Levensloop van Jacob Appius Jacob Appius, heer van Stadwijck, is geboren aan de Oude Ebbingestraat te Groningen op 15 september 1730[1] en gedoopt in de Nieuwe Kerk op 17 december van dat jaar[2]. Hij is overleden de Stadwijk (Sappemeer) op 3 september 1789[3]. Appius is een advocaat geweest aan het Hof van Holland, commies te Suriname en burgemeester. Jacob Appius, is een zoon van kolonel Matthias Haycko Appius en Geertruda Theodora van Brunsveld, is geboren in de Oude Ebbingestraat en gedoopt op zondag 17 september 1730 in de Nieuwe Kerk te Groningen. Hij studeert rechten aan de universiteit van Groningen, en sluit zijn studie af met het proefschrift "De voluntate et consensu" op 25 juni 1755 . Daarna vestigt hij zich te Amsterdam.
Op 6 november 1755 wordt Appius advocaat aan het Hof van Holland. Met het schip "Adrichem" komt hij op 2 oktober 1762 aan in Suriname, alwaar hij als commies aangesteld wordt bij de Sociëteit van Suriname. Op 9 augustus 1771 vertrekt hij met het slavenschip met de naam 'Keenenburg' en repatrieert samen met zijn zwarte bediende Jan Christiaan naar de hofstede 'Stadtwijck' te Sappemeer, waar hij samen met zijn oudste zuster, Margaretha Jacomina Appius, gaat wonen. Hij koopt 'Stadtwijck' voor f 6.000 en wordt dan Mr. Genoemd.
Appius is als vrijmetselaar verbonden aan diverse loges. Zo is hij de oprichter (1765-1767) en eerste voorzittend meester van de Surinaamse loge La Zélée en is van 1773 tot 1776 voorzittend meester van de Groninger vrijmetselaarsloge loge L'Union Provinciale. Appius treedt af bij de laatst genoemde, omdat de geheimhouding van de loge door hem geschonden wordt.
Appius overlijdt in 1789. Volgens zijn laatste wil moet hij begraven worden in de Aa-kerk te Groningen en zijn graf gedekt worden met een blauwe steen, voorzien van het familiewapen in koper. Hij wordt echter bijgezet in de Koepelkerk te Sappemeer. De reden daarvan is niet bekend. De zerk, voorzien van zijn familiewapen, draagt als symbolen een schedel boven gekruiste beenderen en een zandloper met vogel- en vleermuisvleugels. Zijn graf ligt voor de preekstoel[4].
Grafschrift Mr JACOB APPIUS Oud Commies van .... Vivres en Matereaa... op SURINAM. Geboren te GRONINGEN den 15 Septem 1730 Overleden op Stadwijk in Sappemeer den 3 Septem 1789[5]
Zijn hardstenen zerk in de kerk is 201x80cm, is beschadigd en afgesleten. Het wapen is een schild met een kroon. Het schild bestaat uit twee sterren (Appius). Voor de boom een lint met de tekst ARRBOR VIVIT. Onderop de zerk bevindt zich een zandloperr met vleugels en een doodskop met gekruiste botten[6].
Zijn hardstenen zerk van Jacob Appius in de kerk is 201x80cm, is beschadigd en afgesleten. Het wapen is een schild met een kroon. Het schild bestaat uit twee sterren (Appius). Voor de boom een lint met de tekst ARRBOR VIVIT. Onderop de zerk bevindt zich een zandloperr met vleugels en een doodskop met gekruiste bottenDe stenen grafzerk van Jacob Appius ligt voor de preekstoel in de Koepelkerk van Sappemeer. Foto: ©Jur Kuipers
Zijn erfenis
Onbekende zerk. Wapens: Rechts: Drie kandelaars waarop brandende kaarsen, de middelste iets lager [Wilhelmus Lichtenvoort]. Links: Een wildeman, dragend op de rechterschouder een knots en in de linkerhand aan een riem een schildje, beladen met een ster [Reynouw Gesina Star]. N.B. In tweevoud. Afgebeeld: De navorscher, 95, 1954, blz. 10. Zie: GDW, nr. 3281. GDW, blz. 595, nr. [3283].
Kleinzoon van de stichter van Woelwijk
Jan Christiaan
|
||||||||||||
|