Torenspits kerk van Finsterwolde.
Dronefoto: (c)Jur Kuipers
De laatste tijd zijn er veel aanpassingen aan de website
gedaan. Veel artikels en verhalen kunnen nu beter bekeken worden op een desktop
computer (pc met beeldscherm) of een laptop. (Dit is alleen van toepassing op artikels waar een * voor staat). Ook is het steeds meer mogelijk de
website te bekijken op een tablet, telefoon (GSM, smartphone). Houd je tablet of telefoon in de
breedte, dan kun je het artikel nog beter lezen. Bedenk wel dat alles er wel
een beetje anders uitziet dan op een computer. De website is in de eerste
plaats gemaakt en bedoeld voor een computer met beeldscherm!
Ervaar je problemen met de website? Laat het
weten middels een E-mail te sturen naar de webmaster.
Opmerking: van tot en met circa 28 september worden er
geen nieuwe artikels geplaatst.
Ook kan er in die periode niet worden gereageerd op e-mails.
We gaan er dan even tussenuit.
LAAT OOK EENS EEN BERICHT ACHTER IN HETGASTENBOEK
Dan weet ik waarvoor ik dit doe
"Jozef en Regina Meijer wonen in Bedum op het adres Boterdiep Westzijde 13. Jozef is veehandelaar maar heeft zich gespecialiseerd in de schapenhandel. Op 20 oktober 1909 krijgen ze een dochter die ze Charlotte Julia noemen en als roepnaam Lotty meekrijgt. Sommige Bedumers herinneren zich Jozef nog als een statige man die op zijn fiets door het dorp fietst op zoek naar handel. Op afstand kun je hem herkennen op zijn fiets. Altijd rustig over het veld kijkend of er mogelijk iets valt te verdienen. Altijd kaarsrecht op zijn fiets, met onder het zadel de kromming van zijn wandelstok, die voor aan de stang met een riempje is vastgezet."
Dit is het begin van een ingezonden artikel over het lot van de Joodse familie Meijer-Cohen.
De kerk van Baflo ligt aan de Kostersgang 8 en is een van de oudste kerken in de provincie Groningen. De kerk ligt met een vrijstaande toren op een verhoogd kerkhof. Het gebouw wordt beheerd door de Protestantse Gemeente Baflo.
Waarschijnlijk is er van de huidige kerk een voorganger geweest, welke in de 8e eeuw nog gesticht is door Liudger. Baflo is een van de proosdijen in de Ommelanden geweest waarvan wordt aangenomen dat deze teruggaan op de kerkstichtingen van Liudger. De kerk is oorspronkelijk gewijd aan de heilige Laurentius. Keizer Hendrik III schenkt de kerk aan de bisschop van Münster.
De Sint Laurentiuskerk met losstaande toren van Baflo.
Foto: (c)Jur Kuipers.
Kor Feringa zond een verslag over de 'Stad van Slag', over de 'Wereldoorlog in de stad Groningen', een beredeneerd feitenoverzicht.
Het verslag geeft een korte, duidelijke weergave van de omstandigheden tijdens de Tweede Wereldoorlog in de stad Groningen.
Het is daarmee een duidelijke en mooie aanwinst voor deze website.
Al vroeg in de 13e eeuw wordt Engelbert genoemd als een kerspel, een parochie behorend tot het bisdom Utrecht. Na de ontginning van het gebied vestigt zich hier een kleine gemeenschap die er een kleine zaalkerk bouwt. De grenzen van de parochies Engelbert, Middelbert en Noorddijk vormen ook de grens tussen de bisdommen Utrecht en Munster.
Het patroonaatsrecht valt onder de ‘persona’ van de Groningse Sint Maartenskerk. Het patronaatsrecht is in de vroege middeleeuwen het recht om een voorstel te mogen doen voor de benoeming van een pastoor van een parochie. Dat voorstel moet dan nog wel door de bisschop bekrachtigd worden.
De kerk van Engelbert.
Foto: (c)Jur Kuipers.
Aan de Hoofdweg 79 in 't Waar is iets aan de hand. Postkantoorhouder Fokko Musch heeft een rustdag en zijn kantoor is gesloten, maar in het knusse grijze huisje ligt zijn vrouw Grietje Haan in een van de slaapkamers in de bedstee en verwacht haar eerste kind. Fokko heeft de vroedvrouw al laten waarschuwen die inmiddels al druk doende is het geboorteproces te begeleiden. Fokko Musch is op donderdag 3 Juni 1897 in Scheemda gehuwd met Grietje Haan uit Nieuwolda, de dochter van Cornelis Haan en Anje Plinsenga.
Op 22 september 1898 wordt er in het dorpje Borgsweer, destijds behorende bij de gemeente Termunten, een kind geboren in de boerenwoning van Berend van der Laan en Antje Landman. Zijn ouders geven hem de naam van Loete, hij is tot dan het tweede kind van genoemde Berend en Antje. Eerder is er ook een zoon met de naam Evert geboren. Loete brengt zijn jeugd door in het landelijke gelegen dorpje Borgsweer en gaat in Termunterzijl naar de openbare lagere school van hoofdmeester Van der Veen. In het dorpje is niet veel vertier en het enige vervoermiddel is de fiets, die nog voorzien is van een carbidlantaarn. In de familie van der Laan worden nog enkele kinderen geboren en uiteindelijk wordt het kleine huisje bewoond door vader en moeder Berend van der Laan en Antje Landman en de zonen Evert, Loete, Rijntjo, Jan en Arent, ook worden er nog twee dochters geboren namelijk Antje en Trientje. Dus tezamen wonen er in het kleine huis 9 personen
Klik hier om hetKobeetjedraai is de naam van een voormalige draaibrug die vernoemd is naar boer Hendrik Jans Kobeet die op Lalleweer heeft gewoond. Op bijna dezelfde plek ligt nu een houten voetganger/fietsbrug met dezelfde naam. De brug ligt ter hoogte van Lalleweer over het Termunterzijl, als verbinding tussen Borgsweer en Woldendorp en wordt vroeger hoofdzakelijk gebruikt door de boeren die aan de weerszijden van het Termunterzijldiep wonen en daar hun werkterrein hebben.
Klik hier om het De parochie dateert van 1295, wanneer Ebbo Menolda goederen geeft ten behoeve van een kerkstichting. Ook al is er in de loop van de tijd veel gewijzigd, in het huidige gebouw is nog een en ander herkenbaar uit de begintijd, zoals de koorsluiting en het benedendeel van de toren. In verhouding tot de kerk lijkt de smalle toren, die niet bij de schipmuren aansluit, hierdoor in opzet eerder uit een oudere periode te stammen.
De lotgevallen van de kerk na circa 1450 tot diep in de 18e eeuw zullen beïnvloed zijn door leden van het geslacht Rengers, die sinds 1395 de borg Menolda in bezit krijgen en na de Reformatie de collatie bezitten. In 1939 is in het koor een ingang gebroken.
De Walfriduskerk van Hellum in de winter.
Foto: (c)Jur Kuipers.
"Het bekende Damster bedrijf ‘De Strokartonfabriek De Eendracht’ gaat in 2006 ter ziele, wat een grote klap is voor de werkgelegenheid in Appingedam. Deels is dit veroorzaakt door wanbeleid, ondeskundigheid en een doorlopende wisseling van eigenaren. Zo’n 300 werknemers met een vaste baan komen zonder werk te zitten.
Hoe het ook zij, de schrijver van dit artikel heeft van 1954 tot ongeveer 1968 gewerkt in dit bedrijf, met leuke herinneringen. Mijn werkzaamheden vangen aan op 17 jarige leeftijd in de functie van leerling bankwerker/ onderhoudsmonteur." (Ben van der Laan)
"De sfeer in die tijd is gemoedelijk en lang niet zo gehaast als nu. Er heerst veel meer armoede onder de bevolking, maar de industrie en het onderwijs zijn veel uitgebreider. Hierdoor hebben veel inwoners werk in hun eigen woonplaats. De Brons motoren fabriek aan de Farmsumerweg produceert scheepsmotoren die je heden ten dage nog steeds tegen komt in veel coasters en binnenschepen. De woonhuizen aan de Farmsumerweg worden in die tijd veelal bewoond door de werknemers van Brons, die een bepaalde status hebben onder de bevolking".
Klik hier om het De Bronsfabriek aan het Damsterdiep,
in bedrijf tussen 1907 en 2004.
..."In de tijd van Nittert Fox ridder is er nog geen sprake van het gehucht Foxhol waardoor het moeilijk is om de exacte plaats van de slag aan te wijzen. Deze plaats zal dan in een reconstructie van de oude wegen terug te vinden moeten zijn. Tegenwoordig is dat bij het kruispunt (Korte-)Groninger weg – (Korte-)Borgweg. Hier is ook de aansluiting op de O.L. Vrouwenlaan, waar de ridder Fox volgens het verhaal zijn laatste adem uitblaast. Deze laan, voor 1800 als De-onze-lieve-Vrouwenlaan, verwijst hier naar een Mariakapel nabij het uithof Grangia bij de huidige molen De Hoop. Het dorp Foxhol, zoals wij dat nu kennen, is vanaf dit kruispunt meer westelijk gelegen en duidelijk van latere datum (1600) dan 'De Borch' wegen (1100/1200) (dijk) Woldweg / Borgweg"....
Klik hier om het Warns: Monument ter herdenking aan de
Slag bij Warns in 1345 - 'Liever dood dan slaaf'. Foto: Bouwe Brouwer, 2 augustus 2005. Licentie: Creative Commons.
De tentoonstelling ‘De nieuwe kleren van Franciscus’ in De Oosterpoort heeft niet alleen Franciscus van Assisi weer tot leven gewekt maar ook zijn Groningse volgelingen. Omstreeks 1245, zo’n twintig jaar na het overlijden van Franciscus, sticht de naar hem genoemde orde een klooster in de stad. En in 1401 sluiten de begijnen van het Olde Convent zich aan bij de Derde Orde van Franciscus. Aan de Franciscanen of Minderbroeders herinnert nu weinig meer dan de naam Broerstraat.
Klik hier om hetHet streekje waar we het over hebben heet 'De Knoef' ook wel 'De Knuif' genaamd. Tussen het landelijke streekje Lalleweer en Wagenborgen bestaat hier nog leven. Even achter de waterkering staat een 'Wit Hoeske', eenzaam en verlaten in het wijde landschap. Van dit 'Wit Hoeske' is weinig bekend en er bestaat zover bekend geen foto van. Toch is hier leven te bespeuren, er staat namelijk een heugelijk feit te wachten op deze stralende dag, de geboorte van een kind. De bewoners van het knusse huisje zijn Jan Musch en zijn echtgenote Anna Edens. Het zijn de ouders van de schrijver van dit verhaal.
Klik hier omHet Hoogholtje over het Termunterzijldiep
Evert Arents van der Laan trouwt Rijntje Berents Stuit op 27 mei 1868 te Termunten. Evert is dan 27 jaar, geboren te Wagenborgen en Rijntje is 24 jaar en is geboren te Nieuwolda. Bij het huwelijk is Evert boerenknecht en Rijntje dienstmeid. De ouders van Evert zijn Arend Pieters van der Laan, arbeider en Elizabeth Everts van der Laan. De ouders van Rijntje zijn Berend Jans Stuit en Trijntje Siepkes Meijer (arbeidster). Twee maanden (.....) later op 17 juli 1868 wordt aan de Zwaagweg in Woldendorp een dochter geboren die de naam Trijntje meekrijgt.
Klik hier om hetFoto: Zwaagweg te Woldendorp
Op 3 februari 1873 staat in een arbeidershuisje aan de Zwaagweg in Woldendorp een blije gebeurtenis te gebeuren. Hier wonen de boerenarbeider Evert Arents van der Laan en Rijntje Berends Stuit. Zij verwachten hun derde kind. Evert is werkzaam op de boerderij ‘Reydewoldt’ bij boer Bosker. Het is geen vetpot en om enigszins rond te komen, verbouwt hij zijn eigen groente en fruit en houdt er een koe, een varken en kippen op na. Evert is een zwijgzame, zeer vrome man en is vaste kerkganger in de Hervormde kerk van Woldendorp. Zijn vrouw komt uit de Stuitenfamilie die zijn oorsprong grotendeels heeft in de ‘Stutenstreek’ in Woldendorp.
Klik hier om hetEvert Vos: "Ik zit in een fase waarin mijn familiegeschiedenis wederom tot leven komt. Al veel langer heb ik het idee, een sluimerend gevoel, dat er nog geheimen ondergronds voortleven. In januari 2024 ben ik op zoek gegaan naar het graf van Aike Dreves, de jongste broer van mijn oma die op negentienjarige leeftijd een einde aan z’n leven heeft gemaakt. Hij sympathiseert met de NSB, al dan niet onder druk gezet door zijn vader, maar blijkt de gevolgen daarvan niet te kunnen dragen. Hij hangt zichzelf op. Op de begraafplaats van Bourtange wordt hij begraven. Het graf is inmiddels geruimd. De plek waar hij begraven heeft gelegen, heb ik gevonden en bezocht. Ik doe nog verder onderzoek om hem postuum alsnog een stem te geven".
Klik hier om hetJan Albert Sichterman neemt net als zijn vader Galenus Sichterman dienst in het leger, maar op zijn 23-ste brengt hij in een duel zijn tegenstander om het leven. Om de gevolgen te ontlopen meldt hij zich aan bij de VOC, en in 1716 vertrekt hij als onderkoopman naar Indië. Hij krijgt daar een functie als onderkoopman in Bengalen. Daar trouwt hij in 1721 met Sibylla Volkera Sadelijn, dochter van de latere directeur van Bengalen, Jacob Sadelijn, de onderdirecteur van Bengalen. Ze krijgen acht kinderen, die naar Nederland worden gestuurd voor hun opvoeding.
Klik hier om hetHet laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog, 1918, kenmerkt zich door schaarste aan levensmiddelen en grondstoffen. Aan alles is gebrek en levensmiddelen zijn op de bon om de verdeling zo eerlijk mogelijk te laten verlopen. In een bericht van de landbouwcommissie te Scheemda worden aardappelleveranciers opgeroepen hun partijen aan te melden en “wanneer geen voldoende partijen worden opgegeven, dan moet worden overgegaan tot vordering”, aldus administrateur Van der Steeg. Middels een bekendmaking in de krant krijgen de Scheemders te horen welke levensmiddelen in de komende week te krijgen zijn. Dat is in oktober. Twee maanden later is de situatie sterk verslechterd en lezen we over brandstofschaarste en ‘regeringskool’, raapknollen en wortelen die worden verstrekt.
Klik hier om hetDe Hervormde kerk van Oude Pekela, gebouwd in 1683-1685 en is gelegen aan de Hendrik Westerstraat 114 in Oude Pekela. De kerk is een Rijksmonument, nr. 31949. Het is een zaalkerk en is in 1783 oostwaarts verlengd. De toren dateert uit 1804. De kerk is inwendig met een tongewelf gestukt. De kansel komt uit het einde van de 17de eeuw. Het orgel uit 1865 en is gemaakt door P. van Oeckelen & Zonen, in 1993 door Mense Ruiter Orgelmakers gerestaureerd. Als in 2000 bij een storm het haantje van de toren vliegt, wordt duidelijk dat een restauratie van kerk en toren nodig zijn. Dat is in de daarop volgende jaren dan ook gebeurd. Op 10 december 2004 wordt de kerk weer in gebruik genomen. Sinds de vorming van de Protestantse Gemeente Oude Pekela, eind jaren 2000, heet dit kerkgebouw "Wedderwegkerk".
Klik hier om hetDe Wedderwegkerk met links het graf van onderwijshervormer Hendrik Wester.
Foto: (c)Jur Kuipers.
In juli 2024 wordt de fundatie van de kerk aangepakt. De geconstateerde aardbevingsschade heeft dusdanig huis gehouden dat het noodzakelijk is de fundering te versterken.
Daartoe wordt de hele kerk maar liefst anderhalve meter opgetild om daarna een aantal meters boven de grond te zweven. De scheuren in de 45cm dikke muren zijn niet meer te negeren. De schade is tien jaar geleden al vastgesteld, maar nu pas wordt de schade aangepakt. De kerk komt op speciale aardbevingsisolatoren te staan. Dat zijn eigenlijk twee halve fruitschalen met een schijf ertussen die de schok van een beving opvangen. Bij een beving kan de onderkant bewegen, terwijl de bovenkant stil blijft staan.
Om de hele operatie door te voeren is de oude kerk als het ware aan de onderkant boven de fundering doorgezaagd. Daarna wordt het gebouw met vijzels opgetild en komt het tijdelijk op 29 ijzeren palen te staan.
Oude Pekela: Volgens haar reclame worden de kruiden bereid volgens een aloud recept van haar voorouders en zijn ze tot nu toe een beste huismiddel tegen vele ‘ongesteldheden en mogen ze in geen huisgezin ontbreken.
Door het gebruik van deze kruiden hebben duizenden sinds 1881 baat gevonden: slechte spijsvertering, trage ontlasting, gebrek aan eetlust, maagstoornissen, hoofdpijn, slijmhoest, gallijden, koortsigheid, influenza, ‘gevatte’ koude, enz.
De ronde put, met een diameter van 1 meter is opgetrokken geweest van oude kloosterstenen en daaraan is te zien dat het om een middeleeuwse put moet gaan. Het is al honderden jaren niet meer in gebruik, want de put is gedempt met zand en daarover hebben de lemen vloeren van de boerderijschuur gelegen.
De huidige boerderij is gebouwd in 1871, op de plek waar eerder een voorganger heeft gestaan die mogelijk is gebouwd in 1801, zo laat een oud muuranker vermoeden dat door de familie wordt bewaard. De boerderij mag dan betrekkelijk jong zijn, het boerenerf dateert al uit de middeleeuwen en vanaf die tijd moeten er al diverse opeenvolgende boerderijen hebben gestaan.
De waterput in 2012. Foto: (c)Jan P. Koers, Scheemda
Omstreeks het jaar 1000 duikt het dorp in de geschriften op onder de naam Mariaburen, behorende bij de parochiana Sancte Petri (Pieterburen). De oudste vermelding van de naam Westernieland dateert van 1447. In die tijd wordt ook wel gesproken van ‘Mariaburen in den Nijenlanden’. Bewoners spreken over Nijlandt. Om verwarring te voorkomen met het dorp Nijlandt bij Roodeschool wordt het dorp Westernieland genoemd. De schrijfwijze is vaak veranderd: 1687 Westernylandt, 1697 Wester Nijelande, 1786 Westernielandt, 1806 Westernyland, 1810 Westernieland.
Klik hier omDe kerk van Westernieland. Foto: (c)Ju r Kuipers
In vroeger jaren is het in de provincie Groningen een algemeen gebruik (vóór 1880, red.), om, wanneer iemand is gestorven, zijn lijk afteleggen, dat is te ontkleden, te reinigen en vervolgens, in een hemd gewikkeld, op stro te leggen.
Zodra de lijkkist gereed is, volgt het maken van het henekleed. Daarvoor worden de buurvrouwen (noaberwieven) uit de kluft op het heneklaid verzocht, dat is ze worden uitgenodigd, om het hene- of doodkleed (lijkwade) te komen maken. Is de overledene een vrouw, dan is ook het af- en in de kist leggen hun werk; bij een man worden daartoe de mannelijke buren, in de regel ten getale van zes, geroepen.
Verscholen ligt de 13e-eeuwse zaalkerk van Den Andel op een verhoogd kerkhof, hij dringt zich niet bepaald op aan zijn omgeving. Als je niet goed oplet, rijd je er zo aan voorbij. De laat romaanse stijlkenmerken zijn goed af te lezen aan de oostelijke topgevel. Twee smalle spitsboogvensters werden dichtgezet, maar hun omtrekken zijn nog altijd goed herkenbaar. De oostgevel is behoorlijk aangetast; bij reparaties door de jaren heen werden verschillende soorten baksteen gebruikt. Ter hoogte van de koorgrens zijn aan beide zijden de sporen van een laag venster zichtbaar. In de westwand bevindt zich een sobere classicistische ingang uit 1710. Gelukkig werd een sloopvergunning voor de kerk van Den Andel in 1989 (!) geweigerd.
Klik hier omDe Nicolaaskerk en toren van Den Andel.
Foto: (c)Jur Kuipers.
Wanneer een boerenplaats, molen, huis enzovoort gebouwd of voor een deel vernieuwd wordt en de dag nadert, waarop de gebinten moeten worden opgericht, dan verzoekt de eigenaar van het gebouw zijn familie, buren en vrienden hem te helpen richten. Dit richten gaat nog altijd gepaard met een zekere feestelijkheid, ofschoon niet meer zoveel als in vroegere jaren. Zodra de eigenlijke arbeid is afgelopen, wordt er midden op de kap van het gebouw een meiboom geplaatst, bestaande uit een spar met een dwarslat. Aan het ene einde van de lat hangt een stuk hout in de vorm van een schink (ham), aan het andere een fles, terwijl de top van de boom gevormd wordt door een palmstruik of althans door een met palm versierde groene tak.
Klik hier om hetDe kerk van Sellingen is een vroeggotisch kerkgebouw in Oost-Groningen en is gebouwd circa 1300. De kerk staat aan de Torenstraat nummer 12 en is een Rijksmonument (nr. 37455). De kerk (of een voorganger van het huidige gebouw) komt echter al voor op de aanvulling op een lijst van kerken van de Abdij van Corvey (1150), die in de 13e eeuw is opgetekend. In de twintiger jaren van de 20e eeuw worden laatgotische schilderingen in de kerk ontdekt, onder meer afbeeldingen van Sint-Christoffel en Sint-Margareta. Opmerkelijk is dat de schilderingen gesigneerd zijn, wat niet gebruikelijk is geweest in die tijd, met 'broeder Jan van Aken' en 'Johannes'. Het dak van de kerk bestaat deels uit holle en bolle dakpannen, ook monniken en nonnen genoemd. De dakruiter is in 1858 op de kerk aangebracht. Eerder heeft de kerk een vrijstaande klokkenstoel gehad. De aanbouw is pas in de 20e eeuw gebouwd.
Klik hier om hetIn de provincie Groningen wordt in het verleden, door de verspreid wonende bevolking op het platteland het buurschap, dat is onderlinge betrekking tussen de naaste buren van een streek, in hoge eer gehouden. Niet alleen staat in verschillende omstandigheden en bij verschillende werkzaamheden de ene buur de anderen ten dienste, maar bij alle buitengewone gebeurtenissen, zowel van vrolijke als treurige aard, worden de naaste buren met de naaste familieleden op één lijn gesteld. Zo behoren zij, evenals deze, bij bruiloften en begrafenissen, bij boeldagen en richtfeesten, tot de genodigden en slechts bij erge onenigheid zijn de buren soms hun verplichtingen jegens elkaar uit het oog te doen verliezen
Klik hier om hetHet noaberbouk van Beersterhoogen
Eenrum ligt op een kleine kwelderrug tussen de meer oostelijk op een langgerekte kwelderrug gelegen dorpenrij Winsum-Obergum-Baflo-Rasquert-Warffum-Usquert en de voormalige tijdens de late Middeleeuwen verzande boezem van stroomgeul de Hunze. Eenrum kent waarschijnlijk een continuïteit in de bewoning sinds de Romeinse Tijd en is ontstaan als een agrarische nederzetting op een wierde of terp met een structuur bestaande uit een ringweg en radiale paden. Deze dorpsstructuur levert in samenhang met de deels historische bebouwing en de grotendeels vrije ligging van de wierde in het open land een beeld op van zodanige historisch-ruimtelijke waarde dat aanwijzing van de kom van Eenrum als beschermd dorpsgezicht gerechtvaardigd is.
Klik hier om het In Eenrum komt er, evenals dat bij andere plaatsen het geval is geweest, na de gezegende arbeid van Liudger een houten kerkje tot stand. De eerste stenen kerk verrijst ca. 1100. Die stenen moeten helemaal uit het Eifelgebied komen, want het is tufsteen, vulkanisch gesteente. Omstreeks 1250 wil men een grotere kerk. Gelukkig zijn er nu de monniken van Aduard die het materiaal voor de kloostermoppen voor het opscheppen hebben. Aan de oostkant van het tufstenen kerkje worden drie traveeën (travee is een kerkdeel met gewelf) opgebouwd, met aan de westkant een tijdelijke afsluiting. Vervolgens is de tufstenen kerk afgebroken. Met afgebikt tufsteen en nieuwe baksteen komt het westelijk deel (eveneens drie traveeën) tot stand. Er komt dan tevens een lage vrijstaande toren aan de noordkant. Tot 1594 is de kerk gewijd geweest aan Fabianus en Sebastianus.
Preekstoel en dooptuin in de kerk.
Foto: (c)Jur Kuipers
Eenrum heeft „zoo een hoogen toren, dat hij den schipperen voor een bake verstrekt" schreven van Heussen en van Rhijn in hun in 1724 verschenen werk ‘Oudheden en gestichten in Groningerland’. Is de toren in vorige eeuw voor de scheepvaart een baken geweest, daarna vervult hij deze functie voor de toerist. In geheel Hunsingo is dit majestueuze bouwwerk waar te nemen. Hij is 48 meter hoog, elders wordt een hoogte van 50 meter beschreven.
Klik hier om hetDe majestueuze toren van de Sebastianus en Fabianus kerk van Eenrum. Foto: ©Jur Kuipers
In 1669 is in Hoogezand in opdracht van de stad Groningen de Damkerk gebouwd. Gelijktijdig is de pastorie aan de kerk gebouwd; het heeft een middentop, een ingezwenkte halsgevel (bepleisterd) met aanzetkrullen en een kuifstuk. Het eenvoudige zaalgebouw heeft rondbogige vensters en de muren worden gesteund door steunberen. Verder is de kerk in 1734 aan de zuidzijde aanzienlijk uitgebreid, nu nog duidelijk waar te nemen aan de rode kleur van de stenen. In 1728 is een nieuwe pastorie gebouwd aan de Kerkstraat ten westen van de kerk. Na de Tweede Wereldoorlog is deze woning weer afgebroken en heeft plaatsgemaakt voor het huidige parkeerterrein.
De Groninger burgemeester Gerhard ten Berge, die in Hoogezand zijn borg Vredenburg heeft laten bouwen, heeft toezicht gehouden op de bouw. Pas in 1808, na een decreet van Lodewijk Napoleon Bonaparte, wordt het gebouw door de stad Groningen overgedragen aan de Hervormde gemeente. De kerk is oorspronkelijk naamloos, maar krijgt later z'n naam als er een dam in het Winschoterdiep wordt gelegd, zoals boven omschreven.
In een oude akte staat dat er palen zijn geplaatst geplaatst, om de grenzen aan te geven tussen de dorpen, Borgsweer en Oterdum, na de correctie en wel ten eeuwige dage. Deze akte wordt weer boven water gehaald, als Delfzijl zijn industriegebied wil uitbreiden tot en met Borgsweer. En terecht, alles moet in het werk worden gesteld dat dit schilderachtig dorpje niet ten offer valt aan de industrialisatie van dit gebied. Borgsweer ligt als een oase in het landschap en daar moet het nageslacht met genoegen kunnen wonen. Het resultaat is dat het naastgelegen dorp Oterdum wél tegen de vlakte gaat, maar dat Borgsweer gespaard is gebleven.
Of bovengenoemde omslachtig geschreven akte hieraan iets heeft bijdragen is twijfelachtig. "We zullen hopen dat het gezonde verstand zal zegevieren", zal men hebben gedacht.
Petrus Wolphius Ducher is een goede vier jaar predikant in de kerkelijke gemeente Bellingeweer als de Münsterse troepen in juli 1672 de stad Groningen naderen. Bellingeweer is dan een klein dorp, om en nabij 15 kilometer ten noorden van Groningen. Zo’n anderhalve eeuw later zal het opgaan in het veel grotere, er direct naast gelegen Winsum. Duchers bescheiden parochie schommelt in deze jaren tussen de veertig en vijftig ledematen. Hij maakt de indruk van een bevlogen man, terwijl hij in het Kerkeboek (kerkelijke gemeente Bellingeweer en Ranum, 1668-1729) nauwkeurig verslag doet van zijn parochie, waaraan hij refereert als ‘mijne kudde & schapen’.
Klik hier om In 1672 speelt de brug van Ruischerbrug een belangrijke rol in de verdediging tegen Bommen Berend. Carl Rabenhaupt die de stad moet verdedigen, geeft opdracht om het land in de omgeving van de Ruischerbrug onder water te zetten. Alleen de dijken, zoals de Wolddijk, blijven boven water. De brug van Ruischerbrug wordt verwijderd om te voorkomen dat troepen van de bisschop van Münster, Bernhard von Galen, de stad gemakkelijk kunnen intrekken. De troepen sloegen - onder leiding van Capitain Evert Joost Lewe uit Middelstum - alle aanvallen van de bisschop van Münster op Oosterhoogebrug en Ruischerbrug af.
Ruischerbrug in de jaren 1920-1930
De aan Maria gewijde kerk is gelegen op het hoogste punt van de wierde aan de Dorpstraat 29 en is in de tweede helft van de 12e eeuw / begin 13e eeuw gebouwd. Het is een éénbeukige bakstenen kerk met een halfrond inspringend koor. Een dakruiter vervangt een in 1665 omgevallen vrijstaande toren. Hij wordt bekroond door een windwijzer met het Ripperda wapen. De preekstoel dateert uit 1666.
In het koor hangen drie rouwborden voor de familie Ripperda en een zandstenen epitaaf voor Gijsbert Herman Ripperda uit 1695. Onder het koor bevindt zich de grafkelder voor de familie Ripperda.
In 1741 bouwt Christian Müller een huisorgel dat in 1845 in de kerk wordt geplaatst en in 1895 door Jan Doornbos wordt gewijzigd en van een nieuwe kas voorzien
Foto: (c)Jur Kuipers
De éénbeukige Mariakerk stamt uit twee bouwperioden. De oudste gedeelten zijn het schip en de vrijstaande toren. Het schip werd gebouwd in het derde kwart van de 13e eeuw en behoord tot de groep kerken waarbij de romano-gotiek tot volle ontplooiing is gekomen.
Het artikel over de Mariakerk van 't Zandt staat al vele jaren op www.nazatendevries.nl. De tekst en de foto's zijn echter nu meer dan verdubbeld. Dit op verzoek van lezers die hierover uitgebreid hebben gemaild. Helaas zijn niet alle foto's bijgeplaatst. Daardoor zou het artikel te groot zijn geworden.
De Mauritiuskerk in Marsum (gemeente Eemsdelta), eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken, is een van de fraaiste middeleeuwse kerken in de provincie Groningen. Marsum is een wierdedorp in de gemeente Eemsdelta. Marsum is een beschermd dorpsgezicht.
Men veronderstelt dat de Marsumer kerk dateert uit de 12e eeuw en daarmee behoort tot de oudste bakstenen kerken in de provincie. Na dendrochronologisch onderzoek naar de dakconstructie acht de Stichting Oude Groninger Kerken het echter niet onaannemelijk dat de kerk gebouwd is aan het begin van de 14e eeuw. Het jaartal 1306 wordt gesuggereerd, maar het is ook mogelijk dat toen de kap is vernieuwd.
De kerk van Marsum bij Appingedam.
Foto: (c)Jur Kuipers, Hoogezand.
De jaren twintig van de 16e eeuw worden gekenmerkt door grote onrust op religieus terrein. Geschoolde en ongeschoolde theologen verkondigen nieuwe visies op de christelijke leer en stichten verwarring. De onrust blijft niet beperkt tot de kerk en de kloosters, maar spreidt zich uit over de hele samenleving. Fanatieke aanhangers van de nieuwe richtingen willen de hele maatschappij naar hun inzichten veranderen en verdragen geen afwijkend geluid.
Het Groninger stadsbestuur probeert de onrust in te dammen door voorschriften uit te vaardigen voor de preken die in de kerken worden gehouden.
Op 10 april plaatste ik een artikel over de voormalige Gereformeerde kerk van Onderdendam. Er wordt niet meer gekerkt. De kerk is in het bezit van de St. Groninger Kerken en een commissie is verantwoordelijk voor exposities e.d. De kerk is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. In de consistoriekamer is een permanente expositie uit de tijd van de Amsterdamse School en is ingericht met de geschonken inboedel uit die tijd van het domineesechtpaar Willem Andreas en Johanna Wasch. De expositie is aangevuld met andere objecten uit die tijd.
Willem Andreas en Johanna Wasch
"Oom Kor heeft daar - als psychische verwerking – een boekje over geschreven.
Hij heeft PTSS (Posttraumatische stressstoornis) opgelopen en heeft moeite met het feit dat hij Indonesiërs (rebellen) zonder proces heeft moeten doden d.m.v. een vuurpeloton. Hij heeft dat ook geweigerd, maar hij moet toch...
Uiteindelijk, pas op 15 mei 1997, mag oom Kor van de burgemeester van Eelde, waar oom Kor en tante Truus op dat moment wonen, namens de Koningin het 'Draaginsigne Gewonden' in ontvangst nemen; hoe durven ze na 53 jaar!"
De kerk en nog meer de toren zijn, gedurende de 19de en 20ste eeuw, herhaaldelijk geschonden door zeer ondeskundige herstellingen. Het jaartal 1803 op de sluitsteen van de rondbogige toreningang zal op een dergelijke wijziging/herstelling slaan. Ene van der Aa bericht over belangrijke herstellingen aan de banken en zitplaatsen in 1802, aan het dak in 1807 en over een niet nader omschreven herstelling in 1832. Dezelfde bron bericht verder dat de kerk vroeger een zeer hoge, stompe toren heeft, die door gebrek aan fondsen ongeveer 7 Ned. ellen is afgebroken en daarna van een spits is voorzien.
Klik hier om hetDe kerk van Siddeburen. Foto: (c)Jur Kuipers, 2023.
De Gereformeerde kerk van Onderdendam uit 1932 is ontworpen door architect Albert Wiersema. Het staat aan de Bedumerweg 34 en is gebouwd in de stijl van de Groninger variant van de Amsterdamse School. De kerk vervangt een te krap geworden gebouw waarin de gereformeerden te Onderdendam sinds 1914 hebben gekerkt.
De kerk is een Rijksmonument (nr. 510656) en heeft tussen 1981 en 1984 restauraties ondergaan.
Er wordt inmiddels niet meer gekerkt, maar wordt nu door een commissie in stand gehouden als voorbeeld van de Amsterdamse School.
Er staan nu drie artikels op de website over Noormannenpoorten. Je vindt ze in het menu KERKEN. De titels zijn:
- Over Noormannenpoortjes, de timpaan en bogen.
- Over Noormannenpoortjes en houten halsbanden
- Een Pdf-bestand van de Vrije Fries uit 1934 met daarin een verhaal geschreven door Arend Lang.
Aan de eerste twee artikels zijn bijdragen toegevoegd geschreven door Pol Herman uit Glamaarden in België. Daar wordt een geheel andere betekenis toegekend aan de Noormannenpoorten.
Een dichtgemetseld Noormannenpoortje in Vlaanderen.. Foto: Pol Herman, Glamaarden, België.
De Hervormde kerk aan de Bedumerweg in Onderdendam is een kerkgebouw uit 1840. De kerk is een rijksmonument. De architect is Willem Kornelis Dusseldorp (1816-1869). De kerk is een driezijdig gesloten zaalkerk met achtkantige dakruiter. De rondboogvensters zijn ingekaderd door lisenen. De ingangsdeur is omlijst. Het mechanische torenuurwerk (nu elektrisch aangedreven) is vervaardigd door W.J. Koek te Midwolda. De kerk bevindt zich op een kerkhof met omheining.
Klik hier om hetInterieur Hervormde kerk Onderdendam.
Foto: (c)Jur Kuipers
Na de Tweede Wereldoorlog is de bloeiende Joodse gemeenschap uit Winschoten volledig verdwenen. De artikels hierover, (voor wat betreft Winschoten) zijn geheel herschreven en waar mogelijk zijn er ook nieuwe foto's geplaatst. Klik op een van de onderstaande artikels om deze te openen. Het gaat om;
- De Joodse bewoners van Winschoten
- Omnia en het einde van de Joodse gemeenschap van Winschoten
- De bevrijding van Winschoten
- Voorzanger Abraham van Gelder
Op 17 april 1945 hebben de Canadezen Ten Boer en Ten Post bevrijd. De bewoners van Loppersum, een kleine tien kilometer verderop, voelen dat de bevrijding dichtbij komt. Maar tot hun grote verbazing stoten de bevrijders niet verder door. Drie dagen later, op 20 april, komen de Canadezen in Loppersum aan, voorafgegaan door een reeks granaten. Bij een van die granaatinslagen komen drie leden van hetzelfde gezin om het leven. Loppersum is bevrijd, maar de inwoners zijn ook in rouw.
Klik hier om hetDit artikel gaat over het moment waarop Wildervank in het verleden is ontstaan door veenafgraving.
Hgv. 7 maart 2024
Vandaag NIEUW op ww.nazatendevries.nl
HET ONTSTAAN VAN WILDERVANK
kLIK HIER OM HET In 1866 wordt een verzoek gericht aan Zijne Majesteit Koning Willem III om 18 vaste zitplaatsen te mogen verkopen teneinde een orgel te financieren. De koning geeft toestemming; De verkoop van de banken levert een bedrag op van f 3205. Jan Egberts Blaauw, notabel en kerkeraadslid uit Wildervank schenkt f 1500,—.
Het orgel wordt besteld bij orgelmaker Roelf Meijer te Veendam, die zijn opleiding heeft genoten in Barsmen, Duitsland. Het is zijn eerste orgel. De prijs bedraagt ƒ5000,—. Er is f 4750,— in kas, voor de rest wordt een renteloos voorschot genomen en begin september 1867 wordt het orgel afgeleverd.
In 1867 plaatst de orgelbouwer Roelf Meijer hier zijn eerste en grootste kerkorgel.
Het Meijerorgel in Wildervank. Foto: (c)Jur Kuipers
De Margaretha Hardenbergkerk, oorspronkelijk een hervormde kerk, is een zeventiende-eeuwse kerk in Wildervank en is een rijksmonument (nr. 36883). Het gebouw staat aan de Torenstraat 108.
Als we de kerk naderen zien we een vrij fors gebouw; dit is duidelijk een kerk. Maar dan, als we het gebouw binnen treden, springen de tranen in de ogen van de liefhebber van kerkgebouwen. Op het orgel en de preekstoel na herinnert vrijwel niets meer aan het vroegere interieur van deze kerk. De kerk is nu ingericht als een cultureel centrum, het Margaretha Hardenberg Cultuurcentrum, die het gebouw nu ook in haar bezit heeft.
Foto: (c)Jur Kuipers
Over Adriaan Geerts Wildervanck is de afgelopen eeuwen veel geschreven. Het begint met dominee Hillebrandus Janssonius, predikant in Veendam van 1753 tot 1789. Deze is geen tijdgenoot van Adriaan Geerts Wildervanck. Hetgeen hij in 1772 beschrijft, moet hem dus bij overlevering zijn meegedeeld en verder put hij uit werk van gelegenheidsschrijvers uit de achttiende eeuw, ook wel 'slemp-poëten' en 'poëzij-barbaren' genoemd. Deze schrijven om voorname families te behagen en nemen het niet zo nauw met de waarheid.
Waar Janssonius sommige van deze verhalen opneemt in zijn werk, laat de genealoog Frederik Sibinga deze achterwege. Deze Sibinga is de echtgenoot van Harmanna Maria Wildervanck, betachterkleindochter van Adriaan Geerts Wildervanck. Van Frederik Sibinga (1718-1794) zijn gegevens onder de benaming 'Handschrift Sibinga' bewaard gebleven en nu aanwezig in de Groninger Archieven. Dit Handschrift is in hoge mate betrouwbaar ondanks enkele kleine onjuistheden.
Niets is wat het lijkt. In een Romeinse tempel loop je opeens een supermarkt binnen. En brons is vermomd zink. De buitenkant van de Korenbeurs in Groningen is zojuist gerestaureerd. Vooral het herstel van de drie godenbeelden van zink heeft speciale aandacht gevraagd. Mercurius, Neptunus en Ceres staan er weer bronsgroen bij. Net als in de negentiende eeuw.
Klik hier om hetDe eenhoorn komen we in het noorden overal tegen: in heraldiek (wapenkunde), in kerken (o.a. op gewelfschilderingen), op zegels, op zerken, op gevelstenen etc. Wat is een eenhoorn, wat is vroeger de betekenis ervan geweest en welke heeft hij nu? We proberen er in dit artikel een antwoord op te geven.
Klik hier om hetDe genealogie van Hofman, Griede, Wieringa, Schollema, Bos, Berghuis, Geertsema, Rop en honderden anderen.......
Al een aantal jaren staat de genealogie van Johan Ubbes op de website. Daar zijn nu de gegevens van honderden andere geslachtsnamen bijgekomen, inclusief een achttal parentelen.
De genealogie is uitgebreid tot 144.098 (!) personen en 62.429 (!) relaties, alsmede 162.100 bronnen. Het bleek een heel karwei om deze gegevens op de website te krijgen, maar het is gelukt.
Je kunt heel makkelijk een bepaald persoon vinden door op een naam te klikken, links op de webpagina.
Informatie of aanvullingen kan ikzelf niet geven, daarvoor stuur je een mailtje naar harmhofman@gmail.com, de eigenaar van deze schat aan gegevens.
Kijk in het menu Genealogie ---> Hofman (etc).
De kerk en de pastorie van Ulrum zijn onlosmakelijk verbonden met Ds. Hendrik de Cock: in 1834 begint vanuit dit ensemble de Afscheiding. In de nog aanwezige werkkamer in de pastorie schrijft De Cock zijn preken, met uitzicht op de veertiende eeuwse kerk. In de jaren 1916/1917 is de kerk door de toenmalige rijksgebouw- meester C.H. Peters gerestaureerd, een wat wij nu noemen harde restauratie waarbij het uiterlijk van de kerk is teruggebracht in wat men in die tijd als romaanse stijl veronderstelt. De toren stamt uit de 15e eeuw, en heeft op de spits een windwijzer in de vorm van een leeuw.
Klik hier om hetFoto: (c) Jur Kuipers, 2021.
In de kerk van Farmsum zijn in 2012/2013 opgravingen gedaan. Er zijn maar liefst 26 prachtige grafstenen uit vervlogen tijd gevonden. Onder het koor bevinden zich nog meer zerken, die men verder niet heeft onderzocht. Jur Kuipers ging op stap en maakte prachtige foto's in 2020. Een aantal van deze foto's zijn aan het artikel toegevoegd met omschrijving.
Klik hier om hetFoto: (c) Jur Kuipers, 2020.
De voorganger van de huidige kerk is een laat-romanogotische kerk geweest die volgens de huidige inzichten begin 14e eeuw is gebouwd. Het is niet bekend of deze kerk daadwerkelijk een voorganger gehad heeft. De kerk zou halverwege de 14e of in het derde kwart van de 14e eeuw zijn uitgebreid met een zijschepen, waarbij ook het koor is verbreed tot drie schepen en de kerk als zodanig is uitgebreid tot de vroegst bekende hallenkerk van Groningen.
Tegen 1500 is aan de noordoostzijde nog een sacristie aangebouwd met op de bovenverdieping mogelijk een librije of tresoor/schatkamer. In 1855 is de oude toren afgebroken. Deze staat dan zo scheef dat deze alom bekend is geweest door de Groningse zinspreuk 'Zo schaif as toorn van Faarmsom'. In 1869 is de bouwvallige kerk afgebroken.
Foto: Jur Kuipers, 2020.
Ik herinner me nog goed, in de tijd dat we in Nieuwe Statenzijl woonden, dat boer Mellema met een sjees door de Reiderwolderpolder reed; met twee personen erop.
Dit artikel gaat over een sjees: 'De raadselachtige chique sjees'.
Het is een artikel met foto's die ik van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed mocht ontvangen ter publicatie op de website. 'Boerenrijtuig gedateerd', staat er ook nog boven. Waar deze sjees vandaan komt en hoe bijzonder deze is, lees je in dit nieuwe artikel met dank aan de RCE.
Het zal je maar gebeuren. Je vervangt je schuur, en dan blijkt deze al die jaren op een oud kerkhof te hebben gestaan. Dit overkomt inwoners van Rottum. Maar liefst 458 skeletten duiken er in de bouwput op. Deze geraamtes vertellen ons hoe het er in de middeleeuwen in dit Groningse dorp aan toe is gegaan.
Dit artikel inclusief de foto's heb ik ontvangen van het Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, (RCE) de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Er is toestemming verkregen om het te mogen plaatsen.
Binnenkort komt er nog een bijzonder artikel ven de RCE.
Het artikel kan het best worden bekeken op de monitor van een 'gewone' computer, een laptop of een redelijk grote tablet (horizontaal houden),
De Hervormde kerk (Hoofdstraat 6) is een zaalkerk voorzien van een ongelede toren met ingesnoerde spits. Delen van het muurwerk van de kerk kunnen mogelijk nog uit de 13de eeuw stammen. Aan de oostzijde zijn nog twee dichtgemaakte, oorspronkelijke vensters zichtbaar. Bij een ingrijpende verbouwing in 1703 zijn de topgevels en de gewelven verwijderd. In 1803 voegt men de westtoren toe, die bij de vernieuwing van de kap in 1833 wat is verhoogd en in 1928 is omklampt. Tot de inventaris behoort een eenvoudige laat-17de- of vroeg-18de-eeuwse preekstoel. In de vloer ligt een gebeeldhouwde zerk voor ds. Jacobus Ringels (†1741).
Klik hier om hetKerk Meedhuizen. Foto: (c)Jur Kuipers.
Tot nu toe hebben we dit jaar nog maar een paar dagen echt schaatsweer gehad.
Veel mensen hebben geschaatst op gevaarlijk ijs, zijn door het ijs gezakt of hebben geluk gehad.
In dit artikel gaat het over mijzelf in de jaren 1962-1964 en vooral over de strenge winter van 1962-1963.
Daarbij ook het verhaal over het drama van Hellum, waarbij vier mensen om het leven komen. Daaronder twee helden die twee jonge jongens hebben willen redden.
Zuidwestzijde van het Schildmeer in 2014.
De Petruskerk van Usquert oogt door de toren als een neogotische kerk uit de negentiende eeuw. Toch is dat beslist niet het geval want achter de toren, onder het latere pleisterwerk, staat een romanogotische kerk uit de dertiende eeuw.
De huidige kerk heeft ten minste twee voorgangers gehad. Al in de 9e eeuw heeft Liudger hier een kerk, waarschijnlijk van hout, gesticht. Usquert is in de middeleeuwen de zetel voor een van de dekens, in de Groninger Ommelanden proost genoemd, van het bisdom Münster. Vaak zijn de kerken in de hoofdplaats van een proosdij gewijd aan Petrus en/of Paulus. De kerk in Usquert is gewijd aan beide heiligen.
De Sint-Peturs en -Pauluskerk van Usquert.
Foto: (c)Jur Kuipers.
Door allerlei omstandigheden (zie de blog-pagina) heeft het even geduurd voordat er weer een nieuw artikel op nazatendevries.nl kon worden geplaatst, maar nu is het dan zover.
Winkeliers en grossiers zijn de eersten die tabak produceren, dat wil zeggen tabak kerven, raspen en snijden. De eerste Nederlandse sigarenmakerij bevindt zich vanaf 1826 in Kampen. Groningen telt in 1854 volgens het dan verschijnende adresboek vijf sigarenmakers. Eén van hen, J.H. Warren in de Heerestraat van Groningen, staat tevens als ‘tabaksfabrijkant’ te boek.