Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Christina Hulsebosch
Christina Hulsebosch, geb. te Noordbroek [Gr] op vrijdag 15 sep 1854, ovl. (73 jaar oud) te Sappemeer [Gr] op woensdag 16 mei 1928.

relatie
met

Filippus Heiting, geb. op maandag 8 okt 1855, ovl. (77 jaar oud) te Sappemeer [Gr] op vrijdag 21 apr 1933.

 


Christina Cornmelius
Christina Cornmelius, geb. in 1732.


Christina van Iddekinge
in
Genealogie van Reint Alberda.
Genealogie van Tobias van Iddekinge.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Evert Horencken.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Hendrina (Hendrikje) Hiddingh.
Parenteel van Johan Horenken.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Christina van Iddekinge, geb. te Groningen [Gr] op zaterdag 13 okt 1798, ovl. (65 jaar oud) te Groningen [Gr] op woensdag 21 okt 1863.

  • Vader:
    Jean Francois van Iddekinge1, zn. van Tobias Jan van Iddekinge en Johanna Catharina Alberda (van Nijenstein), geb. te Kropswolde [Gr] op maandag 27 mei 17651, ged. te Groningen [Gr] op dinsdag 4 jun 1765 in de Nieuwe Kerk, hij wordt in de adel verheven in 1817, ovl. (82 jaar oud) te Groningen [Gr] op donderdag 6 apr 1848, otr. te Groningen [Gr] op zaterdag 28 mei 1796, tr. (resp. 35 en 24 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op zaterdag 28 jun 1800.
 

tr. (resp. 25 en 29 jaar oud) te Groningen [Gr] op vrijdag 23 apr 1824
met

Jacob Woldringh, zn. van Gerard Gilles Woldringh en Anna Catharina Roorda, geb. te Groningen [Gr] op woensdag 17 dec 1794, ovl. (83 jaar oud) te Groningen [Gr] op zondag 25 aug 1878.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna Catharina*1830  †1904  74
Gerard Gilles*1825  †1896  71
Christina Maria*1826  †1907  81
Joahnna Catharina*1827  †1889  62
Jeanne Françoise*1831  †1873  42
Geertruida Jacoba*1835  †1894  59



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Christina Alberda Van Menkema
in
Genealogie van Reint Alberda.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Horenken.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Christina Alberda Van Menkema1, ged. te Groningen [Gr]1 in de Martinikerk op vrijdag 23 dec 17911, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Ellecom [Ge] op zondag 28 okt 1855.

tr. (resp. ongeveer 33 en 28 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op dinsdag 22 nov 1825
met

Jacob Adriaan van Kretschmar, geb. te Den Haag [Zh] op woensdag 17 mei 1797, ovl. (78 jaar oud) te Nederhemert [Ge] op zondag 7 nov 1875.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Constant Leopold*1826 Bergen [Li] †1874 Ellecom [Ge] 47
Jvr. Elisabeth Anna Gerhardina*1830 Steenderen [Ge] †1910 Nederhemert [Ge] 80



Bronnen:
1.Algemeen Doopboek Groningen, RHC GA, Coll DTB toeg 124, Inventarisnr.: 152, van 1779 tot 1795 (vrijdag 23 dec 1791)


Christina Antionia Elisabeth Lewe Van Middelstum
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Christina Antionia Elisabeth Lewe Van Middelstum.


Christina van den Brielle
in
Genealogie van Reint Alberda.
Parenteel van Johan Horenken.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Christina Bentinck van den Brielle, geb. in 1737, ovl. (ongeveer 78 jaar oud) te Groningen [Gr] op zondag 26 nov 1815.

tr. (resp. ongeveer 25 en 35 jaar oud) te Barneveld [Ge] op maandag 31 mei 1762
met

Unico Allard Horenken Alberda, zn. van Gerhard Alberda en Susanna Elisabeth Alberda van Menkema, geb. te Groningen [Gr] op donderdag 17 okt 1726, heer van de borg Dijksterhuis, Appingedam [Gr], heer van Menkema, burgemeester, ovl. (63 jaar oud) te Uithuizen, Menkemaborg op vrijdag 27 aug 1790.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wilhelmina Jeanne*1770  †1845 Dijksterhuis 75
Gerard*1764 Uithuizen [Gr] †1828 Uithuizermeeden [Gr] 63
Gosen Geurt*1766  †1830  64
Suzanne Elisabeth Horenken*1768  †1789  21
Everdina Cornere*1774  †1818  44
Christina Maria Horenken*1775 Uithuizen op de Menkemaborg †1856 Groningen, Grote Markt Nr E4 80


Christina Elizabeth Hillinga
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Christina Elizabeth Hillinga, geb. te Winschoten [Gr] op woensdag 31 aug 1870, Overlijdens aangifte op maandag 5 sep 18701, ovl. (5 dagen oud) te Winschoten [Gr] op maandag 5 sep 1870 Overleden: 5 dagen oud.



Bronnen:
1.Burgerlijke stand (Genlias): Groninger Archieven, aktenummer 79., S133
2.BS Geboorteregister Winschoten, RHC GA, Groningen [Gr] (donderdag 5 sep 1839 akte 86)
3.BS Huwelijksregister Winschoten, RHC GA, GA Groningen (woensdag 24 aug 1870 akte 30)
4.Genlias, zie notitie., S51


Christina Elizabeth Hillinga
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Christina Elizabeth Hillinga, geb. te Winschoten [Gr] op donderdag 7 sep 1871, Status, Status op dinsdag 22 okt 1935, ovl. (72 jaar oud) te Amsterdam [Nh] op dinsdag 4 jan 1944.

tr. (resp. 34 en 27 jaar oud) te Amsterdam [Nh] op dinsdag 5 dec 1905
met

Johan Gerhard Grönloh, geb. te Den Haag op donderdag 23 mei 1878, Status, Status op dinsdag 22 okt 1935, ovl. (65 jaar oud) te Medemblik [Nh] op maandag 6 sep 1943.


Bronnen:
1.BS Geboorteregister Winschoten, RHC GA, Groningen [Gr] (donderdag 5 sep 1839 akte 86)
2.BS Huwelijksregister Winschoten, RHC GA, GA Groningen (woensdag 24 aug 1870 akte 30)
3.Genlias, zie notitie., S51


Christina Emerentiana van Berum
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Christina Emerentiana (Christina Emerantiana, Christina Emmerentiana) van Berum, geb. in 1676, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op woensdag 16 mrt 1740.

otr. te Aduard [Gr], tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 20 jaar oud) te Aduard [Gr] in 1698
met

Evert Joost (Evert Joest) Lewe van Aduard1, zn. van Evert Lewe (Van Kantens) en Elisabeth Tamminga, geb. te Groningen [Gr]1 Ossenmarkt op zondag 21 feb 1677, ged. te Groningen [Gr]1 in de A-kerk op zondag 21 feb 16771,1, heer van Ludema en daarna van Aduard, lid van de Staten-Generaal, lid van Gedeputeerde Staten van Groningen, curator van de Groningsche Hoogeschool, kapitein voor zondag 21 feb 1677, ovl. (76 jaar oud) te Aduard [Gr] op vrijdag 29 jun 1753.


Aantekeningen bij Evert Joost Lewe van Aduard.
Evert Joost was een vermogend en invloedrijk man. In 1700 wordt hij de redger van Aduard.
Het redgerschap draagt hij in 1710 over aan J.W. Ripperda, welke hij in 1712 weer terugkrijgt.
In 1748 richtten de boeren hun haat tegen hem, toen hij president van de Ommelander Landdag was. Hij is hierbij mishandeld en vernederd, maar kwam hier ongebroken uit.
Het redgerhuis wordt in 1815 afgebroken.
In 1723 verbouwt Evert de ziekenzaal van het voormalige klooster van Aduard tot een kerk en wordt hiervan collator.
In de kerk wordt een bank gebouwd met de wapens van Lewe van Aduard en van Berum, zijn echtgenote.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Baron Berend*1710 Groningen [Gr] †1791 Groningen [Gr] 81
Petronella Anna*1702  †1771  69
Evert Joost*1706  †1768  62
Wendeline Cornera*1700 Aduard [Gr] †1727 Aduard [Gr] 26



Bronnen:
1.Algemeen Doopboek Kerkelijke gemeente Groningen, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inventarisnr.: 148, Groningen [Gr], van 1676 tot 1705


Christina Henricus Bouwman
Christina Henricus Bouwman, geb. te Nieuw Beerta, Gem. Beerta voor 1778.

relatie
met

Henricus Tonnis Bouman, geb. te Nieuw Beerta, Gem. Beerta voor 1775.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tonnis Henricus*1795 Nieuw Beerta    


Christina Jacoba Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer
in
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Christina Jacoba Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer1, geb. te Groningen [Gr]1 op zondag 13 jul 18901, ovl. (2 jaar oud) te Groningen [Gr]2 op donderdag 27 apr 18932.



Bronnen:
1.BS Geboorteregister Groningen, RHC GA, Groninger Archieven, Groningen [Gr] (dinsdag 15 jul 1890)
2.BS Overlijdensregister Groningen, RHC GA, Collectie DTB, Groningen [Gr] (vrijdag 28 apr 1893 akte 467)
3.Aktenummer 179, S763
4.BS Overlijdensregister Groningen, RHC GA, Collectie DTB, Groningen [Gr] (maandag 14 mrt 1932)


Christina Maria Woldringh
Christina Maria Woldringh.

relatie
met

Jacobus Johannes Aricius Quintus.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jvr. Christine Jacoba*1864 Haren [Nb] †1932 Groningen [Gr] 67


Christina Maria Woldringh
in
Genealogie van Tobias van Iddekinge.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Evert Horencken.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Hendrina (Hendrikje) Hiddingh.
Parenteel van Johan Horenken.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Christina Maria Woldringh, geb. in 1826, ovl. (ongeveer 81 jaar oud) in 1907.


Christina Maria Horenken Alberda
in
Genealogie van Reint Alberda.
Genealogie van Tobias van Iddekinge.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Evert Horencken.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Hendrina (Hendrikje) Hiddingh.
Parenteel van Johan Horenken.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Christina Maria Horenken Alberda, geb. te Uithuizen op de Menkemaborg op zondag 17 dec 1775, titel, ovl. (80 jaar oud) te Groningen, Grote Markt Nr E4 op maandag 9 jun 1856.

otr. te Groningen [Gr] op zaterdag 28 mei 1796, tr. (resp. 24 en 35 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op zaterdag 28 jun 1800
met

Jean Francois van Iddekinge1, zn. van Tobias Jan van Iddekinge en Johanna Catharina Alberda (van Nijenstein), geb. te Kropswolde [Gr] op maandag 27 mei 17651, ged. te Groningen [Gr] op dinsdag 4 jun 1765 in de Nieuwe Kerk, hij wordt in de adel verheven in 1817, ovl. (82 jaar oud) te Groningen [Gr] op donderdag 6 apr 1848.

 



Aantekeningen bij Jean Francois van Iddekinge.


Jean Francois van Iddekinge. Bron: GA.

Opleiding: van 1781 tot 1788 Student aan de Universiteit te Groningen.
Beroepen: Advocaat van 1783 tot 1790; Lid van het Gildrecht; van 1786 tot 1795, kluftheer; van 1789 tot 1803 Ontvanger der vrijwilllige en executoriale verkopingenin het Oldambt (Bij de opheffing van die post wordt hem een lijfrente toegezegd van 8% van het door hem bij ambtsaanvaarding gestorte equivalent); van 1791 tot 1792 Gezworene; van 1792 tot 1793 Lid van het Gildrecht; vanaf 1794 Gezworene, (keurheer); van na 1803 Opziener der middelen te lande; van na 1803 Directuer van de successierechten in het westerkwartier; vanaf 1813 Vrederechter voor Winsum; vanaf 14 apr.1813, Secretaris van de jurisdictie van het Westerkwartier; vanaf 1814 Lid van grote Vergadering der Notabelen; van 1815 tot 1843 Lid Provinciale Staten van Groningen; van 1819 tot 1824 Burgermeester (in deze functie ook de eerste in 1824 weer als een enkelvoudig hoofd der stad optrad, in de trand der Franse maires.); van 1824 tot 1842 Curator Groninger Hogeschool van 1824 tot 1842 bestuuder in de Provincie Groningen; Onderscheiding: 18 okt. 1831 Ridder in de order van den Nederlandse Leeuw.
Titels: Meester; vanaf 27 dec. 1817 Jonkheer (Bij Koninglijk besluit d.d. 27 december 1817 Nr. 28, wordt hij in de Nederlandsche adel verheven. Tevens is er een orginele verkaring van de tot de in de aldel roepen van Jean Francois van Iddekinge met een afdruk van het wapen in de Groninger Archieven aanwezig.).


Doop inschrijving Jean Francois van Iddekinge. Bron: GA.


Huwelijksinschrijving Jean Francois van Iddekinge en Christina Maria Alberda gehuwd in de Martinikerk. Bron: GA.

Het huwelijkscontrakt luidt als volgt:.
Frans Izaak Guichart J. U. Doctor Griedman van Hoogkerk, betuige met dezenopenen verzegenden open brieve, dat het Echtschap en Huwelijk met wederzijdsche vrienden raad is beraamt, gededigt en besloten tussen den Heer en Meester J.F. van Iddekinge Ontvanger der vrijwillige en Exucutori ale verkopingen des Woldoldambt, zoon van wijlen den heerToboias Jan van Iddekinge en mevrouw Catharina Johanna Alberda alsbruidegom ter eener, en de Freulle Christina Maria Alberda dogter vanwijlen den Heer Unico Allart Alberda Heer van Menkema, en MevrouwChristina Bentinck als Bruid ter andere zijde op volgende voorwaarden.


Christina Maria Alberda. Bron: GA.

De Bruidegoam en Bruid benevens wederzijdsche vrienden zijn wel tevredenmet met sodanige goederen, als toekomende conthoralen aan elkanderenstaan te brengen, alle welke gelijk mede diegene, de welke een of anderder toekomende echtgenoten, staande huwelijk mogten anerven ofaansterven, ´t zij er kind of kinderen uit dit huwelijk mogten wordenverwekt, ofte niet zullen blijven buiten gemeenschap, en in allevoorvallende gelegenhedenvan erf en versterf weder keeren, en verervenaan die zijde, waar uit dezelve zijn gekomen. Secundo: Alle schuldenvoor dato van te huwelijk gemaakt, sullen buiten gemeenschap zijn enverblijven alleen tot last van die, welke de schulden gemaakt heeft.
3. Winst en verlies staande Huwelijk gemaakt en geleden, gelijk ook alleder Huisraads in goederen, waar onder mede begrepen word het linnen,gewerkt doed en zilver, so conthoralen hebben, en en bij elkanderenbrengen, of door koop en erfregt mogte acquireren sullen stussen de Egtgenoten gemeen zijn half, en de half. Edog de Juweelen en hetlijfstoe behooren des eeerst overledene na verloop van drie maanden worden uitgekeert.
4. Kind of kinderen door Gods zegen uit dit huwelijk verwekt wordende zullen sonder onderscheid van Sexe, zoons, en dogters hares vaders enmoeders goederen, en voorts alle andere erffenissen in gelijke portiesdelen, en genieten, ook alle deselve bij versterf van ´t ene kind of hetandere in gelijke voegen vereven. De voornoemde kinderen of wettigedescendenten sullen bij alle erf en versterv hare ouders plaatsreprasenteren, en so veel genieten als haar ouderes genoten zoudenhebben, dat ook bij versterf van deselve kinderen sonder wettigegeboorte na te laten, de goederen in ´t geheel sullen vererven enversterven van ´t ene kind op ´t andere of anderen en het laatste meede alzo stervende, sullen deselve goederen keren aan die zijde, waaruit diezijn heergekomen.
5. De Bruid voor de bruidegom komen te sterven, sonder kind of kinderen na te laten, het zij dezelve en mogten zijn geweest, dan niet of tekinderen nalatende, soo zal de bruidegom bij uitkeringe van deoverledens boedel van daszelfs vrienden genieten´S jaalijks tot het hertruowens toe ene somma van twaalfhondert guldens zegge ƒ 1200.-- debruidegom voor de bruid komen te sterven, zonder kind of kinderen na telaten ´t zij dezelve er mogten zijn geweest, dan niet of kinderennalatende, soo sal de Bruid bij uitkering e van des overledenes boedelvan des zelfs vrienden ´s jaarlijks ene somma van vier hondert guldenssegge ƒ 400.-- tot hertrouwens toe genieten. De toe komede eheliedenzullen in gezondheid of krankheid de volle mate en magt hebben, om bijtestament of codicil malkanderen of de een den andere te begiftigen vanhunne aangewonnene, en tilbare huisraadgoederen.
Dediglieden hier over zijn geweest aan bruidegoms sijde Mevrouw Catharina Johanna Alberda Douarriere wijlen de Heer Tobias Jan vanIddekinge als volle moeder en legitima tutrix van hare nog minderjarigezoon; de Heer Meester, Pieter Rembt van Iddekinge als volle broeder, enmeede gevolmagtigde van zijne meerderjarige zusters Beerta Johanna vanIddekinge, Catharina Magdalena van Iddekinge, Maria Rembertina vanIddekinge, Mellina Anna van Iddekinge en Tobia Johanna van Iddekingekragt procuratie bij mij Grientman gezien en gelezen aan Bruids zijdeMevrouw Christina Bentinck douarriere Wijlen den Heer Unico AllartAlberda Heer van Menkema als volle moeder en legitima tutrix van harenog minderjarige dogter, de heer Gosen Geurt Alberda heer vanDijxsterhuisals volle broeder en mede gevolmagtigde van den heerGerhardt Alberda heer van Menkema als volle broeder kragt procuratie bijmij Grientman gezien en gelezen, en Freulle Wilhelmina Jeane Alberda alsvolle zuster. zonder arg ofte list in waarheids Oircone en tot Vestenisse hebbe ik Grietman opgemeld deezen op belijenge van Bruidegom, Bruid en dedigslieden vertekent en met het aanhange van mijn zegelbevestigt tot Hoogkerk den 23 maij 1796; (was getekend ..).


Wapen behorende bij Jean Francois. Bron: GA.

Van 1809 tot 1816 woont hij in de Boteringestraat Wz, J40 (nieuw J38, verponding fl, 50), maar verhuist daarna naar de Grote Markt, ten westen naast de Doelen, het huis dat S160 (nieuw S147) genummerd is verp. fl 60, met erbij S167 (nieuw S154) in de Gelkingestraat. Vroeger heeft zijn moeder er gewoond. Volgens 117, 48b heeft hij buiten de Boteringepoort 10 grazen in beklemming; de releve van 1816 no 133 noemt 26 grazen.
De grote belangen van de Van Iddekinges liggen in het Oldambt. In RAV, TT is aangetekend dat zij 1/16 hebben van de aanwas achter Goldhoorn onder Oostwold en Finsterwolde, 1/12 in het Oostwoldemeerland van totaal 950 deimt of 500 bunder en 1/4 in een plaats van 100d. te Oostwold. Register no. 59 van Termunter zijlvest en de releves weerspiegelen dat. Omtrent de aanwas achter Goldhoorn heeft bevonden.

Zijn tak is in Nederland uitgestorven in 1992, maar bloeit voort in Zuid-Afrika.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna Catharina*1796 Kropswolde [Gr] †1827 Zuidbroek 30
Christina*1798 Groningen [Gr] †1863 Groningen [Gr] 65
Susanna Elisabeth*1801  †1814 Groningen [Gr] 13
Tobias Jan*1800 Groningen [Gr] †1856 Groningen [Gr] 56



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Christina Maria Polman Gruijs
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Evert Horencken.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Hendrina (Hendrikje) Hiddingh.
Parenteel van Johan Horenken.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Reint Alberda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Christina Maria Polman Gruijs, geb. te Groningen [Gr] op dinsdag 15 jun 1852, titel.


Christine Zu Stolberg-Wernigerode
Christine Zu Stolberg-Wernigerode, geb. te Gedern, Dld. op dinsdag 13 sep 1853, ovl. (79 jaar oud) te Sommerhausen Am Main op maandag 20 mrt 1933.

tr. (resp. 21 en 33 jaar oud) te Ilsenburg, Saksen, Dld. op dinsdag 22 sep 1874
met

Friedrich Reinhard Albrecht Emil August Van Rechteren Limpurg Speckfeld, geb. te Markt Einersheim, Beieren, Dld. op zaterdag 3 jul 1841, titel, ovl. (52 jaar oud) te Markt Einersheim, Beieren, Dld. op zaterdag 29 jul 1893.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Friedrich Ludwig Botho Alfred Conrad*1875 Markt Einersheim, Beieren, Dld. †1955 Fürth, Beieren, Dld. 79


Christine Marburg
in
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Christine Marburg, geb. te Baltimore [Usa] op vrijdag 1 mei 1891, ovl. (ongeveer 97 jaar oud) in 1989.

tr. (resp. 24 en 27 jaar oud) te Baltimore [Usa] op dinsdag 16 nov 1915
met

Alidus Warmoldus Lambertus Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer, zn. van Edzard Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer en Christine Jacoba Quintus, geb. te Groningen [Gr] op woensdag 7 mrt 1888, Geboorte aangifte op donderdag 8 mrt 18881,
Laatste Gouverneur-Generaal van Nederlands Oost-Indie, tussen 1936 en 1945,
Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer heeft als Gouverneur Generaal van Nederlands Oost-Indië in de tweede wereldoorlog ons land op zeer waardige wijze vertegenwoordigd. Ook in de moeilijkste omstandigheden in de concentratiekampen, is hij, evenals zijn vrouw, door zijn voorbeeld velen tot steun geweest. Groningen kan trots zijn op deze zoon.
behaalt een Eredoctoraat aan de Rijksuniversiteit te Groningen [Gr] in 1958, Commissaris der Koningin (als opvolger van zijn vader) te Groningen [Gr] na 1925, de laatste Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister te Brussel in 1933, ovl. (90 jaar oud) te Wassenaar [Zh] op woensdag 16 aug 1978.

 



Aantekeningen bij Alidus Warmoldus Lambertus Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer.


Gouverneur-generaal A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer en vlootcommandant vice-admiraal C.E.L. Helfrich in een open rijtuig tijdens een parade te Batavia. Links van hen te paard de legercommandant luitenant-generaal G.J. Berenschot.

Tjarda Van Starkenborgh Stachouwer, jhr. Alidius Warmoldus Lambertus, bes tuurder, landvoogd en diplomaat (Groningen 7-3-1888 - Wassenaar 16-8-1978 ). Zoon van jhr. Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, commissaris d er Koningin in de prov. Groningen, en jkvr. Christine Jacoba Quintus. Geh uwd sinds 16-11-1915 met Christine Marburg. Uit dit huwelijk worden 2 dochters geboren.
Van Starkenborgh doorloopt het gymnasium te Groningen en volgt aan de universiteit aldaar de studie in de rechten, die hij in 1911 afsluit met een promotie op stellingen. Na korte tijd op een advocatenkantoor werkzaam te zijn geweest besluit hij onder invloed van de toenmalige, met zijn vader bevriende, minister van Buitenlandse Zaken R. de Marees van Swinder en zich op de diplomatieke dienst voor te bereiden. Hij wordt als volontair verbonden aan het kabinet van deze minister, waarop in 1913 zijn benoeming volgt tot adjunct-commies bij dit departement en in 1915 zijn toelating tot de buitenlandse dienst. Hij doorloopt de lagere rangen te Washington (1915-1919) en later te Parijs (1919-1924). In 1921 benoemt minister H.A. van Karnebeek hem tot algemeen secretaris van de Nederlandse delegatie bij de Vlootconferentie te Washington, die hem kennis doet maken met belangrijke vraagstukken betreffende het Verre Oosten. In 1922 wordt hij toegevoegd aan het bureau van de internationale conferentie inzake de Russische handel te 's-Gravenhage. In hetzelfde jaar wordt hij door Ch.J. M. Ruijs de Beerenbrouck benaderd voor de portefeuille van Buitenlandse Zaken; Van Starkenborgh gaat hier niet op in. Na nog een jaar werkzaam te zijn geweest op het gezantschap te Berlijn (1924-1925), volgt hij in juni 1925 zijn vader op als commissaris der Koningin in de provincie Groningen. In dit ambt heeft hij de waterverbinding met de Zuiderzee krachtdadig bevorderd en vruchtdragende arbeid verricht voor o.m. de organisatie van de provinciale schoolartsendienst, het academisch ziekenhuis en de universiteit, waarvan hij van 1928 af president-curator was.


Alidus Warmoldus Lambertus Tjarda Van Starkenborgh Stachouwer.

In september 1933 wordt Van Starkenborgh benoemd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij de Belgische en Luxemburgse hoven te Brussel, op welke moeilijke post in die gespannen internationale situatie hij uitnemend op zijn plaats blijkt. Onder het derde ministerie-Colijn (1935-19 37) wordt Van Starkenborgh bij K.B. van 4 juni 1936 no. 4 als opvolger van jhr.mr. B.C. de Jonge benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, welk ambt hij op 16 september van dat jaar aanvaardt. De hiervoor gebruikelijke ambtstermijn van vijf jaar wordt als gevolg van de Tweede Wereldoorlog overschreden tot medio oktober 1945, als Van Starkenborgh, uit Japanse gevangenschap in Nederland terugkeert, wegens politiek meningsverschil met de minister van Overzeese Gebiedsdelen, J.H.A. Logemann, van hervatting van de landvoogdij afziet en bij K.B. van 17 oktober 1945 no. 42 'met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem onder weergaloos moeilijke omstandigheden aan den Lande bewezen' wordt ontslagen.

In de uitoefening van de landvoogdij heeft Van Starkenborgh zich een over tuigd voorstander betoond van de emancipatiegedachte die sedert het begin van deze eeuw het leidende beginsel is van de Nederlandse koloniale politiek en die inhoudt dat het moederland de plicht heeft de koloniën op te voeden tot zelfstandigheid. Onder zijn bewind is op de weg naar meer zelfstandigheid belangrijke voortgang geboekt. Begunstigd door een verbetering sedert 1935 van de conjunctuur na de economische crisis heeft hij op maatschappelijk en economisch, alsmede op cultureel en politiek gebied aan de modernisering van de Indische samenleving veel bijgedragen. In het oog springen de bevordering van de transmigratie van Javanen naar de buitengewesten, van de industrialisatie en van de voedsellandbouw, naast andere maatregelen ter verhoging van de economische weerbaarheid van de I ndonesische bevolking. Op het gebied van het onderwijs komt een grote uitbreiding van het volksonderwijs tot stand, wordt het hoger onderwijs in 1940 uitgebreid met een faculteit der letteren en wordt in 1938 een bestuurs academie opgericht. Voortgaande decentralisatie en democratisering van het bestuur vinden plaats door verdere ontvoogding van het inheems bestuur en de instelling met name in de buitengewesten van nieuwe, met zoveel mogelijk gekozen raden uitgeruste autonome gemeenschappen. De verstandhou ding met de Volksraad, die in de voorafgaande jaren van ongekende bezuini ging was verslechterd, is onder het bewind van Van Starkenborgh, die er steeds op bedacht is dit college in zijn volle waarde te laten, belangrijk verbeterd.
Een paar jaar ervaring heeft Van Starkenborgh tot de overtuiging gebracht dat Indië aan de wettelijke betrekkingen met het moederland is ontgroeid en dat met name de bemoeienis van het Nederlandse parlement met Indische zaken, zoals de goedkeuring van de Indische begroting, dient te worden teruggedrongen. Hij stuit hier op tegenstand van minister Ch.J.I.M. Welter, die veel meer dan zijn voorganger H. Colijn geneigd is zich met de Indische zaken en met het landvoogdelijk beleid te bemoeien. Als Van Starkenborgh zich in 1941 zet aan een conceptie voor de staatkundige hervormingen die na de oorlog gewenst zouden zijn, is hij ervan uitgegaan dat voor de bemoeienis van het parlement geen plaats meer zou moeten zijn en dat bestaande beperkingen van Indiës bevoegdheid tot zelfstandige beslissing zouden moeten vervallen. Een gouverneur-generaal acht hij echter voor lange tijd nog onmisbaar als waarborg voor een deugdelijk en rechtvaardig bestuur.
Zijn houding en beleid t.a.v. het Indonesisch nationalisme worden beheerst door de overweging dat deze beweging brede lagen van de bevolking nog onberoerd heeft gelaten en dat aan haar politieke verlangens niet verder mag worden tegemoet gekomen dan met het oog op de maatschappelijke ontwikkeling verantwoord is. Hij koestert het toekomstbeeld van een multiraciale samenleving in een zelfstandig Indonesië. De invoering van staatkundige hervormingen, zolang het Nederlandse volk vanwege de Duitse bezetting niet in staat is zich hierover uit te spreken, wijst hij af. Hij volstaat met de voorbereiding hiervan o.m. door de instelling van een commissie onder leiding van het lid van de raad van Indië F.H. Visman, die tot taak heeft de politieke verlangens die onder de verschillende bevolkingsgroe pen leven te inventariseren; zijn streven om de Indische afvaardiging naar de na de oorlog te houden Rijksconferentie aan te wijzen wordt verijdeld door de snelle opmars van de Japanners.

Van Starkenborghs politiek beleid in Nederlandsch-Indië wordt gekenmerkt door rechtlijnigheid en evenwichtigheid en door een duidelijke afkeer van beloften van de zijde der regering waarvan niet zeker is dat ze zullen kunnen worden ingelost. Hoewel de afwijzing van hun politieke verlangens bij de nationalisten teleurstelling en onvrede hebben gewekt, zijn tijdens de Japanse overrompeling opstanden en gewelddadigheden op grote schaal uitbleven. Het rustige en vastberaden optreden van de landvoogd, waarbij de nationalisten in hun propagandistische activiteiten zoveel mogeli jk ongemoeid worden gelaten, zal hiertoe zeker hebben bijgedragen. Zijn besluit om vóór de overgave niet uit Nederlandsch-Indië uit te wijken, maar om met zijn gezin het lot van de Indische gemeenschap te delen - hij wordt eerst gevangen gezet op Formosa en later in Mandsjoerije - en zijn waardige houding bij de capitulatie op 9 maart 1942 dwingen in Indonesië respect af en draen bij tot het hoge aanzien dat hij later in Nederland heeft genoten.
Van Starkenborgh, die in 1945 met minister Logemann van mening verschilt over de betekenis die aan het Indonesisch nationalisme als factor bij de bepaling van het regeringsbeleid inzake Indonesië moet worden toegekend, heeft na de oorlog op dit beleid geen invloed uitgeoefend. Door de regering incidenteel over de Indonesische politiek geraadpleegd, heeft hij reeds in 1946 de internationalisering van deze kwestie bepleit en geeft hij later te kennen, op grond van internationaal-politieke overwegingen, ernstige bedenkingen te koesteren tegen het ondernemen van militaire acties tegen de Republiek. Hij verwacht weinig van een Nederlands-Indonesische Unie en meent dat met de soevereiniteitsoverdracht het nieuwe gezag in Indonesië volledig en 'zonder nevenoogmerken' moet worden aanvaard.
Begin 1946 wortd Van Starkenborgh benoemd tot ambassadeur te Parijs. De ervaring dat de belangrijke onderhandelingen zoals die over het Marshallplan min of meer buiten de ambassadeur om worden gevoerd door regeringsfunctionarissen uit 's-Gravenhage heeft ertoe bijgedragen dat hij reeds na twee jaar verzoekt om ontslag, dat hem per 1 december 1948 wordt verleend. Hij treedt 1 juli 1950 opnieuw in 's lands dienst als permanent vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken bij de Noord-Atlantische Raad te Londen en leidt van maart 1952 tot medio 1956 de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging bij de NAVO te Parijs. Als de zes Europese ministers van Buitenlandse Zaken op de te 's-Gravenhage in november 1953 gehouden conferentie hebben besloten tot de instelling van een 'technische commissie' ter voorbereiding van de instelling van een Europese politieke gemeenschap en de regeling van de verkiezingen voor die gemeenschap, valt aan Van Starkenborgh het voorzitterschap van die commissie toe, dat hij waarneemt tot de commissie in maart 1954 haar eindverslag indient. Van Starkenborgh wordt op 28 juni 1956 benoemd tot minister van Staat. Hij aan vaardt in die zelfde maand met L.J.M. Beel en P.S. Gerbrandy het verzoek om een onderzoek in te stellen naar de omstandigheden die ertoe geleid hebben dat in buitenlandse publikaties het koninklijk gezinsleven en de verhoudingen in de naaste omgeving op een voor de koninklijke familie teleurstellende wijze belicht worden (de zg. affaire Greet Hofmans). Hoewel hij zich in juni 1956 uit de diplomatieke dienst heeft teruggetrokken en zich te Wassenaar heeft gevestigd, betoont hij zich van maart 1958 tot april 1963 nog actief als voorzitter van de Carnegie Stichting. In 1960 aanvaardt hij het beroep dat de regering op hem doet om de leiding op zich te nemen van de delegatie voor de onderhandelingen met België tot oplossing van de reeds sinds de Eerste Wereldoorlog slepende kanalenkwestie, met name de door België verlangd verbinding van de Schelde met de Rijn. Deze driejaren durende onderhandelingen, waarbij de oud-ambassadeur H. baron De Gruben zijn Belgische tegenspeler is, leiden tot de voor beide regeringen bevredigende regeling, neergelegd in het verdrag van 13 mei 1963.

Van Starkenborgh ontvangt voor zijn verdiensten als staatsman en bestuurder vele eerbewijzen. De Groningse Universiteit verleent hem met prof. jhr .dr. P.J. van Winter als promotor op 20 maart 1957 het eredoctoraat in de letteren en wijsbegeerte.
Van Starkenborgh draagt duidelijk het stempel van zijn afkomst en opvoeding. Hij blijft zich ook in zijn later leven met de stad en de provincie Groningen verbonden voelen. Zijn opvoeding in vrijzinnige, remonstrantse geest zal hebben bijgedragen tot zijn levensbeschouwing, waarin de zucht naar kennis van en inzicht in de samenhang der verschijnselen en de gehechtheid aan zedelijke waarden en vaste normen een grote plaats innamen. Richtsnoer in het leven zijn voor hem de waarden die hij in zijn jeugd als algemeen christelijke deugden heeft leren kennen. Hij leeft ingetogen, is bijzonder plichtsgetrouw en legt een sterk kritisch en analyserend vermogen aan de dag. Hij beschikt over een grote werkkracht en is veeleisend voor zijn medewerkers en adviseurs; hoewel hoffelijk en vriendelijk in de omgang, verkeert hij met weinigen onder hen op vertrouwelijke voet. Bij alle eenvoud en bescheidenheid die hem kenmerken, maakt zijn optreden de indruk van waardigheid, zelfvertrouwen en beslistheid. Hij spreekt duidelijke taal. De zorgvuldige woordkeus en de krachtige stijl van zijn redevoeringen als gouverneur-generaal ontspruiten aan zijn behoefte zijn gedachten en gevoelens zo zuiver mogelijk uit te drukken en geen ruimte te laten voor misverstand. Door zijn gereserveerdheid, vooral in het openbaar en tegenover de pers geeft Van Starkenborgh het publiek en ook de pers eerst in Indië en later in Nederland weinig stof tot spreken.
Van Starkenborgh, die tot de liberalen mag worden gerekend, heeft zich nimmer bij een politieke partij aangesloten. Het politieke leven en ook het ministerschap - hij wordt in 1946 opnieuw en weer tevergeefs voor de portefeuille van Buitenlandse Zaken aangezocht - hebben voor hem weinig aantrekkelijks. De vele representatieve en sociale functies verbonden aan de diplomatie, zijn voor hem de onaangename kant van het diplomatieke leven. Hij is vóór alles een geboren regent, die zich als gewestelijk bestuurder en later als gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië het best op zijn plaats voelt. Bron: Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979).


Interneringskaart.

Proclamatie gouverneur Nederlands-Indië, 10 mei 1940.
In verband met de Duitse inval in Nederland, sprak de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, Jhr. A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer op 10 mei 1940 de volgende proclamatie uit tegen de inwoners van Nederlands-Indië:.

Inwoners van Nederlandsch-Indië,.
Ik hecht er waarde aan u met mijn eigen stem kennis te geven van de proclamatie die ik onverwijld zal uitvaardigen.
Het Koninkrijk der Nederlanden heeft bij den aanvang van den Europeeschen oorlog het besluit tot handhaving van de strikte onzijdigheid aan de wereld kond gedaan. Alle deelen van het rijk hebben naar dit besluit gehandeld. Met stiptheid jegens alle oorlogvoerenden zijn de plichten van de onzijdigheid vervuld. In vrede wenschte het Koninkrijk met anderen samen te verkeeren, ook met het Duitsche rijk. Nochtans hebben de Duitsche strijdkrachten heden Nederlandsch gebied betreden en in euvelen moed een aanval ingezet.
Het Nederlandsche volk is tot afweer gewapend en gereed. De wil tot bewaring van den eigen aard en zelfstandig volksbestaan zal opnieuw de drijfkracht van zijn daden zijn. Vereenigd ook in deze uren van gevaar met het Huis van Oranje, vastbesloten en vast vertrouwend onder de hooge leiding van de diepvereerde draagster van de kroon, aanvaardt de natie eens van zin den strijd tot behoud van den grond des vaderlands.
Ver van het toneel van den strijd kunnen deze gewesten niet rechtstreeks deelnemen aan het krijgsbedrijf, doch elke steun, waartoe zij in staat zijn, zal worden geschonken in hartstochtelijk medeleven met het moederland. Als deel van het koninkrijk is ook Nederlandsch-Indië betrokken in den oorlog met het Duitsche rijk, doch overigens blijft de internationale politieke status van dit gebied dezelfde als voorheen. Het hier gevestigde gezag is besloten en in staat om op den bestaande voet het bewind te blijven voeren en te blijven waken over het rechtsgebied, zoo te land al ter zee. Hulp daartoe van buiten, zal, van welke zijde deze ook wordt geboden, als onwelkom worden afgewezen.

De maatregelen, die de omstandigheden vereischen, zijn onverwijld genomen. De staat van beleg is met ingang van dit oogenblik afgekondigd in den geheelen Archipel. Mannelijke Duitsche personen boven de 16 jaar worden geïnterneerd. Verdachte personen worden in hun vrijheid beperkt.
De regeering verwacht van alle inwoners van deze gewesten, zoo Nederlanders als Nederlandsche onderdanen als vreemdelingen van bevriende nationaliteit, medewerking en volstrekte gehoorzaamheid aan de gezagsorganen.
Blijft aan uw arbeid, verspreidt geen geruchten, weest getrouw.
God bescherme Hare Majesteit de Koningin en het Koninkrijk.

Proclamatie gouverneur Nederlands-Indië, 8 december 1941.
In verband met de Japanse aanval op Amerika en Groot-Brittanië, sprak de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, Jhr. A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer op 8 december1941 de volgende proclamatie uit tegen de inwoners van Nederlands-Indië:.

Medeburgers.
Door onverhoedse aanvallen op de Amerikaansche en Britsche gebieden, terwijl diplomatieke besprekingen nog gaande waren, heeft het Japansche keizerrijk bewust gekozen voor een beleid van geweld.
Deze aanvallen, die welhaast aan waanzin doen denken en thans –naast strijdend China- de Vereenidgde Staten van Amerika en het Britsche rijk in actieven oorlog met Japan betrokken hebben, beoogen de vestiging van Japansch heerschappij over heel Oost- en Zuid-Oost Azië. Deze veroveringslust richt zich –zeker niet in de laatste plaats- ook op Nederlandsch-Indië. De Nederlandsche regeering aanvaardt deze uitdaging en neemt tegen het Japansche keizerrijk de wapenen op.
Nederlandsch-Indië, dit in vrede zoo gezegend deel van het Koninkrijk, waar wij in rijke verscheidenheid samenwonen en gemeenschappelijk naar welvaart en vooruitgang streven, verdedigen wij tegen de schendende macht, die het grijpen en onze toekomst verduisteren wil. Het gaat om goederen van hoogste waarde, om wat aan ons gezamenlijk en aan ieder onzer dierbaar is.
Stelt vertrouwen in uw weermacht. Te land, ter zee en in de lucht zal zij haar parate kracht ontplooien. Sterkt haar moed en dadendrang, voert haar de bezieling toe van uw eigen overwinningswil, weest vastberaden, eendrachtig, gehoorzaam en trouw. Medeburgers, mannen en vrouwen, van welk ras of geloof gij zijn, ik roep u tot vervulling van een harden, maar verheven plicht jegens Koningin en Koninkrijk, de Indische gemeenschap en uzelve, den plicht van den onderdaan in oorlogstijd!.
God geven, dat wij waardig zijn aan de taak, die vóór ons ligt.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jvr. Francis Theodora*1918  †1947 Den Haag [Zh] 29
Jvr. Christina Jacoba*1924 Parijs [95, Fra]    



Bronnen:
1.Aktenummer 360, S767


Christine Jacoba Quintus
in
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Christine Jacoba Quintus, geb. te Haren [Nb] op woensdag 17 aug 1864, ovl. (67 jaar oud) te Groningen [Gr]1 op zondag 13 mrt 19321.

otr. het huwelijkscontract is opgemaakt door notaris A.A.M.M. Verheijen, tr. (resp. 20 en 26 jaar oud) te Groningen [Gr] op woensdag 24 jun 1885
met

Edzard Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer, zn. van Alidius Warmoldus Lambertus Tjarda van Starkenborgh Stachouwer Tot Wehe en Cornela Sara Kappeyne van de Coppello, geb. te Maarsseveen [Ut] op maandag 21 feb 1859, NH, advocaat en procureur te Groningen [Gr], burgemeester van de stad Groningen, volgt zijn vader op als notaris in de stad Groningen, Commissaris van de Koningin te Groningen van 1917 tot 1925, ovl. (76 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op zaterdag 18 jan 1936, begr. te Groningen [Gr] Noorder Begraafplaats, 1e klasse, 8e rij, nr. 44 op woensdag 22 jan 1936.


Aantekeningen bij Edzard Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer.

.

Groningse liberale notariszoon, die dat ambt zelf ook vervulde en daarna burgemeester van Groningen werd. In 1910 gekozen tot Eerste Kamerlid. Aan dat lidmaatschap kwam na zeven jaar een einde toen hij Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen werd. Werd in die functie opgevolgd door zijn zoon. Neef van de liberale voorman Kappeyne van de Coppello.

Hij is begraven op de Noorder Begraafplaats 1 klasse, 8 rij no 44, te Groningen in het graf waarin zijn overleden broertje ook ter aarde besteld is en de onmiddellijk bij dit graf gelegen grafkelder waarin hij, zijn overleden dochtertje, zijn ouders en zijn vrouw ter ruste gelegd zijn.

- notaris te Groningen, van 1 oktober 1887 tot 1 april 1900.
- rechter-plaatsvervanger Arrondissementsrechtbank te Groningen, van 1 juni 1896 tot 1 september 1910.
- burgemeester van Groningen, van 1 april 1900 tot 1 oktober 1917.
- lid Provinciale Staten van Groningen, van 6 juli 1904 tot mei 1910 (voor het kiesdistrict Groningen).
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 18 mei 1910 tot 11 september 1917 (voor de provincie Groningen).
- Commissaris van de Koningin in Groningen, van 1 oktober 1917 tot 1 juni 1925.
- lid College van Curatoren Hogeschool te Groningen, vanaf 2 juli 1900 (nog in 1920).
- lid Commissie van Toezicht Landbouwschool te Groningen, van 1904 tot 1912.
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
- Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, 25 juni 1914.
- Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau, 30 augustus 1926.

Sprak als Kamerlid enkele malen over financiële en landbouwkundige voorstellen en bij de behandeling van de begrotingen van Justitie en Binnenlandse Zaken.
Het in 1938 geopende Van Starkenborgh-kanaal, dat loopt van Groningen naar de grens met Friesland, is genoemd naar zijn familie, die twee Groningse Commissarissen (hijzelf en zijn zoon) voortbracht.
Zijn echtgenote was een kleindochter van jhr. W.J. Quintus, Tweede Kamerlid, en een nicht van jhr. J. Wichers Quintus, Eerste Kamerlid.
Zijn zwager was burgemeester van Zuidbroek (Gr.). Nadat de eerste SDAP'ers in de raad waren gekozen, gaf hij zijn burgemeestersambt op.
Zijn vader was notaris, wethouder van Groningen en lid van Provinciale Staten van Groningen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Christine Maria*1886 Groningen [Gr] †1975 Wassenaar [Zh] 88
Jhr. Dr. Mr. Alidus Warmoldus Lambertus*1888 Groningen [Gr] †1978 Wassenaar [Zh] 90
Jvr. Christina Jacoba*1890 Groningen [Gr] †1893 Groningen [Gr] 2



Bronnen:
1.BS Overlijdensregister Groningen, RHC GA, Collectie DTB, Groningen [Gr] (maandag 14 mrt 1932)
2.Aktenummer 179, S763


Christine Maria Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer
in
Genealogie van Sico Tjaerda van Starkenborgh.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Rypert Ripperda.
Parenteel van Sico Tjaerda van Starkenborgh.

Christine Maria Van Tjarda Starkenborgh Stachouwer, geb. te Groningen [Gr] op vrijdag 3 sep 1886, Geboorte aangifte op zaterdag 4 sep 1886, Overlijdens aangifte op zaterdag 4 sep 18861, ovl. (88 jaar oud) te Wassenaar [Zh] op donderdag 13 mrt 1975.

tr. (resp. 20 en 28 jaar oud) te Groningen [Gr]4 op maandag 1 jul 19074
met

Roland Daniel van Haersma Buma, zn. van Sijbrand van Haersma Buma en Cornela Geertruida Maria Scheurleer Roland, geb. te Amsterdam [Nh] op dinsdag 8 okt 1878, directeur Ass. Mij. de Nederlanden van 1845, ovl. (78 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op woensdag 28 nov 1956.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ir. Wiardus Willem*1908 Groningen [Gr] †2003 Den Haag [Zh] 94



Bronnen:
1.Aktenummer 1129, S765
2.Aktenummer 179, S763
3.BS Overlijdensregister Groningen, RHC GA, Collectie DTB, Groningen [Gr] (maandag 14 mrt 1932)
4.BS Huwelijksregister Groningen, RHC GA, Groningen [Gr] (maandag 1 jul 1907 akte 333)
')}