Foto. Westerlee, Molenstraat. Knipsel. Datum: 1927. Collectie Groningse Oudheidkundige Commissie. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.

 

Westerlee (Gronings: Westerlij) ligt gemeente Oldambt en heeft 1.490 inwoners per 1 januari 2021. Westerlee ligt tussen Meeden en Heiligerlee. Van 1811 tot 1821 is Westerlee een zelfstandige gemeente geweest. De naam Westerlee verwijst waarschijnlijk naar de zandrug (lee) waarop het dorp gebouwd is. Deze zandrug scheidt hier het veengebied van het kleigebied. Op dezelfde rug liggen ook Meeden en Heiligerlee. Ten noorden van het dorp begint het Oldambt, ten zuiden de Veenkoloniën.

 


Vroege geschiedenis is nog zichtbaar in Westerlee
De plaatsnaam Westerlee wordt voor het eerst genoemd in een kloosterkroniek uit 1230, maar de geschiedenis gaat veel verder terug. Nog voordat we kunnen spreken van de plaats Westerlee, ontstaat er al een bijzondere plek waar mensen zich vestigen. Eerst als rondtrekkende ‘nomaden’, later als boeren. Als je goed kijkt, vind je nog steeds sporen van deze geschiedenis terug. Westerlee is eigenlijk al duizenden jaren een ideale plek om te wonen geweest.

 

 

IJstijd
We moeten bijna driehonderdduizend jaar terug in de tijd om het ontstaan van Westerlee van dichtbij mee te maken. We bevinden ons dan in een IJstijd, die het Saalien wordt genoemd. Landijs schuift vanuit Scandinavië over Nederland. Hiermee worden stenen en keileem aangevoerd. Als we nog eens honderdduizend jaar wachten, zien we hoe het ijs de kei leemlaag samen met de oudere afzettingen opstuwt. In deze tijd zijn ook de zoutlagen gevormd, die nu aan de Tranendallaan uit de grond worden gehaald. Als het ijs smelt, blijft de Westerleese stuwwal achter, evenals grote keien die een lange reis hebben gemaakt. Er staat nog een groot exemplaar op de hoek van de Hoofdweg met de Molenstraat, ooit opgegraven bij rioolwerkzaamheden. Maar ook keien langs oprijlanen en in siertuinen, die zijn bovengekomen tijdens het ploegen, zijn overblijfselen van de ijstijd. Tijdens de laatste ijstijd wordt Westerlee niet bereikt door het landijs. Er heerst dan een soort toendraklimaat in dit gebied. De grond is bevroren en er kunnen nauwelijks planten groeien. Wind en water hebben vrij spel en voeren zand weg. De Westerleese stuwwal raakt bedekt met een stevig pakket dekzand. Zo’n dekzand rug noemen we ook wel een lee.
Inmiddels zijn we twaalfduizend jaar terug in de tijd en gaat het Pleistoceen over in het Holoceen. Het klimaat wordt warmer en gelijkmatiger. Door het smelten van het ijs, stijgt de zeespiegel en er valt geregeld neerslag. Het toendralandschap raakt geleidelijk begroeid. Steeds meer edelherten en zwijnen vinden beschutting in de naald- en loofbossen, of tussen de lage struiken. Steeds vaker blijft er water liggen aan de voet van de dek zandrug. Er ontstaat een meer aan de oostkant van Westerlee, waarin steeds meer leven te vinden is. Nu zien we ook de eerste mensen door het gebied trekken.

 

 

Ansichtkaart. Groet uit Westerlee. Datum: tussen 1910 en 1920. Uitgever: J.H. Nieboer. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groninen.

 


De eerste bewoners van Westerlee
De eerste mensen die voet op onze stuwwal zetten, zijn geen vaste bewoners. Het zijn jagers die rondtrekken, op zoek naar voedsel. In de omgeving van Westerlee zijn vondsten gedaan die er op wijzen dat dit gebied regelmatig bezocht is door groepen jagers, vissers en voedselverzamelaars. Onze lee moet een ideale plek zijn geweest om een kamp op te slaan. Als we achtduizend jaar teruggaan in de tijd, treffen we een kleine groep mensen aan die zich tijdelijk heeft gevestigd op de verhoging in het landschap. Ze hebben een vuur gemaakt in een haardkuil. Met vuurstenen werktuigen maken ze speren, harpoenen en een pijl en boog om te gaan jagen of vissen. Van een groot stuk vuursteen kunnen ze zelfs een stuk gereedschap maken om een grote boom te vellen. Zo’n boomstam kunnen ze uithollen om er een kano van te maken.


Door de stijging van het grondwater is er ten zuiden van Westerlee een permanent meer ontstaan. Voor het vangen van waterwild is een kano noodzakelijk, ook omdat het meer op sommige plekken moerassig begint te worden. Bij de haardkuil wordt een wild zwijn gevild. Het vuur in de haardkuil wordt niet alleen gebruikt voor de bereiding van voedsel of ter afschrikking van wilde dieren. Maar ook voor het bakken van aardewerk.


Deze groep mensen ontdekt dat er ten noorden van Westerlee hele geschikte klei ligt. Deze klei wordt afgezet door de zee die steeds vaker landinwaarts stroomt. Maar de jagers blijven niet, ze trekken verder. Waar eerst een groot meer is gevormd, ontstaat nu een moeras. Door een nog verdere stijging van de grond- waterspiegel en een gunstig klimaat voor veenvorming, ontstaat hier het grootste veengebied van Noordwest-Europa: Het Bourtangerveen. We zien de bewoners vertrekken, op zoek naar nog hoger gelegen gebied.

 

 

Ansichtkaart, Groet uit Westerlee. Uitsnede. Datum: tussen 1900 en 1905. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.

 


Hoogveengebied
Het hoogveengebied, het Bourtangerveen, wordt zevenduizend jaar geleden gevormd. Het wordt maar liefst tweehonderdduizend hectare groot en ligt in het grensgebied van Groningen, Drenthe en het Duitse Emsland. Veen ontstaat in een natte, zuurstofarme omgeving door de ophoping van dode plantenresten. In drogere perioden groeien ook bomen op het veen. Als zij afsterven wordt weer een nieuwe laag veen gevormd. De verschillende lagen veen groeien op diverse plaatsen boven de omgeving uit en bedekken het oorspronkelijke landschap. Het veengebied wordt doorsneden door beekjes en her en der liggen vennen. Als we naar deze periode zouden reizen, kunnen we Westerlee waarschijnlijk niet eens vinden. Het hele Oldambt is bedekt met veen. Op sommige plekken stromen riviertjes die overtollig water afvoeren. Vlakbij Westerlee loopt een rivier die later de Rensel zal heten. Soms is er activiteit van mensen te zien, die met een kano de rivieren bevaren. Op de met veen bedekte stuwwal kan echter geen kamp worden opgezet. De edelherten en zwijnen hebben het gebied verlaten.
Dan volgt er een drogere periode. Als we duizend jaar wachten, zien we het veen op sommige plaatsen droger worden. Bomen krijgen weer kans om te groeien, evenals struiken. Langzaam begeven ook de jagers zich weer in het gebied. Ze zoeken plaatsen bij de rivieren om zich te vestigen en beginnen stukken veen af te graven. Deze keer niet om een tijdelijk kamp op te zetten, maar om er voorraden voedsel te verbouwen en meer permanente woonplekken op te richten.

 

 

Ansichtkaart. Dorpsgezicht Westerlee tussen 1925 en 1935. Uitgever: E. Bulder. Bron: RHC GA, Groninger Archieven.

 


Vaste bewoners op de Garst
We moeten vijfduizend jaar terug in de tijd om de eerste vaste bewoners van Westerlee te ontmoeten. Zij zetten de omgeving meer naar hun hand. Het zijn de eerste boeren. Bovenop de lee hebben ze een woonstalhuis gebouwd, waterputten geslagen en spiekers opgericht, waarin ze hun graan opslaan. Deze kleine groep mensen is namelijk niet meer afhankelijk van jagen en alsmaar rondtrekken. Ze verbouwen tarwe, gerst en lijnzaad. Hiervoor hebben ze kleine akkers, ommuurd met zand- of houtwallen. Zo’n akker noemen we een Garst.


Aan de oostkant van Westerlee bevindt zich nog steeds een groot veengebied. De boeren zijn echter handig geworden. Inmiddels hebben ze ook ontdekt hoe je sterk gereedschap kunt maken van ijzer. Ze zijn bezig met kleine stukken van het veen droog te leggen. In droge periodes vallen sommige stukken vanzelf droog. De boeren gebruiken het gedroogde veen als brandstof. Totdat ze een nog mooiere schat ontdekken. Sommige natte gedeeltes van het veen kleuren rood: ijzererts! Om deze plekken veilig te bereiken, leggen ze een veenweg aan. Boomstammen van gelijke lengte worden over het veen geplaatst, waardoor het veen begaanbaar wordt. Met behulp van al dat ijzererts, kunnen de boeren nog betere gereedschappen maken. Ze houden ook vee. Voornamelijk runderen, maar ook schapen en geiten. Aan de westkant van Westerlee vinden de boeren de afgezette zeeklei. Ze maken hiervan aardewerk. De bekers die deze boeren maken, noemen we Trechterbekers. En deze eerste boeren noemen we het Trechterbekervolk. Maar wij zouden ze de eerste boeren op de Garst kunnen noemen.

 

 

Ansichtkaart Westerlee Hoofdweg. 'Oldambster boerderij van den Heer G. N. Kloosterboer Westerlee (destijds) gemeente Scheemda', datum tussen 1910 en 1915. Uitgever B. Wind. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen. De boerderij behoort tegenwoordig tot het Landgoed Westerlee en is een Rijksmonument.

 


Wandeling naar het verleden
Terug naar onze tijd. Op het eerste gezicht is er niets terug te vinden van de eerste bewoners. Maar als we een wandeling maken door het huidige Westerlee, vinden we toch nog sporen van deze tijd. Allereerst natuurlijk de stuwwal waarop het dorp ligt. Als we via de Lagelaan richting de 1e Garstelaan lopen, worden we nog altijd herinnerd aan de IJstijd. De straatnaam 1e en 2e Garstelaan zijn een verwijzing naar de akkers van de eerste boeren. De naam Westerlee is gebaseerd op het dekzand dat een zandrug, ofwel een lee heeft doen ontstaan.
Wandelen we zuidwaarts, dan valt de straatnaam Veenweg op. Een weg die richting het gebied loopt waar ooit het Bourtanger moeras is overgegaan in veen. Lopen we de Hoofdweg verder richting het zuiden af dan herinnert de grote steen op de hoek met de Molenstraat ons aan alle keien die hier na het Saalien zijn gestrand. Wandelen we richting de spoorwegovergang en lopen we over de Tranendallaan, dan ontgaat ons niet de boor installatie van Nouryon, die zout put uit de zoutlaag die tussen het voortgestuwde keileem is opgeslagen.


En wie weet hoeveel resten van haardkuilen, trechterbekers en vuursteenbijlen zich onder ons bevinden. De boeren op de Garst hebben een mooie en gunstige plek uitgezocht om zich te vestigen. Als we slechts duizend jaar teruggaan in de tijd, vinden we nog steeds boeren die gewassen verbouwen en turf steken op de Garst. Maar er breekt een nieuwe tijd aan. Tussen de eenvoudige boerderijen staat nu een bidkapel. Ongeveer op de plaats waar nu onze huidige hervormde kerk staat. En Westerlee is een kerspel, het maakt deel uit van het klooster bij Heiligerlee. De boeren verbouwen gewassen en steken turf in opdracht van de daar wonende nonnen[1].

 

 

Dorpsgezicht Westerlee. Bron: Digitaal Dorpsplein Westerlee. Datum: onbekend.


Van klooster naar kerk
Zo kom het dat het dorp wordt voor het eerst genoemd in een oude kloosterkroniek onder het jaartal 1230. Het was in die tijd dus een parochie die banden heeft met een klooster bij Heiligerlee. De oude, hervormde kerk met vrijstaande klokkenstoel is in 1776 vervangen door een nieuwe kerk. Op de huidige kerk staat een afbeelding van Sint Joris. Sinds 2010 vinden er geen kerkdiensten meer plaats en is het gebouw verkocht. De oude pastorieboerderij heeft verder landinwaarts gestaan, ongeveer 400 meter naar het zuidwesten. Het gebouw wordt in 1814 gesloopt en elders herbouwd. Naast de kerk heeft verder een school of kosterij gestaan. De in 1930 gebouwde gereformeerde kerk moet in januari 2012 sluiten omdat er geen animo meer is voor de kerkenraad. Sindsdien heeft Westerlee geen kerkdiensten meer[2].

 

Lees meer over de kerk in: De Sint Joriskerk van Westerlee.

 

Foto. Nederlands Hervormde Kerk, Hoofdweg 87. Vervaardiger: Rijksdienst voor Monumentenzorg. Datum: tussen 1930 en 1945. Collectie: Provinciale Groningse Oudheidkundige Commissie. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen. Rijksmonument: voormalige Sint Joriskerk en toren, 1776-1777, verm. eind 19e eeuw (verhoging toren).

Krantenknipsel, Westerlee, Hoofdweg 134, De nieuwe Gereformeerde kerk, datum: juli 1930. Ontwerper van de kerk is W. van Straten uit Coevorden. Gepubliceerd in Nieuwsblad van het Noorden, 29 juli 1930. Collectie: Provinciale Groningse Oudheidkundige Commissie. Bron: RHC GA, Groninger Archieven. Deze kerk is afgebroken.


De smacht
Het oostelijke deel van het dorp geldt in de 17e eeuw als een afzonderlijk gehucht dat De Smacht wordt genoemd, naar een voormalig voorwerk van het klooster Heiligerlee. Het wordt tot het begin van de 20e eeuw tot het dorp Heiligerlee gerekend. Dat geldt ook voor de buurtschap Bikkershorn en de voormalige Molenhorn.


Kerspel in het veen
De plaatsnaam Westerlee wordt zoals we hebben gezien het eerst genoemd in een kloosterkroniek uit 1230, als kerspel van het nonnenklooster Mons Sinaï, bij Heiligerlee. Hoewel de schrijver van deze kroniek spreekt van een ‘eenzaam, waarlijk onbegaanbaar en dor land, waar geen mens kwam en geen man woonde’ en van de ‘zeer moeilijk begaanbare wegen’, weerhoudt dit abt Herderic uit Schildwolde er niet van een nonnenklooster te stichten op één van de zandheuvels tussen Oosterlee en Westerlee. Vanaf dat moment wordt Westerlee een kerspel, een kerkelijke gemeente, waarvan de kerk en de landerijen eigendom zijn van het klooster. Als je goed kijkt, vind je nog steeds sporen van deze geschiedenis terug. Westerlee is ook voor de ruim honderdtachtig nonnen en de lekenbroeders in het kerspel al een ideale plek om te wonen.


Klooster Mons Sinaï
Herderic is begin dertiende eeuw abt van een dubbelklooster in Schildwolde, waar zowel nonnen als monniken wonen en werken. Zijn tante Etelsedis treedt toe tot zijn klooster en daardoor verkrijgt hij al haar grond. Een gebied rijk aan veen, een kleine gemeenschap met boeren en enkele hoger gelegen gedeeltes: Oosterlee en Westerlee. Herderic sticht op één van die hoger gelegen gedeeltes het nonnenklooster Mons Sinaï, waardoor de plaats later Heiligerlee genoemd zal worden. Op het voormalige kloosterterrein bevinden zich nu alleen nog de gracht en een kleine heuvel waarop een molen heeft gestaan. Maar in de tijd dat de nonnen er hun leven hebben gewijd aan een contemplatief, beschouwend bestaan, moet er een kerk met kruisgang hebben gestaan. Evenals gebouwen om te slapen, zieken te verzorgen, te onderwijzen en enkele werkplaatsen. Het terrein zal verder hebben bestaan uit moes- en kruidentuinen, een boomgaard en een kerkhof. De nonnen moeten er een goed bestaan hebben gehad. Abt Herderic wordt in een kloosterkroniek omschreven als iemand die zich alle drank en spijzen goed laat smaken. En hij schijnt vooral een voorkeur te hebben gehad voor zijn dochterklooster in het gebied bij Westerlee, waar hij met grote regelmaat te vinden is om zich te goed te doen aan alles wat hier geproduceerd wordt. De kroniekschrijver die dit gebied heeft beschreven als ‘eenzaam, waarlijk onbegaanbaar en dor’ heeft Westerlee zwaar onderschat.


Bidkapel
De nonnen van Mons Sinaï leven volgens de Premonstratenzer orde. Dit betekent dat zij een beschouwend leven leiden en zich bezighouden met zielzorg en prediking. Zij bezitten de parochierechten van de kerk in Westerlee. In de eerste jaren van het klooster is dit een eenvoudige bidkapel, waarvan wordt verhaald dat zij in de dertiende eeuw ‘op zekeren dag, temidden van eenen plegtigen stilte der natuur, plotseling is ingestort’. Ter vervanging van deze kapel heeft er op de plaats van de huidige Nederlands hervormde kerk in Westerlee een sober gebouw gestaan zonder toren ‘met op eenigen schreeden afstands ten Westen, eenen houten gestoelte, waarin een luidklok hing’. Deze kerk is afgebroken in 1776. De bewoners van het klooster maken geen gebruik van deze kerk, maar hebben door hun benoemingsrecht van de pastoor wel actieve deelname in de zielzorg van de wijdere omgeving van het klooster. Het zijn de boeren die de landerijen van Westerlee bewerken, ook wel lekenbroeders genoemd, die de diensten van de kerk bijwonen.

 

 


Uitsnede ansichtkaart. Westerlee, Molenstraat. Met molen links. Datum: tussen 1930 en 1940. Collectie Provinciale Groningse Oudheidkundige Commissie. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.

 

Noeste arbeid
De Premonstratenzer nonnen moeten zich door noeste arbeid een bestaan verzekeren. Dat gebeurt in de eerste plaats op het gebied van landbouw. In de nabije omgeving van het nonnenklooster bevindt zich het corpusland; landerijen die door de kloosterbewoners zelf worden bewerkt. Hierop wordt waarschijnlijk haver, gerst, vlas en hennep verbouwd. Lager gelegen land, dat drassiger is, wordt gebruikt als hooiland. Richting Westerlee staat een tichelwerk, de voorloper van een steenfabriek, waar van de klei uit de omgeving bakstenen worden gemaakt. Landerijen die verder bij een klooster vandaan liggen, worden beheerd door een voorwerk: een grote boerderij die eigendom is van het klooster. Het klooster bij Heiligerlee bezit verschillende voorwerken, waaronder één in Westerlee, die De Smacht wordt genoemd.


Een verdwenen molen
Onderdeel van dit voorwerk is ook een molen, die tot 1629 in Westerlee heeft gestaan. De huidige molen van Westerlee, waar nu alleen de onderkant nog van rest, is gebouwd op de plek waar de oudste molen heeft gestaan. Dus het voorwerk De Smacht zal in de buurt hebben gestaan van de Molenstraat. Wat de boeren produceren komt ten goede aan het klooster. In tijden van overvloed bieden de bewoners van het klooster hun producten aan op de markt. De nonnen zelf zullen hoogstwaarschijnlijk niet op het land hebben gewerkt. Wel houden zij zich bezig met boter maken, leer looien, bier brouwen en schoenmaken.


Klei afgravingen
De landerijen in Westerlee zijn in die tijd opgedeeld in percelen. In totaal gaat het om 318 hectare land dat in het bezit van het klooster is. Die percelen hebben allemaal een naam. Enkele perceelnamen die nog bekend klinken zijn Bikkershorn, Molenhorn, Monnikeveensloot, ’t Voorwerk of ‘up die Smacht’, Trandendal, Kuiperland en Oostergast. De laatste is de naam van het perceel waar de kerk staat. Aan de randen van de percelen wordt in opdracht van het klooster klei en veen afgegraven. Klei wordt gebruikt voor het tichelwerk in Heiligerlee en het veen dient als brandstof. Het verbouwen van gewassen en het grondgebruik is al ruim duizend jaar gebruikelijk in Westerlee. Maar door de komst van de nonnen gebeurt dit systematischer en grootschaliger. Vanuit het klooster is ook de waterhuishouding beter georganiseerd. De kloosterlingen zorgen voor een uitbreiding van het bruikbare landoppervlak door bedijking, ontwatering en ontginning. Zo is meer landbouw mogelijk en kunnen grotere opbrengsten van het land gehaald worden.


Het middeleeuwse klooster nabij Westerlee heeft ruim drie eeuwen bijgedragen aan economische en culturele bloei van het gebied. Het speelt ongewild een belangrijke rol in de Tachtigjarige Oorlog. Uiteindelijk is het klooster afgebroken en alle bezittingen worden eigendom van de stad Groningen.


Sporen uit de kloostertijd
Op het eerste gezicht is er niets terug te vinden van het klooster in Heiligerlee, laat staan dat we sporen zouden kunnen vinden in onze eigen plaats. Op het voormalige kloosterterrein herinnert alleen de gracht en de heuvel van de molen eraan dat er een klooster heeft gestaan. Nu staat er een boerderij, die nog altijd de kloosterboerderij wordt genoemd en heet de voormalige toegangsweg nog altijd de Kloosterlaan. Zoeken we in Westerlee naar sporen, dan kunnen we die vooral terugvinden in de straatnamen. De Bikkershorn ontleent zijn naam aan een oude perceelnaam. Evenals de Tranendallaan. De Veenweg herinnert nog aan de winning van veen, wat dit gebied aantrekkelijk heeft gemaakt voor de vestiging van het klooster. Ook in de ligging van de huidige St. Joriskerk kunnen we het verleden vinden. Deze is gebouwd op dezelfde plek waar ten tijde van het klooster de kerk heeft gestaan waarover de nonnen parochierechten hebben gehad.


Op het perceel Kuiperland, waar de kuiper zijn tonnen heeft gemaakt, speelt nu v.v. Westerlee. Het sportcomplex is er naar genoemd: Koeperlaand. Van het voorwerk in Westerlee, boerderij De Smacht, is vandaag de dag niets terug te vinden. Maar in de straatnamen Molenstraat en Molenpad vinden we wel een aanwijzing van de locatie.

 

 

Arbeiderswoning onder driezijdig schilddak met wolfseind tegen rechte gevel. Rijksmonument nr. 522070. Foto: Hilda Morassi, 10 september 2012. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Nederland licentie.

 


Afname van de invloed van het klooster
De invloed die de nonnen ruim drie eeuwen op het gebied hebben gehad, heeft zijn sporen zeker nagelaten. Ten tijde van de Slag bij Heiligerlee en de daaropvolgende Reformatie, verliezen de nonnen hun machtspositie. Het bestaan van de boeren in Westerlee wordt in deze tijd onzeker en zij worden geconfronteerd met geweld en conflicten. Hooiland en percelen met gerst en vlas veranderden in een slagveld[3].

 

Westerlee nu
Westerlee beschikt over een basisschool, de christelijke basisschool Het Baken. De openbare basisschool (F.T. Venemaschool) sluit in 2016 haar deuren. Het gebouw biedt nu plaats aan zorgappartementen. Andere voorzieningen in het dorp zijn het sportpark waar VV Westerlee voetbalt en de gymzaal waar de lokale gymnastiekvereniging huist. Verder heeft Westerlee de beschikking over een natuurijsbaan.

 

 

Dorpshuis De Tille.

 


De Tille
Ook beschikt het dorp over een eigen dorpshuis, De Tille, dat eerder in eigendom is geweest van de Protestantse gemeente Scheemda. Voor de jeugd is er het Boshoes, eerder een gemeentelijke jeugdsoos, nu geëxploiteerd door de 'Stichting activiteiten werkgroep Westerlee'.


Het verenigingscentrum De Tille heeft tal van mogelijkheden. Er zijn vier zalen, een bar en een keuken en er wordt onderdak geboden aan een groot aantal verenigingen en commissies uit Westerlee en omgeving. Je kunt in het gebouw zaalruimte huren voor vergaderingen, cursussen of een leuk arrangement afspreken voor je feest. Ook is er de mogelijkheid voor de huur van zaalruimte voor langere tijd bijvoorbeeld als kantoorruimte of kleine praktijkruimte. Kortom een multifunctioneel gebouw met een gezellige ontspannen ambiance en vriendelijke bediening [4].


Bevolkingsopbouw
1998 - 1.550 inwoners
2000 - 1.585 inwoners
2005 - 1.615 inwoners
2010 - 1.590 inwoners
2015 - 1.475 inwoners
2020 - 1.490 inwoners [5].

 

 

Veldzicht. Foto: Hilda Morassi, 10 september 2012. Rijksmonument nr. 522081. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Nederland licentie. De boerderij valt tegenwoordig onder het Landgoed Westerlee. Overzicht van de voorgevel van het voorhuis met portiek, loggia, balkon en erker, Hoofdweg 67.

 

 

Landgoed Westerlee
Bij Westerlee ligt ‘Landgoed Westerlee’ te midden van een schitterend onontdekt stukje Nederland. Landgoed Westerlee is gevestigd in een voormalige Heeren boerderij. De vroegere schuur van de boerderij uit 1910 herbergt onder de karakteristieke balken schitterend ingerichte hotelkamers. Landgoed Westerlee beschikt over klassieke luxe kamers welke zijn voorzien van alle comfort om je een ontspannen verblijf te verzorgen. Achter de Heeren boerderij staat het voormalige koetshuis wat is omgetoverd tot een romantisch bruidshuis.
Voor een drankje, high tea of lunch kun je terecht in de brasserie met sfeervolle bar. Voor een romantisch of zakelijk diner kun je plaats nemen in het restaurant. Daarnaast zijn er meerdere terrassen rondom de boerderij waar je bij mooi weer kunt genieten van een kopje koffie, lunch of diner. Voor grotere groepen zijn er meerdere multifunctionele ruimtes voor een privé of zakelijke bijeenkomst [6].

 

 


Stookhut. Foto: Hilda Morassi, 10 september 2012. Rijksmonument nr. 522071. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Nederland licentie.

 


Vrijetijdsbesteding, welzijn, zorg en organisaties:

 

NGVW. Gymnastiek, volleybal e.d. Groengroep de Garst Kinderzuster Ricky
Hengelsportvereniging Westerlee Begrafenis- en crematievereniging Westerlee Tandarts
Klaverjasvereniging Overgeven Huurdersorganisatie Scheemda Fysiotherapie
IJsbaanvereniging Westerlee Veur mekoar, mit mekoar Ergotherapie
VV Westerlee (voetbalvereniging) Schroef mor aan Thuiszorg
Crea groep Dorpsondersteuner Maaltijdvoorziening
Toneelvereniging Dindua Peuterspeelzaal de Speulhörn Schuldhulpmaatje
Jeu-de-boules club Kinderopvang Budgetbeheersing
SAWW Gastouder Het Boerderijtje Kledingbank
Buurtvereniging Kromwaale Gastouder Elisabeth Voedselbank
Vereniging Dorpsbelangen Klem kindbehartiging Dorpsmagazine De Westerlink
Stichting Dorpshuis Sociaal Werk Oldambt Christelijke Basisschool Het Baken
Soos 50+ Huisartsen Bibliotheek
4-5 Mei Comité Apotheken Kerk

 

 

 

Koetshuis, behoort bij de boerderij Veldzicht. Foto: Hilda Morassi, 10 september 2012. Rijksmonument nr. 522083. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Nederland licentie.

 


Vereniging Dorpsbelangen Westerlee (VDW)
De VDW wil de karakteristieke kenmerken en de bestaande voorzieningen behouden en waar nodig vergroten om de leefbaarheid van het dorp voor de toekomst te waarborgen. In samenspraak met de bewoners is een dorpsvisie en een dorpsontwikkelingsplan geschreven. Aan de werkzaamheden van VDW en aan alle nieuwe ontwikkelingen t.a.v. Westerlee wordt uitgebreid aandacht besteed [7].    

 

Boerderijen en rijksmonumenten
De plaats Westerlee telt 7 inschrijvingen in het rijksmonumentenregister.

 

 

Stookhut behorende bij boerderij Veldzicht. Foto: Hilda Morassi, 10 september 2012. Rijksmonument nr. 522082. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Nederland licentie.

 

 

Lees meer over de kerk in: De Sint Joriskerk van Westerlee.

 

 

Noten, bronnen en referenties:

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Noten:

1. Website Westerlee.nl

2. Trouw, 22 januari 2012.

3. Website Westerlee.nl

4. Website Westerlee.nl

5. Tabel: Bevolking; maandcijfers per gemeente en overige regionale indelingen, 1 januari 2021, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen

6. Website LandgoedWesterlee.nl

7. Website Westerlee.nl

 

 

 

Bronnen en referenties:
- Digitaal Dorpsplein Westerlee.
- De boerderijen in het ‘Wold-Oldambt’. Scheemda - Midwolda - Ekamp - Meerland - Heiligerlee - Westerlee, Meeden, Scheemda 1997, deel 2 (= BWO II)
- Klaas Haan, Westerlee - Heiligerlee, Scheemda 1984.
- Klaas B. Haan, De geschiedenis van de openbare lagere school te Westerlee, uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de F.T. Venemaschool en de reünie van oud-leerlingen en oud-leerkrachten van de openbare lagere school Westerlee op 20 juni 1998, Westerlee 1998.
- P. Harkema en M.H. Panman, Scheemda. Gemeentebeschrijving regio Oldambt/Westerwolde, Groningen z.j. (ca. 1991).
- Laurentius (= A.J. Smith), Geïllustreerde gids voor Heiligerlee, Dordrecht 1911
- Petrus Penon, Rede ter herdenking van het honderdjarig bestaan van het kerkgebouw der Herv. gemeente te Wester- en Heiligerlee, uitgesproken den 20 Mei 1877, en met geschiedkundige aantekeningen, Winschoten 1877.
- H. Twiest, Eén keer onderwijzen = honderd keer oogsten. Een eeuw Christelijk onderwijs, Westerlee, Westerlee 2000.
- P. Zuidema, 'Oudheden van Wester- en Heiligerlee', in: Groningse Volksalmanak 4 (1840), p. 140-146.
- Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. 


 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 18 februari 2022.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Klik hier om naar het menu ARTIKELS te gaan.
Klik hier om terug te gaan naar de HOMEPAGE.
Top