Vesting en vestingwerken Een vesting, ook wel fortificatie, vest, veste, versterking of verdedigingswerk genoemd, is een middel om een stad, een kasteel of zelfs een land te verdedigen tegen vijandelijke invallen. Onderscheiden worden forten, kastelen en vestingsteden. Met een vesting wordt vaak een vestingstad bedoeld. De wetenschap die zich bezighoudt met vestingen wordt vestingbouwkunde genoemd. In tegenstelling met fort woonden in een vesting niet alleen militairen maar ook burgers. In dit artikel wordt uitleg gegeven over onderdelen van een vesting, de verschillende vestingwerken[1].
Vestingwerken
Een redoute Een redoute is een kleine geheel omsloten veldschans met alleen uitspringende en geen inspringende hoeken.
Een redoute bestaat vaak uit een van aarde opgeworpen verschansing, die aan alle kanten even sterk is. Verschansingen van steen komen ook voor. Een redoute kan voor tijdelijk of permanent gebruik dienen.
Het gebruik van redoutes is populair geworden in de 17e eeuw en de bouw ervan loopt door tot in de 19e eeuw. De steile heuvel 'La Redoute', bekend van de beklimming in de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik is de verschansing geweest van het Oostenrijkse leger achter de rivier de Ambleve tegen de oprukkende Fransen in september 1794. Mede door het gebruik van steeds modernere wapens is een redoute in de 20e eeuw geheel overbodig geworden[1].. Op de afbeelding hierboven is een reconstructie van een 17e eeuwse redoute (B) te zien, met een daarvoor gelegen redan (A)[1].
Redan De keel is de achterzijde van een verdedigingswerk, een open keel betekent dat er zich geen verdedigingswerken bevinden aan de achterzijde van het vestingwerk. Een redan lijkt zeer sterk op een flèche[1]..
Onstaan van het woord redoute In het Nederlands is het wel verbasterd tot 'ronduite' of 'ronduit', zoals in de Overijsselse buurtschap Ronduite, in de Zeeuws-Vlaamse buurtschap Ronduit, en in het Fort Ronduit, een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Een redoute wordt ook wel kringstelling genoemd[1]..
Reduit
Reduit betekent gereduceerd, dat wat overgebleven is. Het is dus eigenlijk de laatste verdedigingslinie waar de soldaten zich nog kunnen verschansen, als alle andere verdedigingswerken al ingenomen zijn. Het is soms verbasterd tot ronduit. Het is in eenvoudige vorm ook wel toegepast op een ravelijn.
Flèche
Lunet
Vesting termen: 1. Ravelijnsgracht, 2. Ravelijn, 3. Hoofdgracht, 4. Terreplein, 5. Keel, 6. Flank, 7. Onderwal ,8. Halve Maan, 9. Bedekte Weg 10. Face, 11. Saillant, 12. Bastion, 13. Courtine, 14. Bovenwal.
Ravelijn
In Goes kent men het 'Ravelijn de Groene Jager' en 'Ravelijn de Grenadier' die als schiereilandjes zowel voor het gordijn als in de buurt van een toegangspoort hebben gelegen. Ze zijn met de rest van de vesting verbonden geweest door een magere brug of een toegangsdam. Op een ravelijn zijn soms jagers gehuisvest geweest, ze kunnen dan vanaf de sterkte met hun wapens een aandeel hebben in de verdediging van de stad. Onder andere in het museumdorp Vesting Bourtange, dat is herbouwd naar de staat van 1742, zijn ravelijnen in de oorspronkelijke vorm te zien[1]..
Diversen - De woorden redoute en reduit worden soms abusievelijk verwisseld. - Er bestaat ook een 'Fort Lunette', gelegen op de grens van Raamsdonksveer en Geertruidenberg, dat in de jaren 1833-1839 is gebouwd.
Verschillende van deze vestingwerken in Groningen liggen o.a. nog bij: - Boertange - Booneschans - Delfzijl - Groningen (Zie Poelepoort, Boteringepoort en Herepoort) - Ulsda
|
|||||||||||
|