Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Bildiena Hulsing
Bildiena Hulsing, geb. te Bellingwolde [Gr] circa 1869.

tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 28 jaar oud) te Slochteren [Gr] op zaterdag 19 mei 1894
met

Aapko Sportel, zn. van Koert Sportel en Antje Baas, geb. te Midwolda [Gr] circa 1866.


Bronnen:
1.Burg. Stand (Genlias), S470
2.Burg. Stand (Genlias), S467


Bildina Hulsing
Bildina Hulsing, geb. te Bellingwolde [Gr] in 1846, Overlijdens aangifte op maandag 17 apr 18481, ovl. (ongeveer 2 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op zaterdag 15 apr 1848 Gestorven: 2 jaar.Bron Burgerlijke stand - Overlijden. Archieflocatie G roninger Archieven. Algemeen Gemeente: Bellingwolde. Soort akte: overlij den. Aktenummer: 35. Aangiftedatum: 17-04-1848. Overledene Bildina Hulsin g. Geslacht: V. Overlijdensdatum: 15-04-1848. Leeftijd: 2. Overlijdenspla ats: Bellingwolde
Vader Berend Jans Hulsing. Moeder Bilta Karels Borgman. Partner Geen. Na dere informatie geboortepl: Bellingwolde; beroep vader: daglooner1.



Bronnen:
1.Burgerlijke stand (Genlias)., S58
2.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 7, gem. Bellingwolde., S308
3.Genlias., S50
4.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 18, gem. Bellingwolde., S299
5.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 9, gem. Bellingwolde., S307


Bildina Kok
Bildina Kok, geb. te Bellingwolde [Gr] circa 1860.

tr. (resp. ongeveer 31 en ongeveer 41 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op woensdag 26 aug 1891
met

Joseph Hoelandt, zn. van Johannes François Hoelandt en Elizabeth de Visser, geb. te Vissingen in 1850.


Bildina Spa
Bildina Spa, geb. te Bellingwolde [Gr] circa 1877.

tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 27 jaar oud) te Wedde [Gr] op woensdag 23 jul 1902
met

Jacob Balsters, zn. van Geert Balsters en Trientje Bellinga, geb. te Oude Pekela [Gr] circa 1875.


Bronnen:
1.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 24, gem. Bellingwolde., S300
2.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 19, gem. Wedde., S306


Bildina Hulsing
Bildina Hulsing, geb. te Nieuweschans [Gr] circa 1874, ovl. (ongeveer 1 jaar oud) te Nieuweschans [Gr] op dinsdag 7 dec 1875 Leeftijd overlijden: ca 1 jaar.
leeftijd: 12 maanden.



Bronnen:
1.BS Huwelijksregister Nieuweschans, RHC GA (zaterdag 16 dec 1871 akte 16)
2.BS Geboorteregister Beerta, RHC GA, Collectie DTB (zaterdag 25 nov 1848 akte 80)


Bilecke Wigbolts
Bilecke (Bylcke) Wigbolts (Wigbolds), geb. in 1531.

tr. (resp. hoogstens 23 en hoogstens 31 jaar oud) voor maandag 30 aug 1554
met

Tammo Hayes Ton(c)kerts, zn. van Hayo Tonkens en Frouwe Nn, geb. te Beerta [Gr] circa 1523 (1527)2, volmacht van het kerspel te Beerta [Gr] in 1572, ovl. (minstens 54 jaar oud) na 1577, tr. (minstens 32 jaar oud) (2) na 1555 met NN Tyackens. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Tammo Hayes Ton(c)kerts.
In 1563 is Tammo Hayes Tonckerts (ook Tonkers en Tonkens) hij 40 jaar oud. Daaruit kunnen we afleiden dat hij omstreeks 1523 moet zijn geboren. Voor het eerst komt hij voor op 30 augustus 1554 wanneer Tammo Hayes Tonckens te Beerta een rente van 12 Rijnse gl. verkoopt uit de hem en zijn vrouw Beyle Wigbolts (ook: Bilecke) toebehorende heerd (boerderij) en land en een andere heerd. We kunnen hieruit opmaken dat hun huwelijk heeft plaatsgevonden voor 30 aug. 1554 en we kunnen ook concluderen dat hij mogelijk is het bezit is geweest van twee heerden.
Op 15 mei 1574 verkoopt Menno Tiddinga (zijn neef) een rente van 12 Rijnse gl. uit zijn heerd te Beerta ter vervanging van een rentebrief tot een even groot bedrag dd. 30 augustus 1554 over deze heerd, die heeft toebehoord aan Tammo Hayo Tonckens en door Menno bij executie is gekocht. Deze renten uit deze heert zijn in 1558 en 1570 nog door Tammo Hayo voldaan.
Coldenborch.
Op 20 augustus 1561 en 16 september 1561 dienen voor B. en R. van Groningen zaken inzake beslag dat 'Johan Tycheler the den Coldenborch' heeft laten leggen onder Tammo Hayo Tonckerts, wiens beroep 16 september 1561 wordt afgewezen. Op dezelfde dag wordt een appel van Tammo Hayo, die beloofd heeft aan zijn huurder Johan Trapker het loon te betalen, dat deze verdiend heeft van Jurgen Ottens 'dee tycheler', eveneens afgewezen.
Op 3 november 1562 koopt hij (Tammo Hayes) van Sybelke Luppens 8 grazen land. De verkoper heeft deze van zijn vader geërfd. Enkele dagen later, 8 november 1562, koopt hij van Tijddo Popinga, die verkoopt met medeweten en toestemming van Menno Houwerda, hoofdafdeling te Appingedam, 10 grazen land te Ulsda, die Tijddo voor een deel heeft geërfd van zijn vader en voor een deel heeft gekocht. Tammo Hayo verkoopt deze 18 grazen op 17 november 1563 aan de stad Groningen, waarbij blijkt dat de kerk te Beerta nog 10 grazen, Tammo Hayo Bunnens nog 4 en Tammo Ubbens nog 2 grazen land te Ulsda in bezit heeft. Het bezit van Tammo Hayo Tonckens te Ulsda is groter geweest, want op 15 oktober 1563 wordt door Hans Lutze van Hamborch aan de stad Groningen o.m. verkocht een "ovenhues mit de .. tichelboede ender der oven" door hem destijds gekocht van Tammo Hayo.
Vervallen breuken.
Op 16 oktober 1564 treedt Doedo Tyarcks namens hem op tegen Aysse Haykens. Als volmacht van het kerspel Beerta komt hij voor op 1 mei 1572. Op 24 februari 1573 worden hem in verband met 'vervallen breuken' gerechtelijk twee akkers ontzegd ten behoeve van Ayelt Febens. Op 11 maart 1575 wordt hij gedaagd door de dijkrichter van Finsterwolde over de betaling van onkosten aan een dijk, waarvan hij schijnbaar onderhoudsplichtig is. Hieruit blijkt ook dat hij kennelijk in financiële moeilijkheden verkeert, omdat dan reeds sprake is van 'zijn crediteuren'.
Tussen hem en zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk ontstaat een proces, waarbij de kinderen, waaronder nog minderjarige, stellen nog niets uit de nalatenschap van hun moeder te hebben genoten, terwijl de crediteuren blijkbaar het tegendeel hebben beweerd. B. en R. van Groningen verklaren op 28 februari 1575 die bewering onbewezen en spreken uit dat de kinderen hun deel nog moeten hebben, doch daarbij moeten bewijzen wat hun moeder heeft ingebracht.
Luppo Herens procedeert vervolgens tegen de crediteuren over de aanbreng van zijn schoonmoeder Bylcke haar huwelijk met Tammo Hayo Tonckens. De ambtman heeft op 7 januari 1576 vonnis gewezen in het voordeel van Luppo. In beroep beslissen B. en R. op 4 april 1576 dat Luppo tegen borgtocht de beslissing van de ambtman ten uitvoer mag leggen, onverkort het recht van de crediteuren voor St. Jan tegenbewijs te leveren. De volgende dag wordt nog bepaald dat Luppo nog de laatste punt van de kenning van de ambtman en van de Raad moet bewijzen, nl. dat de goederen van Tammo Hayo Tonckens op de sterfdag van zijn vrouw meer waren dan de schulden, alvorens de borg geaccepteerd zal worden.
Tussen 5 april en 13 juni 1576 schrijft de namens de crediteuren optredende Gerard Titsing aan Doedo Tyarcks, richter in het Oldambt, dat hij wegens de crediteuren te Hogebunde in Oost-Friesland is geweest en voor de ambtman aldaar enige getuigenissen heeft geproduceeerd in de zaak van de 'praetense uitboedeling' . De getuigenis van de goudsmid is later afgelegd en berust onder Luppo Herens. Crediteuren wensen daarop te reageren en verzoeken de richter Luppo te gelasten deze getuigenis te overleggen. De verklaring van deze goudsmid is bewaard gebleven, evenals de taxatie van de onroerende goederen van Tammo Hayo's vrouw. Op 13 juni 1576 heeft de richter Luppo gelast copie te geven uit de verklaring van de goudsmid.
Huwelijken.
Uit een volgend stuk blijkt dat Tammo Hayo hertrouwd is geweest. Op 22 juni 1576 blijken B. en R. een verklaring te hebben ontvangen volgens welke de erfgenamen van Tyacko Ipens te kennen geven dat de crediteuren van Tamme Hayens hun hebben aangezegd "uting" te doen van hun zusters goed, welke zuster getrouwd is geweest met Tamme Hayens. Deze uitboedeling was hun tot dusver belet door allerlei omstandigheden, o.m. omdat zij nog moesten scheiden en delen met hun oudtante. Men kon niet gewaar worden hoe groot haar deel was. Dat deel is nu geschat en de erfgenamen zijn bereid de uitboedeling ten spoedigste te laten plaatsvinden. Zij verzoeken B. en R. dit te mogen doen in aanwezigheid van twee onpartijdige personen "want wy begeren ut de moeyte te wesen".
In het geschil komt zelfs de nalatenschap van Tammo Hayo's grootouders Tonckert Frericks en Nanna in het geding, waartegen twee andere kleinzoons van het echtpaar, Aelrick Weerts en Menno Luerts, met hun niet nader genoemde adherenten, opponeren. De ambtman wijst in deze zaak vonnis 20 december 1574, dan is er dus er al sprake van crediteuren van Tammo Hayo. B. en R. spreken zich 8 juli 1577 over deze zaak uit. Inmiddels is het land van Tammo Hayo reeds bij executie verkocht; zijn neef Menno Tiddinga blijkt 15 mei 1574 reeds eigenaar van een heerd, die bij executie wordt verkocht. Ander land wordt door de crediteuren verkocht, doch dit land blijkt Tammo Hayo niet in eigendom toe te behoren, 'doch hem verset' te zijn. Koper en crediteuren leggen de zaak aan B. en R. als scheidslieden voor, die op 17 juli 1577 hun oordeel geven.
In geen van de hierboven stukken wordt Tammo Hayo als overleden genoemd. Tammo (en zijn eerste vrouw) Bylcke hebben tenminste 4 kinderen: Tonkert en Wapke [Tammes]; van beide andere kinderen komen we geen namen niet tegen.
Kinderen.
1. Wapke Tonckerts (v).
2. Tonkert Tammes (m) - ca 1553- ca 1630; Tonckert trouwt twee keer. De eerste keer met Frouwe Tonckerts circa 1595 en de tweede keer met Lutgere Tonckerts voor 31 okt. 1608. Uit het eerste huwelijk komen minstens 9 kinderen voort. Het eerste kind is Bilecke (1593) en daarna volgen Haijo (1597), Luppo (1598), Eggo (1601), Frouwe (1603), Tamke (1607), Lutgere (overl. 1610), Ocke (overl. 1605) en Fossa. Alle kinderen krijgen als patroniem Tonckerts mee, behalve Ocke die Aapkes gaat heten. Van Eggo is bekend dat hij filosofie studeert in Groningen op 22 april 1619. Drie jaar later wordt hij genoemd als kandidaat in de theologie (24 aug. 1622) en op 7 sept. 1624 is hij predikant in Westerlee. Hij trouwt omstreeks sept. 1625 te Beerta met Aissa Aeijssens Wijncken. Ze krijgen 5 kinderen.
Luppo huwt drie keer (met Martijen Tjarcks, Euwke Aetiens en Haycke Edzens) en schept uit deze drie huwelijken minstens 8 kinderen. Luppo is diaken in Winschoten en is daar tevens gerechtsdienaar.
3. Nn Tammens (v) - ca 1556; zij trouwt voor 7 jan. 1576 met Lupko Herens. Uit dit huwelijk worden minstens twee kinderen geboren, nl. Wessel en Allert Luppes.
4. Nn Tammens (m) - ca 1557.
Zijn tweede vrouw, Nn Tyackes (haar 'voornaam' komen we nergens tegen) komt op 17 september voor als voormond over de kinderen van wijlen Tonko Eggens. Aijlcke Ockes, zijn eerste vrouw, overlijdt na 11 dec. 1638. Uit het huwelijk met zijn tweede vrouw (tr, voor 31 okt. 1608) Ealheid Heres, geb. ca 1579 in Winschoten zijn geen kinderen bekend.
Bronnen:.
*De Nederlandsche Leeuw (O.D.J. Roemeling); 105:377 (1988) (S748 [404];.
* De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 105:368 (1988);.
* Gruoninga -; -Book; 15:127 (1970);.
* FamilySearch.org - Church of Jesus Christ of Latter Day Saints -;.
* Book; 2Z59-T4; e.a.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tonkert*1553  †1630 Winschoten [Gr] 7710 
Wapke     
N1*1556     
N2*1557     



Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 105:368 (1988), S742
2.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:10 1980; 105:368 (1988)., S741


Bilecke Tonckerts
Bilecke Tonckerts, geb. circa 15932, ovl. (hoogstens 65 jaar oud) voor donderdag 25 apr 1658 Bileke is in ieder geval overleden tussen 25 april 1657 en 16581.

tr. (resp. hoogstens 15 en hoogstens 19 jaar oud) voor zondag 28 dec 1608
met

Phebo Aelckens, zn. van Aylcko Wyartz en Frouwe Nn, geb. te Winschoten [Gr] circa 1589, schoenmaker te Winschoten [Gr], ovl. (hoogstens 59 jaar oud) voor maandag 23 mrt 1648 Phebo is in ieder geval overleden tussen 23 maart 1643 en 1648.


Bronnen:
1.De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 105:372 (1988)., S747
2.FamilySearch.Org - Church of Jesus Christ of Latter Day Saints -, S746
3.FamilySearch.Org - Church of Jesus Christ of Latter Day Saints -, S743
4.Gruoninga -; -Book; 15:127 (1970),, S744


Bilta Carels Bergman
Bilta Carels Bergman, geb. te Winschoten [Gr] op dinsdag 12 nov 1811, ovl. (60 jaar oud) te Bellingwedde op vrijdag 19 jan 1872.

tr. (resp. 23 en 22 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op maandag 19 jan 1835 Bilta Carels Bergman wordt met Borgman aangeduidt in de overlijdensakte v an Obbo Hulsing (30-03-1878):
Akte: Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Overlijdensakte. Aktenummer 8, gem. Beerta
met

Berend Jans Hulsing, zn. van Jan Hiskes Hulsing en Heiltje Berends Oldenburger, geb. te Bellingwolde [Gr] op vrijdag 13 mrt 1812, dagloner op zaterdag 16 dec 18712, Overlijdens aangifte op zaterdag 25 feb 18991, ovl. (86 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op zaterdag 25 feb 1899 Overleden als weduwe van Bilta Borgman1, tr. (2) met Ida Boltjes. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 9 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1848 Bellingwolde [Gr] †1903 Finsterwolde [Gr] 55
Hailtje*1835 Bellingwolde [Gr] †1905 Bellingwolde [Gr] 70
Roelof Karel*1838 Bellingwolde [Gr] †1913 Bellingwolde [Gr] 75
Trijntje Berends*1840  †1841 Bellingwolde [Gr] 0
Bildina*1846 Bellingwolde [Gr] †1848 Bellingwolde [Gr] 2
Obbo*1851 Bellingwolde [Gr] †1851 Bellingwolde [Gr] 0
Obbo*1854 Bellingwolde [Gr]    
Berend*1858 Bellingwolde [Gr]    
Trijntje*1842 Bellingwolde [Gr] †1915 Oerde, Gem. Wedde 7210 



Bronnen:
1.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 7, gem. Bellingwolde., S308
2.Genlias., S50
3.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 18, gem. Bellingwolde., S299
4.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 9, gem. Bellingwolde., S307


Bineus Gerhardi Sissingh
Bineus Gerhardi Sissingh.

tr. none
met

Alberdina Geerts Jansen.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nomke*1835 Linteloopolder, Gem. Nieuweschans    


Bjorn van Noorwegen
Bjorn van Noorwegen.


Blideke (Blydeke) Cater Tho Fraam
 
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Blideke (Blydeke) (Blydeke) Cater Tho Fraam1 (te Frama van Twixlum), erfvrouwe van Fraem (Fraam), Huizinge [Gr], erfvrouwe van Fraem (Fraam), Huizinge [Gr], ovl. circa 1580.



Aantekeningen bij Blideke (Blydeke) Cater Tho Fraam (te Frama van Twixlum).

De borg Fraam te Huizinge.
De borg Fraam te Huizinge.
De Addinga's bezitten ook een borg te Fraam (Huizinge). In 1399 zal het huis reeds bestaan hebben. Blydeke en haar zoon Haye II verkopen in 1487 deze borg. In 1487 wordt het huis omschreven als heerd met grachten, huizingen, singels en een poort. Wanneer het huis de status van borg krijgt, is niet duidelijk. In 1738 is het reeds gesloopt. Rond 1440 verschijnt de naam Blideke tho Fraam. In 1641 is het huis van Berend Coenders. Nazaten verkopen het huis in 1710 aan Jan Clant van Ludema.
De naam van deze borg komt in oude tijden voor als Feradema, Ferawema, Frawama, Frademe en Frame. In 1399 komt een Frouweke Ferawema te Huizinge voor, die land koopt te Middelstum in de venne, met de naam 'Pijpan'. Waarschijnlijk is zij verwant aan de in 1403 vermelde Rodolphus Frawama, deze bezat namelijk ook land in de 'Pijpana'. Zeer waarschijnlijk is er een verband met het huis Frouwama, dat in 1371 te Huizinge genoemd wordt. Ook komt Frowingatil (Fraamtil) voor.
In Leens komt ook een Frademaheerd voor in 1405, genoemd in dezelfde boedel als het huis te Huizinge. Wat wijst op een zelfde naamsoorsprong.
In de jaren 1440-1487 komt Blideke toe Fraam (Blyke Fradema in 1443) herhaaldelijk voor, zelfs als hoofdelinge. Zij bezit veel land in de Ommelanden, dat zij door vererving en huwelijk verkrijgt en dat zij door aankoop nog uibreidt. Zij moet een godvruchtige vrouw zijn geweest: zij sticht een prebende (fonds waaruit een kannunik wordt betaald die ook aan liefdadigheid doet) in de kerk van Zandeweer en in haar testament laat zij iets na voor de armen van Huizinge en Wijtwerd (Westerwijtwerd). Wie haar ouders zijn geweest is niet bekend.
Haar eerste man (van volgens sommige bronnen heeft ze 4 mannen gehad) is Ailco Onnema, bij wie zij een zoon krijgt, die naar zijn grootvader Reyner Eysinga wordt genoemd. Deze zoon sterft jong en ook zijn vader wordt niet oud. Blideke is hertrouwd met Egge Addinga van Westerwolde en dat huwelijk kost haar geld. De Addinga's hebben voor hun, niet zo succesvolle, Westerwoldse politiek veel geld nodig. Egge wordt in 1485 door de Westerwolders vermoord. Hun zoon Haije, zet zijn politiek voort. In 1487 verkopen moeder en zoon hun rechten op Fraam aan Claas en Sweder Cater, die zij hun neven noemen. (* onduidelijk is hoe de verwantschap ligt, mogelijk zijn Rolef Kater vermeld in 1408 en Rodolphus Frawama vermeld in 1403 dezelfde).
De heerd wordt in 1487 omschreven als bestaande uit huizingen, hemingen, grachten, wallen, singels en met o.a. een poortvenne. Bij een latere scheiding is Fraam gekomen aan Claas Cater, althans na diens dood is het goed bij een boedelscheiding van 1497, opgemaakt in 1503, gekomen aan zijn zoon Luert, die in 1508 trouwde met Bawe Ripperda.
Luert sterft omstreeks 1520 als zijn kinderen nog minderjarig zijn. In 1541 worden Claas en Luyrt Kater hoofdelingen te Huizinge genoemd. Van hen verkrijgt Claas Cater Fraam. Uit zijn huwelijk met Anna Tamminga wordt eveneens een zoon Claas geboren, die bij zijn vaders dood in 1556, nog maar acht jaar is. Deze Claas bezoekt verschillende universiteiten. Door zijn contact met de familie Coenders (Derck Coenders is zijn stiefvader) gaat hij al vroeg tot de Hervorming over. Na 1580 moet hij dan ook in ballingschap gaan. In 1594 keert hij terug naar Fraam, waar Claas in 1602 sterft.
Zijn huwelijk met Anna van Burmannia is kinderloos gebleven. Zo wordt zijn zuster Hille erfgenaam, gehuwd met Frederik Coenders van Helpen. Deze heeft als vurig protestant lange tijd in het buitenland gezeten. Hij is een van de opstellers van de bekende Supplication die uit naam van de ballingen uit Stad en Lande in 1570 te Spiers aan de keizer wordt aangeboden. In 1594 kan hij terugkeren, waarna hij in 1602 burgemeester wordt van Groningen. In 1614 heeft hij meegewerkt aan de oprichting van de universiteit. In 1618 overlijdt hij en zijn vrouw in 1622 zonder kinderen na te laten. Na haar dood gaat Fraam over aan Frederiks halfbroer Wilhelm, een krijgsman die niet veel op Fraam vertoefd zal hebben. Hij wordt in 1618 drost van Leerort, waar hij in 1639 overlijdt. Zijn grafschrift in Huizinge vermeldt zijn krijgsdaden. Ook een in 1629 gegoten torenklok, tot 1907 aanwezig, herinnert aan hem. Zijn dochter Anna is in 1624 getrouwd met een verre neef Berend (Bernard) Coenders van Helpen (1601-1678). Dit echtpaar betrekt nu Fraam. Onder hen beleeft de borg zijn bloeitijdperk. Immers Berend Coenders is een van de bekendste Ommelanders van zijn tijd. Hij bedrijft alchemie en schrijft daarover geleerde boeken. Als politicus speelt hij een grote rol. Zo maakt hij als lid van de Staten-Generaal deel uit van de ambassade naar Kopenhagen in 1639 en 1640 om een verlaging van de tol voor de Sont. In 1643 poogt hij te Groningen een staatsgreep te plegen, wat mislukt, waarna hij uit al zijn ambten wordt ontzet. Hij komt echter terug en wordt zelfs in 1668 president van de Ommelanden.
Bekend is ook zijn hardvochtig optreden tegen ds. Hamer van Huizinge, beschuldigd van valsemunterij. Dit proces heeft hem een slechte reputatie bezorgd, terwijl valsemunterij een zwaar misdrijf is en de dominee waarschijnlijk niet zo onschuldig is geweest als hij zich voordoet.
In januari 1678 is hij gestorven, waar is niet bekend, in elk geval niet te Kopenhagen, zoals is verondersteld.
In de kerk te Huizinge is nog een koorhek aanwezig, door hem in 1641 opgericht.
Berend Coenders had verschillende zoons, van wie Willem en Frederik bekend geworden zijn als makers van de zogenaamde Coenderskaart, waar dan ook Fraam onder de borgen bovenaan staat.
Zijn oudste zoon Abel Coenders van Vervou erft Fraam. De laatste titel heeft hij geerfd van een oud-oom. Door zijn huwelijk met Bijwe Lewe verkrijgt hij Onnema te Zandeweer, waar hij eerst ook woont. Na de dood van zijn vader gaat hij waarschijnlijk op Fraam wonen, althans voor Huizinge voert hij processen op de landdag.
Na de dood van Abel in 1690 komt Fraam aan zijn zoon Joost Lewe Coenders van Vervou. Ook hij compareert (* voert processen) op de landdag eerst voor Zandeweer en later (na de dood van zijn vader) voor Huizinge. Onnema is trouwens in 1689 verkocht door zijn crediteurs. Voor maart 1703 is Joost overleden.
Joost huwt vijf maal. Zoon Bernhard uit zijn tweede huwelijk, met Ebelina Johanna Clant, volgt hem op te Fraam. Hij is in 1728 te Geismar in Hessen gestorven en daar in de grote kerk bijgezet. Daarvoor heeft hij Fraam verkocht. In 1710 heeft hij uit de nalatenschap van Jan Clant van Ludema deze borg verkregen, waar hij zich dan vestigt.
Fraam draagt hij met rechten, schathuis en landerijen in 1713 over aan Willem Alberda van Dijksterhuis. Deze zal er niet gewoond hebben. Wat er met de borg gebeurd is, is niet bekend. Volgens de overlevering zou hij in 1738 gesloopt zijn.
Tegenwoordige staat.
Tegenwoordig is het borgterrein niet meer te herkennen. Bij een egalistie zijn nog resten gevonden van de alchemistische werkzaamheden van Berend Coenders. Onder Middelstum ligt een boerderij Nije Fraam, de verhouding tot Fraam is niet bekend. (Bron: De Ommelander borgen en steenhuizen, ISBN 90 232 2314 4.
De borg Fraam is in het verleden met meerdere namen aangeduid geweest, zoals Feradema, Ferawema, Frawama, Frademe en Frame. In de 15e eeuw is de borg in het bezit van Blykdele Fradema. In 1487 verkoopt zij de borg aan Claas en Sweder Cater. In het begin van de 17 eeuw komt de borg door vererving in het bezit van leden van de familie Coenders van Helpen. Onder hun leiding beleef de borg een bloeiperiode. Zo is Frederik Coenders van Helpen, burgemeester van Groningen en mede oprichter van de universiteit aldaar, borgheer van 1602 tot 1618. Zijn halfbroer Wilhelm of Wilhelmus volgt hem op als borgheer van Fraam. Zijn grafzerk is in de Johannes de Doperkerk van Huizinge bewaard gebleven.
Na zijn overlijden in 1639 komt de borg in handen van zijn schoonzoon, de invloedrijke Groninger jonker, Berend Coenders van Helpen. Berend speelt een prominente rol als bestuurder in Groningen en in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Daarnaast beoefent hij op de borg de alchemie. Zijn experimenten leiden nog al eens tot ontploffingen, de sporen ervan worden later teruggevonden. Berend en zijn vrouw Anna schenken de kerk van Huizinge, als borgheer en borgvrouw, een koorhek. Hun nazaten wonen nog tot in de 18e eeuw op de borg.
In 1713 wrdt de borg gekocht door Willem Alberda van Dijksterhuis. Rond 1738 zou de borg gesloopt zijn. Sporen van de plek waar de borg gestaan heeft zijn nog tot in de 20e eeuw waarneembaar in het land. Na de egalisatiewerkzaamheden zijn ook die sporen uitgewist.

Fraam bij Huizinge.
).

tr. (Eggerik II Addinga minstens 53 jaar oud) (1) na maandag 12 feb 1444
met

Eggerik II (Egge) Addinga (Egge II) Van Addinga van Wedde En Westerwolde (5811), zn. van Eggerik I Addinga van Wedde en Westerwolde en Margaretha Ripperda, geb. circa 1391 (circa 1425), ovl. (ongeveer 84 jaar oud) op woensdag 21 apr 1475 hij wordt uiteindelijk vermoord, tr. (1) met Aylcke Onnema. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 



Aantekeningen bij Eggerik II Addinga Van Addinga van Wedde En Westerwolde (5811).
DE ADDINGA'S.
Het Westerwoldse geslacht Addinga is afkomstig uit Reiderland. Volgens de verhalen zou het naar Wedde zijn gevlucht of zijn verjaagd na de Marcellusvloed van 1362. In Wedde wordt rond 1360/1370 de Wedderborg gebouwd. Deze datering wordt gegeven na enige archeologische opgravingen. De verbintenis van de opkomst van Addinga met de Marcellusvloed in 1362 berust op latere constructies en heeft naar alle waarschijnlijkheid zelfs helemaal niets met Dollardoverstromingen te maken. Het ontstaan van de Dollard kan met zekerheid pas gesitueerd worden in de eerste helft van de 15e eeuw.
De oorsprong van het geslacht Addinga is er in ieder geval in een duist er licht mee komen te staan. Als Egge (II) Addinga in 1474 probeert te bewijzen dat de Addinga's al minstens honderd jaar de heerlijkheid Wedde bezit met afschriften van de bisschop van Münster en de abt van Corvey, heeft hij inmiddels alle schijn tegen. In 1474 blijkt dat de Addinga's behalve de heerlijkheid Wedde en Westerwolde ook het gericht van Winschoten (ook voogdij van Winschoten geheten) in leen hebben. Vanwege de Reiderlandse achtergrond van Winschoten is het mogelijk dat de Addinga's uit deze plaats afkomstig zijn geweest.

De kerk van Wedde vóór de restauratie. De grafzerken in de kerk zijn weer in de vloer geplaatst. Bron: WP.
In 1391 wordt voor het eerst in een oorkonde van het huis te Wedde gesproken. Egge (I) Addinga (zoon van de stamvader Adde) wordt echter nog aangeduid als hoofdeling in Reiderland. De bevolking van Westerwolde kan moeilijk de heerschappij van Egge Addinga accepteren, met name het stempel dat hij drukt op het bestuur en rechtspraak. Egge (I) bestuurt met willekeur en in conflict met het Westerwoldse landrecht als hij de rechtszetel van Vlagtwedde naar Wedde verplaatst. Als Egge (I) op weg is van Onstwedde naar Wedde, is hij in de buurt van Wessinghuizen aangevallen en vermoord. Toch blijkt de macht van de Addinga's nog volledig intact. De inwoners van Westerwolde beloven op 4 juni 1391, aan de minderjarige kinderen van Egge: Adde, Haye en Boele, Egge's weduwe Focke Kekesma en Oomke (ook Unico genoemd) Ripperda (proost en hoofdeling in Farmsum) en Wyarde Memminge (hoofdeling in Bunde), Memmen en zoon Tiabbeken Jelderkes de verplichtingen na te komen die zij ook hebben met de overleden Egge. Laatsgenoemde personen zijn allen verwant aan Addinga. Op 12 maart 1392 verkopen Wyarde Memminge, Memmen en Tiabbeken Jelderkes hun rechten op het slot van Wedde en Westerwolde aan de de Addinga's. In 1391 wordt Egge Addinga in Westerwolde genoemd onder de capitales (hoofdelingen) van Reiderland, evenals in 1420, al lijkt dat gezien de moord niet mogelijk. In 1400 beleendt de bisschop van Münster beide broers Haye en Boele met Westerwolde.
De Addinga's blijven nagenoeg de gehele 15e eeuw aan de macht in Westerwolde. In Winschoten verliezen ze veel macht als de inwoners een verbond sluiten met de stad Groningen. In 1478 worden ze verdreven door troep en van de stad Groningen. Pas in 1486 mogen de Addinga's terugkeren op de Wedderborg.

In het boek van Muller, Historieplaten treffen we een vogelvlucht tekening aan van de inneming van het huis te Wedde door Graaf Willem Lodewijk op 30 augustus 1593 (afmeting 20x 27 cm), aanwezig in het Rijksarchief te Groningen. Vermoedelijk is het een tekening van Franz Hogenberg en vervaardigd tussen 1598 en 1608. Deze plaat geeft niet de juiste geografische situatie van Wedde weer. Duidelijk zien we het kleine kerkje in verhouding tot de machtige burcht, al is hier zeker de grotere belangrijkheid van de burcht in het spel, waardoor men deze veelal groter weergaf dan met de juiste verhoudingen overeenkwam. Bron: WP.
In de kerk van Wedde ligt nog een zerk van de in 1492 gestorven Haye Addinga met het volgende opschrift: Int jar uns Heren MCCCC un XC und II des Fridages na Marien Verkundighe starf Haye Addinghes, Hooflink van Westerw olde, des sine siele mote resten in den vrede. Amen.
De Addinga's worden, volgens o.a. Abel Eppens in zijn kroniek (16e eeuw) in tegenstelling tot vele andere aanzienlijke geslachten, niet hoofdeling of heerschap genoemd maar 'jonker', evenals de Ripperda's en de Onsta' s. Zij behoorden tot 'de oldsten'.
In Feenstra's 'Adel': 'Al dezen (de Addinga's), de Ewsums, Manninga's en Ripperda's werden rond 1500 beschouwd als hoofdelingen van bijzondere rang, als 'adel'. Zij waren de enigen, die als 'erentfest' werden aangeduid'.
Haye (III) Addinga is nog minderjarig als hij in 1523 de rechten op Wedde en Westerwolde terugkrijgt. Dit is van korte duur: in 1530 wordt het gebied veroverd door Karel van Gelre.

Aantekeningen bij Eggerik II Addinga Van Addinga van Wedde En Westerwolde en Blideke (Blydeke) Cater Tho Fraam

In 1487 verkopen Blydeke en haar zoon Haye (II) de borg te Fraam (in Huizinge.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Haye II*1450  †1492 Wedde [Gr] 42

relatie (2)
met

Aeilco Onnema Eisinga, zn. van Reyner Eisinga en Bawe Nn, geb. na 1376, ovl. (hoogstens 68 jaar oud) in 1444.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reyner Eysinga*1433  †1450  17



Bronnen:
1.De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Dr. W.J Formsma, Stol en Pathuis, Van Corcum & Comp. B.V., ISBN 90 232 1047 6, Assen [Dr], 1973

Dossier:


Boele Horlings
Boele Horlings, landbouwer.

tr. none
met

Trientje Hilvers.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wubbe*1876 Nieuwe Pekela [Gr] †1942 Groningen [Gr] 66


Boele Ockens
Boele Ockens, geb. circa 1590, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) op dinsdag 12 jan 1649.


Aantekeningen bij Boele Ockens.
- RAG Vee Fol.476 - 12 mei 1629 - Bole Ockens, voor Aiße zijn vrouw, die nt zijn zwager Eggo Heddes(!!) te betalen 600 Emder gld. vanwege 22 akke rs waarvan 5 akkers gelegen in de Grafften in de Beerta, ten oosten de ko sterij van Finsterwolde, ten westen Febo Ailkens. Strekkende van de weg t ot de Pekel A, maar ook vanwege 10 akker eveneens in de Grafften, ten oos ten Popko Aelders ten westen Jan Roleves, en nog 6 akker gelegen in 't la nd gebruikt en bewoont door Eggo Heddes, ten oosten Popko .st, ten west en de kerk van Beerta, strekkende van de Tiamme tot de Pekel Ae. Wilen Eg go huß, schüre, koijen peerden, wagen ende ploech van den vader gekofft e nde betalet hadde, ende sal de vader sinen eegene landen te weten elffte halff achker vor sick allene vöerbeholdet hebben.
Er wordt ook getekend door: Hedde Eggens. Getuigen: Swiko Eppes en Jürg en Willems.Fol.61 - 29 maart 1611 - (H.V.) Boelo Ockens en Aeijsse Hedde s. Getuigen: Botto Hinrichs en Frerick Frericks.
Fol.277 - 3 november 1625 - Boelo Ockes, Addo Herens en Gossel Henrichs, voormond en voogden over wijlen Jan Everts= nagelaten dochter Aelheit, ve rkopen aan Nanno Hermans en Iden (ehel.) het huis en de levende have, zoa ls Jan Evertz heeft nagelaten. Prijs: 300 Emder gld. met eenen sulveren k leerhaecken van vierde halff loet. Getuigen: Wapko Tammes en Willem Wille ms.
Fol.278 - 3 december 1625 - Nanno Hermans, voor zijn vrouw Ide, maakt e en akkoord met Boelo Ockes, Addo Herens en Gossel Henrichs, voogden over wijlen Johan Evertz= nagelaten onmondige dochter, m.b.t. de koopsom van h et huis en de levende have. Besloten wordt dat i.p.v. de genoemde koops om te betalen zal Nanno Hermans de dochter Aelheit gedurende 6 jaar onder houden. Getuigen: Willem Willems en Wapko Tammens.
Fol.475 - 12 mei 1629 - Hedde Egges verset aan zijn zwager Bolen Ockes en Aiße (ehel.) 5 akker land in de Beerta in de Grafften doer de köstere ij in Finserwolt ten oosten, ende Febo Ailkes te Winschote ten westen. St rekkende van de weg tot de Pekel Ae. Prijs: 400 daler. Getuigen: Willem H inrix en Jürgen Willems. Tevens tekent: Eggo Heddens, als zwager.
Fol.476 - 12 mei 1629 - Bole Ockens, voor Aiße zijn vrouw, dient zijn zwa ger Eggo Heddes(!!) te betalen 600 Emder gld. vanwege 22 akkers waarvan 5 akkers gelegen in de Grafften in de Beerta, ten oosten de kosterij v an Finsterwolde, ten westen Febo Ailkens. Strekkende van de weg tot de Pe kel A, maar ook vanwege 10 akker eveneens in de Grafften, ten oosten Pop ko Aelders ten westen Jan Roleves, en nog 6 akker gelegen in 't land gebr uikt en bewoont door Eggo Heddes, ten oosten Popko .st, ten westen de ke rk van Beerta, strekkende van de Tiamme tot de Pekel Ae. Wilen Eggo huß, schüre, koijen peerden, wagen ende ploech van den vader gekofft ende beta let hadde, ende sal de vader sinen eegene landen te weten elffte halff ac hker vor sick allene vöerbeholdet hebben.
Er wordt ook getekend door: Hedde Eggens. Getuigen: Swiko Eppes en Jürg en Willemß.
Fol.568 - 7 maart 1631 - Wolter Hinricks, voor Trine, zijn vrouw, Bolo Oc kens, Adde Hares, i.p.v. hem Melle Feckes, en Goßel Hinrix, voogden over Jan Evers= onmondige dochtertje Aleit, 50 daler à 9% Getuigen: Poppo Aeld ers en Jan Roleves.
Fol.662 - 11 maart 1633 - Heddo Egges, als bestevader van wijlen zijn zo on Egge's kind, met name Anna, draagt over aan Bolo Ockens, Harmen Schipm an en Tiddo Reentz, als voogden over zijn zoon's kind, 3 akkers liggende in de heerd, zoals Eggo tot dusverre heeft gebruikt, ten oosten Popko Aiß es, ten westen de kerk in de Beerta.
Getuigen: m Geert Janß glasemaker en Jurko Alberts.
Fol.666 - 4 mei 1633 - Bolo Ockes, Harmen Schipman en hopman Tiddo Reent z, als voormond en voogden over Eggo Heddes= moederloze kind, met name An na, versetten aan Alle Peters en Dewer (ehel.) huis en schuur in de Beert a, zoals Eggo Heddes heeft gebruikt en bewoond tijdens zijn leven. Prij s: 350 daler. Getuigen: Willem Hinrix en Goßel Hinrix.
Fol.671 - 20 mei 1633 - Heddo Egges leent van Bolo Ockens en Aiße (ehel .) 500 daler à 7%. Het betreft het geld dat hij luitenant Goße Koohoren t oegeeft op wisseling van het land. Getuigen: Eltio Luwerts en Albert Elti es.
Fol.717 - 16 mei 1634 - Bolo Ockens, pr.vmd, Tiddo Reents, vreemde voo gd over wijlen Eggo Heddes nagelaten vaderloze kind Anna, Jan Ottes en A ßa (ehel.) mede over hetzelfde kind. Ze hebben een akkoord gemaakt bij le ven van wijlen Harmen Schipmans, als gewezen sibbevoogd over Anna, m.b. t. alle goederen welke Aßa heeft ingebracht. Jan Ottes en Aßa krijgen v an de voormond en voogden 426 daler. Getuigen: Hinrick Dercks en Jürgen V ijth.
Fol.774 - 21 augustus 1635 - Fecko Wessels voor Bawe, zijn vrouw, is schu ldig aan de voormond en voogden, over Jan Everts= dochter, Aleit, 300 Emd er gld, Bolo Ockens, pr.vmd, Addo Addo Harings en Gossel Henrix, voogde n. De schuld komt uit Aelheit=s vaders goederen. Er is sprake van het fe it dat Fecko borg was geworden voor Nanno Hermans. Rente: 6% Getuigen: He mmo Harcx en Willem Henrix.
Fol.462 - 17 augustus 1645 - Boelo Ockens en Claes Tholes geassisteerd m et de e.e. Menno Koehoorn en Sebo Huninga wegen een questieuse uutdrifft.
Fol.714 - 27 april 1648 - Jacob Janß, op de Ulsda, en Hille (ehel.) verse tten aan Boelo Ockens 12 deimt meedland in Beersterhamrik in de Hommewe er in 9 deimt, waarvan Jacob toebehoren 42 deimt. Ten oosten de Gare, t en westen Simon Timons, als gebruiker. Prijs: 150 daler. Getuigen: Ocko H arckens en Joannes à Bredrode.
Fol.245 - 13 november 1651 - Tako Tonckens en Bawe (ehel.) lenen van Boe lo Ockens 100 daler à 6%. Getuigen: Jurjen Vijt en Wilto Ipens.
Fol.388 - 13 oktober 1654 - Bouwe Takens, weduwe van Tako Tonckens, verko opt aan Boelo Ockens (de koop is reeds door Tako Tonckens gesloten tijde ns zijn leven), 1 deimt land gelegen in Jouwe Louwers= heerd, ten noord en Sijnko Tjackes en Haicko Tiddes, ten oosten Hindrick Hommerichhuisen, majoor in d' Oude Schans, ten zuiden Wormele Hindricks cuiper,. Prijs: 1 00 daler. Getuigen: Freerick Tjackes en Ocko Harckes.
Fol.776 - 3 april 1660 - Harman Boelens en Alcke (ehel.) stemmen in met h et gegeven dat Haijcke Boelens, tegenwoordige huisvrouw van Jan Egberts, en Anna Boelens, weduwe van Tiapko Tjarcks, beijde onse susters nae t' ov erlijden van onsse vader Boelo Ockens gelijck sibbe soilen sijn tot vade rs en moeders goedt Evenals de zoons Jan en Evert Boelens van Boelo Ocken s. Zie H.V. dd. 9 februari 1644 te Beerta. Getuigen: Albert Arents en Mat thias Tobiae.
- Boele and Aise had 5 children: Haycke, Jan, Anna, Evert, and Herman [Bo eles].
1 _TITLE Notes - marr_contract: 29 march 1611 Beerta, Groningen).

relatie (1)
met

Geertje Boeles, geb. circa 1590, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) circa 1649.

tr. (ongeveer 21 jaar oud) (2) te Beerta [Gr] op dinsdag 29 mrt 1611 (getuigen: Botto Hinrichs en Frerick Frericks)
met

Aise Heddes.


Bronnen:
1.Huwelijkscontract Beerta; fol. 61 29-03-1611., S514


Boele Aeijlckens
Boele Aeijlckens.

relatie
met

Ocke Boeles.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertien*1670 Blijham, Wedde    


Boele Nn
Boele Nn.

relatie
met

Impke Nn.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wibbo     


Boelman ter Haer
Boelman ter Haer, geb. te Ter Haar [Gr] circa 1505, ovl. (ongeveer 84 jaar oud) te Ter Haar [Gr] in 1589 Overleden tussen 1574 en 1589 Ter Haar (NL).


een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berent Boelmans*1535 Ter Haar [Gr] †1592 Ter Haar [Gr] 57


Boelman ter Haar
Boelman Alberts ter Haar, geb. te Vlagtwedde [Gr] circa 1628, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) in 16911.

relatie
met

Harmcke Alberts Meems, dr. van Albert Edes Memes en Swaencke Geerts Schuirinck, geb. te Laude (Nl) circa 1632, ovl. (ongeveer 28 jaar oud) te Ter Haar [Gr] circa 1660.


Bronnen:
1.Betaald voor graf 29-09-1691, S20


Boelman Berents ter Haar
Boelman Berents ter Haar, geb. te Ter Haar [Gr] circa 1565, ged. te Sellingen [Gr], ovl. (ongeveer 82 jaar oud) te Ter Haar [Gr] op zondag 22 sep 1647.

relatie
met

Swaencke Boelmans ter Borgh, geb. te Ter Borg circa 1572.

Uit deze relatie 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frerickien Boelmans*1607 Ter Haar [Gr]    
Berent Boelmans*1595 Ter Haar [Gr] †1658 Ellersinghuizen 63
Albert Boelmans Boelmans*1597 Ter Haar [Gr] †1667 Ter Haar [Gr] 70
Alcke Boelmans Boelmans*1600 Ter Haar [Gr] †1646 Ellersinghuizen 46


Boelman Willems Eelsingh
Boelman Willems Eelsingh, geb. te Ellersinghuizen circa 1625.


Aantekeningen bij Boelman Willems Eelsingh.
Bron:.
Titel Westerwolders en hun woningbezit van 1568 tot 1829 Deel 5.
Korte titel Wegman 5.
Auteur C.J. en R.M.A. Wegman.
Bron-ID S5.

tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 21 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] circa 1650
met

Rixte Wubbes Abels, geb. te Vlagtwedde [Gr] circa 1629.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wubbe*1654 Ellersinghuizen †1714 Vlagtwedde [Gr] 60
Willem*1650 Ter Wupping (Nl) †1705  55
Jantje Boelmans*1652 Ellersinghuizen    
*1658 Ellersinghuizen    
Geeske Boelmans*1663 Ellersinghuizen    


Boelman Wubbes Eelsingh
Boelman Wubbes Wubbes (Boelman) Eelsingh, geb. te Ellersinghuizen circa 1584, ovl. (minstens 53 jaar oud) te Ellersinghuizen na 1637.

')}