Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Geertruit van den Boetzelaer
Geertruit van den Boetzelaer.

tr.
met

Engelbert van den Boetzelaer.


Nn Haeck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Nn Haeck.


Nn Haeck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Nn Haeck.


Nn Haeck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Nn Haeck.


Nn Haeck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Nn Haeck.


Nn Haeck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Nn Haeck.


Nn Haeck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Nn Haeck.


Claudio Octavio Del Rey
Claudio Octavio Del Rey.

tr.
met

Ana Isabel Nn.


Ana Isabel Nn
Ana Isabel Nn.

tr.
met

Claudio Octavio Del Rey.


Johan Ripperda op Weldam
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Johan Ripperda op Weldam, geb. circa 1536, heer van 'Weldam', Goor [Ov], heer van borg 'Olidam',, drost te Salland [Ned], ovl. (ongeveer 55 jaar oud) op maandag 15 apr 1591, begr. te Goor [Ov].


Aantekeningen bij Johan Ripperda op Weldam.
Hij wordt in zijn jeugd door een dolle hond gebeten, maar houdt daar geen blijvende letsel aan over. Johan breekt een been bij de val van zijn paard, dat hij van zijn zwager Christopher von Schele heeft gekocht. Hij maakt samen met zijn broer, Eggerik, deel uit van de deputatie uit Overijssel ter gelegenheid van het huwelijk van koning Filips II van Spanje. Als lid van de ridderschap van Overijssel wordt hij samen met Bentinck naar Brussel gezonden ter ondertekening van het Verdrag van Brussel. Later wordt hij lid van de Raad van State te Brussel, hoewel hij een heimelijk aanhanger is van de prins van Oranje. Hij moet derhalve meerdere malen het land ontvluchten, terwijl Verdugo's troepen Weldam verwoesten. Johand Ripperda wordt op Weldam geboren omstreeks 1535 en is overleden 15 April 1591. Hij is de zoon van Unico, drost van Salland, en van Judith van Twickel. Hij is met drie paarden, met zijn broeder Eggerik, in 1570 in het gevolg der gedeputeerden van Overijsel om aan Anna, dochter van Keizer Maximiliaan II van Duitschland bij haar huwelijk met koning Filips, namens die provincie een gouden lampet te vereren. Als lid der ridderschap van Overijsel wordt hij met Bentinck naar Brussel afgevaardigd ter tekening van de Unie van Brussel in 1577 en daarna nevens dezen naar Deventer gezonden om een overeenkomst te sluiten met de bevelhebbers van het krijgsvolk in die stad. Of hij lid van den Raad van State te Brussel is geweest, zoals de Wapenheraut meedeelt, is mij niet nader gebleken. Hij wordt te Goor begraven.
Johan Ripperda is gehuwd met Anna van Viermundt tot Odinck, dochter van Ambrosius en van Vrede van Mordien, uit welk huwelijk elf kinderen spruiten.
(Bronnen: Wapenheraut V, 173, 175; Bondam, Onuitg. Stukken I, 176, 186, V, 162; J.C. de Jonge, Unie van Brussel, 164; Bijdr. Gesch. Overijsel I, 34, 44; Beelaerts, Stichtsche Leenen, 56; Ned. Heraut 1884, 252 (grafzerk)).

  • Vader:
    Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], relatie (1) met Eve Droppes van Goor. Uit deze relatie 2 zonen, tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 16 jaar oud) (2) te Delden [Ov] in 1531.
 
  • Moeder:
    Judith (Jutta) van Twickelo, dr. van Johann III van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim, geb. te Delden, Overijsel (Goor) in 1515, eigenaressse van 'Twickelo',, erfvrouwe, erfvrouwe, erfvrouwe te Boekelo [Ov], ovl. (ongeveer 39 jaar oud) op dinsdag 23 nov 1554 op kasteel Boxbergen.
 

tr. (ongeveer 32 jaar oud) op zaterdag 20 jan 1568
met

Anna von Viermundt Zu Odinck (Viermundt Tot Odinck), dr. van Ambrosius von Morrien en Friederun von Morrien. Anna is erfvrouwe van Grasdorf, Rittergut Oldenhus gen. Grasdorf, erfvrouwe, erfvrouwe, ovl. na 1602.

Uit dit huwelijk 22 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Unico Ripperda*1569  †1625  56
Philip*1570  †1601  31
Otto*1571     
Judith*1572     
Ambrosius     
Theodoor (Dirk)     
Frederica (Vrede)*1575  †1625  50
Agnes*1576     
Eggerik     
10 Adriaan  †1617   
11 Anna Helena (Hiaria)*1579  †1658  79
12 Heer Unico III*1569  †1637  68
13 Philip*1570  †1601  31
14 Otto*1571     
15 Judith*1572     
16 Ambrosius     
17 Theodoor     
18 Frederica*1575  †1625  50
19 Agnes*1576     
20 Eggerik     
21 Adriaan     
22 Anna Helena     


Anna von Viermundt Zu Odinck
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Anna von Viermundt Zu Odinck (Viermundt Tot Odinck). Anna is erfvrouwe van Grasdorf, Rittergut Oldenhus gen. Grasdorf, erfvrouwe, erfvrouwe, ovl. na 1602.

tr. (Heer Johan ongeveer 32 jaar oud) op zaterdag 20 jan 1568
met

Johan Ripperda op Weldam, zn. van Unico III Ripperda en Judith (Jutta) van Twickelo, geb. circa 1536, heer van 'Weldam', Goor [Ov], heer van borg 'Olidam',, drost te Salland [Ned], ovl. (ongeveer 55 jaar oud) op maandag 15 apr 1591, begr. te Goor [Ov].


Aantekeningen bij Johan Ripperda op Weldam.
Hij wordt in zijn jeugd door een dolle hond gebeten, maar houdt daar geen blijvende letsel aan over. Johan breekt een been bij de val van zijn paard, dat hij van zijn zwager Christopher von Schele heeft gekocht. Hij maakt samen met zijn broer, Eggerik, deel uit van de deputatie uit Overijssel ter gelegenheid van het huwelijk van koning Filips II van Spanje. Als lid van de ridderschap van Overijssel wordt hij samen met Bentinck naar Brussel gezonden ter ondertekening van het Verdrag van Brussel. Later wordt hij lid van de Raad van State te Brussel, hoewel hij een heimelijk aanhanger is van de prins van Oranje. Hij moet derhalve meerdere malen het land ontvluchten, terwijl Verdugo's troepen Weldam verwoesten. Johand Ripperda wordt op Weldam geboren omstreeks 1535 en is overleden 15 April 1591. Hij is de zoon van Unico, drost van Salland, en van Judith van Twickel. Hij is met drie paarden, met zijn broeder Eggerik, in 1570 in het gevolg der gedeputeerden van Overijsel om aan Anna, dochter van Keizer Maximiliaan II van Duitschland bij haar huwelijk met koning Filips, namens die provincie een gouden lampet te vereren. Als lid der ridderschap van Overijsel wordt hij met Bentinck naar Brussel afgevaardigd ter tekening van de Unie van Brussel in 1577 en daarna nevens dezen naar Deventer gezonden om een overeenkomst te sluiten met de bevelhebbers van het krijgsvolk in die stad. Of hij lid van den Raad van State te Brussel is geweest, zoals de Wapenheraut meedeelt, is mij niet nader gebleken. Hij wordt te Goor begraven.
Johan Ripperda is gehuwd met Anna van Viermundt tot Odinck, dochter van Ambrosius en van Vrede van Mordien, uit welk huwelijk elf kinderen spruiten.
(Bronnen: Wapenheraut V, 173, 175; Bondam, Onuitg. Stukken I, 176, 186, V, 162; J.C. de Jonge, Unie van Brussel, 164; Bijdr. Gesch. Overijsel I, 34, 44; Beelaerts, Stichtsche Leenen, 56; Ned. Heraut 1884, 252 (grafzerk)).

Uit dit huwelijk 22 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Unico Ripperda*1569  †1625  56
Philip*1570  †1601  31
Otto*1571     
Judith*1572     
Ambrosius     
Theodoor (Dirk)     
Frederica (Vrede)*1575  †1625  50
Agnes*1576     
Eggerik     
10 Adriaan  †1617   
11 Anna Helena (Hiaria)*1579  †1658  79
12 Heer Unico III*1569  †1637  68
13 Philip*1570  †1601  31
14 Otto*1571     
15 Judith*1572     
16 Ambrosius     
17 Theodoor     
18 Frederica*1575  †1625  50
19 Agnes*1576     
20 Eggerik     
21 Adriaan     
22 Anna Helena     


Adelheid Ripperda
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Adelheid (Alijt) Ripperda, geb. circa 1537, ovl. (minstens 45 jaar oud) na 1582.

  • Vader:
    Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], relatie (1) met Eve Droppes van Goor. Uit deze relatie 2 zonen, tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 16 jaar oud) (2) te Delden [Ov] in 1531.
 
  • Moeder:
    Judith (Jutta) van Twickelo, dr. van Johann III van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim, geb. te Delden, Overijsel (Goor) in 1515, eigenaressse van 'Twickelo',, erfvrouwe, erfvrouwe, erfvrouwe te Boekelo [Ov], ovl. (ongeveer 39 jaar oud) op dinsdag 23 nov 1554 op kasteel Boxbergen.
 

tr.
met

Caspar Schele Zu Schelenburg, zn. van Sweder Nn en Nn, ovl. voor 1582.


Aantekeningen bij Caspar Schele Zu Schelenburg.
Over Caspar is bekend dat hij Luther's tafelgenoot in Wittenberg is geweest. Samen met zijn broer Christopher behoort hij tot de meest geleerde edelen van zijn tijd.
Adelheid en Caspar zijn beide trouwe aanhangers van Martin Luther.


Adriana Ripperda
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Adriana (Elisabeth, Elsabe) Ripperda, geb. in 1538, ze is voor haar huwelijk chanoinesse in de adelijke stift ter Hunnepe.


Aantekeningen bij Adriana Ripperda.
Adriana wordt na de geboorte van haar broer Adriaan, Elizabeth of Elsabe genoemd. Zij komt in bronnen niet bij alle historici voor.

  • Vader:
    Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], relatie (1) met Eve Droppes van Goor. Uit deze relatie 2 zonen, tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 16 jaar oud) (2) te Delden [Ov] in 1531.
 
  • Moeder:
    Judith (Jutta) van Twickelo, dr. van Johann III van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim, geb. te Delden, Overijsel (Goor) in 1515, eigenaressse van 'Twickelo',, erfvrouwe, erfvrouwe, erfvrouwe te Boekelo [Ov], ovl. (ongeveer 39 jaar oud) op dinsdag 23 nov 1554 op kasteel Boxbergen.
 

tr. (resp. ongeveer 32 en ongeveer 20 jaar oud) in 1570
met

Dirk (van Baer van Slangenburg), zn. van Willem Ripperbant en Elisabeth Ripperbant, geb. circa 1550, heer kasteel Slangenburg, Doetinchem [Ge] te Doetinchem [Ge], drost te Lochem [Ge] in 1567, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) op vrijdag 24 mei 1591.

 



Aantekeningen bij Dirk (van Baer van Slangenburg).

Dirk van Baer en Elisabeth (Elsabe) Ripperda.
Dirk is een trouwe aanhanger van de prins van Oranje. Dirk maakt samen met Willem graaf van den Bergh deel uit van een complot en dientengevolge vernietigen Staatse troepen 1585 de Slangenburg. Hij overlijdt op 24 mei 1591 geheel onverwacht, terwijl hij een vriend voor het ontbijt heeft uitgenodigd.
.
.
.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frederik*1570  †1622  52
Eggerik     


Adriaan Ripperda
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Adriaan (Adriaen) Ripperda, geb. circa 1540, bezoekt verschillende universiteiten in Duitsland, Frankrijk en Italië, erft Dijkhuizen, Tjamsweer [Gr], heer te Delfzijl [Gr], heer van te Holwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen, Tjamsweer [Gr], heer te Uitwierde [Gr], gedeputeerde der Staten van Groningen in 1580, * Adriaan Rippera heeft tevens landbezit uit grazen en heerlijke rechten te Holwierde [Gr], ovl. (ongeveer 43 jaar oud) te Deventer [Ov] op woensdag 9 mrt 1583 bij zijn broer Eggerik, begr. in het familiegraf van het geslacht Haecl tot Ruytenborch.


Aantekeningen bij Adriaan Ripperda.
Hij heeft aan meerdere universiteiten in Duitsland, Frankrijk en Italië gestudeerd. Later (1580) wordt hij door de Staten van Groningen gedeputeerd bij Wigbolt van Ewsum, heer van Nienoort, tijdens het ontzet van Steenwijk. Hij wordt tussen 18 en 23 mei 1581 door de Spanjaarden bij Aduard gevangen genomen en wordt tegen betaling van een hoog losgeld weer vrijgelaten. Daarna raakt hij verzwakt en ziek en heeft hij zijn toevlucht gezocht bij zijn zus op de Schelenburg. Uiteindelijk is hij naar zijn broer Eggerik in Deventer verhuisd waar hij ongehuwd overlijdt op 9 maart 1583. Adriaan Ripperda is een geleerd man, hoewel hij, als meer Ripperda's, geneigd is tot overmatig drinken, hetgeen overigens niet in overeenstemming is met zijn devies: 'Moderata durant'. Hij is een trouw aanhanger van de prins van Oranje en wordt in het familiegraf van het geslacht van Ruytenborch bijgezet. Adriaen wordt geboren omstreels 1540. Hij overlijdt on 1583 als zoon van Unico Ripperda en van Judith van Twickel. Hij is heer van Uitwierde en Holwierde, erft Dijkhuizen en Delfzijl. In zijn jeugd bezoekt hij verschillende universiteiten in Duitschland, Frankrijk en Italië. In 1580 is hij Gedeputeerde der Staten van Groningen bij Wigbold van Ewsum, heer van den Nienoord en is hij te vinden bij het ontzet van Steenwijk..
(Bron: Wapenheraut V, 174).

  • Vader:
    Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], relatie (1) met Eve Droppes van Goor. Uit deze relatie 2 zonen., tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 16 jaar oud) (2) te Delden [Ov] in 1531.
 
  • Moeder:
    Judith (Jutta) van Twickelo, dr. van Johann III van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim, geb. te Delden, Overijsel (Goor) in 1515, eigenaressse van 'Twickelo',, erfvrouwe, erfvrouwe, erfvrouwe te Boekelo [Ov], ovl. (ongeveer 39 jaar oud) op dinsdag 23 nov 1554 op kasteel Boxbergen.
 


Herman Ripperda
 
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Herman Ripperda, geb. na 1548 (1584, mogelijk een bastaardzoon), heer (het slot) Boxbergen, Wesepe [Ov], heer te Boekelo [Ov], heer van 'Weldam', Goor [Ov], heer van, drost te Salland [Ned], in dienst geweest van het Spaanse leger, in krijgsdienst bij ritmeester Johan v. Plettenburg ten Walle voor Spanje, dient bij de Duitse hertog Erik van Brunswijk, Calenberg en Lunenberg van 1528 tot 1584, comandant in het leger tot 1597, ovl. (hoogstens 77 jaar oud) te Hengelo op maandag 22 sep 1625 op kasteel Hengelo.



Aantekeningen bij Herman Ripperda.


Herman of Willem Ripperda.

Al jong dient hij in buitenlandse krijgsdienst en vecht nota bene onder Johan von Plettenberg en de hertog van Brunswijk voor koning Filips II van Spanje tegen zijn eigen vaderland. Derhalve wordt hij door zijn vader onterft en verliest zijn deel van een enorme nalatenschap. Desalniettemin schijnt hij zich met geweld op Boculo gevestigd te hebben. Hij brengt ook enige tijd door met zijn zuster Judith en Christopher v. Schele. Hij is echter door het harde krijgsleven zo ruw geworden, dat het tot menig meningsverschil komt en hij derhalve de Schelenburg snel weer moet verlaten. In 1593 wordt hij, na het overlijden van zijn broer Eggerik, beleend met Boxbergen, inclusief de schuldenlast en is van 1602-1612 lid van de ridderschap van Overijssel. Hij is te Osnabrück in drunckenschap sijn peerd op de straet piqueerende gevallen en breekt een been, waardoor hij de rest van zijn leven mank loopt.
Herman Ripperda is net als zijn broers Eggerik, drost van Salland, en Johan, heer van Weldam, aanhanger van Oranje. Herman is net als Eggerik eerst in dienst geweest van het Spaanse leger. Beiden staan bekend als stevige drinkers. Hoewel veel Twentse edelen vluchten krijgt Herman (voorlopig) een vrijgeleide van de Spaanse overheid. Hij blijft in Twente.
Herman Ripperda is zoon van Unico Ripperda, drost van Salland, en Judith van Twickelo. Zijn broer is Eggerik van Ripperda, die zijn vader opvolgt als drost van Salland. De broers gaan in Deventer naar school. Herman Ripperda dient bij de Duitse hertog Erik van Brunswijk, Calenberg en Lunenberg (1528-1584). In 1572 is Herman Ripperda in krijgsdienst bij ritmeester Johan van Plettenberg ten Walle die onder hertog Van Brunswijk (Braunsweich) voor Spanje vecht.
Herman Ripperda trouwt in 1569 met Margaretha van Heiden (of Heyden), dochter van Wennemar van Heiden en Agnes van Reede. Het paar bouwt een huis dat bekend wordt als het Hof te Boekelo. Herman is holtrichter van Woolde, ritmeester van het Staatse leger en na de bevrijding van Twente in 1597 commandant van de schutterij in Delden.
De eigendommen van Herman Ripperda hebben zwaar te lijden van plunderende soldaten van Mendoza uit Ootmarsum en Martinegen in Enschede. Veel boeren wordt straatarm. Herman Ripperda krijgt, na onderhandelingen met zijn broer, Johan Ripperda op het Weldam, en zijn zuster, de goederen van Eggerik van Ripperda, nadat Eggerik in gevangenschap in Deventer kinderloos is overleden.
Eggerik zit diep in de schulden en zijn eigendommen, zoals het huis Heeckeren, zijn in brand gestoken en zwaar gehavend. Het huis Boxbergen in Wesepe bij Deventer ligt eveneens in puin. Herman woont een tijdje in de kelder van Boxbergen en bouwt er langzaam weer wat op. Na 1593 is Herman Ripperda drost van Haaksbergen en Delden en negen jaar later lid van de Ridderschap.


Herman Ripperda bouwt omstreeks 1570 het Hof te Boekelo op de plek waar eens de familie Van Twickelo het goed Vogelenzang beheert. Cornelis Pronk maakt deze tekening rond 1734 alshet hof 150 jaar oud is en al die tijd vrijwel ongewijzigd.

Vrijgeleide.
Rennenberg voelt zich als katholiek steeds meer in het nauw gedreven door calvinisten die in veel steden de macht grijpen. Herman van Ripperda krijgt als voormalige overste in het leger van de koning een vrijgeleide (sauvegarde) waardoor hij in zijn havezate Boekelo kan blijven.
Hij kan net voorkomen dat de Spaanse overheid zijn goed confisceert. Als Holtrichter van Woolde bedreigt hij Deldenaren die de hulp inroepen van de stadhouder Barlaymont.
De zoon van Herman, Unico, wordt na 1596, wanneer Overijssel zich definitief aansluit bij de Staten-Generaal, drost van Haaksbergen en daarna drost van Twente. (bron: Sweder Schele van Weleveld, archief Schelenburg Osnabrück, Havezaten in Twente Gevers en Mensema). Herman Ripperda wordt in 1597 commandant van de Schutterij van Delden. Unico neemt in 1597 bezit van goederen van gevluchte Spaansgezinde Deldenaren en is in 1602 een vermogend man. Wanneer Spinola Oldenzaal belegert in 1605 valt Herman Ripperda van zijn paard en sterft. (bron: Kronink van Delden van Harry Vrielink).

Ruzie om het drostambt tussen Ripperda en Ittersum .
Een ernstige ruzies, dreigementen en intimidaties tussen families van edelen dreigen de Staten van Overijssel te verscheuren in 1621. De aanleiding van de onrust is de verwijdering van de landdag van Unico Ripperda tot Hengelo en Boekelo in 1617. Een edelman beschuldigt Unico van overspel. Die aantijding leidt tot zulke heftige taferelen dat Ripperda uit de vergadering is gezet. Hij probeert daarna zonder succes weer op de landdag te mogen komen. Nadat in mei 1621 een nieuwe poging mislukt gooit hij het over een andere boeg. Hij verdenkt kapitein Hendrik van Ittersum tot de Hofstede er van dat die zijn functie van drost wil overnemen. Wanneer de landdag vergadert en op 29 mei de afgevaardigden van de steden en de ridderstand bijeen komen in Deventer, lopen Unico en zijn zoon Willem Ripperda met officieren en ruiters uitdagend heen en weer bij de brug die toegang geeft tot de stad. Ze wachten Hendrik van Ittersum op.
Van Ittersum komt samen met enkele jonkers bij de brug waar een schermutseling plaatsheeft. Willem Ripperda verwondt een vijand en escalatie dreigt. De volgende dag lopen de drost en zijn zoon met hun mannen wacht bij het raadhuis en de herbergen van de stad waarin de bezoekers van de landdag overnachten. Zo dwingt hij zich audiëntie af bij de landdag. Maar zijn verschijning op 1 juni in de vergadering loopt weer uit op bedreigingen, nu aan het adres van de drost van Salland. De gedeputeerden van Zwolle en Kampen vertrekken en ook andere edelen gaan naar huis. Prins Maurits brengt Ripperda twee weken later tot bedaren. Ripperda mag zijn logement niet verlaten en hij moet afzien van verdere intimidaties.


Pentekening van Andries Schoemaker uit 1729. Bij het bezoek van de tekenaars Abraham de Haen, Cornelis Pronk en Andries Schoemaker in 1729 aan het Hof te Boekelo zakt een paard met een voet door de brug in de laan bij het Hof te Boekelo. 'Maar onze voerman was zo voorzichtig dat hij sterk aansloeg waardoor er geen tijd was dat de brug verder brak en wij dus gelukkig daarover geraakte', schrijft Schoeman. Hij ziet een huis met poortgebouw en twee vrijstaande wachttorentjes zoals Herman Ripperda dat 150 jaar eerder heeft laten bouwen.

Hendricus Ignatius van Kempen koopt de havezate in 1792, maar hij verhuist in 1817 naar de Aalshorst bij Dalfsen en laat Boekelo veilen. Gerhardus Kwinkeler, Jan Dijk en Johan Gabriel Borchard Weerman nemen alles over. In 1822 verkoopt Weerman de huisplaats met de daaraan verbonden rechten aan Helmich van Heek, een fabrikeur uit Enschede. In 1949 brengen zijn nazaten Boekelo samen met landgoed 't Stroot onder in een tot 1972 naamloze en sindsdien besloten vennootschap.

HET VERLOOP VAN DE OORLOG.
Torck trekt zich daarna met een Spaans vendel van dertig ruiters terug naar Delden. Prins Maurits trekt nog niet verder Twente in. Hij verovert nu eerst de vestingstad Coevorden en keert dan terug om met 9000 man voet volk en 1600 ruiters Frederik van Twickelo uit Ootmarsum te verjagen. Hij verkent daarna de omgeving ten westen van Oldenzaal en bekijkt persoonlijk de vestingswerken. Maurits staat bekend als een voorzichtig strateeg die pas aanvalt als hij heel zeker is van zijn zaak.
Verdugo zit ondertussen niet stil. Hij verslaat een staats regiment bij Nordhorn, aan de andere kant van Oldenzaal. Een omsingeling van Oldenzaal lijkt mislukt. Prins Maurits trekt zich daarna terug naar Coevorden.
Voor Twente breken moeilijke tijden aan wanneer prins Maurits de belangrijke handelsstad Deventer in 1591 verovert. Het aantal guerilla-acties neemt toe. Gouverneur Frederik van Twickelo moet in 1592 Ootmarsum ontruimen.
In de zomer van 1593 is Verdugo met zijn leger in Azelo waar ook Rutger Torck zich met een vendel bij hem voegt. De slecht betaalde soldaten zijn de oorlog beu. Drost Mullert van Voorst krijgt op 21 oktober 1593 opdracht muitende benden bij Delden tot de orde te roepen. De drost krijgt hulp van Don Fernando.
De staatse commandant Herman Ripperda grijpt in 1593 de Spaanse richter Engelkens in Woolde en ondervraagt hem over het onderhoud van ruiters en knechten die in Delden waren gelegerd. Of het er daarbij zachtzinnig aan toeging is maar zeer de vraag. De staatse kapitein Lesewin of Lesewijn ver kent Deldenerbroek en de omgeving van Almelo daarna. Don Fernando probeert hem te verjagen.
Maar Lesewin krijgt hulp van graaf Oversteijn die rond Goor en Haaksberg en actief is. Don Fernando vlucht naar Oldenzaal en krijgt hulp van garnizoenscommandant Boijmer, die de staatse soldaten verjaagt. Verdugo moet i ets bedenken om de toenemende dreiging het hoofd te bieden. Hij roept Don Fernando terug naar Oldenzaal. Frederik van Twickelo leidt voortaan de verdediging van Delden.

Verdugo naar Brussel.
De Spaanse verdediging vertoont scheuren vooral nadat aartshertog Ernst van Oostenrijk in 1594 Verdugo terugroept naar Brussel. Verdugo verliest Groningen in dat jaar. Frederik, graaf Van den Berg, volgt Verdugo op in Oldenzaal. Gerard Warmelo, drost van Salland, vraagt Goor en Delden zich aan te sluiten bij de prins.
Frederik van Twickelo wil Herman Ripperda die zich met soldaten van Joach im Hendriks, bijgenaamd de Zwarte Hond, bij Delden ophoudt verjagen. Een gevecht heeft plaats bij het erf Kemerink in Bentelo. Van Twickelo moet vluchten en laat Delden onbeschermd achter. Gerard Warmelo en Lubbert Ulgher komen daarna in Delden geld ophalen voor het leger van de prins.
Maar Frederik van Twickelo komt terug om Delden en Goor opnieuw te bezetten. Prins Maurits heeft geen geld meer. Hij moet de staten vragen bij te passen en dat kost tijd.
Staatse benden verwoesten in 1595 en 1596 zo'n 60 boerderijen in het dorpje Hengelo. Ook steken zij het huys Hengelo in brand. Drie keer moet Hengelo het ontgelden. Notaris Johannus Benolken geeft in 1596 een overzicht van belastingbetalingen in Delden waaruit blijkt dat de inwoners niet veel draagkracht meer hebben. Bron: WP.

  • Vader:
    Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], relatie (1) met Eve Droppes van Goor. Uit deze relatie 2 zonen, tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 16 jaar oud) (2) te Delden [Ov] in 1531.
 
  • Moeder:
    Judith (Jutta) van Twickelo, dr. van Johann III van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim, geb. te Delden, Overijsel (Goor) in 1515, eigenaressse van 'Twickelo',, erfvrouwe, erfvrouwe, erfvrouwe te Boekelo [Ov], ovl. (ongeveer 39 jaar oud) op dinsdag 23 nov 1554 op kasteel Boxbergen.
 

tr. (resp. hoogstens 21 en ongeveer 19 jaar oud) (1) circa 1569
met

Margaretha (van Heyden Tot Ransdorp), dr. van Wennemar van Heyden en Agnes van Reede van Saesveld, geb. circa 1550, ovl. (minstens 49 jaar oud) na 1599.

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Unico*1567  †1623  56
Judith*1570  †1626  56
Eggerik Adriaen*1575  †1617 Boekelo [Ov] 42
Agnes*1577  †1647  70
Elisabeth Mechteld     
Jaspera*1580     
Wennemer  †1606   
Nn     

tr. (hoogstens 51 jaar oud) (2) in 1599
met

Mechteld Middelborgh.

Dossier:


Otto Ripperda
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Otto Ripperda, geb. circa 1540, ovl. (ongeveer 30 jaar oud) in 1570 aan de pest.

  • Vader:
    Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], relatie (1) met Eve Droppes van Goor. Uit deze relatie 2 zonen., tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 16 jaar oud) (2) te Delden [Ov] in 1531.
 
  • Moeder:
    Judith (Jutta) van Twickelo, dr. van Johann III van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim, geb. te Delden, Overijsel (Goor) in 1515, eigenaressse van 'Twickelo',, erfvrouwe, erfvrouwe, erfvrouwe te Boekelo [Ov], ovl. (ongeveer 39 jaar oud) op dinsdag 23 nov 1554 op kasteel Boxbergen.
 


Eve Droppes van Goor
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Eve Droppes van Goor.

tr. buitenechtelijke relatie
met

Unico III (Unico) Ripperda, zn. van Eggerik Ripperda en Aleyd van den Boxhorst Tot Boxbergen, geb. te Wesepe [Ov] in 1503, heer te Boxbergen [Ov], heer te Holwierde [Gr], heer te Uitwierde [Gr], heer te Oosterwijtwerd [Gr], heer te Dijkhuizen [Dr], door zijn huwelijk verwerft hij 'Weldam', Goor [Ov], door zijn huwelijk verwerft hij Boculo en Olidam, lid van de Ridderschap van 1537 tot 1566, drost te Salland [Ned] van 1553 tot 1566, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Wesepe [Ov] op zondag 10 jul 1566, begr. te Wesepe [Ov], tr. (2) met Judith (Jutta) van Twickelo. Uit dit huwelijk 13 kinderen.

 



Aantekeningen bij Unico III Ripperda.
Unico Ripperda,, (1503 - Wesepe, 10 juli 1566) is heer van Boxbergen, Oosterwijtwerd en Dijkhuizen en drost van Salland. Hij is een zoon van Eggerik Ripperda tot Oosterwijtwert en Dijkhuizen en Aleid van Buckhorst tot Boxbergen. In 1531 trouwt hij met Judith van Twickelo, dochter van Johan III van Twickelo, heer van Twickel en Weldam, en Judith Sticke. Bij haar huwelijk brengt Judith van Twickelo onder andere Het Weldam in. Voor zover bekend heeft het huwelijk elf kinderen opgeleverd.
Unico Ripperda en Judith van Twickelo zijn de grondleggers van het Rijk van Ripperda in Twente en Salland. Zij zijn geboren in Delden. Hun kinderen krijgen belangrijke posities in het leger tijdens de opstand tegen Spanje. Maar wanneer stadhouder Rennenberg partij kiest voor de koning in 1580 kiezen de Ripperda's voor Willem van Oranje.
Unico Ripperda is commandant van de schutterij in Delden. Hij wordt drost van Salland. Unico is geboren rond 1503 en overleden op 10 juli 1566. Judith is geboren rond 1510 en een dochter van Johan van Twickelo en Jutta Sticke van Diepenheim. Haar zus, Agnes van Twickelo, trouwt met Gosewin van Raesfelt. Zij krijgen twee kinderen Johan en Adolf van Raesfelt.
Zijn landbezit bestaat uit Oosterwijtwerd, Dijkhuisen en uit grazen en heerlijke rechten te Holwierde en Uitwierde. Hij wordt in 1537 beleend met Boxbergen, waarna hij in datzelfde jaar onder de edelen van Overijssel wordt beschreven.
N.B. Unicio is de eerste Ripperda in die Ridderschap. Na † van Scino Mulert benoemt keizer Karel V hem op 12 oktober 1553 tot landdrost van Salland. Hij is één van de meest invloedrijke edelen van zijn tijd en is een heimelijk aanhanger van Martin Luther. Hij † 10 juli 1566 en ligt begraven te Wesepe. Unico Ripperda staat bekend als een intelligent man, die echter te veel drinkt. Als hij weer eens te veel gedronken heeft pleegt hij warme wijnazijn te drinken om zijn maag van het overtollige te ontlasten.Doch kon hij ook sooberlijk leven, seggende op den eenen dagh soude men een osse verteeren, en op den anderen een ey.
Unico heeft later een buitenechtelijke relatie met Eve Doppes van Goor. Haar moeder is een buitenechtelijke telg van het geslacht Van Reede. Had haer sitten op Arkelstein, waervan de drosten van Sallant wegens de provincie van Overijssel castelijns sijn, en teelde bij haer twee kinderen met namen: Harmen en Focco.
Herman trouwt 1599 met Mechteld Middelberg, dochter van Gerrit, burgemeester van Zwolle. Hun dochter, Elisabeth Mechteld Ripperda, huwt Herman Roelinck, heer van Den Cattenwinckel, beide Cattenvoorden, Strijtveen en Vechterweerd, griffier van de Staten van Overijssel.

LANDGOED WELDAM
Weldam, gelegen in de schitterende bosrijke omgeving van zuid-west Twente in de gemeente Hof van Twente, is één van de grotere landgoederen van Oost- Nederland. Het eeuwenoude landgoed, met het kasteel en tuinen als middelpunt, bestaat uit bossen, akkers, weilanden, beken, karakteristieke lanen, monumentale huizen en boerderijen. Aan de luiken, geschilderd in de kleuren zwart en geel kan men herkennen dat men te maken heeft met een gebouw van het landgoed. Foto: Oktober 2007. (bron: 'landgoed Weldam').

Stamboom van de bewoners van Weldam (bron: 'Landgoed Weldam').

De grafzerk van Unico Ripperda en Judith van Twickelo in de kerk van Wesepe. Bron: WP.

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman     
Fokko     


Nn Nn
Nn Nn.

relatie
met

Nn van Reede.


Aantekeningen bij Nn van Reede.
Zij is een buitenehtelijke telg van het geslacht Van Reede:.
"Had haer sitten op Arkelstein, waervan de drosten van Sallant wegens de provincie van Overijssel castelijns sijn, en teelde bij haer twee kinderen met namen: Harmen en Focco".

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eve     

')}