Ontstaan
Oudeschans is ontstaan als een schans in de Tachtigjarige Oorlog. Daar vestigen zich naast de manschappen ook andere mensen, zodat er na de opheffing van de schans een dorpje is blijven bestaan. De vestingwallen en sporen van de functie zijn tegenwoordig weer zichtbaar gemaakt.
De tachtigjarige Oorlog
Door het verraad van de graaf van Rennenberg komt de stad Groningen in Spaanse handen, terwijl de Ommelanden aan Staatse (Nederlandse) zijde blijven. In 1589 probeert graaf Willem Lodewijk, een neef van prins Maurits, de stad voor de Nederlandse Republiek te heroveren. Hij gaat daarbij strategisch te werk en probeert de (vaar)wegen naar de stad successievelijk af te sluiten.
Dit probeert hij ook te doen met de weg van de stad Groningen naar het Oldambt en Westerwolde. In deze strijd ontstaat de Bellingwolder- of Oudeschans. Om de geschiedenis van het ontstaan van deze schans te vertellen, moeten we eerst iets zeggen over de inpolderingen aan de zuidkant van de Dollard.
Oudeschans ook Bellingwolderschans
Vanaf 1277 zijn grote delen van de provincie Groningen onder water komen te staan als het zeewater grote stukken van het Oldambt en het Reiderland opslokt. De Dollard krijgt in 1418 zijn grootste omvang en reikt zelfs tot Zuidbroek, Scheemda, Oostwold en Finsterwolde en aan de zuidkant tot Bellingwolde en Bunde.
De eerste dijk langs de Dollard is de Hamdijk die omstreeks 1550 wordt aangelegd. Deze dijk heeft van Beerta naar Rensel (bij Winschoten) gelopen en zuidwaarts naar de Westerwoldse Aa bij Bellingwolde. Vervolgens heeft deze dijk een grote bocht gemaakt naar de Boneschans om in Bunde te eindigen.
In deze dijk heeft de Bellingwolderzijl gelegen waardoor het water van de Westerwoldse Aa de zee instroomt. Hier komt graaf Willem Lodewijk op 19 april 1593 met 2200 mannen binnenvallen en laat er een schans aanleggen in de vorm van een onregelmatige vierhoek. Deze onregelmatige aanleg kan het gevolg zijn geweest van de haast waarmee gewerkt moet worden, maar ook zoeken naar vaste grond voor de wallen kan de vestingbouwer parten hebben gespeeld.
De Spanjaarden krijgen daarna geen kans meer om de schans met succes aan te vallen. Als Verdugo, de Spaanse bevelhebber, enkele maanden later verschijnt, valt de schans bijna in zijn handen omdat ze aan de waterzijde onvoldoende versterkt is. Snel laat de bevelhebber van de schans, Johan van den Kornput [4], een wal buiten de dijk maken.
In 1628 wordt de Nieuwe- of Langackeschans (nu Bad Nieuweschans) aangelegd en sindsdien draagt de Bellingwolderschans de naam Oudeschans. Hoewel de Nieuweschans is aangelegd blijft er in elk geval in de 17e eeuw nog een bezetting in de Oudeschans. Of er in de 18e eeuw nog soldaten in Oudeschans gelegerd zijn is echter onduidelijk.
Oudeschans groeit in de 17e eeuw uit tot een dorpje waarin vlakbij de haven in 1626 de huidige kerk wordt gebouwd en vanaf 1606 heeft het dorp ook al een school en een schoolmeester.
De oorlog van 1672
Als bisschop Bernhard van Galen, 'Bommen Berend', in 1672 het oosten van onze provincie binnenvalt, krijgt hij Nieuweschans, Oudeschans en Bonenschans zonder enige strijd in handen. Van hogerhand hebben de verdedigers namelijk opdracht gekregen hun troepen en geschut te concentreren bij Winschoten en Delfzijl. Daarom kost het ‘Bommen Berend’ geen enkele moeite om op genoemde schansen beslag te leggen.
De bevelhebbers van de schansen maken echter wel de fout dat ze de verdedigingswerken vóór hun vertrek niet onklaar hebben gemaakt. Bourtange krijgen de Münsterse troepen echter niet in handen. Bommen Berend probeert de dappere verdediger van Bourtange, Johan Prott [5], om te kopen, maar had geen schijn van kans. Winschoten valt echter wel in zijn handen en zo kan Bommen Berend doorstoten naar de stad Groningen om haar te belegeren. Na een mislukte belegering van ongeveer zes weken geven de Münstersen het beleg op.
Ze trekken in oostelijke richting weg en nestelen zich in Winschoten. Kolonel Jorman achtervolgt de Münstersen met tweeduizend man en ziet kans de Münstersen uit Winschoten te verdrijven, verovert de brugschans bij Winschoten en weet de burcht Wedde te bemachtigen. Om de verbinding tussen Nieuwe- en Oudeschans onmogelijk te maken, laat hij de Hamdijk doorsteken en zet dit gebied onder water.
Daarna legeren de Staatse troepen zich voor Oudeschans. De bisschop stuurt in de tussentijd veertig wagens met munitie en levensmiddelen naar Oudeschans maar de Staatse troepen weten deze zending in beslag te nemen. Ondertussen trekken ongeveer 1500 Münstersen langs de Dollarddijk, zowel te voet als te paard, richting Nieuweschans. Bij Stoksterhorn (Drieborg) doet wachtmeester Wijlers, van Staatse zijde, met 250 man en twee kanonnen een aanval op deze troepenmacht. Deze aanval van Wijlers veroorzaakt zoveel paniek onder de Münsterse overmacht, dat ze gedwongen is zich terug te trekken op Nieuweschans.
Bezetting en ontmanteling
Daarna wordt het stil in Oudeschans. De schans houdt wel een bezetting en ten tijde van een politieke dreiging wordt het aantal manschappen drastisch uitgebreid en ondergaat de schans ijlings een verbetering.
In 1795 trekt een Engelse troepenmacht de schans binnen, bestaande uit voetvolk, cavalerie, enkele kanonnen en ander wapentuig om Oudeschans tegen de Fransen te beschermen. Deze Engelsen blijven echter niet en vertrekken weer. Nog diezelfde dag wordt de schans in beslag genomen door de Fransen. Twee jaar lang heeft Oudeschans een Franse bezetting, die in 1797 vervangen wordt door Nederlandse militairen.
Daar Oudeschans steeds verder van de zee komt te liggen en de wijze van oorlogvoeren verandert, wordt de schans overbodig. Bij koninklijk besluit van 5 augustus 1814 wordt de openbare verkoop van de vestingwerken geregeld en is besloten tot het slechten van de wallen. Het slechten van de schans is in 1819 voltooid.
De Garnizoenskerk van Oudeschans
Herstel van de vesting Oudeschans
In 1972 is Oudeschans ernstig in verval geraakt. Inwoners van Oudeschans nemen dan het initiatief tot herstel van het dorp. Dit initiatief leidt tot het in leven roepen van ‘De stichting vesting Oudeschans’. De kerk en de pastorie worden overgenomen door de 'Stichting Oude Groninger Kerken' en gerestaureerd. Ook het dorp wordt gerenoveerd en de oude structuur van de schans uit 1593 wordt in lage vestingwallen weer in beeld gebracht. In Oudeschans wil men een leefbaar dorp waarin de bijzondere structuur van deze voormalige vesting duidelijk is aangegeven. Deze plannen zijn op een geslaagde wijze uitgevoerd [1].
Amateurarcheologie
De eerste opgravingen zijn al gedaan in 1981. In dat jaar krijgt Oudeschans nieuwe riolering en was Ko, destijds werkzaam als vestingarcheoloog in Bourtange, al betrokken bij het uitpluizen van de grond. Op de plek waar nu het museum staat, hebben twee huisjes gestaan. Ook hier is de grond eerst nauwkeurig laagje voor laagje doorzocht. Regelmatig vinden de onderzoekers weer een nieuwe plek voor hun opgravingen en zelfs bewoners van Oudeschans geven toestemming voor bodemonderzoek in hun tuin. Op het moment dat Ko de schoolmeesterswoning krijgt aangeboden voor honderd gulden in de maand, twijfelt hij geen moment en verruilt zijn flat in Emmen voor het monument in Oudeschans dat inmiddels zijn eigendom is [2].
Vestingmuseum
De schatten van Oudeschans zijn te bewonderen in het Vestingmuseum. Als je geluk hebt is de beheerder zelf aanwezig om al zijn kennis met je te delen. In vitrines liggen rijkversierde aardewerken en glazen huishoudelijke voorwerpen, maar ook tientallen schoenen en muilen. Nog lang niet alle vondsten zijn gedateerd en onderzocht. Boven in het museumarchief liggen ze te wachten op nader onderzoek. Ko Lenting en zijn medewerkers kunnen nog wel even vooruit!
De kolk van Oudeschans in ere hersteld
De historische kolk [6] in Oudeschans is ook in ere hersteld. De dikke sliblaag is verwijderd en de oevers zijn vrijgemaakt van begroeiing. Door die werkzaamheden moeten waterplanten de kans krijgen om te groeien. Het herstel van de Oudeschanskerkolk, gelegen aan de Molenweg bij de entree van het dorp, is een lang gekoesterde wens van de Stichting Vesting Oudeschans in vervulling gegaan.
|