Geschiedenis


De huidige kerk is gebouwd in 1849. Op 9 april van dat jaar houdt ds. J. P. Bruinwold Riedel een afscheidsrede in de oude kerk en spreekt daarbij ook over de oorsprong van het oude kerkgebouw.


De mondelinge overlevering toch zegt, dat in het begin der 16e eeuw tussen den Heer van Alma tot Saxum wonende op de Heerlijkheid Alma, thans eene boerenplaats, bewoond door D. F. Folkerts en den proost van Oldehove twist ontstond, die zo hoog liep, dat genoemde heer van Alma zich met zijn gezin van de Proostdy te Oldehove afscheidde, dit gebouw, zijnde zijne bierbrouwerij, tot een kapel of kerk liet inrichten en daarbij een eigen kapelaan aanstelde. De vorm en geheele aanleg van de oude kerk bevestigen deze overlevering volkomen" [10].


Aldus de aantekeningen in het kerkeraadsboek.

 

De toren en de kerk van Saaksum op 10 mei 2008.
De toren en de kerk van Saaksum op 10 mei 2008. Foto: Wutsje. This file is licensed under the Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported license. [7]

 

Volgens deze overlevering zou Saaksum dus pas in het begin van de 16e eeuw een eigen kerk gekregen hebben, hetgeen onjuist is. Saaksum komt reeds voor op een 15e eeuwse lijst van kerspelen in het bisdom Münster. Er zijn nog oudere gegevens. Het zegel van Humsterland, gehecht aan een oorkonde van 9 september 1361, vertoont drie kerken, welke naar alle waarschijnlijkheid de parochies Oldehove, Niehove en Saaksum voorstellen. Verder wordt Saaksum genoemd in een lijst met schenkingen tussen de jaren 750 en 1150 aan de abdij Fulda gedaan. Het kan in die tijd reeds een eenvoudige kerk gehad hebben.


Wij moeten concluderen dat voornoemde bierbrouwerijoverlevering niet op de parochiekerk kan slaan, maar dat wil niet zeggen dat het verhaal geheel op fantasie berust. Vaak ligt er wel een bepaalde gebeurtenis ten grondslag aan een dergelijke overlevering die zich eeuwenlang in stand weet te houden. Mogelijk heeft de heer van Alma op zijn borg een huiskapel ingericht en daarvoor een kapelaan aangesteld.


Over de kerkelijke geschiedenis van Saaksum is zeer weinig bekend. De kerk is volgens een akte van 1588 [12] gewijd aan St. Katharina. Daarnaast heeft de kerk nog een prebende voor een ons thans niet meer bekende heilige. Beide altaarstenen zijn bewaard gebleven. In 1570 wordt Popko Ufkens van Appingedam beschuldigd van ‘beelden breken’ in de kerk te Saaksum. Na de reformatie krijgt Saaksum in 1610 een eigen predikant en heeft die behouden tot 1968. De laatste is ds. J. F. N. van Harrevelt, aan wiens aantekeningen verschillende gegevens zijn ontleend [1].

 


De Hervormde kerk van Saaksum op 4 augustus 2013. Foto: Michiel Verbeek. This file is licensed under the Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported license. [7]

 


Epitaaf in te toren

 

Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, september 1941, onbekende auteur. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International- licentie. Tekst:


DESSE TOREN IS GHEMAKET DOER BEIN T ORDONNANTYE COPPEN JARGHES IN TYDEN, DO HEER BERENT STOREM PASTOER WAS. 1550.

 

Wapens: Rechts: Gedeeld: I Jarges; II Froma [1]. Links: Heeralma. N.B. Boven laatste letter van BEIN afkortingsteken in vorm van z of 3. Afgebeeld: OGK, blz. 195, 196. Coppen Jarges op Heralma, zoon van Eiso Jarges en [Rixte] Alma, dochter van Redmer Heralma, gehuwd 1535 Eva Froma. Zie: NAB, 1943-1948, blz. 76. GDW, blz. 130, nr. [445] [1] [9].

 

De toren

In 1849 wordt de oude kerk wegens bouwvalligheid afgebroken, maar de oude toren blijft gelukkig staan. De toren is opgetrokken in kloostersteen, maar later grotendeels opmetselt in kleinere steen. Het oorspronkelijke metselwerk is zichtbaar gebleven bij een groot deel van de noordzijde, met name de uitgemetselde traptoren en aan de oostzijde, te zien op de zolder van de kerk. Tot ongeveer 8,50 m hoogte is de toren van die steen opgetrokken. De toren is aan zuid-, west-, en gedeeltelijk aan noord- en oostzijde opmetselt in kleinere steen met natuurstenen hoekblokken. Aan de noord- en westzijde bevindt zich een holle waterlijst, eveneens van natuursteen.
In de benedenruimte van de toren bevindt zich een gedenksteen met de mededeling dat de toren ‘ghemaket’ is in 1550.

 

Noordmuur van de benedenruimte van de toren (circa 1970). Bovenaan de gedenksteen.

 

Noordmuur van de benedenruimte van de toren (circa 1970). Bovenaan de gedenksteen. Foto: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, augustus 1941. Licentie: Creative Commons Attribution Share Alike 4.0 International- licentie. [1] .

 

Kennelijk is het oudste deel van de toren in 1550 in kloostersteen gebouwd waarvan naderhand grote delen met metselwerk van kleiner formaat steen gerepareerd zijn. Dat zou gebeurd kunnen zijn in 1709, als volgens de kerkvoogdijrekeningen aanzienlijke herstellingen aan de toren uitgevoerd zijn. Het bovendeel is in 1910 nog eens vernieuwd met oud materiaal. Ondanks de latere ommetseling heeft de toren toch in hoofdzaak zijn 16e eeuwse karakter behouden, o.a. door het opnieuw gebruiken van de natuurstenen hoekblokken bij de latere ommetseling. Aan de westzijde bevindt zich een forse spitsbogige ingang. Boven deze ingang is een venstertje aangebracht met ronde afdekboog. De vier galmgaten zijn rond-, bijna korfbogig afgedekt. De gemetselde traptoren heeft twee venstertjes waarin bij de restauratie sporen van glas in lood gevonden zijn. Dit glas in lood is derhalve opnieuw aangebracht. Een dergelijke uitgemetselde traptoren vinden we ook in Krewerd.


De benedenruimte van de toren wordt overdekt door een kruisribgewelf waarvan de ribben worden gedragen door vier kraagstenen. Dit gewelf is bij de restauratie hersteld en opnieuw gewit. In het kader van de moderne restauratie-opvattingen is er bewust van afgezien om alle pleisterlagen te verwijderen en eventuele oude kleurstellingen te herstellen. De oude sporenkap van eikenhout is zeer slecht geweest en is vernieuwd. Verder is bij deze restauratie het muurwerk hersteld, zijn drie balken vernieuwd en zijn delen van de vloeren vervangen. In 2018 is de pleisterlaag weer verwijderd.


Beneden bevindt zich een spitbogige geprofileerde doorgang naar de kerk. Op de eerste verdieping is een dichtgemetselde doorgang te zien; deze zal waarschijnlijk toegang verschaft hebben naar de zolder van de vroegere kerk, die lager is geweest dan de tegenwoordige. Hoger op dezelfde verdieping is een doorgang naar de tegenwoordige zolder uitgebroken [1].

 

De kerk

De tegenwoordige kerk is gebouwd op de fundamenten van zijn voorganger, zodat we de omtrek van de vroegere kerk kennen. De lengte heeft omstreeks 17 meter bedragen, de breedte ongeveer 6.80 m. De kerk is geheel rechthoekig geweest en dus niet driezijdig gesloten, zoals de huidige kerk. Tijdens de restauratie is de fundering onderzocht. Deze is van kloostersteen en zit ±110 cm in de grond. De fundering heeft vier versnijdingen en is zeer gaaf bewaard gebleven. De funderingen zijn breder dan de huidige muren en de oude kerk is dus ook iets breder geweest, ongeveer 30 cm. De vroegere kerk is ook lager geweest dan de tegenwoordige, naar blijkt uit de moet van de vroegere kap in de oostwand van de toren. De nok van het dak heeft ongeveer een meter beneden de huidige nok gezeten. De oude kerk heeft gebrandschilderde glazen gekend, waarin o.a. de namen van predikanten vermeld hebben gestaan. Zoals gebruikelijk komen in de kerkvoogdijboeken verschillende uitgaven aan ‘glaesemaeckers’ voor, o.a. in 1655, 1657 en 1704, 1707, 1709, 1714, 1720, 1728 en 1730. Voor een groot deel zullen dit gewone reparaties geweest zijn, maar sommige uitgaven zijn mogelijk voor gebrandschilderde glazen gedaan [1].

 

De huidige neoclassicistische kerk dateert uit 1849 en staat midden op de dorpswierde. De kerk heeft een ongelede kerktoren uit de 16e eeuw die aan de noordzijde is voorzien van een korte, meerzijdige traptoren. De toren is een overblijfsel van de eerdere kerk die wellicht al voor de 16e eeuw is gebouwd. De voorganger van deze kerk komt waarschijnlijk voor als een van de drie kerken op een zegel van het Humsterland uit 1361 (de andere twee zijn de kerk van Niehove en de Ludgeruskerk (Oldehove). Volgens een akte uit 1588 is de kerk gewijd aan de heilige Katharina. Ook heeft de kerk nog een prebende voor een onbekende heilige. De altaarstenen voor beide heiligen zijn bewaard gebleven. Een gedenksteen beneden in de toren meldt dat deze in 1550 'ghemaket' is, wat erop zou kunnen wijzen dat deze in dat jaar is gebouwd. In 1709 wordt de toren hersteld. Mogelijk is de siepel bovenop de toren dan vervangen door het huidige zadeldak.
In 1845 wordt besloten tot nieuwbouw van de kerk wegens bouwvalligheid, waarbij de toren blijft staan. De nieuwe kerk verrijst in 1849. Tot 1933 heeft de kerk een harmonium, daarna volgt een kerkorgel dat van oorsprong in Duitsland heeft gestaan (mogelijk in 1889 gebouwd door de onbekende orgelbouwer Gottlieb Früh). Via een aantal andere kerken komt het uiteindelijk in 1933 in Saaksum terecht. Tussen 1972 en 1983 is het orgel onbespeelbaar. De torenklok uit 1629 (Nicolaes Sicmans, Groningen) wordt in 1943 weggevoerd en waarschijnlijk omgesmolten in Duitsland. Een nieuw exemplaar uit 1950 van klokkengieterij Van Bergen te Heiligerlee is in 2005 voorzien van een tijdklok na een klacht van een omwonende die vindt dat de klok te veel 'lawaai' maakt
[8].
 

Wegens de slechte toestand van de oude kerk staat men in 1845 voor de keuze de kerk te laten herstellen of tot nieuwbouw over te gaan. Hoewel het College van toezicht op de kerkvoogdij goederen herstel prefereert, zulks op advies van de Hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat, wordt toch tot nieuwbouw overgegaan. Men is bang dat de oude kerk steeds weer uitgaven zal vergen. Bestek met tekening en begroting worden opgemaakt door D. H. Bos, stadsbouwmeester te Groningen [1].

 

We lezen in de begroting de volgende posten:

Het afbreken van de beide zijdmuren, balken, zolder en dak, schonen van

De dakpannen enz., opruimen van de afbraak

ƒ 125,-
Herstel, van de oude fundamenten en opmetselen van de zijmuren van beste mont baksteen en gare met een trasraam van 6 palmen ƒ 1560,-
Acht nieuwe lichtramen a ƒ 22,— ƒ 176,-
Dertien nieuwe grenen balken a ƒ 16,— ƒ 208,-
Het oude dakhout wederom gebruiken, voor tekort komende platen, spanten, panlatten enz ƒ 50,-
Tekort komende rode dakpannen en vorsten ƒ 30,-
Arbeidsloon voor de bewerking en oplegging van balken, dak enz. ƒ 150,-
Nieuwe vuren 3 1/2 duims zolder 110 kwadraat el met loon ƒ 165,-
Berapen en pleisteren van de muren, dakstrijken enz ƒ 90,-
Vernieuwen van de vloer ƒ 100,-
Gedeeltelijk vernieuwen en herstellen en wederom plaatsen van de Predikstoel, doophek, zitbanken enz ƒ 150,-
Verven van de houtwerken ƒ 70,-
IJzerwerk, rongen en spijkers ƒ 100,-
Risico en kosten 10 procent ƒ 297,-
Totaal bedrag f  3271,-
Hieraf de waarde van puin en andere afbraak ƒ 125,-
Totaal ƒ 3146,-
   

Het werk wordt aangenomen door G. IJ. Huizinga te Zuidhorn voor ƒ 2650,—. De gemeente is echter ook dan al klein en kan dit bedrag nooit geheel zelf betalen. De kerkvoogdij weet subsidies te verwerven tot 100%:
bijdrage rijk: ƒ 800,—
bijdrage Herv. Synode: ƒ 850,—
bijdrage provincie: ƒ 1000,— [1]


Zo verrijst dan het huidige gebouw met uitwendig driezijdige en inwendig halfcirkelvormige sluiting en een gewelf in plaats van een zolder. Op 11 mei wordt de eerste steen gelegd en reeds op 7 oktober 1849 kan het in gebruik worden genomen. De muren zijn ongeveer 1.50 m boven de oude fundering opgetrokken met afbraakkloostersteen, welk gedeelte gepleisterd wordt en nu een basement rond de kerk vormt. Opmerkelijk bij deze midden 19e eeuwse kerk zijn de brede dagkanten rond de vensters. Deze dagkanten zijn wit gepleisterd evenals de lange smalle nissen tussen vensters en dak. Het zijn met name deze witte vlakken die aan het eenvoudige kerkje een levendig aspect verlenen. Een en ander komt des te beter tot zijn recht door de ligging van de kerk: vrij aan de rand van het dorp en zo reeds van verre zichtbaar. Deze vlakken zijn bij de restauratie met witte muurverf behandeld.
De slechte toestand van het dak vormt de aanleiding tot de restauratie van kerk en toren in de jaren 1970-1972 onder leiding van Ir. P. B. Offringa. Oorspronkelijk zou alleen het dak worden hersteld voor ƒ 13.500,—. Het bleek echter noodzakelijk de hele kerk in het herstel te betrekken, hetgeen betekent herstel van: dak, kap, goten, metselwerk, gewelf, banken, preekstoel en het herleggen van de plavuizen vloer. De totale begroting beloopt ƒ 70.000,-, waarop gelukkig 90% subsidie kan worden verkregen. De restauratie staat onder leiding van het Bureau voor Architectuur en Ruimtelijke Ordening Van Loo en Van der Mei, Offringa en Offringa in Groningen. Het werk wordt uitgevoerd door het aannemersbedrijf H. Bultema te Uithuizen [1].

 

Gedenksteen

In de noordmuur van de benedenruimte van de toren bevindt zich een opmerkelijke gedenksteen. Het opschrift luidt:


Desse toren is ghemaket doer bein t ordonnantye Coppen Jarghes in tyden, do heer Berent Storem pastoer was. 1550

Aldus A. Pathuis, die zo vriendelijk is geweest ook enige verdere mededelingen over deze steen te verschaffen. In de eerste plaats over de tekst. Hierover zegt Pathuis:


„De tekst was destijds moeilijk te ontcijferen ten gevolge van een schilferende verflaag. Het enige dubieuze woord is ‘beint’; er kan ook staan ‘hemt’. Drs. J. Visser te Leeuwarden zag op de foto achter dit woord nog een Z in ronde vorm, dus gelijkend op 3. Dit kan een afkortingsteken zijn voor ‘er’. Hierop voortbordurend kan er staan : ‘bemt3’ of ‘be-mt3’, ook ‘beint3’. Volgens het Middelnederlands woordenboek betekent ‘be’: belast met. ‘Be-interter’ is: bemiddelende".


Lange tijd is gedacht dat Bein of Beint een persoonsnaam zou zijn. Deze Friese voornaam komt inderdaad voor, maar past hier minder goed in het zinsverband. Verder zou men mogen verwachten dat als Bein(t) de bouwer is geweest, zijn functie er bij zou hebben gestaan, zoals op enkele soortgelijke 16e eeuwse stenen het geval is. Op een steen in de toren van Tzum wordt ‘Cornelis Claesz. Toern meister’(1548) vermeld, terwijl op de steen in de toren van Deinum ‘Everhardo coemetario’ (1557) wordt genoemd: Evert metselaar. De meeste van dergelijke gedenkstenen in torens in Friesland en Groningen hebben echter geen naam van een bouwmeester, bijv.: Minnertsga 1505, Peperga 1537, Idaard 1541, Godlinze 1554, Warffum 1638 en Eenrum 1646.


Op de steen in Saaksum staat aan weerszijden van het opschrift een engeltje met een wapenschild. Het rechterwapen is gedeeld: I Jarges en II Froma; het linker wapen is Heeralma. Pathuis tekent hierbij aan: ‘Coppen Jarges woonde op Heralma te Saaksum en overleed 4 juni 1564. Hij was een zoon van Eiso Jarges en Rixt Alma, dochter van Redmer Heralma. Coppen Jarges huwde in 1535 met Eva Froma, die in 1591 overleed (zie Nederland's adelsboek 1943-1948, p. 76)’. De steen is bij de restauratie ongemoeid gelaten, alleen zodanig vastgezet dat hij rondom kan ventileren.


De toren heeft nog een tweede gedenksteen, n.l. aan de buitenzijde in de noordmuur, ongeveer op halve hoogte. De sterk verweerde steen toont het stadswapen van Groningen binnen een omlijsting, zonder opschrift. Misschien is de steen geplaatst in de jaren 1657-1665 over welke periode de kerkvoogdijrekeningen ontbreken. Partieel collator is dan J. Swartte, burgemeester van Groningen. Zijn er dan mogelijik herstelwerkzaamheden aan de toren uitgevoerd? [1]

 

De preekstoel in de kerk van Saaksum is niet altijd wit geweest. In september 1964 heeft deze nog de oorspronkelijke kleur gehad, evenals het klankbord. Bron: G.Th. Delemarre, december 1984, Rijksdienst voor Cultureel erfgoed. Licentie: Greative Commons.

 


MEUBILAIR EN VERDERE INVENTARIS


Kleur

De sombere kleurstelling van het interieur van vóór de restauratie, n.l. een geel oker plafond en donker bruin meubilair is geheel gewijzigd. Het meubilair, inclusief preekstoel en orgel is grijs-wit geschilderd met rode details en grijze vloer; het plafond is rood geschilderd.


Preekstoel

De preekstoel dateert uit het 2e kwart van de 17e eeuw. De panelen tonen gekanneleerde pilasters met een geblokte boog; op de hoeken taps toelopende ‘geschubde’ zuiltjes. Hetzelfde type zuiltje vinden we o.a. ook bij de preekstoelen in Grijpskerk en Vierhuizen. De kuip mist een van de zes zijden en heeft nu dus een merkwaardige vijfzijdige vorm: de predikant staat als het ware in de boeg van een schip. Waarschijnlijk heeft het rechter voorpaneel vroeger in het midden gezeten. De trap van grenenhout met platte balusters dateert van later tijd, mogelijk uit 1849. Het klankbord is nog wel zeskantig. Evenals het andere meubilair is ook de preekstoel bij de restauratie constructief in orde gebracht [1].


Doophek en banken

Ter weerszijden van de preekstoel staan in een kwart cirkel de banken van de kerkenraad tegen de muur. De halve cirkel wordt afgesloten door het doophek met aan de oostzijde twee offerblokjes, aan de westzijde de avondmaalstafel en op het hek de voorlezerslessenaar met bijbel [1].


Schaal op stander

Binnen het doophek staat een koperen schaal op een smeedijzeren stander: de doopschaal.

 

Nederlands Hervormde Kerk: Interieur, aanzicht orgel, orgelnummer 1310 (opmerking: Gefotografeerd voor Het Historische Orgel in Nederland 1894-1901, bladzijde 262). Foto: Paul van Galen, 2008., Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International- licentie. [7]

 

Orgel

Na een oorspronkelijke plaatsing (vermoedelijk in Duitsland) komt het orgel via de Rooms Katholieke Kerk in Nieuwediep en de kerk van de Gereformeerde Gemeente te Dordrecht door ‘inruil’ in handen van de orgelbouwer Standaart. Deze verkoopt het in 1933 aan Saaksum. Voordien heeft de kerk een harmonium gehad. Het orgel is afkomstig uit een kerk van de Gereformeerde Gemeente te Dordrecht en heeft voordien reeds dienst gedaan in een katholieke kerk. Men is in 1933 zeer verheugd over deze aanwinst. In de notulen van de kerkvoogdij staat: 'Zoo is dan de dag aangebroken dat Saaksum een eigen pijporgel in de kerk heeft op afbetaling'. Terwille van dit orgel moest de galerij met een balkon worden uitgebreid. In 1972 wordt het orgel onbespeelbaar. Op 6 juni 1983 is het door de Leusdense orgelmaker A.H. de Graaf gerestaureerde orgel weer in gebruik genomen.


Tijdens de ingebruikname, waarbij in de volledig bezette kerk de plaatselijke predikant ds. Snoei opent met gebed en schriftlezing, wordt het orgel bespeeld door de heren Johan van Meurs en Klaas Bolt. Laatstgenoemde treedt bij de restauratie op als adviseur. Na het uitvoerig demonstreren van de verschillende registercombinaties speelt Bolt o.a. werken van Rinck en Boëlmann. Hierna memoreert hij de geschiedenis van het orgel, dat vermoedelijk in 1889 is gebouwd door Gottlieb Früh. Deze in de orgelbouw niet verder bekende naam en het jaartal worden als aantekening in het orgel gevonden. Precies 50 jaar voor deze laatste ingebruikname in 1983, wordt het orgel ook bespeeld door Johan B. van Meurs, organist van de der Aa-kerk in Groningen. Op voortreffelijke wijze heeft de heer de Graaf deze restauratie uitgevoerd. De oude mechanische kegellade blijkt niet meer bruikbaar. Een oude mechanische sleeplade van de firma Franssen te Roermond, aan het einde van de vorige eeuw gemaakt voor het orgel van de Lutherse kerk in Hilversum, kan nu gebruikt worden. Deze lade kan via de rijksadviseur de heer O.B. Wiersma van de firma Verschueren te Heythuysen worden aangekocht. Voor wat betreft het pijpwerk wordt een Fluit 4 gebruikt van Lohman (1849, Hervormde Kerk te Wassenaar), en de 12 grootste pijpen van de Subbas 16 van Freytag (1808, Hervormde kerk te Vollenhove). Het orgel is een zogenaamd lessenaarorgel; het heeft een vrijstaande speeltafel voor de orgelkas, waarbij de organist met zijn rug naar het orgel zit.


Door het gebruik van de andere lade moet een groot deel van de traktuur worden vernieuwd. Het Saaksumse orgel is een zeer mooi klinkend instrument. Tengevolge van waterschade is het orgel in 2006 volledig gerestaureerd door de heren L. Meijer uit Noordhorn en K. Schuitema uit Dorkwerd [1].

 

Interieur van de kerk omstreeks 2013.

 

Avondmaalszilver

Antiek zilver bezit de kerk helaas niet meer. In april 1901 wordt bij Fred Muller te Amsterdam verkocht een zilveren ‘Kerckebeker van Saxum vereert van den E. E. Jr. Tiaert tho Nansum’ (Ad- versaria J. A. Feith sub S). Volgens de kerkvoogdij rekeningen hoort in 1898 bij de ontvangsten: ontvangst voor een zilveren dop ƒ 2.15, en bij de uitgaven: een nieuwe avondmaalskan f 5.00,- Is er soms een aardewerkavondmaal kan met zilveren deksel gesneuveld en maakt men nu het deksel te gelde om in de kosten voor een nieuwe kan tegemoet te komen? Het is niet bekend waar de verkochte beker en dop gebleven zijn [1].

 

KERCKEBEKER VAN SAXUM, VEREERT VAN DEN E.E. JR. TIAERT THO NANSUM

N.B. Niet meer aanwezig. In april 1901 geveild door Fred. Muller, Amsterdam. Vermeld: RAG, J. A. Feith. Adversaria. Tjaert tho Nansum, op Hanckema, overleden voor 1652. Zie: NLW, 1941, k. 337. GDW, blz. 593, nr. [3272] [9].


Klok

Op de oude torenklok die in 1943 door de Duitsers meegenomen wordt en niet terug is gekeerd heeft het volgende gestaan:


ANNO 1629 BIN ICK TER EHREN GODES DOER LAST DER COLLATOREN TOT SAEXUM DOE JOHANNES PETZENIUS ALDAER PASTOR WAS GEGOTEN DOER MEISTER NICOLAES SICMANS IN GRONNIGN. DE TIDT GEIT HEN HER DRINGET DE DOET O MENSCHE BEDENCKE DER SEELEN NODT DARUM DOET BOTE BEKERT U TOT GODT [9]


De klok is dus in 1629 door N. Sicmans te Groningen gegoten; zij heeft een doorsnede van 80 cm. In 1950 wordt een nieuwe klok opgehangen, gegoten door Van Bergen in Heiligerlee.


Afb. links: Interieur. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, december 1984. Foto: A.J. van der Wal. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International- licentie. [1]

 

Uurwerk

In 1709 heeft de kerk al een uurwerk. Bij het herstel van de toren in 1910 wordt door de gemeente Oldehove een nieuw uurwerk gekocht van de stads uurwerkmaker A. Veenhoff te Groningen, vertegenwoordiger van de firma C. F. Rochtitz te Berlijn voor ƒ 465,80, waarbij het oude uurwerk voor oud ijzer van de hand wordt gedaan.

 

Bij de jongste restauratie is het uurwerk van een elektrische bediening voorzien [1].


Stenen en zerk

In de vloer van de kerk liggen tegen de zuidmuur bij het doophek twee altaarstenen van rode Bremersteen, de een met eenvoudige kruisjes, de andere met fraaie kruisjes, zuiver binnen een cirkel geconstrueerd.

 

In de kerk vinden we verder slechts één oude grafzerk, namelijk die voor Johannes Petrus Engels, gestorven op 8 april 1762, oud 51 jaar. Hij is 17 jaar predikant te Saaksum geweest [1].

 

Grafzerk van Johannes Petrus Engels

IN 'T JAAR 1762, DEN 8 APRIL, IS IN DEN HEERE GESTORVEN DE WELEERWAARDE HEER JOHANNES PETRUS ENGELS, PREDIKANT TOT SAAXUM, IN DEN OUDERDOM VAN 51 JAREN EN 2 MAANDEN, NADAT ZYN EERWAARDE DEN HEILIGEN DIENST OMTRENT 17 JAREN IN DESE594 GEMEINTE MET VEEL YVER EN OOK MET VRUGT EN ZEEGEN WAARGENOMEN HADDE. HET ONTZIELDE LIGHAAM IS OP DEN 20 VAN DEZELVE MAAND DE AARDE AANBEVOLEN OM HIER TE RUSTEN TOT DEN DAG DER ZALIGE OPSTANDINGE DOOR DEN HEERE JESUS CHRISTUS [9] GDW, blz. 593, nr. [3273] [9]

 

Aanpak in 2006

Het dak van de kerk is zomer 2006 gerestaureerd en gerepareerd. Er lekt dan veel in de kerk. Het orgel is volledig onbespeelbaar geworden. Maar ook dat is najaar 2006 weer gerestaureerd. Het kerkje van Saaksum is in de zomer grondig opgeknapt. Het dak van de kerk is al een tijdje lek en moet gerepareerd worden. Nadat in de winter van 2005 het kerkorgel door de lekkage kapot is gegaan, blijkt de noodzaak het dak zo snel mogelijk te repareren. Het dak door een bouwbedrijf vervangen. De oude folie is vervangen en er zijn nieuwe panlatten aangebracht, waarna de oude dakpannen weer zijn teruggeplaatst. Ook is de zolder schoongemaakt. Een gedeelte van de kerkvloer verkeert in erg slechte staat. Dit is door vrijwilligers gerepareerd. Restauratie door een orgelrestaurateur zou tienduizenden euro’s gaan kosten. Dit bedrag is door het geringe aantal gemeenteleden van de hervormde gemeente van Saaksum niet op te brengen. Dankzij twee vrijwilligers is het orgel voor een aanzienlijk lager bedrag gerestaureerd [6].


Aanpak van de toren in 2018

In 2018 is door een bouwbedrijf de toren van de kerk onder handen genomen. Toevallig zijn we op de terugreis van de Allersmaborg naar huis door Saaksum gekomen. Ik merk dat men bezig is met werkzaamheden. De toren staat in de steigers, de deur is gedeeltelijk open. Eén man van Homan Voegbedrijf staat bovenop de steigers en is aan het voegen(?). Ik verzamel al mijn moed om stiekem een kijkje te gaan nemen in de kerk. Kansel en orgel liggen onder plastic verborgen. De entree van de toren is geheel ontdaan van pleisterwerk. Te zien is dat hier mensen bezig zijn geweest die niet omzichtig te werk zijn gegaan; althans, voorzover ik dat kan beoordelen. Zonder opgemerkt te worden maak ik enkele foto’s. Thuisgekomen vergroot ik een foto en zie ik de volgende namen op de steiger rond de toren: Hoekstra bouw b.v. uit Noordhorn (aannemersbedrijf), Klaverblad Schilderbedrijf uit Groningen en GJaltema.eu (steigerbouw). Het resultaat is op het moment dat dit wordt geschreven mij niet bekend.


Deze foto’s uit 2018 kun je hier bekijken. Klik daar in het fotoalbum op Saaksum. Men is op dat moment bezit met een restauratie van de toren.


Anno 2019

Elke zondagmorgen wordt in de kerk van Saaksum een dienst gehouden. Dat gebeurt meestal om 9:30 uur. De kerk van Saaksum maakt deel uit van de Hervormde streekgemeente Noordhorn-Saaksum. De gemeente van Saaksum vormt een zogeheten huisgemeente in dit geheel. De kerkenraad van Saaksum is dezelfde als de streekkerkenraad. Hieraan neemt ook een afvaardiging van Saaksum deel.


Afb. links: De kerk en toren van Saaksum december 1984. Bron: A.J. van der Wal, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons [1].

 

Rijksmonument

De kerk is een Rijksmonument (nr. 31413) en staat aan de Heralmastraat 4, 9886 PG te Saaksum. Het gebouw is opgenomen op 6 februari 1973, kadaster deel/nr. 2245/9, gemeente Westerkwartier. X-Y coördinaat: 223761-592465.
Omschrijving: Herv. Kerk en toren op ruim, kerkhof. In 1850 herbouwd kerkje op voor die periode karakteristieke wijze met pleisteromramingen van de vensters en gepleisterde velden erboven. Bakstenen zadeldaktoren met lage uitgebouwde traptoren; torengewelf op zandstenen kraagstenen. In het torenportaal epitaaf uit 1550. In de kerk gestoken 17e eeuwse preekstoelkuip; jonger achterschot en klankbord. Een 18e eeuwse zerk en een klok uit 1629 in de toren. Orgel uit 1889, windlade van de Gebr. Franssen, ten dele ouder pijpwerk. Actualiteit gegevens: 28 maart 2019 [11].

 

Klik hier voor een filmpje op YouTube over Saaksum en de kerk, duurt 5 min 48 sec.

 

 

Noten, bronnen en literatuur:

1. Stichting (Oude) Groninger Kerken, oktober 1969; R. Steensma, 1973. Bronvermelding illustraties:
Liturgisch Instituut Rijksuniversiteit Groningen (foto C. F. D. Rijksuniversiteit)
2. B. W. Siemens, ‘Toelichting behorende bij de historische atlas van de provincie Groningen’, Groningen 1962.
3. J. Bierma, ‘Land en volk van Humsterland’, Groningen 1961.
4. P. J. Blok e.a., ‘Oorkondenboek van Groningen en Drente I’, Groningen 1896.
5. ‘Reformatorisch Dagblad’, 10 oktober 2006
6. Hervormde Streekgemeente Noordhorn-Saaksum
7. Wikipedia, geraadpleegd 21 juni 2019
8. Reliwiki, geraadpleegd 21 juni 2019
9. Pathuis/Redmer Alma, GDW, Groninger Gedenkwaardigheden.
10. Kerkeraadsboek, Saaksum.
11. Rijksdienst voor monumentenzorg.
12. RHC GA, Archief De Marees van Swinderen.

 

 

 

 

 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.
Hoogeveen, 25 juni 2019.
Revisie: 11 april 2024.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top