Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Peternella Lewe
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Peternella Lewe1, geb. te Groningen [Gr]1 Herestraat voor donderdag 10 mei 1674, ged. te Groningen [Gr]1 Martinikerk op donderdag 10 mei 16741,1.

  • Moeder:
    Elisabeth Tamminga, dr. van Onno Tamminga en Elisabeth Rengers, geb. te Usquert [Gr] op borg Luidema (Ludema of Luidinga) circa 1655, woont te Luidema op donderdag 29 jun 1673, woont te Luidema (als weduwe van Leeuwe) op donderdag 30 jun 1678, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) te Groningen [Gr] voor vrijdag 5 mrt 1694, tr. (2) met Egbert Horenken. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (3) met Feyo (IV) Feijo Sickinghe4. Uit dit huwelijk 6 kinderen.
 



Bronnen:
1.Algemeen Doopboek Kerkelijke gemeente Groningen, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inventarisnr.: 147, Groningen [Gr], van 1658 tot 1676 (donderdag 10 mei 1674)
2.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (maandag 26 jun 1673)
3.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (donderdag 30 jun 1678)
4.Officieren Regiment Nationalen nr. 2, J.v.Campen-1


Onno Unico Lewe
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Onno Unico Lewe1, geb. te Groningen [Gr]1 Herestraat voor dinsdag 24 sep 1675, ged. te Groningen [Gr]1 Martinikerk op dinsdag 24 sep 16751,1.

  • Moeder:
    Elisabeth Tamminga, dr. van Onno Tamminga en Elisabeth Rengers, geb. te Usquert [Gr] op borg Luidema (Ludema of Luidinga) circa 1655, woont te Luidema op donderdag 29 jun 1673, woont te Luidema (als weduwe van Leeuwe) op donderdag 30 jun 1678, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) te Groningen [Gr] voor vrijdag 5 mrt 1694, tr. (2) met Egbert Horenken. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (3) met Feyo (IV) Feijo Sickinghe4. Uit dit huwelijk 6 kinderen.
 



Bronnen:
1.Algemeen Doopboek Kerkelijke gemeente Groningen, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inventarisnr.: 147, Groningen [Gr], van 1658 tot 1676 (dinsdag 24 sep 1675)
2.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (maandag 26 jun 1673)
3.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (donderdag 30 jun 1678)
4.Officieren Regiment Nationalen nr. 2, J.v.Campen-1


Cecilia Sickinghe
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Cecilia Sickinghe, geb. te Groningen [Gr]1 Oude Boteringestraat voor zondag 3 dec 1690, ged. te Groningen [Gr]1 A-kerk op zondag 3 dec 16901,1.

  • Moeder:
    Elisabeth Tamminga, dr. van Onno Tamminga en Elisabeth Rengers, geb. te Usquert [Gr] op borg Luidema (Ludema of Luidinga) circa 1655, woont te Luidema op donderdag 29 jun 1673, woont te Luidema (als weduwe van Leeuwe) op donderdag 30 jun 1678, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) te Groningen [Gr] voor vrijdag 5 mrt 1694, tr. (1) met Evert (Evert Joost) Lewe (Van Kantens). Uit dit huwelijk 3 kinderen., tr. (2) met Egbert Horenken. Uit dit huwelijk een zoon.
 



Bronnen:
1.Algemeen Doopboek Kerkelijke gemeente Groningen, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inventarisnr.: 146, van 1640 tot 1657 (zondag 3 dec 1690)
2.Officieren Regiment Nationalen nr. 2, J.v.Campen-1
3.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (maandag 26 jun 1673)
4.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (donderdag 30 jun 1678)


Egbert Horenken
in
Genealogie van Johan Horenken.
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Johan Horenken.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Egbert Horenken, geb. te Pieterburen [Gr] in 1632, jonker, heer te Dijksterhuis op woensdag 30 mrt 1678, ovl. (ongeveer 47 jaar oud) te Groningen [Gr] op zaterdag 4 mrt 1679.


Aantekeningen bij Egbert Horenken.
Egbert was jonkheer, bewoner en heer van de borg Dijksterhuis in Pieterburen. Ook was hij raadsheer van Groningen (1679).

tr. (1)
met

Sibilla (Sibila) Horenken, dr. van Gerhard Horenken en Bele Manninga Tot Dijksterhuis, geb. in 1641, ovl. (hoogstens 37 jaar oud) voor 1678, tr. (1) met Egbert Horenken. Uit dit huwelijk een zoon.

otr. (2) te Usquert [Gr]1 op donderdag 30 jun 16781,1, tr. (resp. ongeveer 46 en ongeveer 23 jaar oud) te Pieterburen [Gr]1 circa zondag 17 jul 1678
met

Elisabeth Tamminga, dr. van Onno Tamminga en Elisabeth Rengers, geb. te Usquert [Gr] op borg Luidema (Ludema of Luidinga) circa 1655, woont te Luidema op donderdag 29 jun 1673, woont te Luidema (als weduwe van Leeuwe) op donderdag 30 jun 1678, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) te Groningen [Gr] voor vrijdag 5 mrt 1694, tr. (1) met Evert (Evert Joost) Lewe (Van Kantens). Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (3) met Feyo (IV) Feijo Sickinghe3. Uit dit huwelijk 6 kinderen.

 



Aantekeningen bij Elisabeth Tamminga.


Elizabeth Tamminga van Ludema.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Egbert Lodewijck*1679     



Bronnen:
1.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (donderdag 30 jun 1678)
2.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (maandag 26 jun 1673)
3.Officieren Regiment Nationalen nr. 2, J.v.Campen-1


Onno Tamminga Sickinge
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Onno Tamminga Sickinge, geb. voor dinsdag 25 sep 1685, ged. te Usquert [Gr]1 op dinsdag 25 sep 16851,1, ovl. (ongeveer 2 jaar oud) voor 1688.

  • Moeder:
    Elisabeth Tamminga, dr. van Onno Tamminga en Elisabeth Rengers, geb. te Usquert [Gr] op borg Luidema (Ludema of Luidinga) circa 1655, woont te Luidema op donderdag 29 jun 1673, woont te Luidema (als weduwe van Leeuwe) op donderdag 30 jun 1678, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) te Groningen [Gr] voor vrijdag 5 mrt 1694, tr. (1) met Evert (Evert Joost) Lewe (Van Kantens). Uit dit huwelijk 3 kinderen., tr. (2) met Egbert Horenken. Uit dit huwelijk een zoon.
 



Bronnen:
1.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (dinsdag 25 sep 1685)
2.Officieren Regiment Nationalen nr. 2, J.v.Campen-1
3.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (maandag 26 jun 1673)
4.Doop- en Trouwboek Kerkekelijke gemeente Usquert, RHC GA, Collectie DTB, toeg. 124, Inv.nr. 124, Usquert [Gr], van 1662 tot 1698 (donderdag 30 jun 1678)

Johan Rengers van ten Post
 
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Johan (genoemd naar grootvader Johan Rengers, † 1539) Rengers van ten Post1,2, geb. te Ten Post [Gr] op zondag 15 mrt 15421, woont op borg Oldenhuis, gezant van Stad en Lande, ridder, heer van Scharmer, naar hem wordt later de Johan Rengersstraat genoemd, jonker en hoveling van Ten Poste, Garderlweer, Zant en Leerms, ovl. (84 jaar oud) te Ten Post [Gr] op dinsdag 8 sep 1626.



Aantekeningen bij Johan Rengers van ten Post.
Kleinzoon Johan Rengers van Ten Post.
Johan Rengers van Ten Post is een kleinzoon van de gelijknamige hoofdeling van Scharmer, die eind vijftiende eeuw hard in botsing komt met het stadsbestuur. 'Opa' Rengers is in 1473-1474 als gezant van Stad en Lande naar keizer Frederik III gereisd, die zich dan in Andernach aan de Rijn ophoudt. Hij heeft de gelegenheid aangegrepen om mooie voorrechten voor zichzelf te verwerven. Hiermee heeft Johan Rengers sr. zich de woede van het stadsbestuur op de hals gehaald.

Johan Rengers van Ten Post, 1542-1626. Bron: GVA.
Zijn kleinzoon volgt, zoals vele andere jongens van goede komaf, in de stad de lessen van de beroemde Regnerus Praedinius. Daarna gaat Johan Rengers jr. voor verdere studie naar Leuven. Vervolgens verblijft hij enige tijd bij zijn oom Minne van Holdinga, die in het Beierse Landsberg aan de Lech de functie van stads en landrechter bekleedt. Naar zijn vaderland teruggekeerd vestigt hij zich op zijn vaders borg Tuwinga bij Ten Post. Vanwege zijn uitgebreide bezittingen kan hij zich hoofdeling te Ten Post, Garrelsweer, 't Zandt en Leermens noemen. Hij is een van de meest vooraanstaande Ommelander jonkers. Later, na de coup van Rennenberg (1580), moet hij uitwijken. In zijn ballingsoord Uphusen bij Emden begint hij met het schrijven van een kroniek, die hij later in Bremen afmaakt.
Na de Reductie (1594) keert hij terug naar Groningerland. In een tractaat dat hij dan schrijft gaat hij nog eens de hoofdlijnen langs van de staatkundige geschiedenis van de Ommelanden. Zijn bedoeling is aan te tonen dat dit 'Friese' gebied niets, maar dan ook helemaal niets met de stad Groningen te maken heeft. In dit verband ziet hij zich ook gedwongen een opmerkelijke interpretatie ten beste te geven van de benaming van dit gebied, de 'Ommelanden'. Deze term, aldus Rengers, betekent niet dat deze landen 'om de stad Groningen' liggen. De stad speelt hier geen enkele rol. Het woordje 'om' slaat op het feit dat de 'Friese zeelanden' 'om de zee' liggen. Preciezer gezegd: aan de buitenzijde liggen ze 'om de Eems' en 'om de zee', terwijl ze aan de binnenkant 'om de Fivel' en 'om de Hunze' gelegen zijn. Niet de stad is dus het referentiepunt, maar het water van de zee of de rivieren. Dat moet wel zo zijn, aldus Rengers, want anders zou het net zijn alsof Groningen de metropool van de Ommelanden is of enige 'hoogheid' over de Ommelanden heeft op grond van de verbonden die de stad en de Ommelander landschappen met elkaar hebben gesloten (1473 en 1482).
Een 'metropool' is de stad nooit geweest, zo betoogt Rengers, want die titel hoort bij een rangorde van steden waar Groningen buiten staat. Een metropool is de zetel van een 'metropoliet', een geestelijke van hoge rang die gezag uitoefent over geestelijken in andere steden en gebieden. Volgens Rengers zal terecht wel 'metropool' genoemd mogen worden, omdat van daaruit kerkelijk gezag wordt uitgeoefend over Groningen en het Gericht van Selwerd (Gorecht), terwijl Münster de metropool is van Humsterland, Hunsingo en Fivelgo.

Zegel van Johan Rengers van Ten Post met als randschrift: "[IOH]AN VAN [SCHERMER] RITTER". De zegel is afkomstig van een brief van Johan, Henrick en Conraet, zoons van Lambert Egbertssoen, waarin zij verklaren dat zij ten tweede maal afstand gedaan hebben van alle rechten die zij hebben op de nalatenschap van wijlen hun oom Johan Egbertssoen, ten behoeve van het klooster van Essen, zoals vermeld in de hierbij getransfigeerde akte (Bron: Groninger Archieven, kla0691).
Rengers laat niet af te hameren op het Drentse en dus minderwaardige karakter van Groningen. Zijn geringschattende opmerkingen over de stad worden graag geciteerd door regionale geschiedschrijvers: "De stad ligt op de hoge en vaste Drentse bodem, als het ware op een staart van Drenthe, en grenst aan Friesland." 'Omdat de Friezen van oudsher weinig op hadden met vreemdelingen en hen ook niet in hun gebied toelieten, bleef er voor vreemden niets anders over dan zich hier, zo dicht mogelijk bij Friesland, te vestigen. Aan de stichting van Groningen is geen enkele beroemde vorst te pas gekomen. 't Is ook helemaal geen oude stad. Hier verzamelden zich eenvoudig de Drenten en Westfalingen die profiteerden van de producten die de uitzonderlijk vruchtbare Friese landen zo rijkelijk en overvloedig opbrachten. Daardoor zijn allerlei lieden daarheen gelokt.' Hoe meer de stedelingen handel drijven met 'het kleine Friesland' tussen de Eems en de Lauwers, des te meer groeit Groningen uit tot een stad.
Volgens Johan Rengers worden de handelscontacten dus niet gezocht door de Friese Ommelanders, maar door minderwaardige vreemdelingen, die de producten van de klei opkopen en verder doorverkopen aan hun landslieden in Drenthe en Westfalen. De stad Groningen is voor Rengers niets meer of minder dan een parasiet.
•.
Wapengeweld.
Nadat de stad door prins Maurits en graaf Willem Lodewijk met wapengeweld is gedwongen zich bij de opstandige Nederlandse gewesten aan te sluiten, verzetten Johan Rengers en de andere Ommelander heren zich tegen het idee dat ze één provincie zouden moeten vormen met hun aartsvijand. Ze trekken echter aan het kortste einde en moeten buigen voor de wil van de Staten-Generaal. Het heeft beslist iets tragisch wanneer we Johan Rengers van Ten Post op het eind van zijn leven nog weer een waarschuwend woord horen richten tot de Ommelander jonkers, hoofdelingen en eigenerfden inzake de 'staet deser landen'. Het is, zoals hij zelf zegt, zijn cygneus cantus (zwanenzang). Hij bindt de Ommelanders op het hart om toch vooral te behouden wat men heeft verworven en zich te verweren tegen alle ongegronde pretenties van de stad Groningen. Hij wijst erop dat de Staten-Generaal de Ommelanden gedwongen hebben in verbond te blijven met Groningen, maar niet meer dan dat. Ofschoon Stad en Lande gelijkwaardig zijn heeft, aldus Rengers, de stad toch weer geprobeerd om de Ommelanden officieel aan te laten duiden als 'Ommelanden van Groningen', 'Ommelanden bij Groningen' of 'Ommelanden om Groningen'. Daarmee, aldus Rengers, willen ze laten zien dat zij de baas zijn. 'Wij moeten daaraan niet toegeven. We moeten onze eigen naam behouden. Wij zijn de "Ommelanden tussen de Eems en Lauwers" wanneer we onze eigen zaken behandelen. En als we samen met de stad optreden moet het gewest "Groningen en Ommelanden" heten. Op die manier kunnen we voorkomen dat de provincie iedere keer met de lange term "Stad Groningen en Ommelanden tussen Eems en Lauwers" aangeduid moet worden.'.

  • Vader:
    Edzart Rengers van ten Post, zn. van Johan Rengers Van Ten Post en Jutta ten Water, geb. te Ten Post [Gr] op zondag 9 jan 1498, Ommelander hoofdeling, ovl. (82 jaar oud) op vrijdag 14 mrt 1580, relatie.
 

tr. (resp. 32 en 25 jaar oud) te Oldehove [Gr] op woensdag 1 mei 1574
met

Bauwe Jensema, dr. van Rempt Jensema en Frederika Gaykinga, geb. te Oldehove [Gr] op zondag 1 mei 1549, ovl. (87 jaar oud) te Ten Post [Gr] op donderdag 29 mei 1636.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Edzard*1578 Ten Post [Gr] †1652 Groningen [Gr] 74



Bronnen:
1.Naamkunde, Jaargang 35, Peeters, Leuven [Ge], van 2003 tot 2004
2.Het Verhaal van Groningen, Verh Gron

Dossier:


Hidde Onsta
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Hidde Onsta.

tr.
met

Dethmar Rengers Van Ten Post, zn. van Johan Rengers van ten Post en Agneza van Laer.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Luirt     


Unico Allard Alberda
in
Genealogie van Reint Alberda.
Parenteel van Reint Alberda.

Unico Allard Alberda, geb. te Groningen [Gr] aan de Grote Markt op zaterdag 18 apr 1676, ged. te Groningen [Gr] aan de Nieuwe Kerk op zondag 19 apr 1676, heer van de Menkemaborg, Uithuizen [Gr], ovl. (38 jaar oud) op donderdag 6 sep 1714, begr. te Uithuizen [Gr] (GDW 3717) in 1714.

  • Vader:
    Mello (Menno) Alberda op Menkema, zn. van Reint Alberda en Habbina Ubbena, geb. te 't Zandt [Gr] op zaterdag 15 nov 1642, ovl. (56 jaar oud) te Uithuizen [Gr] op vrijdag 3 jul 1699, tr. (resp. 21 en 17 jaar oud) te Usquert [Gr] op zondag 30 mrt 1664.
 

tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 23 jaar oud) in 1701 (1710)
met

Everdina Cunnera van Berum, geb. in 1678, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) in 1751.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Juliana*1703  †1718  15
Mello*1704  †1704  0
Mello*1706  †1706  0
Susanna Elisabeth*1707  †1744  37
Wendelina Cornera*1708  †1708  0
Wendelina Cornera*1711  †1713  2
Wendelina Cornera*1713  †1746  33


Johan van Vervou
Johan van Vervou.

tr.
met

Anna Maria van der Mark.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Teteke (Titia)     


Anna Maria van der Mark
Anna Maria van der Mark.

tr.
met

Johan van Vervou.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Teteke (Titia)     


Bernard Coenders
Genealogie van Bernard Coenders.
Parenteel van Bernard Coenders.

Bernard (Bernhardus) Coenders, geb. in 1534, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) in 1592.

tr.
met

Eilce Onsta1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Abel*1564  †1629  65



Bronnen:
1.Nobiliarium Groninganum van Wilhelm Coenders van Helpen, Boek, M.H.O. Feith, Genealogisch-Heraldisch Archief, Den Haag [Zh], 1886 (blz. 11)


Eilce Onsta
in
Genealogie van Bernard Coenders.
Parenteel van Bernard Coenders.

Eilce Onsta1.

tr.
met

Bernard (Bernhardus) Coenders, geb. in 1534, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) in 1592.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Abel*1564  †1629  65



Bronnen:
1.Nobiliarium Groninganum van Wilhelm Coenders van Helpen, Boek, M.H.O. Feith, Genealogisch-Heraldisch Archief, Den Haag [Zh], 1886 (blz. 11)


Frederik Coenders van Helpen
in
Genealogie van Bernard Coenders.
Parenteel van Bernard Coenders.
Parenteel van Lubbert Lewe.

Frederik Coenders van Helpen.

  • Vader:
    Berend Coenders (Bernhard(us)) Van Helpen, zn. van Abel Coenders van Helpen en Teteke (Titia) van Vervou, geb. te Groningen [Gr] in 1601, heer tot Fraem, Huisinghe en Moercappel, heer van Faan, Sartingeehuizen, Menkeweer, enz, president van de Ommelanden, gecommitteerde voor Groningen in de Generaliteitskamer, herhaaldelijk afgevaardigde ter Staten-Generaal, herhaaldelijk naar Frankrijk en is erg Fransgezind, ridder in de Orde van St Michiel voor 1624, gevolmachtigd gezant der Staten aan het Hof van Denemarken in 1639, gevolmachtigd gezant der Staten aan het Hof van Zweden in 1677, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) te Kopenhagen, Denemarken in jan 1678, tr. (resp. ongeveer 23 en ongeveer 24 jaar oud) op donderdag 14 nov 1624.
 


Elisabeth Coenders van Helpen
in
Genealogie van Bernard Coenders.
Parenteel van Bernard Coenders.
Parenteel van Lubbert Lewe.

Elisabeth Coenders van Helpen, ovl. in 1655 Ongehuwd overleden.

  • Vader:
    Berend Coenders (Bernhard(us)) Van Helpen, zn. van Abel Coenders van Helpen en Teteke (Titia) van Vervou, geb. te Groningen [Gr] in 1601, heer tot Fraem, Huisinghe en Moercappel, heer van Faan, Sartingeehuizen, Menkeweer, enz, president van de Ommelanden, gecommitteerde voor Groningen in de Generaliteitskamer, herhaaldelijk afgevaardigde ter Staten-Generaal, herhaaldelijk naar Frankrijk en is erg Fransgezind, ridder in de Orde van St Michiel voor 1624, gevolmachtigd gezant der Staten aan het Hof van Denemarken in 1639, gevolmachtigd gezant der Staten aan het Hof van Zweden in 1677, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) te Kopenhagen, Denemarken in jan 1678, tr. (resp. ongeveer 23 en ongeveer 24 jaar oud) op donderdag 14 nov 1624.
 


Adriana Sophia Gerlacius
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Adriana Sophia Gerlacius.

otr. (1) te Groningen [Gr] op zaterdag 10 mrt 1792, tr. (Otto minstens 40 jaar oud) na zaterdag 10 mrt 1792
met

Otto Lewe, zn. van Berend Lewe van Aduard en Catharina Eck en Wiel van Wijhe, geb. te Doornik op maandag 6 mrt 1752, baron en officier, ovl. (69 jaar oud) te Leiden [Zh] op vrijdag 9 mrt 1821, tr. (1) met Ana Isabella van Swinderen. Uit dit huwelijk 2 kinderen.


Aantekeningen bij Otto Lewe.
12 apr. 1780 Otto Baron Lewe van Aduard.
LEWE VAN ADUARD, OTTO, baron en officier, geb. Doornik, ged. Doornik 6-3-1752, overl. Leiden 9-3-1821, otr. Groningen 27-6-1778 (met belasting te Den Bosch; attestatie gepasseerd), tr. (1) Den Bosch 25-7-1778 Anna Isabelle van Swinderen, geb. Groningen 13-8-1758, ged. Groningen 15-8-1758 (Martinikerk), overl. maart 1790, begr. Groningen, d.v. Albert Hindrik van Swinderen, iur. dr. en provinciale rekenkamer en Johanna de Marees, otr. (2) Groningen 10-3-1792 met Adriana Sophia Gerlacius, weduwe van Johan Arnoud Gallas van ’s-Haage. Attestatie van Haarlem 6-3-1792; met belasting te Haarlem. 18-3-1792 attestatie gegeven.
Militaire loopbaan:.
Vaandrig 28-4-1766 onder kapitein Jan Lijphart in het regiment (bataljon A, RN-2) van luitenant-generaal Berend Baron Lewe van Aduard, luitenant 19-9-1771 in hetzelfde bataljon en regiment onder luitenant-generaal Berend Baron Lewe van Aduard, kapitein 22-6-1772, idem, majoor 21-3-1774, idem, luitenant-kolonel 2-7-1779, idem, van generaal Berend Baron Lewe van Aduard, kolonel bij de Armee 12-4-1789 in het regiment (bataljon A, RN-2) van generaal Berend Baron Lewe van Aduard.
Bron: Academische Rouw, J. Ensing (GBT nr. 31), Groningen 2002 ; Hoofdofficieren der Infanterie van 1568-1813. H. Ringoir, Den Haag 1981 ; Officiersboekjes 1767 t/m1791; Huwelijksinschrijvingen van militairen in de stad Groningen 1648-1811, deel II (collectie Wolters). Bron: Joop van Campen.

tr. (2)
met

Johan Arnoud Gallas van 's-Haage, ovl. voor zaterdag 10 mrt 1792.


Johan Arnoud Gallas van 's-Haage
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Johan Arnoud Gallas van 's-Haage, ovl. voor zaterdag 10 mrt 1792.

tr.
met

Adriana Sophia Gerlacius, tr. (1) met Otto Lewe. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Jan Evert Lewe van Aduard
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Jan Evert Lewe van Aduard, geb. te Doornik in 1744, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Den Haag op zondag 1 mrt 1807.


Aantekeningen bij Jan Evert Lewe van Aduard.
Jan Evert baron Lewe van Aduard (Doornik, 1744 - Den Haag, 1 maart 1807[1]) was een Nederlands officier der infanterie, lid van de Hoge Militaire Vierschaar en vrijmetselaar. Hij was zoon van generaal Berend baron Lewe van Aduard (1710-1791) en Catharina van Wijhe van Eck en Wiel (1722-1771). Jan Evert stierf ongehuwd..

Militaire loopbaan.
Na vijftig maanden luitenant geweest te zijn werd Lewe op 4 juni 1766 kapitein in het regiment van zijn vader, het bataljon B van het Regiment Nationalen Nr. 2. Hij diende onder kolonel-commandant Richard Andreas Ludolphi Gockinga. Op 2 september 1773 promoveerde hij tot majoor in hetzelfde regiment en bataljon en diende later onder kolonel-commandant Hendrik Ferdinand baron Lewe van Matenesse. Op 22 juni 1779 werd hij onder kolonel-commandant Coppe Jarges luitenant-kolonel van het bataljon A van het Regiment Nationalen Nr. 2. Lewe werd kolonel-commandant op 15 oktober 1787 in het regiment Nationalen nr. 2 van zijn vader, de generaal Berend baron Lewe van Aduard en na diens dood op 2 december 1791 onder luitenant-generaal Cornelis baron van Maneil. Lewe eindigde zijn carrière als generaal-majoor.[2].

Hoge Militaire Vierschaar.
Lewe was als generaal-majoor lid van de Hoge Militaire Vierschaar, van 1802 tot aan zijn dood in 1807.[2] De Hoge Militaire Vierschaar was de voorloper van het Hoog Militair Gerechtshof in Utrecht. Het college sprak ten tijde van de zittingsperiode van Lewe recht over leger en vloot. Het telde sinds de Staatsregeling van 1801 twaalf leden, namelijk vier legerofficieren, vier marineofficieren en vier juristen, die voor het leven benoembaar waren. [3] Na het overlijden van Lewe werd op 2 maart 1807 generaal Broux in zijn plaats benoemd.[4].

Rol binnen de Nederlandse vrijmetselarij.
Toen het Regiment Nationalen Nr.2 in Bergen op Zoom gelegerd was (1767 - 1770), werd Lewe in de vrijmetselarij ingewijd in de loge L’Inséparable, die een groot aantal militairen als lid kende. Toen het regiment zich via Sluis (1770 - 1771) naar Groningen (1771 - 1775) verplaatst had, sloot Lewe zich aan bij een groep vrijmetselaren, een zogenaamde vrijmetselaarskring, die een loge wilden oprichten. Op 4 december werd Jan Evert Lewe verkozen tot 'Grootmeester' van de kring. Op 28 december 1771 werd het hoofdbestuur van de "d'aloude en Zeer Eerwaarde Maatschappij der Vrije en Aengenomen Metzelaers, in de Republieq der Verenigde Nederlanden, ressort van de Generaliteit en onderhorige Volksplantingen" (nu: de Orde der Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden) aangeschreven met een verzoek om een reguliere loge op te richten onder de naam L'Union Provinciale. Er werd een constitutiebrief afgegeven, welke Capt. Jan Evert Lewe, 27 jaar oud, tekende als eerste voorzittend meester van de loge L'Union Provinciale, samen met onder andere Jan Modderman en Scato Trip.[5] Lewe bleef aan tot "Sint Jan" (omstreeks 21 juni).[6] De oprichting van L' Union Provinciale betekende het begin van de vrijmetselarij in de provincie Groningen; de Loge was een van de eersten in Noord-Nederland.[7].

Noten:.
1. Overlijdensadvertentie in de Haagsche Courant van 4 maart 1807..
2. Jan Evert Lewe van Aduard in: Repertorium van ambtsdragers en ambtenaren 1428-1861.
3. Sanders, J. G. M. (et al.)(2002), Noord-Brabant in de Bataafs-Franse tijd, 1794-1813 's-Hertogenbosch: R?ksarchief in Noord-Brabant; Hilversum: Verloren..
4. Koninklijk decreet van 2 maart 1807.
5. Groninger Archieven. Stadshistoricus Beno Hofman: "Al meer dan 235 jaar Vrijmetselaarsloge L’ Union Provinciale".
6. Vos, J (et al.) (1972), L' Union Provinciale Groningen 5772-5972, Thoth, jrg. 23, nr. 1-2..
7. Zie: loge L'Union Provinciale.

Literatuur:.
1. Vos, J (et al) (1972), L' Union Provinciale Groningen 5772-5972. Thoth, jrg. 23, nr. 1-2..
2. Boerenbeker, E. A. (1979), De Resolutïën van de Groote Loge 1756 - 1798. 's-Gravenhage: Maçonnieke Stichting Ritus en Tempelbouw..
3. Archief van de Raad van State, toegangsnummer 1.01.19, inventarisnummer 1955, stamboek van het 1ste bataljon van het regiment van Bernard baron Lewe van Aduard..
4. Genealogische & Heraldische Bladen 1909 (genealogie Lewe); Officiersboekjes 1768 t/m 1794; Hoofdofficieren der Infanterie van 1568-1813. H. Ringoir, Den Haag 1981.


Anna Maria Ulgerc
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Anna Maria Ulgerc, douairëre Jarges, eigenaresse (vrouwe) van de borg Brake te Obergum [Ge] in 1670.


Aantekeningen bij Anna Maria Ulgerc.
Door dit huwelijk komt de borg de Brake bij Obergum in het bezit van Frans Willem. In 1675 laten hun schuldeisers deze borg weer verkopen.

tr. (1)
met

Frans Willem Ripperda, zn. van Wigbolt Ripperda en Ave Isabella van Herema van Holwierde, ritmeester.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wigbolt~1672 Groningen [Gr]    

tr. (2)
met

Nn Jarges.


Nn Jarges
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Nn Jarges.

tr.
met

Anna Maria Ulgerc, douairëre Jarges, eigenaresse (vrouwe) van de borg Brake te Obergum [Ge] in 1670, tr. (1) met Frans Willem Ripperda. Uit dit huwelijk een zoon.


Aantekeningen bij Anna Maria Ulgerc.
Door dit huwelijk komt de borg de Brake bij Obergum in het bezit van Frans Willem. In 1675 laten hun schuldeisers deze borg weer verkopen.


Christina Margaretha
Christina Margaretha .

tr. (Hertog Christiaan Lodewijk I ongeveer 27 jaar oud) (1) in 1650, (gesch. in 1660)
met

Christiaan Lodewijk I van Mecklenburg-Schwerin1, zn. van Adolf Frederik I van Mecklenburg-Schwerin en Anna Maria van Oost Friesland, geb. in 16231, hertog van Mecklenburg-Schwerin, opvolger van Adolf Frederik I als Hertog van Mecklenburg te Mecklenburg [Deu] van 1658 tot 1692, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) in 1693, tr. (2) met Elisabeth Angélique van Montmorency. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 



Aantekeningen bij Christiaan Lodewijk I van Mecklenburg-Schwerin.

Het paleis van de groothertog van Schwerin (Bron: National Library of Canada). Mecklenburg-Schwerin is een hertogdom geweest van 1621 tot 1815 en daarna tot 1918 een groothertogdom. Van 1918 tot 1934 is het vervolgens een vrijstaat in de huidige deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren.
Christiaan Lodewijk van Mecklenburg (Schwerin, 1 december 1623 - Den Haag, 21 juni 1693) is de oudste zoon van Adolf Frederik I van Mecklenburg-Schwerin en van diens eerste echtgenote Anna Maria van Oost-Friesland. Na de dood van zijn vader in 1658, wordt hij hertog van Mecklenburg. In 1663 bekeert hij zich tot het katholicisme.
Hij is twee maal gehuwd, de eerste keer in 1650 met Christina Margaretha, dochter van Johan Albrecht II van Mecklenburg-Güstrow (1615-1666), de weduwe van Frans Albrecht van Saksen-Lauenburg (-1642), maar in 1660 gescheiden.
Zijn tweede vrouw is sinds 1664 Elisabeth Angélique van Montmorency, hertogin Coligny, (1626-1695), de weduwe van Gaspar, zoon van de hertog van Coligny.
Doordat beide huwelijk kinderloos zijn gebleven, wordt hij opgevolgd door zijn neef Frederik Willem.

tr. (2), (gesch. in 1660)
met

Frans Albrecht van Saksen-Lauenburg, ovl. in 1642.


Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
')}