Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Ayolt Luppens
Ayolt Luppens, geb. in 1606, kerkvoogd te Meeden, ovl. (ongeveer 36 jaar oud) op zondag 20 apr 1642.

tr. (ongeveer 23 jaar oud) (1) circa vrijdag 2 feb 1629
met

Fossa Tonckerts, dr. van Tonkert Tammens en Aijlcke Ockens, ovl. in 1630.

Uit dit huwelijk een kind:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN  †1632   

tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 21 jaar oud) (2) circa donderdag 18 dec 1631
met

Murcke Menses, dr. van Mentzo Udens en Yde Jans, geb. circa 1610, ovl. (minstens 53 jaar oud) na jan 1663.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Menso*1639 Noordbroek [Gr] †1685  46
Aeldrick*1640  †1670  30


Ayolt Hommes
in
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Ayolt Hommes, geb. in 1599, ovl. (ongeveer 67 jaar oud) in 1666.

tr. (resp. ongeveer 31 en ongeveer 27 jaar oud) te Midwolda [Gr] op donderdag 20 jun 1630
met

Tyabbe Boeles Tiddinga, dr. van Boelo Mennes Luwerts Tiddinga en Wya Sebes Bunninga, geb. in 1603, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) te Groningen [Gr] in 1660.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fosseta*1635  †1681  46
Hemmo*1641     


Ayolt Ayolts
in
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Ayolt Ayolts.

tr. te Midwolda [Gr] op donderdag 26 jul 1635
met

Hissien Aitiens Sterenborch, dr. van Hero Aitiens Sterenborch en Allegonda Eggericks Tiddinga, ovl. in 1652, relatie (2) met Jan Epkes. Uit deze relatie een zoon.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Foske*1636 Blijham [Gr] †1709 Midwolda [Gr] 73


Ayse Feickens
Ayse Feickens.

tr. te Blijham [Gr] op dinsdag 21 jul 1643 h.c. Blijham 21-07-1643 (36v)
Elger Frerix x Aijse Feickes
bruidegom:Jacob Freericks, Jarwke Barcklage, Broer Harmanni, Bolman ter H ar, Bartolt Meninck?
bruid:Feijcke Alers, Tijarck Feijckes, Luppo Feickes, Feicke Feijs, Lup po Tonckens, Tiddo Geerts, Harmen
met

Elger Freriks, zn. van Frerik Elgers en Wolteke Addes.


Bronnen:
1.Website Ten Have - Klaas Jansen; Oortman Kwartierstaat, S518


B. Elzer
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

B. Elzer, geb. te Termunten [Gr] op woensdag 3 dec 1919.

tr. (beiden 20 jaar oud) te Termunten [Gr] op donderdag 28 mrt 1940
met

Aagtje Rozeveld, dr. van Gerhardus Rozeveld en Siemtje Hillenga, geb. te Termunten [Gr] op woensdag 3 dec 1919.


B.J. Prothmann
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

B.J. Prothmann.

tr. te Tentenbùll op woensdag 24 feb 1954


Baije Doddema
in
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Baije Doddema, geb. te Muntendam [Gr] circa 1850.


Balthasar Ripperda Tot Oosterwijtwerd
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Balthasar Ripperda Tot Oosterwijtwerd, geb. in 1549, heer te Oosterwijtwerd [Gr], verkrijgt door zijn huwelijk de heerlijkheid en het waterslot Venhaus, Lingen, ovl. (ongeveer 67 jaar oud) op donderdag 29 dec 1616 op Venhaus van zijn schoonouders.


Aantekeningen bij Balthasar Ripperda Tot Oosterwijtwerd.
In 1598 heeft de jonker de kerk van Tjamsweer laten repareren. Een gedenksteen in de zijgevel met het jaartal 1138 schijnt niet juist te zijn. In de voorgevel bevindt zich de volgende gedenksteen: 'Anno 1598 heeft die edele und erentfeste juncker Balthazar Ripperda, einigste collter dieser kercke, my reparieren laten'..
Balthasar Ripperda tot Oosterwijtwerd, heeft zijn jeugd in Frankrijk en Duitschland door gebracht om daar Frans en Duits te leren. Van 1597 tot 1615 staat hij beschreven in de Munstersche Ridderschap, en wordt hij gebruikt als afgevaardigde naar Den Haag en elders.
Hij is strijdlustig en trekt met de protestantse veldheer Christian von Braunsweig op tegen de veldheer Graaf van Tilly, maar wordt verslagen waarbij Venhaus wordt bestormd en platgebrand. In 1632 wordt Venhaus weer opgebouwd maar zwaar financieel belast verkocht in 1666 aan Math. von der Recke, die het katholieke geloof weer instelt.
Een tijdlang Is hij goed bevriend met Diderich von Viermundt zu Odinck (waarschijnlijk een broer van zijn schoonzuster Anna von Viermundt), doch deze vriendschap schijnt later snel af te koelen. Hij brengt dan veel tijd door met zijn zwagers Christopher en Caspar op Welvelde en de Schelenburg. Hij bezoekt met Heinrich van Saksen, bisschop van Osnabrück, het hof van koning Frederik II van Denemarken in Kopenhagen. Hij leert d.t.s. tot zijn grote genoegen veel Deense leden van het geslacht Von Schele kennen. Het uitbundige leven en zware drinken aan het Deense hof doen hem echter geen goed, zodat hij spoedig weer naar de Schelenburg terug moet keren om bij te komen. Hij woont vervolgens enige tijd bij zijn schoonfamilie op de Valckenhof bij Coesfelt, daar Oosterwijtwerd door het oorlogsgeweld te gevaarlijk is geworden. Vanaf 1597 is hij lid van de ridderschap van Münster, die hem als afgevaardigde naar de Staten Generaal in Den Haag stuurt. Later erft hij op de heerlijkheid en het gelijknamige waterslot Venhaus van zijn schoonouders.

  • Vader:
    Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], tr. (1) buitenechtelijke relatie met Eve Droppes van Goor, dr. van Nn Nn en Nn van Reede. Uit deze relatie 2 zonen, tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 16 jaar oud) (2) te Delden [Ov] in 1531.
 
  • Moeder:
    Judith (Jutta) van Twickelo, dr. van Johann III van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim, geb. te Delden, Overijsel (Goor) in 1515, eigenaressse van 'Twickelo',, erfvrouwe, erfvrouwe, erfvrouwe te Boekelo [Ov], ovl. (ongeveer 39 jaar oud) op dinsdag 23 nov 1554 op kasteel Boxbergen.
 

kerk.huw. (resp. ongeveer 37 en ongeveer 21 jaar oud) in 1586 op Venhaus
met

Sophia van Valcke, dr. van Herman Valcke en Johanna van Schele Zu Schelenburg, geb. in 1565,
Erfvrouwe,
Venhaus ist ein Ortsteil der Gemeinde Spelle im Süden des Landkreises Emsland in Niedersachsen. Angrenzend an das Bundesland Nordrhein-Westfalen im Süden, erstreckt sich Venhaus über eine Fläche von etwa 10 km². Venhaus wird von der Speller Aa durchflossen. Im Westen durchläuft die Bundesstraße 70 in Richtung Norden die Gemeinde. Quer zur Bundesstraße verläuft der Dortmund-Ems-Kanal mit seinem Hafen und der Schleuse Venhaus. Im Nordosten grenzt der Ort an die Gemeinde Spelle. Bis zur Gebietsreform von 1971 war Venhaus eine selbständige Gemeinde.
Venhaus (alt: Venehus = Haus im Moor) kann auf mehr als 830 Jahre Dorfgeschichte zurückblicken, wobei der Ort an sich wohl älter ist als es die ersten Urkunden (1177 als „Hof Venehus“) verbürgen. Lange Zeit im Besitz des Klosters St. Mauritz (als domus Hemelrici geführt) in Münster (Westfalen) wurde der Hof nach im fünfzehnten Jahrhundert von den neuen Besitzern, der Familie von Langen, zu einer Burg mit umgebender Gräftenanlage (Wasserburg) ausgebaut.

Im Laufe des Dreißigjährigen Krieges wurde die Burg Venhaus zweimal (1623 von Truppen Tillys, 1648 von der schwedischen Armee) zerstört und kurze Zeit später von den neuen Besitzern, die Freiherren von Ripperda, wieder aufgebaut. Nachdem das Anwesen ein weiteres Mal den Besitzer wechselte, wurde im Jahr 1674 zum ersten Mal eine Kapelle auf der Burg gebaut, welche dem Zweck diente, verfolgten Katholiken eine sichere Gebetsmöglichkeit zu bieten. Bis zum 19. Jahrhundert verfiel die Burg Venhaus immer mehr, was dazu führte, dass alle Gebäude bis auf die heutige Kirche und die Sakristei abgerissen wurden.
Ovl. (Hoogstens 70 jaar oud) voor 1635.

Uit dit huwelijk 11 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1586  †1587  1
Judith*1587     
Unico*1588  †1589  1
Elisabeth Eleonora*1591  †1639 Mainz [Deu] 48
Anna Helena*1597  †1655 Doetinchem [Ge] 58
Sophia*1597     
Herman*1589  †1590  1
Nn  †1592   
Johanna Margaretha     
10 Anna Margaretha  †1638   
11 Carl Victor*1593  †1642  49


Balthasar van Ewsum
in
Parenteel van Ewe Ewesma.

Balthasar van Ewsum, ovl. voor 1625 Hij is in ieder geval overleden tussen 1619 en 1625.


Aantekeningen bij Balthasar van Ewsum.
Het is niet zeker of de volgende tekst op hem van toepassing is:.
EWSUM (Caspar van), zoon van Wigbolt (2), overl. 1639, gehuwd (in 1600) met Anna v.d. Does, dochter van Leidens verdediger (op hen het bekende Epithalamium van Scaliger, in diens Poemata (1615) 3). Hij heeft het tot verschillende militaire ambten gebracht; hij veroverde Delfzijl (1591), was bevelhebber van Koevorden en weerstond Verdugo's bedreigingen en beloften (1592), was drost van Drente en gouverneur van het in 1600 gebouwde kasteel vóor de Oosterpoort te Groningen: het retranchement der St. Generaal. Hij was zoo gelukkig verschillende bezittingen o.a. Nienoord, dat in 1606 bij keerskoop was verkocht, terug te koopen, terwijl hij Roden en Ewsum, dat dank zij zijns vaders berooiden staat in 1601 bij keerskoop verkocht was, door erfenis terugkreeg. (Bron: Wilhelm v. E, DBNL).

  • Vader:
    Wigbolt II van Ewsum, zn. van Wigbold I (van Ewsum van Middelstum en Nienoord) en Beetke Aeylkema van Rasquert (Aylkema to Rasquert), geb. te Leek, Nienoord in 1521, hij erft de borg Nienoord, Verslag van 1555 tot 1584 Nienoord is in het bezit van Wigbold II, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Oterdum [Gr]1 hij sterft aan de verwondingen die hij oploopt bij de Slag van Oterdum op dinsdag 31 jan 15841, tr. (resp. ongeveer 33 en ongeveer 26 jaar oud) op zaterdag 11 sep 1554.
 

tr.
met

Anna Tamminga (of Anna van der Does?).


Bronnen:
1.De Nederlandsche Leeuw, DeNedlLeeuw


Balthazar George Joseph van Asbeck
in
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Balthazar George Joseph van Asbeck, geb. in 1817.

tr.
met

Maria Walburgia Electra van Ewsum Van Liauckema, dr. van Ernestus Hermannus van Ewsum en Maria Claire Christina van der Laen Van Liauckema, geb. te Liauckemastate te Sexbierum, woont op Liauckema van 1787 tot 1800.

 



Aantekeningen bij Maria Walburgia Electra van Ewsum Van Liauckema.
Liauckema State.

Een eeuwenoude afbeelding van de state

De huidige woning ca 1990

Een tekening uit 1741 gemaakt door P.I. Portier
Deze state is gelegen in Sexbierum (Liauckemalaan 2), gemeente Franekeradeel. De state wordt al in de 14e eeuw genoemd. Volgens deel 3, band 2 van in "Merkwaardige Kasteelen in Nederland", door Jacob van Lennep en W.J. Hofdijk uit 1855, zijn de oudst bekende Liauckama's de twee neven Sicco en Eelco. Zij worden in 1097 genoemd als ze onder begeleiding van Godfried van Bouillon naar 'Het Heilige Land' gaan, om de Mohammedanen te verjagen. Eelco is daar gesneuveld en Sicco raakt gewond, maar herstelt en wordt tot ridder geslagen door Godfried.
De volgende Liauckama die we kennen is de bekende abt Eelco Liauckama die op de stins wordt geboren en in 1332 vermoord. De State is eeuwenlang in het bezit van een der oudste en voornaamste Friese geslachten, de inmiddels uitgestorven Liauckema's. De lange reeks van eigenaren begint in 1398. In dat jaar wordt de stins of state bewoond door Schelte Liauckama en zijn vrouw Ebil Hibbema. Als Schelte in 1420 sterft komt de stins in bezit van diens zoon, die ook Schelte (II) heet. Bijna 60 jaar blijft de stins in zijn bezit. Op 13 april 1479 sterft hij en het huis komt in bezit van diens zoon Schelte (III). Zijn vrouw Tieth tho Nijehuis die afkomstig is van Nijehuis State te Wijnaldum behoudt echter het vruchtgebruik. Schelte II heeft een testament opgesteld waarin staat, dat als zijn oudste zoon Schelte kinderloos zal sterven, dat dan het huis naar zijn tweede zoon Sicke zal gaan en bij diens kinderloos sterven naar zijn derde zoon Epo.
Schelte III trouwt met Luts Harinxma en krijgt in elk geval één zoon, die hij Sicke noemt. In 1498 wordt Liauckama Stins door een bende Vetkopers in brand gestoken, maar al gauw weer bewoonbaar gemaakt en mogelijk ook wat uitgebreid, want drie jaar later woont hij weer op de state. Hij is een zeer gewaardeerde adviseur en helper van de Hertog van Saksen, die hij mee heeft binnen gehaald om een eind te maken aan de steeds heviger en bloediger strijd tussen Schieringers en Vetkopers. Schelte (III) sterft omstreeks 1503 en zijn zoon Sicke wordt de nieuwe eigenaar. Zijn oom Epo wordt echter als voogd benoemd, omdat hij nog minderjarig is. Epo Liauckama neemt dan echter de state gewoon in zijn bezit en gaat er wonen. Tot 1535 woont hij op de state, maar sterft kinderloos en vermaakt het huis aan zijn achterneef Schelte, een zoon van Sicke, die zelf al in 1527 overleden is. Een prent van Pieter Idzerts Portier uit 1741 (hij is waarschijnlijk een zoon van een van de poortwachters van Franeker) geeft het slot weer zoals het er ongeveer in de 16e en 17e eeuw uitgezien zal hebben. Schelte van Liauckama krijgt de state van zijn oudoom in eigendom op voorwaarde dat hij met Anna van Herema zal trouwen.
Dat doet hij dan ook, maar Anna overlijdt al in 1537 of 1538 in het kraambed. Sicke trouwt daarna met Sjouck van Martena, maar ook die sterft in het kraambed in 1547. Zijn derde vrouw is Jel van Dekema. Sicke kiest in de 80-jarige oorlog de zijde van de koning van Spanje en blijft die ook trouw. Vanwege die 'foute' keus moet hij in 1574 uit Friesland vluchten en gaat in de buurt van Oldenzaal wonen, waar hij in 1579 overlijdt. Zijn weduwe gaat na zijn dood terug naar Liauckama State, waar zij op 28 november 1583 sterft. Gelijktijdig met haar moeder woont waarschijnlijk ook Sjouck van Liauckama na het overlijden van haar vader in 1579 op Liauckema State. Zij is inmiddels weduwe van Homme van Camstra en woont er tot haar dood in 1599. Zij wordt opgevolgd door haar zoon Tjallingh van Camstra. Tegen deze erfenis komt oom Jarich van Liauckama in het geweer. Met het testament van overgrootvader Schelte (II) in de hand wordt door deze jongere broer van Sjouck een proces aangespannen, dat bijna 20 jaar duurt. Jarich wordt in het gelijk gesteld door het Hof van Friesland en de weduwe van Tjallingh en hun zoon moeten het veld ruimen.

Plattegrond van de state getekend door Baas Schaaf in 1820
Van 1618 tot 1642 is Jarich van Liauckama eigenaar van de state. Vaak is hij er waarschijnlijk niet geweest, want hij is eerst kolonel in Spaanse dienst, later gemeensman in Groningen en daarna kommandant van Zutphen. Als hij op 84-jarige leeftijd op 24 augustus 1642 overlijdt, sterft met hem de familie Liauckame in mannelijke lijn uit. Uit zijn huwelijk met Sjouck van Cammingha bleven slechts twee dochters in leven: Jel (Juliana) en Tryn (Catharina). De oudste erft de state en woont 8 jaar in het huis. Zij trouwt met Eraert van Pipenpoy heer van Merchten en zij hebben slechts één dochter: Sophia Anna. Sophia Anna van Pipenpoy, vrijvrouwe van Merchten, vander Poort enz. woont vanaf 1650 samen met haar eerste echtgenoot Wytze van Cammingha in de state. Als Wytze 2 jaar later sterft trouwt ze met Johan Albrecht graaf Schellard van Obbendorp. Dit huwelijk loopt uit op een scheiding door zijn wangedrag. Sophia Anna overlijdt kinderloos op Liauckama State op 20 november 1670.
.
Zij laat de state na aan haar neef, zoon van haar tante Catharina, Alexander Josephus van der Laen en Merchten. De state blijft tot 1787 in deze familie. De laatste telg uit deze familie is Maria Christina baronesse van der Laen van Liauckama. Door haar huwelijk met Ernst (Ernestus) van Ewsum, komt het huis in deze familie. Maria Christina is al vanaf 1724 eigenaresse van de state, maar verblijft op 24 augustus 1787 op de borg Lulema of Luilema te Warfhuizen bij haar dochter Maria Walburgia Electa van Ewsum, als ze plotseling overlijdt. Deze dochter erft Liauckama State. waarschijnlijk door haar huwelijk met Balthazar George Joost van Asbeck, woont Maria Walburgia Electa op borg Lulema, na de dood van haar moeder echter op Liauckema State tot haar dood in 1800. Omdat ze kinderloos sterft, vererft het huis op haar neef jhr. Ernestus Jodocus Rudolphus van Grotenhuis van Onstein, een zoon van haar zus Anna Maria Wilhelmina Elisabeth van Ewsum, die getrouwd is met Rudolphus Johannes Anthonius van Grotenhuis van Onstein. Deze jonkheer is heer van Veenhuis, Sterkenburg en Rouwenberg. In 1795 is hij op Huize Onstein getrouwd met Henriëtte Arnoldina Lucia Maria van Harinxma thoe Heeg.
Ondanks zijn lange naam en titel en zijn vele bezittingen zit Ernestus voortdurend in geldnood. Om aanzienlijk op de onderhoudskosten van zijn onroerend goed te besparen laat hij in 1824 Liauckama State afbreken. Alleen het poortgebouw blijft bewaard. Dat geeft financieel enige tijd wat lucht, maar toch ziet hij zich in 1842 genoodzaakt ook de overgebleven boerderij met de landerijen te verkopen. De boerderij wordt gekocht door Jacob Wiebes Hanekuyk, een steenrijke notaris uit Harlingen, die rond 1860 de bouwvallige boerderij laat afbreken en er een nieuwe boerderij voor in de plaats zet. Dat gebeurt iets verder van de slotgracht af dan de plek waar de oude boerderij heeft gestaan. Op die manier kan het nieuwe woonhuis naast het oude, waarvan hij in de zomermaanden gebruik maakt, gebouwd worden. Ruim een eeuw blijft de boerderij in handen van de familie Hanekuyk. In 1947 wordt de boerderij gekocht door Rients Bruinsma, wiens vader en grootvader al sinds omstreeks 1845 pachters zijn van deze boerderij. Voor hij het bedrijf aan zijn zoon overdraagt en gaat rentenieren, laat Rients Bruinsma het huis bouwen dat op het vroegere stateterrein staat.
•.
De fundamenten van de state zitten nog steeds in de grond en ook de kelders zijn nooit weggehaald, maar met puin en aarde volgestort. De put in de voortuin van het huis zou volgens overlevering opgemetseld zijn op de oude put van de state. In 1979 wordt de boerderij gekocht door een mevrouw Rietveld uit Woerden. De landerijen zijn al eerder verkocht aan drie neven (oomzeggers) van Rients Bruinsma die boerderijen in de nabije omgeving hebben. Mevrouw Rietveld heeft nooit op de nogal bouwvallige boerderij gewoond. Zij verkoopt het gebouw in 1986 aan Gosse Bloem uit Woerden, die de boerderij door de jaren heen gerestaureerd heeft en er een restaurant, pension en zalencentrum in heeft opgezet. Het poortgebouw op de voorgrond is thans nog aanwezig. Het onderste gedeelte van de poort is opgebouwd uit secundaire kloostermoppen. In 1604 is de poort verhoogd met kleine gele steen. De beide topgevels en de zijgevels zijn voorzien van gibbegaten (gibben zijn halfwilde duiven). Het gehele terrein met singel en gracht is nog aanwezig. Robidé van der Aa, die de state nog vóór de sloop meermalen heeft bezocht, schrijft daarvan in 'Oud-Nederland': 'Hoezeer kennelijk van middeleeuwse architectuur, hadden de latere bijbouwingen aan hetzelve een onregelmatig voorkomen gegeven, zijnde het huis aan de zuidzijde uitgebreider dan aan de noordzijde. Wanneer men de brug overging, die de voorburg aan het eigenlijke huis verbond, en de voordeur intrad, trok het inderdaad vorstelijke aanzien terstond de opmerkzaamheid, door de menigte wapenborden, die in dezelve waren opgehangen, terwijl de vele vertrekken, die deze burg bevatte, verder de bezigtiging overwaardig waren, als merendeels met oude schilderijen behangen, van welk de merkwaardigste echter zich in de groote zaal en een daaraan belend vertrek bevonden, als in tien taferelen de z.g. Pipenpoysche bruiloft voorstellende. De duistere en zeer ruime slotkelders, alsmede het in een der vertrekken zigtbare 'Burgverlies', getuigen nog van de magt en het aanzien der vroegere bezitters, die in de geschiedenis van Friesland eene niet onbelangrijke rol vervuld hebben.'.

Tekening van Baas Schaaf uit 1824
Bewoners lijst:.
ca 1097 Sicco Liauckama en Eelco Liauckama (neven van elkaar).
1332 abt Eelco Liauckama.
1398 - 1420 Schelte Liauckama en zijn vrouw Ebil Hibbema (of Hobbema).
1420 - 1479 Schelte Liauckama (II) 'de oude'.
1479 - 1503 Schelte (III) Liauckama.
1503 - 1535 Epo van Liauckama.
1535 - 1574 Schelte van Liauckama.
1579 - 1599 Sjouck van Liauckama, getrouwd met Homme van Camstra.
1599 - 1618 Tjallingh van Camstra.
1618 - 1642 Jarich van Liauckama.
1642 - 1650 Jel (Juliana) van Liauckama, getrouwd met Eraert van Pipenpoy heer van Merchten.
1650 - 1670 Sophia Anna van Pipenpoy, vrijvrouwe van Merchten, van der Poort enz.
1670 - 1702 Alexander Josephus van der Laen en Merchten.
1702 - 1724 Alexander Josephus van der Laen en Merchten.
1724 - 1787 Maria Christina baronesse van der Laen van Liauckama, getrouwd met Ernst van Ewsum.
1787 - 1800 Maria Walburgia Electa van Ewsum (sterft kinderloos).
1800 - 1842 Jhr. Ernestus Jodocus Rudolphus van Grotenhuis van Onstein.

De huidige woning ca 1990
De State wordt in 1824 afgebroken.
1842 - 1947 familie Hanekuyk.
1947 - 1979 Rients Bruinsma.
1979 mevrouw Rietveld uit Woerden.
1986 Gosse Bloem uit Woerden.


Bronnen:
1.Genealogische Database van Klaas Jansen., jan 2009
2.DTB boek Kerkelijke gemeente Bedum, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Deelnr.: 17, Rooms Katholiek, Bedum [Gr], van 1680 tot 1811 (vrijdag 20 jul 1708)


Barbara Entens
Barbara Entens.

tr. none
met

Egbert Entens, Ritmeester in het leger.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lamme  †1670   


Barbara Nn
Barbara Nn.

tr. (Syben Garelts ongeveer 22 jaar oud) circa 1595
met

Syben Garelts Ubbena, zn. van Garrelt Sibens Ubbena en Hebe Ubbena, geb. circa 1573.


Barbara Hindriks Smid
Barbara Hindriks Smid, geb. te Midwolda [Gr] op zaterdag 21 apr 1787, ged. te Midwolda [Gr] op zondag 29 apr 1787, ovl. (1 jaar oud) te Midwolda [Gr] op woensdag 23 jul 1788.


Barbara Hindriks Smid
Barbara Hindriks Smid, geb. te Midwolda [Gr] op woensdag 23 jul 1788, ged. te Midwolda [Gr] op zondag 3 aug 1788, ovl. (60 jaar oud) te Midwolda [Gr] op donderdag 14 sep 1848.


Barbara Nicoletta Six
Barbara Nicoletta Six, geb. te 's-Gravenhage [Zh] op maandag 7 feb 1729, ovl. (hoogstens 73 jaar oud) voor zondag 28 feb 1802, begr. te Amsterdam [Nh] op zondag 28 feb 1802.


Barbara van Warmelo Tot Westervelde
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Barbara van Warmelo Tot Westervelde.

relatie
met

Johan van Weleveld Tot De Klencke En Westerveld.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Zeino Joachim  †1681 Woltersum, Gem. ten Boer  


Barber Hindriks
Barber Hindriks, geb. te Eexta, Gem. Scheemda.

tr. none
met

Jan Jans Smit, ovl. voor 1729.

Uit deze relatie 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Antje Jans*1756 Westerlee, Gem. Scheemda †1834 Midwolda [Gr] 77
Geessijn Westerlee, Gem. Scheemda    
Jantje     


Barberdina Dirks
Barberdina Dirks.

tr. none
met

Jurjen van der Laan.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Annechien*1882 Reiderwolderpolder, Gem. Finsterwolde    


Bareld Harms Swiers
Bareld Harms Swiers, geb. te Bellingwolde [Gr] circa 1781, Dagloner, Overlijdens aangifte op woensdag 1 mei 18392, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op maandag 29 apr 1839 Bron Burgerlijke stand - Overlijden. Archieflocatie Groninger Archieve n. Algemeen Gemeente: Bellingwolde
Soort akte: overlijden. Aktenummer: 30. Aangiftedatum: 01-05-1839. Overle dene Bareld Harms Swiers. Geslacht: M. Overlijdensdatum: 29-04-1839. Leef tijd: 58. Overlijdensplaats: Bellingwolde. Vader Harm Barelds Swiers. Moe der Gepke Baalmans. Partner Harmke Hiskes Hulsing. Relatie: echtgenoot. N adere informatie geboortepl: Bellingwolde; beroep overl.: dagloner; bero ep vader: dagloner1.

relatie
met

Harmke Hiskes Hulsing, dr. van Hiske Geerts Hulsing en Hindriktje (ook: Hindertijn) Elses, ged. te Vlagtwedde [Gr] op vrijdag 8 mrt 1776.


Bronnen:
1.Genlias, zie notitie., S51
2.Genlias, zie notitie. Archieflocatie Groninger Archieven., S154


Frederik Gideon van den des H.R.R. Boetzelaer
in
Genealogie van NN Hunigue.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Frederik Gideon Baron van den des H.R.R. Boetzelaer, geb. te Utrecht [Ut] voor maandag 17 mei 1666, ged. te Utrecht [Ut] op maandag 17 mei 1666, baron des H.R.R. heer te Langerak [Ge], ovl. (minstens 43 jaar oud) in 1710 (of 1711).


Aantekeningen bij Frederik Gideon Baron van den des H.R.R. Boetzelaer.
Hij wordt na de dood van zijn vaders op10 sept. 1675 met de hoge heerlijkheid Langerak en op 24 Sept. 1675 met de ambachtsheerlijkheid van hem beleend. Op 26 oct. 1707 verliest hij de eerstgenoemde; daarna wordd Helena Velters, weduwe van Anthony de Huybert, wonende te 's Gravenhage met de hoge heerlijkheid en de ridderhofstad Langerak verblijd, volgens brieven van decreet van het hof van Utrecht, ten laste van de boedel van F.G. v.d. B. Deze blijft alleen de ambachtsheerlijkheid behouden. Hij wordt herhaaldelijk in het Journaal van Huygens vermeld, waar van zijn uiterst ongebonden levenswijze uitgebreid wordt geschreven.
Hij huwt (ondertr. te 's Gravenhage 24 Nov. 1686) met Anna Maria van Huninga (of Hunninga) van Oostwold, weduwe van Hendrik Canzius, wonende te Dordrecht, dochter van Eilco en van Sibranda Stachouwer.
Behalve een dochter Maria Sidonia, waarvan geen bijzonderheden worden meegedeeld, spruit uit dit huwelijk Frederik Hendrik, die volgt.
(Bron: Zie: Geneal. Herald. Bladen IX, 217; Mdbl. de Nederl. Leeuw IV, 12, XXXII, 336; Hora Siccama, Aant. op het Register, 93; DBNL).

tr. (resp. minstens 20 en 28 jaar oud) te Dordrecht [Zh] op dinsdag 10 dec 1686
met

Anna Maria Van Huninga Oostwold, dr. van Aylcko Huninga van Oostwold en Sibranda Stachouwer, geb. te Groningen [Gr] op dinsdag 22 okt 1658, ged. op zondag 22 dec 1658, ovl. (46 jaar oud) te ´s-Gravenhage op donderdag 27 aug 1705, relatie (1) met Hendrik Cantzius. Uit deze relatie geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frederik Hendrik*1688     

')}