berend Melchers., ovl. (minstens 45 jaar oud) te Beerta [Gr] tussen maandag 21 dec 1722 en maandag 2 aug 1723 2, tr. (2) met Jacob Jans. Uit dit huwelijk 6 kinderen.
 



Bronnen:
1.Kerkeboek van Beerta, Kerkeboek Beerta, Collectie DTB, Toeg.nr. 124, tussen 1671 en 1730 (zondag 26 aug 1708)
2.Boerderijenboek Wold-Oldambt, S584
3.Kerkeboek Beerta, Collectie DTB, Groninger Archieven, Toeg. 124, inv. nr. 29, NH, Nederlands Hervormd, tussen 1671 en 1730
4.DTB Beerta Lidmaten, S785


Bonne Epkens
Bonne Epkens.

tr. te Midwolda [Gr] op donderdag 26 okt 1690
met

Pieter Sijpkes, zn. van Mentko Wijpkens en Sijpko Pieters, ovl. in 1721, tr. (2) te Midwolda [Gr] op donderdag 17 mrt 1707 met Tiaske Geerts. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) te Scheemda [Gr] op vrijdag 25 jul 1710 met Haike Sterenborgh. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Bonneke Fockes
Bonneke Fockes, geb. circa 1570, Hoeksmeer Bij Garrelsweer.


Aantekeningen bij Bonneke Fockes.
•.
Fol.19 - Scheemda - 6 november 1605: Doe Luierdts en Coert Jans, mede namens wijlen hun zuster Hilko, verkopen aan Doedo Fockens en Sijbeke (ehel.) een huis, met het roerende goed, en de levende have, nagelaten door Focko Mernmes.
•.
Fol.19 - Scheemda - 8 november 1605: Coert Jansen en Doe Luierdts, als zwagers, en hun huisvrouwen Bauke en Ilben, wegens de overleden zuster van de huisvrouwen, namelijk Hilke, Doedo Fockes, volle broeder, kwiteren Epko Nanckens, Ubcko Heres en Tamme Luppes, voogden, m.b.t. Focko Mernrnens' nagelaten goederen.

relatie (1)
met

Coert Jansen, zn. van Johan (Kiers) Coerts en Wypke Eltekens, Landbouwer te Woldendorp en later in Loppersum, ovl. voor donderdag 4 jan 1314 In ieder geval gestorven tussen 04-01-1613 en 04-01-1614, relatie (1) met Trjaecke Nn. Uit deze relatie geen kinderen.


Aantekeningen bij Coert Jansen.
Coert behoort tot de Doopsgezinde families uit het Oldambt.
- 731-7120 - fol.56 - Midwolda - 28 mei 1602 - Coerdt Johans en Tijacke ( ehel.) verkopen aan Johan Carstijens hun aandeelland, zoals Tijacke is to egedeeld, liggende in een kamp heet Veenken geheten, namelijk het vijfde deel van het land, het overige behoort de erfgenamen van wijlen Ussa Aler dts. Ten oosten en westen het convent van Grijze Monniken. Ten noorden Ul ffert Tonckens en cons, ten zuiden Tijasse Hindrick.
- 731-7120 - fol.57 - Midwolda - Omcko Aijsens, te Bellingwolde, verkoo pt aan Eltie Johans en Coerdt Johans, broers, 2 deimt land binnen dre gel egen in 10 deimt land, ten oosten de erfgenamen van wijlen Hommo Poppen s, ten westen de broers, ten noorden an die E, ten zuiden in de Dollard.
- GAG-III l 2 - fol.264 - 2 mei 1613 - Saligen Coert Jansenn und Bunke si jner gewesener huisfrouwen landerijen, behuisinge und goederenn tho Wolde ndorp offte elder in denn beijdenn Oldenampten gelegenn. Eerstemaell ovr der kerkckenn gekundiget denn 2en maij anno 1613 und sall duirenn die bes chrivinge der renten, actienn, erss. Schuldenn bess den 27 junij eerstkum pstich.

Uit deze relatie 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tiaecke     
Johan     
Focke     

tr. (2)
met

Enno Jans.

relatie (3)
met

Enneke Jans, Hoeksmeer Bij Garrelsweer.
')}