De Asingaborg was een borg in het Groningse dorp Middelstum. Van de borg zelfs is niets meer terug te vinden. Enkel het oude poortgebouw en een deel van de gracht resteren.
Foto links: Het poortgebouw. Foto: Kening Aldgilles, 13 juni 2011. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported license.GeschiedenisIn 1323 wordt voor het eerst ene Asego van Middelstum vermeld en in 1371 een Eppo Asagama. De Asingaheerd kan de naam hebben ontleend aan deze Asego van Middelstum. Deze heerd was een van de drie edele heerden die samen de rechtstoel vormden van Middelstum, Toornwerd en Engeweer. Het bijbehorende redgerrecht en waarschijnlijk de heerd zelf waren in de 15e al vervallen aan het geslacht Van Ewsum. In de 16e eeuw liet Hercules van Ewsum een huis bouwen bij de Sint-Hippolytuskerk van Middelstum op het terrein van de Asingaheerd. Deze Hercules was een zoon van pastoor Hercules van Ewsum, die op zijn beurt een bastaardzoon was van Abeke van Ewsum. Hercules was een rentmeester van Johan van Ewsum en rond 1568 ontstond er een conflict tussen beiden over de overdracht van Asinge aan Johan van Ewsum. De strijd over het bezit werd na Johans dood voortgezet door zijn weduwe Anna van Burmania en in 1574 was zij zeker de eigenaresse. De borg bleef in het bezit van de familie Van Ewsum tot 1596 toen het verkocht werd aan Anna Veelcker, weduwe van Geert Veelcker.
De familie Veelcker was afkomstig uit de stad Groningen en belegde haar geld voor een deel in de Ommelanden. Anna Veelcker had rond die tijd al de borg Mentheda te Middelstum verkregen en zij kwam in 1596 dus ook in het bezit van Asinga. Later kwam de borg in het bezit van Everardus Everardi ab Emda (d'Embda). Hij was getrouwd met Albertien Veelcker en was raadsheer van de stad Groningen. Everardus en Albertien hebben naar alle waarschijnlijkheid opdracht gegeven voor de bouw van het nog bestaande poortgebouw uit 1611, blijkens het alliantiewapen in de gevel. Zij waren katholiek gebleven en het poortgebouw fungeerde dan ook als schuilkerk. Hun zoon Gerhard trouwde met Roeleffien Clant. Na Gerhards vroege dood in 1618 hertrouwde Roeleffien met Harmen Jarges en trachtte zij het vruchtgebruik van de borg te bemachtigen. Zij werd in het gelijk gesteld en na de dood van Harmen hertrouwde zij met Zeino Lewe. Haar schoonvader Everardus behield echter Asinga zelf en na zijn dood in 1627 werd de borg verkocht aan Abel Coenders, heer van de nabijgelegen borg Ewsum.
Abel overleed echter in 1629 en aangezien zijn dochter Anna reeds overleden was in 1628 kreeg haar weduwnaar Evert Lewe als voogd van Abels kleinkinderen de borgen Ewsum en Asinga. Evert zelf was afkomstig van de Asingaborg te Ulrum. Verder bezat hij Panser te Vierhuizen, het Huis ter Hansouwe te Peize, het Bontehuis (oostelijke hoek Pelsterstraat-Vismarkt) in Groningen en de Lewenburg in de huidige wijk Ulgersmaborg-Zuid. Na de dood van Evert in 1641 duurde het tot 1648 tot de erfenis verdeeld werd. Zijn zoon Johan Lewe was in datzelfde jaar getrouwd met Geertruid Alberda en hij verkreeg zowel Ewsum als Asinga. Een jaar later verwierf hij ook Mentheda al ruilde hij in dat jaar Asinga alweer met Tadea Ornia, weduwe Veelker, en haar zoon Albert Veelker. Lewe behield de rechten, maar de borg zelf was terug bij de familie Veelker. In 1664 was Asinga nog in het bezit van Albertus Veelker.
Al was de borg in 1738 alweer in het bezit Jo(h)an Lewe en zijn vrouw Amelia Maria Clant. Deze Johan was een kleinzoon van de eerder genoemde Johan Lewe en Geertruid Alberda en hij was ook eigenaar van Ewsum. Bij de boedelscheiding verkreeg hun zoon Reint Jan Lewe naast Ewsum ook de Asingaborg. In 1739 droeg hij de borg korte tijd over aan Evert Lewe en diens vrouw Wendela Juliana van Berum. Reint Jan stief ongehuwd in 1742. Hij heeft mogelijk ook opdracht gegeven voor de sloop van Mentheda, want toen Reints bezittingen aan zijn broer Edzard Jacob vervielen, erfde hij Ewsum, Asinga en de borgstee van Mentheda. Edzard Jacob was in 1740 getrouwd met Allegonda Maria Rengers en hij verkocht Asinga op afbraak in 1744. Enkel het poortgebouw en een oude schuur bleven behouden.
Afb. links: Het poortgebouw in maart 1926. Foto: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International license.
Het poortgebouwHet poortgebouw bleef echter wel in het bezit van de familie Lewe. Zij probeerden het gebouw te verhuren, zonder veel succes. Edzard Jacobs kleinzoon met dezelfde naam was maire en schout van Middelstum van 1811 tot 1815 en ene François Plaat was destijds gemeentesecretaris. François bewoonde Asinga met zijn vrouw Cornelia Pauline Klein van Willingen. Toen François zelf schout werd in 1815 en zijn gezin uitbreidde, gaf hij opdracht voor het volbouwen van de poortruimte samen met andere verbouwingen. Hij heeft op Asinga gewoond tot 1858. Hij verkocht Asinga in 1835 aan dr. H. Wichers, maar bleef er zelf wonen. Na de dood van Plaat woonden beide zonen van H. Wichers er. In 1863 werd een huis met stal voor paarden en vee aan het poortgebouw gebouwd. In 1869 werd een deel van het terrein afgesplitst voor het stichten van een gereformeerde kerk in Middelstum en in 1877 werd nog een deel afgesplitst voor een school. Het poortgebouw met bijgebouwen verwisselde nog een paar keer van eigenaar tot het bij een publieke verkoop in 1926 in het bezit kwam van mejuffrouw A. Vinhuizen. Zij heeft opdracht gegeven voor restauratie van het poortgebouw en voor de afbraak van de bijgebouwen van 1863. In 1972 kocht Cornelis Geert Reinders het gebouw. LiggingHet terrein van de borg lag aan de noordkant van het oude gedeelte van Middelstum en was geheel omgracht. De gracht volgde de huidige Burchtstraat, waar het poortgebouw zich aan bevindt, Grachtstraat en het Kerkpad via het Concordiaplein. Bij elektromagnetisch onderzoek in 2000 is er een vierkant gebied ontdekt met afmetingen van 15 meter bij 15 meter. Dit patroon is overeenkomstig met dat van steenhuizen en men neemt aan dat dit de fundering van de Asingaborg is. Het gebouw stond op een kleine verhoging, het hoog heem, en had een binnengracht. De borg zelf bevond zich op de westelijke hoek van het terrein en stond dicht bij de Sint-Hippolytuskerk, ongeveer op 50 meter afstand. Verder stond Asinga in de directe nabijheid van twee andere borgen. Zo bevond Mentheda zich hemelsbreed op zo'n 250 meter afstand en Ewsum op zo'n 670 meter afstand. Huidige situatieDe grachten rond de borg zijn nog gedeeltelijk te herkennen. Wel zijn de oostelijke gracht en het deel bij het Concordiaplein gedempt. De hoogte waar de borg op stond is afgegraven om de binnengracht te dempen. De oude borgstee is tegenwoordig een park al is het enigszins overwoekerd en is het terrein minder goed herkenbaar. Het Asingapark is dan ook opgenomen in de vernieuwing van de kern van Middelstum. Hierbij kreeg het park een tweede ingang aan de Burchtstraat en is er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor een kunstobject in het park dat de contouren van de Asingaborg weer herkenbaar moet maken.
De Asingaborg op een oude ansichtkaart. Hier is de gracht nog aanwezig.
|